Die Voorz. hoopt, dat de raadsleden deze nieu
we materie zullen aanvaarden, waarvan spr. in
de eerste plaats wil noemen de intrekking der
50 opcenten op de Vermogensbelasting. Tevens
deelt Z.E.A. mede, dat deze voordracht niet met
algemeene stemmen van B. en W. is aanvaard,
daar weth. Bakker er niet mede accóord gaat.
Weth, Bakker wijst op de groote beteekenis
van de nieuwe wet. De bestaande regeling, wel
ke dateert van .1897, is een verouderd systeem
en heeft geen gelijken tred gehouden met de ont
wikkeling van den tijd. Aan de hand hiervan is
door B.-en W. eene nieuwe regeling ontworpen,
welke spr. bijzonder conservatief noemt. Immers
voorgesteld wordt de gemeente te classificeeren
in de 3e klasse der gemeentefondsbelasting. Hier
uit volgt, dat iemand met een inkomen van f 500,
waarvan niet eens behoorlijk de kost kan worden
betaald, laat staan iemand zich van kleeden kan,
hiervan belasting moet betalen. Het feit doet^
zich voor, dat de hoogeré inkomens, z.a. 78 £jf
f 9000 en waarmede spr. geen medelijden heeft,
plm. f 100 in de belasting worden verlaagd, ter
wijl degenen, die f 30 belasting moeten betalen,
hetzelfde zullen blijven. Het belastingstelsel van
Minister de Geer is in zijn geheel conservatief,
ofschoon eene progressieve heffing op de fonds
belasting door dezen minister mogelijk is ge
maakt. Spr. stelt voor-in de le klasse over te
gaan. Wat betreft de Personeele belasting, wofdt
door B. en W. voorgesteld in de 7e klasse te
gaan, waardoor krotwoningen met een huurwaar
de van f 100 tot f150 toch nog worden belast..
Dit acht spr. niet wenschelijk en stelt voor in
de 5e klas over te gaan. De 50 opcenten wil Spr.
handhaven, en kan, hetgeen door spr. is voorge
steld, in ieder geval 1 jaar worden aangezien.
De Voorz. brengt weth. Bakker een woord van
hulde voor de vele moeite, die hij zich heeft
getroost, door zooveel mogelijk werk te maken
van deze zaak. Echter moet spr. de beschuldiging
van conservatisme van de meerderheid in B. en
W. sterk afwijzen.
Weth. Bakker: „Alleen op dit punt
De Voorz. verzoekt weth. Bakker niet te in-
terrumpeeren, daar de zaak te ingewikkeld is.
Spr. vervolgt met er op te wijzen, dat er 3
klassen zijn en wordt volgens de nieuwe wet
de classificatie aan de prétentie van den Raad
overgelaten. Het is de bedoeling dat door het.
classificeeren verlichting in den belastingdruk
wordt gebracht. De le klasse geeft geen vol
doende uitkeering om de finantiën kloppend te
krijgen. De meerderheid van B. en W. is- van het
standpunt uitgegaan, dat de ongehuwden het
meeest worden getroffen.
Spr. stelt de vraag: „Wie verdient er f500?
Dit zijn in hoofdzaak inwonende zonen én is f500
als norm genomen. Voorts moet het oog worden
gehouden op de middenklasse, idie jaren lang
getroffen zijn. Voorheen, en dit moet weth. Bak
ker zeer zeker niet over het hoofd zien, was de
kinderaftrek bepaald voor kinderen tot 14 jaar
tot een bedrag van f 50. Met de nieuwe regeling
geldt deze tot 21 jaar, dus de volle aftrek, te
beginnen met f100. Als nu eens de le klasse
wordt aangenomen, dan moet van f2000 f48
worden betaald, in de 3e klasse f 46 en van f 3000
f72, in de 3e klasse f66, berekend met 20 op
centen. U ziet daaruit dat het wel heel aardig
is om in de le klasse te gaan, doch in de 3e
wordt minder betaald. In den lande is er geen
enkele gemeente, die tot de le klasse toetreedt,,
Niemand kan dan oök zeggen, hoe 't het volgend
jaar zal zijn. Dit jaar bedraagt het vermenigvul-
digingscijfer 0.9, stel nu dat de wet nog niet,
aan de. orde zou zijn, dan zal dit cijfer, gelet op
de toestanden, zeker voor 1931 op 1.4 gesteld
moeten worden.
