Onze wondere Wereld
Wetenschap en Techniek.
:n ii
Uit het Rijk der Mode
BK
steeds bij moeder's pappot blijven zitten. Er is zeer
zeker een zekere wilskarcht bij de moeder voor
noodig om te besluiten haar kinderen reeds zoo
jong te laten zwemmen en in het koude water te
laten gaan, maar het kan haar een troost zijn te
weten, dat de beoefening van deze gezonde en nut
tige sport een groot voordeel vormt voor het latere
leven van haar spruiten.
(Nadruk verboden).
WENKEN UIT DE PRAKTIJK.
SCHAAPSVELLEN, die men dikwijls als voet
kleedjes voor bedden, moet men van tijd tot tijd in
lauwwarm zeepwater grondig uitspoelen en daarna
goed naspoelen in helder, lauw water. Het drogen
kan bespoedigd worden, door het vel, in een schoo-
nen doek gerol, flink uit te drukken. Met een kam
worden de haren daarna goed uitgekamd en het
vel ziet er weer zacht en nieuw uit.
LAKWERK, (Japansche theebladen, kapdoozen
enz.) mogen nooit met heet water of zelfs soda
water in aanraking komen. Met olie en zachte
lappen worden de vuile plekken opgewreven. Daarna
kan man men met een stukje zacht zeemleer het
lakwerk van de overtollige olie ontdoen.
HET SCHEUREN VAN GUMMI bij slangen of
spuiten, kan men vermijden door de voorwerpen
van tijd tot tijd met een in glycerine gedoopte prop
watten.
Busgroente.
Om te kunnen nagaan, of ingemaakte spijzen
bedorven zijn of Wet, lette men op heti deksel;
staat die bol, dan is het ingelegde niet* goed
meer, staat hij hol, dan is alles in ofde.
Citroenen als poetsmiddel.
Uitgeperste, van hun aromatische schil be
roofd ecitroenen vomenr een uitstekend poets
middel voor allerlei metaalwaren en is volkomen
onschadelijk.
Diamanten.
Diamanten maakt; men schoon en glanzend, door
ze te wasschen in zeep en water met een wéinig
soda en dan te drogen in warm houtzaagsi en
ze na te poetsen met iri eau de cologne gedoopt
zilverpapier.
Honig.
Honig, inwendig, soms ook uitwendig gebruikt,
is een goed middel tegen allerlei ziekten. Dit
komt waarschijnlijk door het mierenzuur, dat de
honig bevat.
Houtwerk reinigen.
Houtwerk, deuren, plinten enz. reinige men
nimmer met zeep, maar met water en azijn; dan
behoudt men de verf en den glans.
Theebladen.
Theebladen ((verlakte) mag men nooit reinigen
met spiritus of kokend water. Men neme slechts
warm wate ren zeep en wrijft de bladen daarna
met een doek af. Theebladen van pliantasie-
hout of Japansch maakt men op de volgende 'wijze
schoon. Wrijf het hout af met in melk gedoopt
flanel totdat alle vlekken verwijderd zijn; wrijf
met een schoonen doek na, sftrooi er wat} meel
over en wrijf het dan op met eep ouden zijden
zakdoek.
Toehtdielite ramen.
Men kan ramen tochtdieht maken door de na
den te bestrijken met Arabisch gom en er daarna
watten in te stoppen.
Traploopers.
Kleeden en traploopers reinigt men met water
waarbij men voor de helft azijn gevoegd heeft.
Men doopt in dit mengsel een spons, en wrijft
daarna de kleeden af, waarna men met een drogen
doek nawrijft.
Een ander middel is eene oplossing van hout-
zeeip (in water.
Heeft u visch gekookt? Doe dan wat versch
water in de pan en doe er een handje gebruikte
theebladeren in. Erve nlaten koken. Dat neemt
de vischlucht uit de pan weg.
?ehoenerême.
Hard en brokkelig geworden sehoenerême kunt
u zacht maken met een beetje terpentijn.
