Nieuwsblad v. Holl. N oorder kwartier 39e Jaargang llillin: firma 1. IHM - Redacteur 1.1. «KEU. - Bureel Hoordsctiarwoude. Brieven uit het Buitenland Wetenswaardigheden op admini stratief en fiscaal terrein Uit de Pers gaf het rtje met llend ge en gewe- ïulp kon noest al- s jongen, rne mee leer nog, uitging nal was, moest leerling De heer. De jon- erven en mor zijn nu een- worden gen, ifioch et snoei- dag, den lich.t- inende te rkeloozen pakt met werki te ten einde steren op laai voor- i alstoen r op het van die lelangrijk geplaagd van een omstreeks straatweg amp door rbaliseerd de werk- te zijn, orzien. In re's, werd de hij de iet ramp- ond. iaal niet had edrijf, al en '40 M;. hoofdbuis itst, stond Uitgeest, r ter zake lening. De enwel me- dat deze de maat- r BI. had vast recht omen had ak betref- ek, ambte- et houden t, het hier t het pro luiting bij lang' acht- de wijze, ting ver- i tot beta- m leiding- i de straf- ■echterlijke latschappij ighebbende taling uit, iken en de emeente in ie aanslui- aan over- huldig ge en hier te atschappij; tegen den het goed- toepassing n. wat de uiste wets- n ook reeds rs, o.m. 'te eft ook de edaan. Re- intslag van wensch te aeer breed- ireenigende i het O.M. e eveneens heer BI., ijkheid be tslag heeft vielrechter- tegen den zal gelie- rkt, dat de Ambtenaar s: eeleigenaar i zich dus estelde som icht of hij natuurlijk ing na te vrij uit te tegen som- reking van rg te dra- is een aan- tant de be- ie weigert. Iracht van en verkeert zijn aange- le recht en Dit is de iniderhavige NO. 123 TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 52. DONDERDAG 16 OCTOBER 1930 nip: uwe LAMEDIJKRR COURANT DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG D®NDERDAG en ZATERDAG. Abonnmentsprijs: per 3 maanden 1.15. ADVERTEN TIEN Van 15 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. BE F|A|L|0;N |DjE PARI* Die meest volmaakte automobiel-show ter wereld. j De „fc'alon de Paris" geeft dit jaar op zulk een volmaakte wijze een overzicht, van hetgeen er op autogebied gepresteerd wordt, dat wij (niet aar-zelen te verklaren, dat wij sedert vele jaren zooiets niet hebben meegemaakt. Voor deze tentoonstelling is bijzonder in hande laarskringen veel belangstelling geweest. Men kan zonder overdrijving zeggen, dat alle Fran- sche autofirma's vertegenwoordigd zijn. Con- structatieve „sens.aties' zal men op deze tentoon stelling niet aantreffen. Het tijdperk van de vooi-wielaandrijving of van den druppelvorm- wagen" is nog steeds niet aangebroken. De Ame- rikaansche firma, die reeds sedert een jaar uit sluitend wagens met voorwiel-aandrijving ver vaardigd. staat nog steeds alleen. De groote fir ma's hebben haar gebruikelijke constructie's ont wikkeld tot een volkomenheid, een uiterste vol maaktheid. Zij willen deze gangbare constructies niet gaarne opgeven; haar principe is niet „revo lutie", doch efficiency. Men wil met de beschikbare middelen iets beters bereiken. Daarom zijn ook de klasse-begrip pen „vier-cylinders", zes-cylinders en acht- en meer cylinders" verouderd en in onbruik ge raakt. Tot. de tegenwoordige eerste klasse be hoort de kleine wagen, tot, de tweede klasse," de middelmatig groote wagen, en tot de derde klasse het groote wagen-type. Uitzonderingen bevesti gen slechts den regel. Het merkwaardigste is, dat dit jaar bij den kleinen wagen in heti geheel geen rekening meer wordt gehouden met lagere prijzen. De auto-industrie schijnt tot, de slotsom te zijn gekomen, dat in het verarmde Europa de groote massa niet tot het koopen van een auto in staat is. Men heeft er dus van afgezien} goed- koopere wagens voor het, minder koopkrachtige publiek te bouwen- men bouwt nu betere wagens ten behoeve van de oude afnemers voor dezelfde- prijzen. Op deze wijze verdwijnt zelfs eenigszins het reeds zoo ingeburgerde begrip „kleine wa gen". Deze is nu bijna