Ook is door weth. Bakker opgemerkt, dat de
Personeele belasting geheel anders kan, echter
geeft de nieuwe wet een geheele verlaging van
35 procent.
Door het voorstel van de 73*klasse te hand
haven, wordt juist een democratisch standpunt
ingenomen en werd destijds, toen dit werd voor
gesteld, hulde hiervoor gebracht.
Door het voorstel van weth. Bakker om in de
5e klasse te gaan, bedraagt de aftrek voor een
huurwaarde van f 150, f145. Weth. Bakker had
beter kunnen zeggen, schakel de Pers. belasting
uit.
Voorts heeft het Rijk de bevoegdheid 50 op
centen te heffen op de Vermogensbelasting, in
dien de Raad de bestaande verordening van 50
opcenten niet intrekt,dan wordt het volgend
jaar dus 100 opcenten geheven.
Spr. vraagt zich ten slotte af, wat zitten hier
voor vermogens? Merendeels zijn het personen,
die land verhuren, die dus idan te zwaar worden
belast. De steden, zooals Amsterdam, Rotterdam
en den Haag in de le klasse zijn, dat is hen
door de wet opgelegd.
Z.E.A. zou liever de zaak willen omkeeren en
het voorstel van B. en W. aannemen dan kunnen
deze altijd nog het volgende jaar worden gewij
zigd. Dit acht spr. den voorzichtigen kant om
eer&t de kat uit den boom te kijken.
Weth. Bakker zegt, nog niet te zijn overtuigd.
Wat betreft intrekking van de Personeele belas
ting, wil spr. dat woningen die minder dan f 150
doen, geen woningen genoemd mogen worden.
Al zijn de tijden slecht, zijn er toch altijd nog
kapitalen, die belast kunnen worden en als de
landeigenaren minder pacht ontvangen, vallen
zij uit de Vermogensbelasting. Het percentage
behoeft, geen 20 te zijn, dit kan ook lager zijn.
Spr. stelt de classificatie gelijk met de Spoor
wegen. Als men iemand vraagt, welke klasse
reis je? dan volgt het antwoord derde, omdat
er geen vierde 'is. Zoo gaat het ook nu, als er een
4e., 5e of 6e was, dan ging de gemeente daar
nog in. Als men de levensstandaard beziet, dan
is Langendijk zeer zeker geschikt voor de le
klasse. Uit de vele berichten heeft spr. vernomen,
dat verschillende gemeenten tot de le en 2ie
klassen zijn besloten, b!v. Heiloo.le; Berkhout 2e;
Schoorl 2e enz. Van gemeenten in de 5e klasse
lteeft spr. nog niet gehoord.
Het voorstel van spr. te aanvaarden, zal niet
zooveel kosten om het. voor 1 jaar te probeeren.
'De heer Zaagman zegt dat B. en W. de bere
keningen hebben gemaakt naar de omstandighe
den. kpT- gevoelt veel voor de voorstellen van
weth. Bakker, doch wenscht den voorzichtigen
weg te bewandelen en verklaart voor de voor
stellen van Bi. en W. te stemmen.
De Voorz. merkt op, dat het vermenigVuldi-
gingscijfer in het vervolg vervalt en moet ieder
jaar worden nagegaan, zoo 3e begrooting niet
klopt, waaruit de meerdere opbrengst kan worden
gehaald en mag zelfs belasting worden geheven
van auto's, paarden enz.
Als de wet zoo conservatief is, als weth. Bak
ker zegt, dan begrijpt spr. niet, dat de heer Bak
kers partij niet, sterk er tegen in is gegaan,
nog sterker zelfs heeft zij den minister hulde ge
bracht. Ook thans nog, wil spr. den ontwerper
dankbiyp- herinneren. Het is gemakkelijk critiek
uit te oefenen, 'doch laat deze echter opbouwend
zijn.
De heer de Boer acht het voorstel van B'. en
W. van den voorzichtigen kant en verklaart
zich er voor.
De heer Kostelijk is het volkomen eens met
den voorzitter. Door weth. Bakker zijn inkomens
genoemd van f 500 en f9000, die komen hier
slechts weinig voor. De weg door B. en W. be
wandeld, vindt spr. de meest secure en kan
altijd nog, indien blijkt dat de inkomens te zwaar
worden belast, eene andere richting worden inge
slagen.
Weth. Bakker zegt, dat de 5..D.A.P. met een
bloedend hart. heeft toegegeven, terwille van de
vele plaatsen met groote arbeidersbevolkingen.