Dffinken bij het eten.
De vraag of men bij het eten kan en mag drin
ken, kan men het best zelf beantwoorden, want
wat de een goed bekomt, is dikwijls voor een
ander niet goed.
Gevogelte bewaren.
Om gevogelte frisch te houden, moet het niet
geplukt worden maar goed in papier worden ge
pakt.
'Glas snijden.
Om van een glazen voorwerp een gedeelte te
Snijden, neemt men een. draad, laat die goed ver
zadigen met terpentijn, spant Hie om het voor
werp tot zoover men er een gedeelte af wil heb-
-hebben, steekt de draad in brand en besprenkelt
dan het glas met koud water. Op de plaats waar
het draad gezeten heeft zal het glas afspringen.
Bronzen voorwerpen krijgt men schoon door
ze met zeepsop af te wasschen en daarna op te
wrijven met witte was.
(Nadruk verboden).
WAT! ZULLEN WE ETEN?
'Tomatensoep. Kaassoufflés, runderbiefstuk,
princesseboonen. Blanc manger.
Eunderlappen, snijboonen, wentelteefjes.
Kerryschotel van resten rundvleesch en rijst.
Gehakt van kalfs- en varkensvleesch, andijvie,
aardappelen. Compote van bramen.
Magere groentensoep. Boeuf, worteltjes. Scho
teltje van gestoofde pruimen of kwetsen en rijs
tebrij.
Macaroni met ham en kaas. Koude boeuf, ge
stoofde sla, aardappelen. Chocoladevla.
Gevulde tomaten. Schol, eiersaus, aardappelen.
Broodpudding met saus aromatique.
Koninginnesoep. Kalfcöteletten, snijboonen,
aardappelen. Vanillevla met bitterkoekjes.
LANGE HANDSCHOENEN.
Nadat de lange handschoenen geruimen tijd van
het tooneel der mode verdwenen waren, beginnen
zij nu weer een voorname rol te spelen. Niet alleen
's avonds maar ook overdag worden zij gedragen.
Dan worden fijne, lange, suède- of glacéhandschoe
nen, die voor de middagwandeling met stikwerk
zijn versierd en zelfs eenigszins een klokmodel ver-
toonen, gebruikt.
Steeds meer tracht men den handschoen met de
kleur en de stof van de daarbij gedragen japon in
overeenstemming te brengen, terwijl daarentegen
's avond uitsluitend, witte, zwarte of champagne-
kleurige handschoenen worden gedragen, van
uiterst zacht leer, omdat dit beter over den arm
valt. Zelfs ziet men weer handschoenen met 48
knoopjes, die bijna tot aan den schouder reiken.
Het staat zeer elegant, maar is erg onvoordeelig
voor de juweliers, want deze zien natuurlijk liever
met ringen en armbanden versierde vrouwenhan
den.
Maar -ook daarop weet men raad. De ringen wor
den nu op. den handschoen gedragen. Zwarte hand
schoenen b.v. waarop een groote briljanten ring,
geven inderdaad een ongekend mooi effect.
Tweed is voor koudere dagen de stof. Ons model
is zwart met wit en heeft een eenigszins rondge-
sneden rok. Het manteltje heeft geen kraag. De
ceintuur bestaat uit lakleer.
De andere afbeelding toont ons de mantel in
bijpassende kleur, waarvan de banen eenigszins
klokkend uitloopen.
EEN ONBEKEND! PARADIJS.
Wie kent het eiland Runö
Zelden, uiterst zelden treft men in Europa,
nog steden, of landstreken aan, waar de oeroude
beschavingsvormen door de eeuwen heen onver
anderd bleven heerschen. Men zou 'haast kunnen
zeggenZij sterven uit, onze tijd duldt hen niet
meer
Daarom deed het ons zooveel genoegen, 'toen
wij het bericht ontvingen, dat eenige geleerden,
zulk een plaats hadden ontdekt: een heel klein
eilandje in de Golf van Riga, een rijke bron voor
nieuwe studie's op het gebied van sociologie,
psychologie, ethnographie en folklore, nil. het
eiland Runö.
