Die Voorz. hoopt, dat de raadsleden deze nieu we materie zullen aanvaarden, waarvan spr. in de eerste plaats wil noemen de intrekking der 50 opcenten op de Vermogensbelasting. Tevens deelt Z.E.A. mede, dat deze voordracht niet met algemeene stemmen van B. en W. is aanvaard, daar weth. Bakker er niet mede accóord gaat. Weth, Bakker wijst op de groote beteekenis van de nieuwe wet. De bestaande regeling, wel ke dateert van .1897, is een verouderd systeem en heeft geen gelijken tred gehouden met de ont wikkeling van den tijd. Aan de hand hiervan is door B.-en W. eene nieuwe regeling ontworpen, welke spr. bijzonder conservatief noemt. Immers voorgesteld wordt de gemeente te classificeeren in de 3e klasse der gemeentefondsbelasting. Hier uit volgt, dat iemand met een inkomen van f 500, waarvan niet eens behoorlijk de kost kan worden betaald, laat staan iemand zich van kleeden kan, hiervan belasting moet betalen. Het feit doet^ zich voor, dat de hoogeré inkomens, z.a. 78 £jf f 9000 en waarmede spr. geen medelijden heeft, plm. f 100 in de belasting worden verlaagd, ter wijl degenen, die f 30 belasting moeten betalen, hetzelfde zullen blijven. Het belastingstelsel van Minister de Geer is in zijn geheel conservatief, ofschoon eene progressieve heffing op de fonds belasting door dezen minister mogelijk is ge maakt. Spr. stelt voor-in de le klasse over te gaan. Wat betreft de Personeele belasting, wofdt door B. en W. voorgesteld in de 7e klasse te gaan, waardoor krotwoningen met een huurwaar de van f 100 tot f150 toch nog worden belast.. Dit acht spr. niet wenschelijk en stelt voor in de 5e klas over te gaan. De 50 opcenten wil Spr. handhaven, en kan, hetgeen door spr. is voorge steld, in ieder geval 1 jaar worden aangezien. De Voorz. brengt weth. Bakker een woord van hulde voor de vele moeite, die hij zich heeft getroost, door zooveel mogelijk werk te maken van deze zaak. Echter moet spr. de beschuldiging van conservatisme van de meerderheid in B. en W. sterk afwijzen. Weth. Bakker: „Alleen op dit punt De Voorz. verzoekt weth. Bakker niet te in- terrumpeeren, daar de zaak te ingewikkeld is. Spr. vervolgt met er op te wijzen, dat er 3 klassen zijn en wordt volgens de nieuwe wet de classificatie aan de prétentie van den Raad overgelaten. Het is de bedoeling dat door het. classificeeren verlichting in den belastingdruk wordt gebracht. De le klasse geeft geen vol doende uitkeering om de finantiën kloppend te krijgen. De meerderheid van B. en W. is- van het standpunt uitgegaan, dat de ongehuwden het meeest worden getroffen. Spr. stelt de vraag: „Wie verdient er f500? Dit zijn in hoofdzaak inwonende zonen én is f500 als norm genomen. Voorts moet het oog worden gehouden op de middenklasse, idie jaren lang getroffen zijn. Voorheen, en dit moet weth. Bak ker zeer zeker niet over het hoofd zien, was de kinderaftrek bepaald voor kinderen tot 14 jaar tot een bedrag van f 50. Met de nieuwe regeling geldt deze tot 21 jaar, dus de volle aftrek, te beginnen met f100. Als nu eens de le klasse wordt aangenomen, dan moet van f2000 f48 worden betaald, in de 3e klasse f 46 en van f 3000 f72, in de 3e klasse f66, berekend met 20 op centen. U ziet daaruit dat het wel heel aardig is om in de le klasse te gaan, doch in de 3e wordt minder betaald. In den lande is er geen enkele gemeente, die tot de le klasse toetreedt,, Niemand kan dan oök zeggen, hoe 't het volgend jaar zal zijn. Dit jaar bedraagt het vermenigvul- digingscijfer 0.9, stel nu dat de wet nog niet, aan de. orde zou zijn, dan zal dit cijfer, gelet op de toestanden, zeker voor 1931 op 1.4 gesteld moeten worden. Ook is door weth. Bakker opgemerkt, dat de