zoo groot, als het- middel matige soort,, is (echter sterker en ruimer ge worden; hij is nu uitgebouwd tot, iets bruikbaars en het eenige kleine er aan is: die viercylinder- motor. Deze politiek is echter alles behalve so ciaal doch van een zakelijk standpunt uit ge zien is het waarschijnlijk' zeer gegrond. Daar het van de kleine naar de middelmatig groote wagen slechts een minimale sprong is, omdat het onderscheid uitsluitend uit twee cy linders meer bestaat, neemt de middelmatig groo te wagen op de tentoonstelling de meeste ruimte in. De middelmatig groote wagen is het model geworden. Hij biedt alles, wat een automobiel bieden kan. De groote wagen is hierdoor eén be wuste luxe geworden, een weelde, die alleen rijke lieden en liefhebbers zich kunneii veroorloven of menschen, die om andere redenen een groote wa gen noodig hebben. D|e groote wagens zijn natuurlijk de pronk stukken der tentoonstelling, zij toonen het duide lijkst, wat de firma's prestoeren kunnen en zijn alsdan de middelmatig groote wagens, welke toch eigenlijk de hoofdfactor van dé wereld markt zijn. De Parijsche show doet zich aan het oog van den vakman als volkomen voor. Misschien echter zal dit „niet-meer-verder-kun- nerf' de aanleiding zijn tot groote wijzigingen en ingrijpende omwentelingen, de techniek im mers staat' niet stil! HERFST' IN DjE VRIJE S;TAÏ)i TRIER. Het Uc/eek van Hindenburg aan liet Moezelland, In de wijngaarden, langs de stadszoomen van Trier, de moezelstad, prijken weer de druiven. Er is heel wat regen gevallen sinds het; voor jaar, sedert deze schoone stad, die zich dei oud ste van Duitschland noemt, haar uiterlijk heeft veranderd. Toen zag men overal op de straten de Fransche militairen en ook de koloniale troe pen, de Marokkaansche negers, ontbraken niet. Lastwagens volgeladen met proviand, ratelden door de straten, lange rijen pantserwagens keer den van hun oefeningen terug in de vroeger Djuitsche kazernes en uit de draaibare torentjes van deze ijzerkolossen gluurden de gezichten van I de „Franzosen" met hun sierlijke staalhelmen I en hun lichtblauwe uniformen. Drfn weer dren- telden scharen Fransche schoolkinderen over de straten, merkwaardig vroegrijpe gezichtjes, in i donkere droefgeestige kleercn gestoken. Ook de dames van de Fransche officieren, die hier heele huizenblokken bewoonden speciaal voor hen bijgebouwd maakten denzelfden indruk een tikje ouderwetsch, Fransch-provinciaal Dat. alles is nu voorbij. Zelfs de generaal, die een prachtige villa bewoonde in het centrum dei- stad, is er niet meer. Vrede ligt weer over Trier, de merkwaardige stad in h,et schilderachtige Moe- zelbekken ,die reeds getuige was van zffèveel historie! De Romeinen'kwamen onder Julius' Cae sar voor de eerste maal in deze streek, troffen hiey de woonplaatsen eu heiligdommen der Tre- verer-stam aan, die zich in het dal en op 'de berghellingen hadden genesteld en bouwden hier een brug met wachtpost. Nog steeds rust de Moezelbrug op dezen Romeinschen onderbouw. In latere jaren stichtte Keizer Augustus hier de Hoofdstad „Augusta Treverorum", een moderne Romeinsche kolonialé stad met rechthoekige „in sulate", d.w.z. huizenblokken van reehthoekigen vorm, doch op 'de meest luxueuse wijze uitge voerd: zuilengaanderijen omgaven wei-onderhou den tuinen met bronnen en fonteinen, een drik- waterleiding zorgde voor water, gladde gepla veide straten werden aangelegd met hooge trot toirs, zoodat men zolder gevaar op de hoogwie- ligo Romeinsche wagens met een groote snel heid over het keurige plaveisel door de straten kon rijden. Er moet n.l. een levendig verkeer in deze Romeinsche wereldstad gebeerscht hebben waait een stad van wereld-beteekenis werd Trier tenslotte, toen in ide derde eeuw na Christus de Keizer hier zijn residentie vestig/In Fit-dien tijd- stammen odk de bewonderenswaardige bouwwer ken als de Porta Nigra