Deze naam, een typisch oud-Zweedsch woord,
zulle n\vij voortaan goed moeten onthouden. Want
niet alleen uit wetenschappelijk oogpunt is Runö
van belang maar het is daarbij een Paradijs
op Aarde. Een paradijs, dat eenigen tijd geleden
door een Duitsche Expeditie, onder leiding van
Professor Dr. Grotewahl, toevallig werd ont
dekt. i
Dagenlang moet men in een ouderwetsche vis-
schersschuit op zee dobberen, voordat uit de blau
we Oostzeegolven het eilandje Runö oprijst Reeds
den eersten aanblik is prachtig een machtig,
honderden jaren oud bosch omzoomt de kust, een
bosch, dat reeds bestond, toen 600 jaar gele
den de voorvaderen van de tegenwoordige be
woners op Runö landden. De natuur heeft bij de
schepping van dit eiland alle krachten ingespan
nen fyn; ^het 'schoon e^n hegeerenswaard te ma
ken.
Vijf kilometer lang en drie kilometer breed is
Runö, 'het heeft 271 inwoners, een getal, dat in
de laatste eeuwen slechts kleine schommelingen
vertoonde. En deze kleine gemeente heeft haar
leven gemaakt tot een ideaal, dat men nergens
ter Wereld meer aantreft, hoewel 600 jaar ge
leden in Zweden dergelijke verhoudingen geen
zeldzaamheid waren. De menschen van Runö zijn
vroom. Zij leven, zooals de geestelijke, de eenige
'vreemde op Ru,np 4ien zegt dat goed is. Maar
een ding ontbreekt bij hen ten eenenmalezij 'ken
nen geen familie, doch zij zijn verdeeld in groe
pen van ongeveer 10 menschen, welke hoewel
geen verwanten van elkaar, tezamen wonen en
leven. Het begrip „eigendom" is bij hen uit
gezonderd, wanneer het kleeren, versierselen en
eenig jachtgereedsohajp betreft absoluut on
bekend. Het is het zuiverste socialistische staal
tje, dat men. zich bedenken kan, hoewel de. be
woners van het theoretisch begrip socialisme niets
j weten. Integendeel zij zijn onderdanen van het
Zweedsche koningshuis, waaraan zij trouw ver
knocht zijn.
Niemand op Runö bekleedt een bijzonder ambt.
Een ieder neemt deel aan de werkzaamheden,
die tot onderhoud van het algemeen dienstig zijn.
Ieder kan een boot bouwen de booten! van
Runö zijn tot op de Einsche Kusten beroemd
en iedereen is zijn eigen schoenmaker. Iedere
man kan een blokhut' bouwen, sterk en gerieflijk,
zooals de oude Zweedsche woningen van zes
eeuwen terug waren. Elke man vaart in den zo
mer ter vischvangst uït en zwerft 'swinters over
de ijsvlakten om zeehonden te vangen, terwijl de
vrouwen 'swinters aan her spinnewiel zitten en
'szomers het land bebouwen of het mooie vee
verzorgen. Zoo leeft de Runöer, in het prettige
bewustzijn van goed besteede werkkracht met
alles wat hij noodig heeft om te leven door
eigen werklust' tot stand gebracht en in stand,
gehouden. Maar hoewel hij zich van'zijn persoon
lijke kundigheden ten volle bewust is, toch doet
hij niets alleen! Het principe van wederzijdsche
hulp en samenwerking, het gevoel van gemeen
schap is iederen bewoner van Runö aangeboren.