Personeele belasting geheel anders kan, echter geeft de nieuwe wet een geheele verlaging van 35 procent. Door het voorstel van de 73*klasse te hand haven, wordt juist een democratisch standpunt ingenomen en werd destijds, toen dit werd voor gesteld, hulde hiervoor gebracht. Door het voorstel van weth. Bakker om in de 5e klasse te gaan, bedraagt de aftrek voor een huurwaarde van f 150, f145. Weth. Bakker had beter kunnen zeggen, schakel de Pers. belasting uit. Voorts heeft het Rijk de bevoegdheid 50 op centen te heffen op de Vermogensbelasting, in dien de Raad de bestaande verordening van 50 opcenten niet intrekt,dan wordt het volgend jaar dus 100 opcenten geheven. Spr. vraagt zich ten slotte af, wat zitten hier voor vermogens? Merendeels zijn het personen, die land verhuren, die dus idan te zwaar worden belast. De steden, zooals Amsterdam, Rotterdam en den Haag in de le klasse zijn, dat is hen door de wet opgelegd. Z.E.A. zou liever de zaak willen omkeeren en het voorstel van B. en W. aannemen dan kunnen deze altijd nog het volgende jaar worden gewij zigd. Dit acht spr. den voorzichtigen kant om eer&t de kat uit den boom te kijken. Weth. Bakker zegt, nog niet te zijn overtuigd. Wat betreft intrekking van de Personeele belas ting, wil spr. dat woningen die minder dan f 150 doen, geen woningen genoemd mogen worden. Al zijn de tijden slecht, zijn er toch altijd nog kapitalen, die belast kunnen worden en als de landeigenaren minder pacht ontvangen, vallen zij uit de Vermogensbelasting. Het percentage behoeft, geen 20 te zijn, dit kan ook lager zijn. Spr. stelt de classificatie gelijk met de Spoor wegen. Als men iemand vraagt, welke klasse reis je? dan volgt het antwoord derde, omdat er geen vierde 'is. Zoo gaat het ook nu, als er een 4e., 5e of 6e was, dan ging de gemeente daar nog in. Als men de levensstandaard beziet, dan is Langendijk zeer zeker geschikt voor de le klasse. Uit de vele berichten heeft spr. vernomen, dat verschillende gemeenten tot de le en 2ie klassen zijn besloten, b!v. Heiloo.le; Berkhout 2e; Schoorl 2e enz. Van gemeenten in de 5e klasse lteeft spr. nog niet gehoord. Het voorstel van spr. te aanvaarden, zal niet zooveel kosten om het. voor 1 jaar te probeeren. 'De heer Zaagman zegt dat B. en W. de bere keningen hebben gemaakt naar de omstandighe den. kpT- gevoelt veel voor de voorstellen van weth. Bakker, doch wenscht den voorzichtigen weg te bewandelen en verklaart voor de voor stellen van Bi. en W. te stemmen. De Voorz. merkt op, dat het vermenigVuldi- gingscijfer in het vervolg vervalt en moet ieder jaar worden nagegaan, zoo 3e begrooting niet klopt, waaruit de meerdere opbrengst kan worden gehaald en mag zelfs belasting worden geheven van auto's, paarden enz. Als de wet zoo conservatief is, als weth. Bak ker zegt, dan begrijpt spr. niet, dat de heer Bak kers partij niet, sterk er tegen in is gegaan, nog sterker zelfs heeft zij den minister hulde ge bracht. Ook thans nog, wil spr. den ontwerper dankbiyp- herinneren. Het is gemakkelijk critiek uit te oefenen, 'doch laat deze echter opbouwend zijn. De heer de Boer acht het voorstel van B'. en W. van den voorzichtigen kant en verklaart zich er voor. De heer Kostelijk is het volkomen eens met den voorzitter. Door weth. Bakker zijn inkomens genoemd van f 500 en f9000, die komen hier slechts weinig voor. De weg door B. en W. be wandeld, vindt spr. de meest secure en kan altijd nog, indien blijkt dat de inkomens te zwaar worden belast, eene andere richting worden inge slagen. Weth. Bakker zegt, dat de 5..D.A.P. met een bloedend hart. heeft toegegeven, terwille van de vele plaatsen met groote arbeidersbevolkingen. Vervolgens