Vervolgens gaat spr. de cijfers nog eens na van
de oude en de nieuwe regeling.
De voorz. wijst er nogmaals op, dat de kinder
aftrek niet tot 14 maar tot 21 jaar gaat. Zulks
is niet mogelijk in cijfers uit te drukken, doch
het zegt al genoeg. Ook wordt volgens spr. het
woord „conservatisme" genoemd,doch spr. zou
wél eens gaarne hierover van gedachten willen
wisselen, wat het eigenlijk is, want spr. is er van
overtui.gd dat in deze voordracht niets voorkomt
wat naar conservatisme zweemt. Beter ware het
geweest als weth. Bakker een voorstel in had
gediend, gestaafd met cijfers, dan had de Raad
eene vergelijking kunnen maken.
Be heer Kostelijk merkt nog op, dat als dit
jaar een tuinbouwer een inkomen heeft van f 4000
en het volgend jaar niets, dan moet hij toch 't
dubbele betalen, hetgeen nu door het voorstel van
B. en W. wordt ondervangen.
^Veth. Bakker zegt, geen gelegenheid te hebben
gehad een overzicht te maken, doch als de Raad
daarop prijs stelt, wil spr. dat nog met genoegen
doen, daar vóór 1 September de beslissing moet
vallen, is er dus nog wel gelegenheid.
Hiero psluit de voorz. de discussies.
Het voorstel van weth. Bakker wordt niet
ondersteund en is dus vervallen.
Het voorstel van de meerderheid van B. en
W. wordt hierna aangenomen met 6 tegen 1
stem, nl. die van wéth. Bakker.
2. Aanbrengen emaille huisnummerplaatjes aan
de woningen der ingezetenen.
Tn verband met de 11e 10-jarige telling, welke
gehouden zal worden in den nacht van 31 Dec.
tot 1 Jan. a.s. is het noodzakelijk dat aan iedere
woning een huisnummerplaatje op kosten dei-
gemeente wordt aangebracht. Op de vorige be
grooting is hiervoor een post uitgetrokken van
f 100, echter is de prijsopgave tegengevallen en
kosten de plaatjes 181 /4 cent per stuk met. in
begrip van schroeven en gummiringetjes. Be-
noodigd zijn 600 stuks. Was de stuksprijs aan
vankelijk zonder inbegrip van schroeven en rin
gen, na onderhandeling met den voorz. is dit
er nu bij inbegrepen. De kosten voor den ge
meenteopzichter, die met de aanbrenging is be
last ,zijn f 50. Ofschoon dit werk buiten zijn
ambtsplicht omgaat, mag dit door hem worden
waargenomen en wil hij dit voor het genoemde
bedrag doen. Moet het evenwel* aanbesteed wor
den, zoo zullen de kosten zeker hooger zijn.
Nadat aan den voorzitter eenige inlichtingen
gevraagd en door Z.E.A. gegeven zijn, wordt con
form het voorstel aldus besloten.
3. Voorloopige vaststelling van de gemeente-
rekening over 1929.
Betreffende den gewonen dienst bedragen de
ontvangsten f 41807.22i/2, de uitgaven daarente
gen f 40079.80i/2, alzoo een batig saldo f 1727.42.
De kapitaaldienst sluit in ontvangsten en uit
gaven op nihil.
De rekening is nagezien door eene commissie
bestaande uit de heeren Bommer, de Boer en
Rijper.
De heer Bommer zegl zich niet te kunnen ver
eenigen met den post genoemd onder volgnum
mer 13, zijnde de vergoeding voor den ambtenaar
ter secretarie. Op de begrooting was een post uit
getrokken van f 650, waarvan f 500 was bestemd
voor pan j aart en f150 voor Boon. Spr. vraagt
welk bedrag aan 'den heer Sloof is uitgekeerd.0
1 De Voorz. deelt mede, dat over de 5i/o maand
uitbetaald is 5i/2 X 25 f 137.50.
Die heer Bommer zegt: „Wij hebben toch geen
ambtenaar."
D'e voorz. antwoordt niet verder over deze zaak
te zullen uitweiden, daar deze meer dan genoeg
bekend is. B. en W;. handhaven hun standpunt
en is den Raad destijds den weg gewezen, hoe
in deze te handelen, als er bezwaar tegen gemaakt
werd. Indien de Raad niet accoord gaat met
dezen post, moet.de rekening gewijzigd worden en
wel de uitgaven met dit bedrag verminderen,
en de ontvangsten hiermede verhoogen.