Zoo (individueel en veelzijdig een ieder in zijn
scheppen is, zoo collectief is hfcf tevens in! zijn
denken en gevoelen. De instinctmatige, sterke
drang naar het socialistische hoofd-element zit
hem in het bloed. Zij helpen elkaar de Ru-
nöers bij het bouwen van hun huizen; booten
en akkers zijn gemeenschappelijk bezit. Het ge
voel voor gelijkheid gaat zoover, dat elke, laten
wij het voor het gemak maar „familiegroep" noe,
men, van iederen akker een deel bezit, waardoor
niemand zich benadeeld kan gevoelen bij de keuze
van den grond.
Hun wetten dragen zij diep in het hart. Wet
ten, die op rechtvaardigheidsgevoel en verstand
berusten. Geschreven wetten kennen de Runöers
niet. Waarom ook eigenlijk? Van geslacht op
geslacht gaan dezei 'geschreven wetten over
de mond der ouders leert immers de kinderen
rechtvaardigheid en dit is hun eenige wet!-Daar
enboven is het taaltje van dit eiland een, oud-
Zweedsch dialect uiterst moeilijk in schrift
te brengen. In velerlei opzichten lijken hun wet
ten ons eigenaardig toe. Zoo mag b.v. niemand
op Runö trouwen met wie hij wil. Die „Raad
der Oudsten", welke tegelijkertijd de regeering
van het eiland vormt-, kiest voor hem een vrouw.
Door dezen maatregel wordt de „paradijs-sfeer"
wel eenigszins verzwakt, maar van het mannelijk
standpunt beschouwd, is het nog niet zoo heel
onaangenaam, want alle meisjes van Runö zijn
bijzonder mooi. Bn ook de mannen vormen een
knap ras een ras van stoere vissehers, van
geharde, gezonde werkers!
Op deze wijze tracht men op Runö de zooge
naamde „familiehuwelijkeri" te voorkomen, die
zooals bekend is bij de nakomelingen tot stomp
zinnigheid en zelfs tot waanzin kunnen leiden.
In de 600 jaar van Runö's bestaan is daarvan
slechts één geval voorgekomen. Verder bepaalt
de wet, dat iedere bewoner van Runö bij! zijn
meerderjarigheid moet trouwen. Zijn er op een
gegeven oogenblik te veel jonge meisjes of jonge
mannen, dan worden zij eenvoudig naar het na
burige eiland Vormus gezonden, om zich daar een
echtgenoote te kiezen. i
Zoo schrijft de wet ook de grootte van de 1
familiegroepen voor. Er zijn 27 van zulke groe
pen op Runö. Krijgt een vrouw te veel' kinderen,
dan slaat, zij er een of meer aan een familiegroep'
af, die nog niet het maximum bereikt heeft. Era
dat gaat zonder eenige hardheid, want vriende
lijkheid en hartelijkheid zijn de kenmerken van
de samenleving op 'Runö.
Déze samenleving, dit gemeenschapsgevoel is
ook de oorzaak er van, dat een der zwaarste mis
daden op Runö.,diefstal is. Want het is, een
vergrijp tegen het gemeenschapsgoed, tegen de
welvaar! van allen! Zulke gevallen van diefstal
zijn echter in de laatste tien jaar slechts spora
disch voorgevallen. De daders werden door den
,/Raad der Oudsten" indirect ter idood veroor
deeld; zij werden in een boot gezet, zonder rie
men of roer, slechts van eenige proviand voor
zien en aan het spel der golven overgeleverd.
Hadden zij het geluk door het een of andere
schip te worden opgenomen, dan waren zij ge
red, in het tegenovergestelde geval kwamen zij
om. 'Een Gods-gericht!
Zoo leven de menschen op Runö, in eendracht
en geluk, temidden van de romantische Natuur
van hun eiland. Zeshonderd jaar leven zij reeds
zoo, veilig voor de nadeelige invloeden van de
buiten-wereld.En hoewel zij nu in zekeren zin
door deze buitenwereld zijn „ontdekt", is het
toch voor hen te hopen, dat zij no^ lang, heel
lang, voor die invloeden behoed mogen worden,
opdat er tenslotte nog één plekje in Eiuropa,
moge overblijven, waarvan men nog zal kunnen
zeggen: „Het is het onbekende Paradijs, een.
schoone overlevering van een oeroude, hoogstaan
de beschaving!"