gaat spr. de cijfers nog eens na van de oude en de nieuwe regeling. De voorz. wijst er nogmaals op, dat de kinder aftrek niet tot 14 maar tot 21 jaar gaat. Zulks is niet mogelijk in cijfers uit te drukken, doch het zegt al genoeg. Ook wordt volgens spr. het woord „conservatisme" genoemd,doch spr. zou wél eens gaarne hierover van gedachten willen wisselen, wat het eigenlijk is, want spr. is er van overtui.gd dat in deze voordracht niets voorkomt wat naar conservatisme zweemt. Beter ware het geweest als weth. Bakker een voorstel in had gediend, gestaafd met cijfers, dan had de Raad eene vergelijking kunnen maken. Be heer Kostelijk merkt nog op, dat als dit jaar een tuinbouwer een inkomen heeft van f 4000 en het volgend jaar niets, dan moet hij toch 't dubbele betalen, hetgeen nu door het voorstel van B. en W. wordt ondervangen. ^Veth. Bakker zegt, geen gelegenheid te hebben gehad een overzicht te maken, doch als de Raad daarop prijs stelt, wil spr. dat nog met genoegen doen, daar vóór 1 September de beslissing moet vallen, is er dus nog wel gelegenheid. Hiero psluit de voorz. de discussies. Het voorstel van weth. Bakker wordt niet ondersteund en is dus vervallen. Het voorstel van de meerderheid van B. en W. wordt hierna aangenomen met 6 tegen 1 stem, nl. die van wéth. Bakker. 2. Aanbrengen emaille huisnummerplaatjes aan de woningen der ingezetenen. Tn verband met de 11e 10-jarige telling, welke gehouden zal worden in den nacht van 31 Dec. tot 1 Jan. a.s. is het noodzakelijk dat aan iedere woning een huisnummerplaatje op kosten dei- gemeente wordt aangebracht. Op de vorige be grooting is hiervoor een post uitgetrokken van f 100, echter is de prijsopgave tegengevallen en kosten de plaatjes 181 /4 cent per stuk met. in begrip van schroeven en gummiringetjes. Be- noodigd zijn 600 stuks. Was de stuksprijs aan vankelijk zonder inbegrip van schroeven en rin gen, na onderhandeling met den voorz. is dit er nu bij inbegrepen. De kosten voor den ge meenteopzichter, die met de aanbrenging is be last ,zijn f 50. Ofschoon dit werk buiten zijn ambtsplicht omgaat, mag dit door hem worden waargenomen en wil hij dit voor het genoemde bedrag doen. Moet het evenwel* aanbesteed wor den, zoo zullen de kosten zeker hooger zijn. Nadat aan den voorzitter eenige inlichtingen gevraagd en door Z.E.A. gegeven zijn, wordt con form het voorstel aldus besloten. 3. Voorloopige vaststelling van de gemeente- rekening over 1929. Betreffende den gewonen dienst bedragen de ontvangsten f 41807.22i/2, de uitgaven daarente gen f 40079.80i/2, alzoo een batig saldo f 1727.42. De kapitaaldienst sluit in ontvangsten en uit gaven op nihil. De rekening is nagezien door eene commissie bestaande uit de heeren Bommer, de Boer en Rijper. De heer Bommer zegl zich niet te kunnen ver eenigen met den post genoemd onder volgnum mer 13, zijnde de vergoeding voor den ambtenaar ter secretarie. Op de begrooting was een post uit getrokken van f 650, waarvan f 500 was bestemd voor pan j aart en f150 voor Boon. Spr. vraagt welk bedrag aan 'den heer Sloof is uitgekeerd.0 1 De Voorz. deelt mede, dat over de 5i/o maand uitbetaald is 5i/2 X 25 f 137.50. Die heer Bommer zegt: „Wij hebben toch geen ambtenaar." D'e voorz. antwoordt niet verder over deze zaak te zullen uitweiden, daar deze meer dan genoeg bekend is. B. en W;. handhaven hun standpunt en is den Raad destijds den weg gewezen, hoe in deze te handelen, als er bezwaar tegen gemaakt werd. Indien de Raad niet accoord gaat met dezen post, moet.de rekening gewijzigd worden en wel de uitgaven met dit bedrag verminderen, en de ontvangsten hiermede verhoogen. De heer Bommer stelt deze wijziging