en het Thermenpaleis, de Diom en de Basilica, die tegenwoordig nog steeds meer of minder goed onderhouden en ge restaureerd, met hun Romeinsche reuzen-afme tingen boven de middeleeuwsche bisschopsstad uitsteken. Vele gebeurtenissen zag Trier binnen zijn, zoo dikwijls verwoeste muren afspelen. In den we reldoorlog was het Trier, waar men dag-in dag- uit. de grauwe en eindelooze Deutsche troepen massa's zag voorttrekken, In het kloostergebouw, dat door Napoleon werd ontruimd en voor we- reldsche doeleinden werd ingericht, alsook in het tuinpaleis van den vroegeren geestelijken keur vorst lagen toen de Duitsche soldaten gekazer neerd. Nu wacht dit paleis mei zijn schitterende barok-gevel geduldig op een nieuwe bestemming. In den herfst van 1918 trokken de overwin naars bin'nen en "brachten hun troepen in de kazernes in en om Trier onderdak. Vreeselijk was de toestand waarin dit alles twaalf jaar later door hen werd achtergelaten. Die welstand van de stad was verdwenen. Daarbij heerschte er geen luidruchtige vreugde, weerklonk er geen feestgejuich, toen de bezetting eindelijk de stad verliet. Men „vierde" dit blijde gebeuren met het drukkende bewustzijn, dat de moeilijkheden nu eerst in hun vollen omvang te overzie nzouden ziin, economische moeilijkheden, waarvoor bij de tegenwoordige toestand van D uitschland bezwaar lijk een oplossing zou kunnen worden gevonden. Reeds toen verwachtte men van Duitschland, als een toeken van dank aan de zoo zwaar beproefde Westmark, het bezoek van den grijzen Rijkspre sident. Men wilde zioh door het gejubel bij zijn aankomst bevrijden van den drukkenden last der ondergane vernedering. Maandenlang besprak men den feestdag. De groote magazijnen boden gratis vlaggen aan en zelfs werd één der zaken lieden door de bezettings-autoriteiten veroordeeld omdat hij! in zijn étalage in een aankondiging van het bevrijdingsfeest had gesproken. Voor de ont vangst van Hindenburg waren tallooze straten versierd en een heel nieuw stadion ingericht. Vele duizenden bereidden zich vooral in de omstreken op dit feest voor. Eu men moet dit,; steeds in afzondering gelegene Trierscbe boerenland ken nen ,om te beseffen, wat dit bezoek, kort na den aftocht der bezetting beteekendeBerlijn zou in het grensgebied komen, in het oude keurvorstendom Trier, waar de menschen zulk een apart-staand, sterk ontwikkeld vaderlands lievend gevoel bezitten. Toen gebeurde het ongeluk in "Coblenz, dat een vijftigtal slachtoffers eischte. Het geschiedde vlak voor het bezoek van Hindenburg aan de Moezelhoofdstad. In denzelfden nacht werld het bezoek' nog afgezegd. En nu volgde een eigen aardige morgenoveral prijkten bloemenslingers en vlaggen 'in tal van vensters en' etalages stond het portret van Hindenburg, de school jeugd Verzamelde zich reeds in den vroegen mor gen voor dengemeenschappelijken opmarsch, de vereenigingen rukten op, onophoudelijk rolden groote wagens met provincialen de stad bin nen, duizenden waren reeds 's nachts op stap gegaan, om den „sagenfiguur" van Hindenburg 1e kunnen, begroeten. De hoofdstraten waren reeds in de vroege morgenuren het tooneel van een v'roólijke, opgewonden menschenmenigte, tot de extra-bladen uitkwamen met de tijding „Vreese- lijk ongeluk in Coblenz Hindenburg komt niet! Niemand wilde het gelooven. Men stond als versteend en weer drukte er een ongéluks- stemming op Trier. Die menigte verspreidde zich, een uur later waren de slingers en vlaggen ver dwenen. Niets herinnerde meer aan het verwachte "feest... en het gewone sleurleven nam weer een aanvang. Toch werden de slingers en vlaggen bewaard en voorzichtig werd het portret van i Hindenburg ingepakt. Maanden en maanden zijn er sindsdien verloo- pen. Dte zomer verzonk in regen en nevel. Die be zetting is vergeten. D!e kazernes zijn schoon ge maakt en de herfst zinkt melancholiek over het Moezeldal. De