Vice Versa
Wetenschappen
Van ile Wereld afgesloten
en toch door liefde omgeven
.WETENSCHAPPELIJK NIEUWS.
Het «leetrisene oog' bij het treinverkeer.
Vele groote spoorwegongelukken zijn terug te
brengen op het niet opmerken van een onveilig
signaal. Vandaar, dat men naar een middel zocht
om de treinen zoo noodig automatisch tot stil
stand te brengen. Het volgende is op dei Duit-
sche spoorwegen met succes beproefd. Öp de loco
motief wordt een schijnwerper aangebracht met
den smalst mogelijken lichtbundel. Bfij het on
veilig zetten van het signaal is tegelijkertijd een
spiegel omgeklapt, zoodat bij bet passeeren van
den trein de lichtbundel weer teruggekaatst
wondt op de locomotief en wel op een daarop
aangebrachte seleniumcel. Zooals bekend veran
dert daardooT de weerstand van het selenium voor
de electriciteit en zoo worden de remmen aan
gezet. Bij een veilig signaal staat de spiegel
maar den anderen kant, zoodat het licht van
den schijnwerper niet op de seleniumccel kan val
len. Helaas is het toestel zeer kostbaar en om
deze redenen wordt algemeene toepassing onmo
gelijk gemaakt.
Op zeek naar energie.
De Oostenrijker H|Meguscher heeft de geijsers
op IJsland en andere warme bronnen uitvoerig
onderzocht, om na te gaan of zij ook' als energie
bron benut kunnen worden. Het bleek, dat óf
de hoeveelheid warmte te gering was óf de tem
peratuur te laag; bovendien hebben de geysers
het bezwaar; dat zij intermitteerend werken en
dat het tijdsverloop tusschen de uitbarsingen te
groot is. In Rusland worden op het oogenblik
door den wind gedréven motoren gemaakt, z.g.
langzaamloopers. Zij moeten een wiel hebben van
30 M. doorsnede en een vermogen van ongeveer
140 P.K.
Bij I ausanne is een fabriek in aanbouw, waar
het zonlicht practisch benut zal worden door een
bijzondere spiegeleonstructie een paraboloid
met in het brandpunt een ellisoide.
Auto's met lichtgas.
Fransche bladen melden ons, dat er een vracht
auto is bijgebouwd, die door lichtgas gedreven
wordt in plaats van door bezine. D|it gas wordt
meegevoerd in stalen flesschen, waarin het on
der een druk van 200 atmosfeeren is samenge
drukt. Uit deze flesschen komt het gas eerst in
een gashouder, waar het op normalen druk terug
gebracht wordt. Daarna wordt het met lucht
vermengd en in den carburateur gezogen. Wij
zullen echter moeten afwachten, of deze con
structie even voordeelig in het gebruik is als
de nu gangbare.
Volksgezondheid in Afrika.
Volgens officieele berichten hebben de zieken
huizen aqn. de Goudkust 133068 en die in Negeria
38326 patiënten behandeld gedurende het afge-
loopen jaar. In Negeria alleen waren er 29000
lijders aan fromboesia en 23653 lijders aan ma
laria. Aan de Goudkust waren slechts 10002
gevallen en was 23 pet. der schoolkinderen aan
getast. Al deze getallen hebben uitsluitend be
trekking op de negers.
72 pet. der patiënten, die door tripanosomen
waren aangetast, kon genezen worden in Negeria,
terwijl aan de Goudkust 18 van de 94 stierven.
Het aantal zieken neemt steeds toe; dit is> ook
duidelijk waar te nemen bij tuberculose, kanker
en zenuwziekten (neurasthenie, neuritis en hys-
yterie). Aan de Goudkust kwamen 1426 geval
len van lepra voor. Te Lages werden 519 negers
door de pest aangetast.
Het verleden der Sahara.
Die Dieensche onderzoeker Bogholn heeft de
eerste resultaten gepubliceerd betreffende zijn
reizen door Afrika, die twee jaren geduurd heb
ben. Hij beschrijft daarin de Sahara en geeft
als zijn meening te kennen dat zij haar tegen
woordige gedaante eerst vier eeuwen geleden
heeft gekregen. De oude teekeningen op de rots
wanden in Noord-Afrika en in het brongebied
van de Feggara bewijzen, dat er een beschaafd
volk geleefd heeft. Volgens deze teekeningen wa-
req de vroegere bewoners van de Sahara herders.
Dfe vondsten uit het steenen tijdperk wijzen op
een verwantschap met den Soedan, terwijl die
uit het ijzeren tijdperk uit de bergen van Algiers
komen. Vroeger moet een groot deel der Sahara
onder water gestaan hebben, terwijl in het stee
nen tijdperk de bevolking voornamelijk gehuisd
zoln hebben in streken, die nu in het hartje
van de woestijn liggen. Bögholm is van meening,
dat de verschillende sporen van een oude bescha
ving in het Saharagebied afkomstig zijn van
een volk, dat nog in de dertiende eeuw te' Toeat
plantengroei gevonden werd. Het zal eerst na
de volledige publicaties van alle door hem ver
zamelde gegevens mogelijk zijn, de juistheid van
zijn meeningen te onderzoeken.