voor. De heer Kostelijk zegt mee te gaan met den heer Bommer en juicht toe dat door Ged. Staten uil spraak zal worden gedaan. Spr. wil niet ver der op de zaak ingaan, want toen destijds werd het al een persoonlijke zaak. De heer Zaagman heeft de oude verslagen en notulen nog eens nagegaan en is het hem geble ken, dat bij den Raad heeft voorgezeten, dat het bedrag van f 500 alleen voor Spanjaard was be- j doeld. iSpr. merkt op, dat art. 70 der Gemeente wet zegt, dat de burgemeester belast is met de uitvoering der raadsbesluiten en in geval er in strijd met de wet wordt gehandeld, kan in be- 1 roep worden gegaan bij de Kroon. Op grond van 1 de betreffende raadsbesluiten stelt spr. voor de voorloopige rekening niet vast te stellen. De voorz. acht het niet wenschelijk dieper op deze kwestie in te gaan, doch merkt op, dat art. 70 niet kon worden toegepast. Be heer Zaagman zegt dat het toch een huis- houdelijke zaak is. De voorz. zegt nu geen les te zullen geven in _het gemeenterecht. De beslissing laat ZIE.A Gover aan Ged. Staten. De heer Kostelijk ondersteunt het voorstel Bommer niet, daar de zaak thans zoo staat, dat de rekening niet in orde is. Die voorz.: „Goed, dan wijzigt u hem." Uit de volgende discussies blijkt, dat eenige der raadsleden van meening zijn, dat door eene wijziging de zaak niet goed gaat, waarna de voorzitter zegt, dat als de Raad met een post niet acccoord gaat, deze met roode inkt wordt ge merkt, de bedragen in dien zin worden gewijzigd en de rekening met toelichtingen van B. en W. Ged. Staten wordt toegezonden, die dan de reke ning definitief vaststellen. De Raad heeft deze nu alleen voorloopig vast te stellen. IVeth. Bakker zegt dat hij donkere wolkjes in het Zuiden had zien opkomen en had deze hou ding verwacht. Spr. bedoelde hiermede die nieu we fractie. Spr. memoreert het geheele ver loop dezer kwestie. Tevens wijst spr. op de ver deeldheid in zijne fractie, en is op de fractiever gadering o%rereengekomen om die f 100, waar het nu om gaat, toe te staan tot 1 December. Spr. zegt tot den heer Zaagman, dat hij dit toch wel zal willen beamen. Voorts hoopt spr. van gan- schcr harte, dat Ged. Staten den Raad in het gelijk zullen stellen, dan heeft die zijn zin en zullen B. en Wi. het bedrag moeten bijpassen. Spr. wil nu geen beroep doen op de heeren Kos telijk en Zaagman, want van hen krijgen B en W. toch een dolksteek, doch wil dit wel doen op de R.K. fractie. „Het is toch ons werk," aldus Spr., dat Spanjaart eene goede betrekking heeft gekregen. D'e voorzitter wilde hem niet laten gaan dan over 6 weken, doch ik heb weten ge daan te krijgen, dat hij direct in zijn nieuwe functie kon treden. Ik hoop dat de R.K. fractie dat zal respecteeren. Thans ware het nog beter geweest, als er een motie van wantrouwen tegen B. en W. was ingediend omtrent het op eene ver keerde wijze besteden van geld. Doch gaarne, stel ik mijn mandaat ter beschikking van de fractie. De heer Kostelijk merkt op, reeds in 1927 gezegd te hebben, dat het geld ten gunste van Spanjaart was. Ik ben steeds consequent gebleven en er nooit voor geweest, dat het voor een, ambtenaar was. Weth. Bakker zegt donkere wolken te hebben gezien en waarom; omdat de Raad opzij is gezet. Ik ben overtuigd, als dit niet gebeurd was, 3e zaak heel geregeld was verloopen. Het had heel anders gekend. De heer Zaagman zegt, dat weth. Bakker zeer persoonlijk was. De voorz. zegt dat hier geen persoonlijke of fractiezaken worden besproken. Gaarne wil Z.E. A. het woord verleenen aan den heer Zaagman, mits het uitsluitend de voorloopige vaststelling der rekening betreft. De heer Zaagman wenscht daarover niets meer te zeggen, waarna de voorzitter de discussies sluit. Het voorstel Bommer wordt hierna in stem- ming gebracht. De beide wethouders moeten zich van stemming onthouden. Met 4 tegen 1 stem, nl. die van den heer de Boer, wordt hierna het voorstel aangenomen. In verband met 'dit besluit worden de ont vangsten met f 137.50 vermeerderd en de uitga ven met dit bedrag verminderd. 