De heer Bommer stelt deze wijziging voor.
De heer Kostelijk zegt mee te gaan met den
heer Bommer en juicht toe dat door Ged. Staten
uil spraak zal worden gedaan. Spr. wil niet ver
der op de zaak ingaan, want toen destijds werd
het al een persoonlijke zaak.
De heer Zaagman heeft de oude verslagen en
notulen nog eens nagegaan en is het hem geble
ken, dat bij den Raad heeft voorgezeten, dat het
bedrag van f 500 alleen voor Spanjaard was be- j
doeld. iSpr. merkt op, dat art. 70 der Gemeente
wet zegt, dat de burgemeester belast is met de
uitvoering der raadsbesluiten en in geval er in
strijd met de wet wordt gehandeld, kan in be- 1
roep worden gegaan bij de Kroon. Op grond van 1
de betreffende raadsbesluiten stelt spr. voor de
voorloopige rekening niet vast te stellen.
De voorz. acht het niet wenschelijk dieper op
deze kwestie in te gaan, doch merkt op, dat
art. 70 niet kon worden toegepast.
Be heer Zaagman zegt dat het toch een huis-
houdelijke zaak is.
De voorz. zegt nu geen les te zullen geven in
_het gemeenterecht. De beslissing laat ZIE.A
Gover aan Ged. Staten.
De heer Kostelijk ondersteunt het voorstel
Bommer niet, daar de zaak thans zoo staat, dat
de rekening niet in orde is.
Die voorz.: „Goed, dan wijzigt u hem."
Uit de volgende discussies blijkt, dat eenige
der raadsleden van meening zijn, dat door eene
wijziging de zaak niet goed gaat, waarna de
voorzitter zegt, dat als de Raad met een post niet
acccoord gaat, deze met roode inkt wordt ge
merkt, de bedragen in dien zin worden gewijzigd
en de rekening met toelichtingen van B. en W.
Ged. Staten wordt toegezonden, die dan de reke
ning definitief vaststellen. De Raad heeft deze
nu alleen voorloopig vast te stellen.
IVeth. Bakker zegt dat hij donkere wolkjes in
het Zuiden had zien opkomen en had deze hou
ding verwacht. Spr. bedoelde hiermede die nieu
we fractie. Spr. memoreert het geheele ver
loop dezer kwestie. Tevens wijst spr. op de ver
deeldheid in zijne fractie, en is op de fractiever
gadering o%rereengekomen om die f 100, waar het
nu om gaat, toe te staan tot 1 December. Spr.
zegt tot den heer Zaagman, dat hij dit toch wel
zal willen beamen. Voorts hoopt spr. van gan-
schcr harte, dat Ged. Staten den Raad in het
gelijk zullen stellen, dan heeft die zijn zin en
zullen B. en Wi. het bedrag moeten bijpassen.
Spr. wil nu geen beroep doen op de heeren Kos
telijk en Zaagman, want van hen krijgen B en W.
toch een dolksteek, doch wil dit wel doen op
de R.K. fractie. „Het is toch ons werk," aldus
Spr., dat Spanjaart eene goede betrekking heeft
gekregen. D'e voorzitter wilde hem niet laten
gaan dan over 6 weken, doch ik heb weten ge
daan te krijgen, dat hij direct in zijn nieuwe
functie kon treden. Ik hoop dat de R.K. fractie
dat zal respecteeren. Thans ware het nog beter
geweest, als er een motie van wantrouwen tegen
B. en W. was ingediend omtrent het op eene ver
keerde wijze besteden van geld. Doch gaarne,
stel ik mijn mandaat ter beschikking van de
fractie.
De heer Kostelijk merkt op, reeds in 1927
gezegd te hebben, dat het geld ten gunste van
Spanjaart was. Ik ben steeds consequent gebleven
en er nooit voor geweest, dat het voor een,
ambtenaar was. Weth. Bakker zegt donkere
wolken te hebben gezien en waarom; omdat de
Raad opzij is gezet. Ik ben overtuigd, als dit
niet gebeurd was, 3e zaak heel geregeld was
verloopen. Het had heel anders gekend.
De heer Zaagman zegt, dat weth. Bakker zeer
persoonlijk was.
De voorz. zegt dat hier geen persoonlijke of
fractiezaken worden besproken. Gaarne wil Z.E.