Een Runö-schoonheid.
Runöer visschers bij het bouwen van
een boot.
EEN NIEUWE DRAAGBARE ELECTRO-
CARDIOGRAAF.
De „Westinghouse Electric Company" heeft een
draagbare electro-cardiograaf vervaardigd, d.i. een
toestel om op epn fotografische film de electrische
stroomen te registreeren, die samenhangen met het
kloppen van het hart.
Het toestelletje is zeer licht. Men heeft er geen
andere installaties bij noodig en ook geen kracht
bron van buitenaf, want het werkt uitsluitend op
droge batterijen, die zich binnen in het instrument
bevinden.
Deze oardiograaf werkt als volgt: de uiterst
zwakke stroompjes, die door het hart worden opge
wekt en zich door het lichaam voortplanten, worden
naar het toestel overgebracht door de electroden,
die verbonden zijn aan de beide armen en het lin
kerbeen. Dan wordt de opgevangen electrische
stroom van het hart versterkt. Deze versterkte
stroom brengt in den galvanometer een klein spie
geltje aan het trillen; op dit spiegeltje is een licht
straal gericht, zoodat een trillende lichtstraal wordt
verkregen, die wordt opgenomen door een camera,
welke door een uurwerk wordt gedreven.
De camera is zoo geconstrueerd, dat bioscodp-
film van de normale maat en 100 voet lengte kun
nen worden gebruikt.
De film kan na elke opname afgeknipt. Hoewel de
snelheid van het uurwerk op 1 pCt. nauwkeurig
blijft door een daarmee verbonden controle-appa
raat, kunnen toch nog kleine afwijkingen voorko
men op sommige gedeelten van de opname. Daarom
werkt er onafhankelijk van dat uurwerk een instru
mentje, dat elke 1/25 seconde een lijntje over de
film trekt. Hierdoor kan de opnemer later onbe
langrijke gedeelten wegknippen, terwijl er toch voor
gezorgd is, dat de lijntjes zoo dun zijn, dat zij het
filmbeeld niet minder duidelijk maken.
De werking van den galvanometer en den ver
sterker is zorgvuldig berekend, zoodat daardoor een
goede weergave van de stroompjes verzekerd blijft.
Proeven hebben aangetoond, dat de werking van
het toestelletje niet verstoord wordt door andere
electrische apparaten.
MODERNE MXJNBOUWMETHODEN IN AMERIKA.
In de Vereenigde Staten is de exploitatie der
oude kolemijnen in den loop der jaren zeer moei
lijk geworden, doordat men steeds dieper moest
gaan graven. In Montana bij Colstrip heeft men
thans kolenlagen ontdekt, welke zeer dicht aan de
oppervlakte liggen, zoodat deze lagen na verwij
dering van een ca. 13 Meter dikke laag aarde
bloot kwamen te liggen en gemakkelijk gehouwen
en verwerkt konden worden. Deze exploitatie is
thans door de North Pacific Railroad Comp. ter
hand genomen. In dit kolenbekken komen naar
schatting ca. 20 millioen ton kolen voor in aderen
van 7 a 8 M. dikte. Op sommige plaatsen zijn deze
aderen zelfs 24 M. dik. Voor de exploitatie van
deze mijnen moesten machines geconstrueerd wor-
van bijzondere afmetingen en vorm. De bovenste
laag aarde wordt eerst met behulp van dynamiet
losgemaakt en vervolgens met een baggermachine
verwijderd. Deze baggermachine wordt electrisch
gedreven een door één man bediend. Elke hap
aarde van deze machine weegt 15 ton en wordt
100 Meter verder in den vorm van een heuveltje
ter hoogte van een huis weer gedeponeerd. Op deze
wijze ontstaan een aantal in gelijke richting loo-
pende diepe gleuven. De baggermachine of excava-
teur weegt 1100 ton en heeft een grijperarm van
36 Meter lengte; de voor den bouw van deze machi
ne benodigde materialen werden in 60 wagons
aangevoerd.