4. Goedkeuring van balans, winst en verlies rekening van de gasfabriek over 1929. De voorzitter deelt mede, dat. de rekeningen ter inzage hebben gelegen, waaraan was toege voegd het accountantsverslag, waardoor eene com missie van onderzoek overbodig was. Z.E.A. wil nog eenige mededeelingen doen naar aanleiding van de opmerking van weth. Bakker omtrent vele klachten over slecht gas. Z.E.A. heeft dit iii de laatste commissievergadering ter sprake gebracht, en verklaarden alle afgevaardigden geen klachten te hebben vernomen, waarom Z.E. A. zich tot den directeur heeft gewend met het verzoek ingekomen klachten te noteeren. Zulks is geschied gedurende het tijdvak 1 Augustus— 15 Augustus, dus van recenten datum. Het re sultaat daarvan is als volgt: 5 maal voor defecte meters, 13 maal voor lek kage, 6 maal voor water in de leiding eji 7 maal comforen. De Voorz. geeft in overweging de klachten in alle reserves te aanvaarden en het is de juiste weg indien men een klacht heeft, zich recht streeks te wenden tot den directeur en niet tot, de raadsleden. Weth. Bakker zegt, dat er ook klachten zijn, dat het water in geijsers niet op voldoende hitte kon worden gebracht, waarvan de voorzitter zelf ondervinding heeft. De voorz. zegt dat tegenover die objecten, het geval zich voordoet, dat bij aanbrenging van een bad, 'gaskachel of gashaard, op de be staande leiding deze te klein is en op aanvraag eene grootere wordt aangebracht. De heer Kostelijk acht het zeer goed, dat het publiek er nu eens op gewezen wordt, dat klach ten rechtstreeks bij den directeur worden inge diend. Niemand het woord verlangende, wordt de re kening goedgekeurd, welke sluit met eene winst want f764.54t/2. 5. Goedkeuring van balans, winst- en ver liesrekening van het electriciteitsbedrijf over '29. De winst bedraagt f8091.54i/2. Wordt goedgekeurd. 6. Goedkeuring van de rekening van het Bur gerlijk Armbestuur over 1929. Deze rekening is nagezien door de heeren.Zaag man en Kostelijk. Namens deze commissie adviseert eerstgenoem de tot goedkeuring over te gaan. De ontvangsten hebben bedragen f6218.57, de uitgaven f5671.61, alzoo een batig saldo van f 546.95x/2. Wordt goedgekeurd. Alvorens de gebruikelijke rondvraag te houden, wordt het woord verleend aan den heer Jb. de Boer, die. als volgt zegt: Mijnheer de Voorzitter. Het is aan de Spoorstraat den laatsten tijd nog weer eens zeer duidelijk gebleken, hoe het er daar ter plaatse met de waterafvoer bij staat. In verband hiermede, wil ik hier eenige vragen stellen. j 1. Waarom wordt er niets aan afdoende ver- betering gedaan? 2. De Spoorstraat is toch door Noordscharwou- de in eigendom overgenomen, dus met alle lus ten en lasten. Noordscharwoude geeft aan den huidigen toe stand de schuld aan de demping der sloot, en dat Oudkarspel daar maar voor moet zorgen, maar gaat dat op? 4. Indertijd zijn er in een gedeelte draineerbui- i zen gelegd, waarom worden deze niet onder hou- j den? Naar ik verneem zijn deze geheel verzakt, 1 dus zullen deze moéten worden vernieuwd. Hier voor zal Noordscharwoude toch moeten zorgen, en zullen wij in die kosten moeten bijdragen. Waar dus toch kosten moeten worden gemaakt, waarom dan de weg niet in zijn geheel verbeterd 5. Oudkarspel is mede onderhoudsplichtige, maar geen eigenares, is dus afhankelijk