A. het woord verleenen aan den heer Zaagman,
mits het uitsluitend de voorloopige vaststelling
der rekening betreft.
De heer Zaagman wenscht daarover niets meer
te zeggen, waarna de voorzitter de discussies
sluit.
Het voorstel Bommer wordt hierna in stem-
ming gebracht. De beide wethouders moeten zich
van stemming onthouden.
Met 4 tegen 1 stem, nl. die van den heer de
Boer, wordt hierna het voorstel aangenomen.
In verband met 'dit besluit worden de ont
vangsten met f 137.50 vermeerderd en de uitga
ven met dit bedrag verminderd.
4. Goedkeuring van balans, winst en verlies
rekening van de gasfabriek over 1929.
De voorzitter deelt mede, dat. de rekeningen
ter inzage hebben gelegen, waaraan was toege
voegd het accountantsverslag, waardoor eene com
missie van onderzoek overbodig was. Z.E.A. wil
nog eenige mededeelingen doen naar aanleiding
van de opmerking van weth. Bakker omtrent
vele klachten over slecht gas. Z.E.A. heeft dit
iii de laatste commissievergadering ter sprake
gebracht, en verklaarden alle afgevaardigden
geen klachten te hebben vernomen, waarom Z.E.
A. zich tot den directeur heeft gewend met het
verzoek ingekomen klachten te noteeren. Zulks
is geschied gedurende het tijdvak 1 Augustus—
15 Augustus, dus van recenten datum. Het re
sultaat daarvan is als volgt:
5 maal voor defecte meters, 13 maal voor lek
kage, 6 maal voor water in de leiding eji 7 maal
comforen.
De Voorz. geeft in overweging de klachten
in alle reserves te aanvaarden en het is de juiste
weg indien men een klacht heeft, zich recht
streeks te wenden tot den directeur en niet tot,
de raadsleden.
Weth. Bakker zegt, dat er ook klachten zijn,
dat het water in geijsers niet op voldoende hitte
kon worden gebracht, waarvan de voorzitter zelf
ondervinding heeft.
De voorz. zegt dat tegenover die objecten,
het geval zich voordoet, dat bij aanbrenging
van een bad, 'gaskachel of gashaard, op de be
staande leiding deze te klein is en op aanvraag
eene grootere wordt aangebracht.
De heer Kostelijk acht het zeer goed, dat het
publiek er nu eens op gewezen wordt, dat klach
ten rechtstreeks bij den directeur worden inge
diend.
Niemand het woord verlangende, wordt de re
kening goedgekeurd, welke sluit met eene winst
want f764.54t/2.
5. Goedkeuring van balans, winst- en ver
liesrekening van het electriciteitsbedrijf over '29.
De winst bedraagt f8091.54i/2.
Wordt goedgekeurd.
6. Goedkeuring van de rekening van het Bur
gerlijk Armbestuur over 1929.
Deze rekening is nagezien door de heeren.Zaag
man en Kostelijk.
Namens deze commissie adviseert eerstgenoem
de tot goedkeuring over te gaan. De ontvangsten
hebben bedragen f6218.57, de uitgaven f5671.61,
alzoo een batig saldo van f 546.95x/2.
Wordt goedgekeurd.
Alvorens de gebruikelijke rondvraag te houden,
wordt het woord verleend aan den heer Jb. de
Boer, die. als volgt zegt:
Mijnheer de Voorzitter.
Het is aan de Spoorstraat den laatsten tijd nog
weer eens zeer duidelijk gebleken, hoe het er
daar ter plaatse met de waterafvoer bij staat. In
verband hiermede, wil ik hier eenige vragen
stellen. j
1. Waarom wordt er niets aan afdoende ver-
betering gedaan?
2. De Spoorstraat is toch door Noordscharwou-
de in eigendom overgenomen, dus met alle lus
ten en lasten.
Noordscharwoude geeft aan den huidigen toe
stand de schuld aan de demping der sloot, en
dat Oudkarspel daar maar voor moet zorgen,
maar gaat dat op?
4. Indertijd zijn er in een gedeelte draineerbui- i
zen gelegd, waarom worden deze niet onder hou- j
den? Naar ik verneem zijn deze geheel verzakt, 1
dus zullen deze moéten worden vernieuwd. Hier
voor zal Noordscharwoude toch moeten zorgen,
en zullen wij in die kosten moeten bijdragen.