Is de aarde weggeschept, dan wordt door een
ongeveer gelijke graafmachine de steenkool uitge
graven. Deze machine heft 8 ton. kolen ineens op
en laadt deze onmiddellijk in gereedstaande spoor
wagons, voor welke handeling slechts 45 seconden
noodig zijn. In 10 uur tijd wordt op deze manier
5000 ton kolen uitgegraven. De totale hoeveelheid
bedraagt in 24 uur, tezamen met een kleinere ma-
chcine, 20.000 ton. De koten hebben een iets gerin
gere verbrandlngswaarde dan gewone kolen; de
locomotieven welke met deze kolen gestookt worden
zijn van bijzondere constructie en de grootste ter
wereld; zij bezitten een lengte van 37 M. Deze aan
de oppervlakte liggende mijn beteekent een groote
besparing aan arbeidskrachten, daar één arbeider
per dag 50 ton kolen uitgraven kan. Bij een exploi
tatie van 11 millioen ton in den tijd van 8 jaar
is een geregelde bediening van 75 man voldoende.
Hierdoor worden de uitgaven der maatschappij voor
kolen in den tijd van een jaar teruggebracht van
10.2 tot 6.1 millioen dollar.
BEVLOEIINGS-PLANNEN VAN DE SAHARA.
De Franschen zijn overtuigd, dat onder de droge
zandwoestijnen der Sahara een reusachtig net on-
deraardsche rivieren stroomt, waarin meer dan
genoeg water voorhanden is voor de bevloeiing van
de woestijn, indien het dicht aan de oppervlakte
der aarde gebracht kan worden. Een aantal ge
leerden zullen ter plaatse het probleem bestudeeren.
De aanhangers van het denkbeeld beweren, dat
de woestijnen de rijkste korenvelden ter wereld
zouden worden en twee tarweoogsten per jaar
kunnen opleveren.
Op de kaart van de Sahara komen duizenden uit
gedroogde rivierbeddingen voor, waaruit blijkt, dat
zij niet altijd uit dor zand heeft bestaan. Vroeger
moet het een vruchtbaar en goed begroeid en be
volkt land zijn geweest, totdat het opdrogen der
rivieren alle plantengroei onmogelijk maakte. Som
mige geleerden veronderstellen, dat door de eene
of andere natuurramp de bronnen der rivieren
verstopt zijn geraakt.
Voordat er putten gegraven mogen worden, eischt
de regeering een nauwkeurige kaart, waarop is aan
gegeven op welke plaatsen onder den grond water
te vinden moet zijn. Dit is noodig om te voorkomen,
dat nieuwe putten hun water zouden onttrekken
aan de bronnen der bestaande oases en daardoor
hun ondergang zouden veroorzaken.
De veertien voornaamste oases in Zuid-Algerië
leveren genoeg dadels om 700.000 woestijnnegers,
Arabieren en Berbers te voeden. Deze oases hebben
de laatste jaren echter telkens geklaagd over een
belangrijke vermindering van de hoeveelheden
water, terwijl verscheidene bronnen, die bij die
stammen bekend waren op grond van overleverin
gen, in de laatste 100 jaar zijn opgedroogd. Geleer
den schrijven dit toe aan het verstopt raken door
binnenkomend zand.
Thans hoopt men na het verschijnen van de
kaart der ondergrondsche rivieren en het aanleg
gen van putten met ijzer bekleed, een gebied van
6 millioen vierkante K.M. in vruchtbaar land te
veranderen. Als dit mogelijk is, zou voldoende graan
kunnen worden verbouwd om aan de behoeften van
geheel Europa te voldoen.