druiventrossen prijken al aan de ranken, maar er wordt niets verkocht; de kelders azijn nog vol oude jaargangen. D'e meeste fabrie- *ken om Trier liggen stil. Die stad strijdt om haar economisch bestaan. Slechts de oude, eer waardige cultuur is haar trouw gebleven. Nog kort geleden vond men in het beroemde tempel kwartier overblijfselen van de Romeinsche en voor-Romeinsche tijden, Men ontdekte de hooge muren van een antieke leerfabriek en van een pottenbakkerij; verder inscriptie's met de namen van onbekende godheden, waarschijnlijk goden .der inheemsche stammen. Verschillende tempels waren daar .gewijd aan „Nemeta en ,Virioni deo". Machtige muren leggen getuigenis al van het bestaan van grootsche bouwwerken, welke twifrtrjf-eeuwen geleden reeds ontstonden. Als u dit leest heeft het bezoek' van den Pre sident toch plaats gevonden. Hindenburg heeft Trier en Aken zoo juist bezocht, doch nu heeft hij een heele andere stemming aangetroffen, als toen het geval zou zijn geweest; heel wati ern stiger of beter gezegd vreugdeloozer Nergens hebben de gevolgen van den oorlog een dieper stempel achtergelaten op de menschen als hier. Veel goede wil en energie moet hier worden aangetoond, wil hier uit de oude cultuur weer een normaal leven opbloeien. Men spreekt daar in het druivenland in de taal van ide wijn gaardeniers: „Het heeft hen aan zon ontbroken, maar misschien worden zij desondanks toch nog De verplichting van den werkgever tot het ver strekken van inlichtingen omtrent het loon van werknemers, voorheen beperkt tot „de in zijn dienst zijnde personen" uitgebreid tot „personen, die niet anders dan op provisie werken en personen, «die geregeld voor denzelfden persoon aangenomen werk verrichten." Bijna ongemerkt is eenigen tijd geleden een wij ziging van art. 106 van de Wet op de Inkomsten belasting 1914 tot stand gekomen. Een wetswijziging, die er volgens den heer de Veer in de Eerste Kamer vrij onschadelijk uit ziet. Intuschen een wetswijziging, die voor menigen belastingplichtige, die het met zijn aangifte voor de Inkomstenbelasting niet zoo nauw neemt, niet zonder beteekenis is. Wat toch is het geval. Artikel 106 (oud) legde den werkgever de ver plichting oop omtrent het loon van zijn werknemers inlichtingen te verstrekken. De verplichting tot het verstrekken van een loon- opgaaf bestond niet ten aanzien van personen, die niet anders dan op provisie werkten; deze verplich ting bestoond uitsluitend ten aanzien van vast Maar eer is meer. „Wanneer het juiste provisie-bedrag belangrijk afwijkt van dat, hetwelk belastingplichtige gewoon was op te geven, zal de belastingadministratie om een verklaring van het verschil vragen. Wij gelooven niet, dat de werkgevers verplicht zijn opgave te verstrekken van in 1927 en 1928 aan personen, die niet anders dan op provisie werk zaam zijn, uitgekeerde bedragen. De belastingadministratie zal dan ook over die jaren niet een opgave vragen. Wanneer echter geen bevredigende verklaring van het verschil wordt gegeven, is de mogelijkheid verre van denkbeeldig, dat over de belastingjaren 1928-'29 1929-'30 zal worden nagevorderd en dan nagevor derd met toepassing van de bekende viervoudige verhooging. Immers, wanneer blijkt, dat Mei j.l. een te laag bedrag is aangegeven, rijst bij de belastingadmini stratie het vermoeden, dat vroeger te weinig belas ting is geheven en dit vermoeden alleen reeds wet tigt een navordering. De fiscus bezit wel het recht ten aanzien van 1929 opgave van de Mijen te verzoeken, m.a.w. de juist heid van de aangifte in Mei 1930 gedaan kan de heer Inspecteur nagaan. Zijn wij juist ingelicht, dan moet reeds bij één van de grootste maatschappijen in Nederland een verzoeek van de belastingadministratie zijn inge- komen tot het verstrekken van de provisieopgaaf over 1929. Beter dan voorheen is de belastingadministratie thans in staat naar de