Waar dus toch kosten moeten worden gemaakt,
waarom dan de weg niet in zijn geheel verbeterd
5. Oudkarspel is mede onderhoudsplichtige,
maar geen eigenares, is dus afhankelijk van
Noordscharwoude in deze.
Om nu een einde aan dezen onhoudbaren toe
stand te krijgen, zou ik B. en W. willen uitnoo-
digen om aan Noordscharwoude een conferentie
aan te vragen en er op aandringen tot het nemen,
van afdoende maatregelen en wel zoo spoedig
mogelijk.
De voora. antwoordt als volgt:
Vraag 1. Na de laatste conferentie met Noord
scharwoude is onderling goedgevonden met .De
Spoorstraat te wachten, daar de hoop werd ge
koesterd, dat deze eene algeheele verbetering zou
ondergaan, indien de verkeersweg Oost-West zou
komen. Alhoewel nog nfets definitiefs kan wor
den gezegd, zal er van deze hoop weinig overblij
ven, daar de straat aan beide kanten is bebouwd
en daarom te smal wordt geacht.
Vraag 2 en 3. Laten wij de schuldvraag rus
ten, doch probeeren met B. en W. van Noord
scharwoude eensgezind en gemeenschappelijk te
beraden om te komen tot algeheele verbetering.
Vraag 4. B. en W. zijn het hiermede volkomen
eens, als de gemeente Noordscharwoude besluit
de buizen te vernieuwen, zal door de gemeente
Oudkarspel de helft in de kosten moeten worden
bijgedragen ,doch dan zal het alle aanbeveling
verdienen tot algeheele verbetering over te gaan,
raag 5. Als de Raad in principe voor afdoen
de verbetering der Spoorstraat is en B. en Wh
hiertoe uitnoodigen is dit college gaarne bereid
deze opdracht te aanvaarden en zullen nadere
plannen worden' ontworpen.
Weth. Bakker kan zich hiermede geheel ver
eenigen, en komen wij, aldus spr., misschien ein
delijk van het moeras af.
De heer Kostelijk zegt destijds als wethouder,
reeds te hebben opgemerkt, dat Noordscharwou
de er niets voor gevoelde. De toestand is heel
treurig. Destijds is in Oudkarspel de kwestie
gevallen op de hooge kosten, die niet meevielen.
Weth. Jb. Kroon zegt, dat na de laatste con
ferentie, de houding van Noordscharwoude wel
eenigszins is gewijzigd. Door het plan van den
verkeersweg, verviel het plan van Oudkarspel.
Toch meent spr., 'dat nu wel eenig resultaat zal
worden bereikt.
De heer Rijper merkt op, dat de bewoners zelf
weten tót wie zij zich moeten wenden.
De heer Zaagman zegt tot een goede verbete
ring te komen, moet men zuiver met elkaar ge
voelen en sympathiseeren.
Do voorz. meent uit de besprekingen te mo
gen opmaken, dat de Raad ermee accoord gaat,
dat eene conferentie wordt aangevraagd met Nrd.-
Scharwoude.
Aldus wordt besloten.
De lieer de Boer stelt de vraag hoe of de
raadsleden denken over de verlichting, die thans
in het midden der straat is aangebracht. Meer
deren klagen er over, dat net, op de straat tame
lijk donker is, hetgeen wellicht is te wijten, dat
de lampen te hoog hangen.
De voorz. zegt, dat deze zoo hoog zijn om de
zeer hooge vrachten, die over den Langendijk
worden vervoerd. Het is al voorgekomen, dat
op het Zuideinde een lamp radicaal sj:uk gereden
is. Nu kan in de politieverordening eene bepaling
worden opgenomen voor vrachtwagens met, een
maximum hoogte, doch dit duurt langen tijd voor
een ieder dat weet en vooral voor vreemdelingen.
Zie maar eens naar de verordening betreffende
het fietsen met, zijn drieën naast elkaar.
Voorts merkt spr. op, dat het toch niet de
bedoeling i3 om bij de straatverlichting te lezen,
doch wel dat er nu gereden kan worden op d©
lichten, waardoor er geen kans bestaat te rijden
tegen hekken enz., 'terwijl er bij verschillende
zijstraten nog aparte lampen zijn aangebracht.
Voor het geval er meerdere plaatsen zijn, waar
zulks noodig is, zijn steeds lampen in voorraad.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit voorzitter
de vergadering, de hoop uitende, dat de geno
men besluiten tot heil der gemeente mogen strek
ken.