van Noordscharwoude in deze. Om nu een einde aan dezen onhoudbaren toe stand te krijgen, zou ik B. en W. willen uitnoo- digen om aan Noordscharwoude een conferentie aan te vragen en er op aandringen tot het nemen, van afdoende maatregelen en wel zoo spoedig mogelijk. De voora. antwoordt als volgt: Vraag 1. Na de laatste conferentie met Noord scharwoude is onderling goedgevonden met .De Spoorstraat te wachten, daar de hoop werd ge koesterd, dat deze eene algeheele verbetering zou ondergaan, indien de verkeersweg Oost-West zou komen. Alhoewel nog nfets definitiefs kan wor den gezegd, zal er van deze hoop weinig overblij ven, daar de straat aan beide kanten is bebouwd en daarom te smal wordt geacht. Vraag 2 en 3. Laten wij de schuldvraag rus ten, doch probeeren met B. en W. van Noord scharwoude eensgezind en gemeenschappelijk te beraden om te komen tot algeheele verbetering. Vraag 4. B. en W. zijn het hiermede volkomen eens, als de gemeente Noordscharwoude besluit de buizen te vernieuwen, zal door de gemeente Oudkarspel de helft in de kosten moeten worden bijgedragen ,doch dan zal het alle aanbeveling verdienen tot algeheele verbetering over te gaan, raag 5. Als de Raad in principe voor afdoen de verbetering der Spoorstraat is en B. en Wh hiertoe uitnoodigen is dit college gaarne bereid deze opdracht te aanvaarden en zullen nadere plannen worden' ontworpen. Weth. Bakker kan zich hiermede geheel ver eenigen, en komen wij, aldus spr., misschien ein delijk van het moeras af. De heer Kostelijk zegt destijds als wethouder, reeds te hebben opgemerkt, dat Noordscharwou de er niets voor gevoelde. De toestand is heel treurig. Destijds is in Oudkarspel de kwestie gevallen op de hooge kosten, die niet meevielen. Weth. Jb. Kroon zegt, dat na de laatste con ferentie, de houding van Noordscharwoude wel eenigszins is gewijzigd. Door het plan van den verkeersweg, verviel het plan van Oudkarspel. Toch meent spr., 'dat nu wel eenig resultaat zal worden bereikt. De heer Rijper merkt op, dat de bewoners zelf weten tót wie zij zich moeten wenden. De heer Zaagman zegt tot een goede verbete ring te komen, moet men zuiver met elkaar ge voelen en sympathiseeren. Do voorz. meent uit de besprekingen te mo gen opmaken, dat de Raad ermee accoord gaat, dat eene conferentie wordt aangevraagd met Nrd.- Scharwoude. Aldus wordt besloten. De lieer de Boer stelt de vraag hoe of de raadsleden denken over de verlichting, die thans in het midden der straat is aangebracht. Meer deren klagen er over, dat net, op de straat tame lijk donker is, hetgeen wellicht is te wijten, dat de lampen te hoog hangen. De voorz. zegt, dat deze zoo hoog zijn om de zeer hooge vrachten, die over den Langendijk worden vervoerd. Het is al voorgekomen, dat op het Zuideinde een lamp radicaal sj:uk gereden is. Nu kan in de politieverordening eene bepaling worden opgenomen voor vrachtwagens met, een maximum hoogte, doch dit duurt langen tijd voor een ieder dat weet en vooral voor vreemdelingen. Zie maar eens naar de verordening betreffende het fietsen met, zijn drieën naast elkaar. Voorts merkt spr. op, dat het toch niet de bedoeling i3 om bij de straatverlichting te lezen, doch wel dat er nu gereden kan worden op d© lichten, waardoor er geen kans bestaat te rijden tegen hekken enz., 'terwijl er bij verschillende zijstraten nog aparte lampen zijn aangebracht. Voor het geval er meerdere plaatsen zijn, waar zulks noodig is, zijn steeds lampen in voorraad. Niets meer aan de orde zijnde, sluit voorzitter de vergadering, de hoop uitende, dat de geno men besluiten tot heil der gemeente mogen strek ken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 4