juistheid van de in Mei j.l. gedane aangiften een onderzoek in te stellen. Wij mogen in dit verband ook wijzen op artikel 117 der Wet op de Inkomstenbelasting 1914, volgens welk artikel het opzettelijk onjuist of onvolledig invullen van het aangiftebiljet wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden. Maar ditzelfde artikel bepaalt ook, dat, wanneer een belastingplichtige uit eigen beweging alsnnog een juiste en volledige aangifte doet, geen strafver volging wordt ingesteld. Echter moet de aangifte dan ook uit eigen bewe ging zijn gedaan; zij moet geheel vrijwillig zijn. De belastingplichtige moet niet reeds tot het ge ven van nadere inlichtingen of tot het verleenen boeken oof andere bescheiden zijn Dan is het te laat. Het doen van een vrijwillige aangifte biedt nog een belangrijk voordeel. De viervoudige verhooging (in den volksmond boete genoemd) wordt niet opgelegd. Zeer ernstig raden wij belastingplichtigen, die zich schuldig weten, aan, een vrijwillige aangifte te doen. Men doe deze aangifte onverwijld. Morgen kan het te laat zijn. Wij maakten reeds op meer plaatsruimte aan spraak, dan waarop wij recht hebben. Wij hopen, dat de redactie welwillend genoeg is voor dit keer ons wat meer plaatsruimte toe te meten. Er is over dit onderwerp veel meer te zeggen. Lezers hebben het recht kosteloos vragen te stel len. Wie beter wil worden ingelicht, schrijve ons even (N. V. Accountantskantoor „Nationaal Bureau voor Adviezen", Directie P. Siebesma R. de Vries, Nieu- westad 83, Leeuwarden) of belle ons op (van 912 en 26 uur no. 565 Leeuwarden, na 6 uur 2222 Leeuwarden). Als altijd garandeeren wij ook thans de meest volstrekte geheimhouding. Het gewijzigde artikel stelt „personen, die niet anders dan op provisie werken" uitdrukkelijk gelijk met „in dienst zijnde personen." Voor personen, die uitsluitend op provisie werken (een groot deel van de in het verzekeringsbedrijf werkzame belastingplichtigen bijvoorbeeld) en die gewoon waren op hun aangiftebiljet een te laag laag inkomen uit provisies te vermelden, kan deze wetswijziging van verstrekkende gevolgen zijn. Immers het zal niet meer mogelijk zijn een van de werkelijkheid afwijkende aangifte te doen, zon der dat dit wordt ontdekt. I -Hu het onzen groentenverbouwers verre van goed gaat, door de zeer lage prijzen der produc ten, wat onder ons vaak geweten wordt aan de hooge invoerrechten, elders voor onze artikelen verschuldigd bij invoer, komt als vanzelf meer malen de vraag 'bovenhoe maken het de Duitsche tuinbouwers, wier bedrijven zwaar beschermd worden, in deze benarde tijden? In het Diuitsche vakblad „Der Fruchtehandel" troffen we een zeer lezenswaardig artikeltje, dat op de bovengenoemde vraag een antwoord geeft; en haar we meenen, onze kool ver bouwers stellig interesseert. i Het handelt over: „Die marktpositie van kool" en luidt als volgt: ,»De klaagtonen der koolverbouwers klinken dit jaar nog luider dan het vorig jaar. D|e afzet mogelijkheden zijn nl. gering, in elk geval te klein voor de geoogste hoeveelheden. De prijzen hebben dientengevolge een peil bereikt, dit elke verzending verlies betoekent voor den verbouwer. Zoo schrijft een handelsfirma uit Wesselburen De toestand op de witte-, gele en roode kool- xrnarkt is catastrophaal, als nooit te voren, zoo lang de verbouw van kool in Holstein plaats heeft. Wanneer er prijzen van 48 tot 60 ets. per 100 pond werden besteed, zooals vaak wordt be weerd, dan waren we hier zeer tevreden, 't, Is echter zoo, dat wij in de laatste acht dagen prima xwitto kool verkochten franco op wagon Wessel buren verkochten a 15 Ff. 9 ets 1 per pond. (Wat betoekent f 18 per- wagon van 10.000 Kg.) Heden is nog voldoende witte kool te koop a 25 tot 30 pf. 15 tot 18 ets. per 100 pond,Tv'oor roode kool wordt 4070 pf. (2442 ets.) per 100

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 1