Afrika in kaart.
De Engelsche luchtvaartdienst is thans bezig
door middel van luchtfoto's Noord-Rhedesia in
kaart te brengen. Het is een gebied van, 67000
vierkante mijlen, waarvan er reeds 11000 op die
wijze gefotografeerd zijn. jMen maakt gebruik
van speciaal geconstrueerde vliegtuigen, die een
hoogte van 500 M. kunnen bereiken, en slechts
eén vliegveld noodig hebben in elke afdeeling
van 30.000 vierkante mijlen.
Palm- of brandewijn,?
Dje negers aan de Goukust vragen zich 'af,
o fhun eigengemaakte palmwijn meer of minder
schadelijk is voor de gezondheid dan de door
de Europeanen ingevoerde brandewijn. Aange
zien hier een reusachtig afzetgebied is en de
''Engelsche brandewijnindustrie er greoote win
sten zou kunnen maken, is het niet onverschil
lig, welke ideeën de negers op dit punt' zullen
koesteren.
Een Engelsche staatscommissie heeft daarvoor
de zaak onderzocht en verklaard, dat de palm
wijn veel schadelijker is. Men beweert, dat ie
mand, die zich met palmwijn bedrinkt, drie dagen
onwel blijft en Wanneer hij dronken is geweest
van brandewijn slechts (één dag. Echter kan zelfs
de commissie niet ontkennen, dat het alcoholge
halte van den brandewijn veel hooger is.
H|Ct verbruik van suiker door mieren.
De Noorsche natuuronderzoeker Fridthjof Ok-
land heeft met veel liefde en geduld de roode
boschmieren bestudeerd, die bladluizen houden
bij wijze van melkvee. Dje suikerhoudende af-
seheidingsproducten van deze bladluizen, 'ie z.g.
bladluizenhonig, wordt door de mieren in hun
kro pbewaard en ha hun bezoek bij de bladluizen,
toen de mieren gewogen werden, vond hij, dat
ze 1 milligram 'honig per keer wegsleepten. Zij
doen dit vijfmaal per dag en het aanbrengen van
dezen honig is ide taak van ongeveer het, vijfde
deeel der in de mierenkolonie aanwezige dieren.
Zoo'n kolonie heeft 100.000 bewoners, zoodat in
het daarvoor gunstige jaargetijde. 10 Kg. wordt
verzameld en ongetwijfeld ook in den loop van
een jaar verbruikt.
Wanneer mefci deze prestatie vergelijkt met
die der bijen, blijkt dat een bijenkorf zeker niet
meer oplevert dan een paar mierenkolonies.
(Vrij naar het Engelsch.)
14)
Op het laatst kon hij het niet meer! uithou
den, en va nzijn belagers wegloopende, rende hij
als een dolle langs den stillen weg naar het huis
dat hij kende van vroegere bezoeken aan Dt.
Grimby. Hij werd slechts langzaam achtervolgd
e ndaar de afstand maar kort was, kwam hij a]
gauw aan een hek, waarop hij, bij het licht van
een dichtbijstaande lantaren „Crichton House"
ko niezen. „Dit is wel een aardige manier voor
een Vader", dacht hij, toen hij buiten ademl en
bevende de plaats van bestemming bereikte, „om
de school van zijn zoon een bezoek te brengen!"
Hij had gehoopt in veiligheid te komen, voordal
de beide anderen hem zouden hebben ingehaald:;
maar hij kwam al gauw tot de ontdekking, dat
het hek gesloten was en al zijn pogingen, om'bin-
neen het bereik van de bel te komen waren vruch
teloos, hij was te klein. Hij ging in, berustende
wanhoop; op de stoep voor de deur zitten en
wachtte zijn vijanden af, die al spoedig bij hem
kwamen en toen ze zagen, dat. hij nog; niet ge
beld had namen zij de gelegenheid waar om hem
op hun gemak een goed pak slaag te geven, voor
dat zij hun aankomst aankondigden.
Toen werd de deur geopend en traden de drie
het wraakzuchtige tweetal met het voorkomen
van een onnoozel lam de vestibule binnen,
waar zij verwelkomd werden door mevr. Grimby.
„Wiel,'zijn jullie daar!" zei ze verrast, terwijl
ze hen met oprechte vriendelijkheid kuste. „Wat
zien jullie er koud uit! Als gewoonlijk moesten
jullie dus loopen. Geen rijtuigen aan het sta
tion. Jullie arme jongens. Kom binnen en ver
warm je. Al jullie oude vrienden .zullen jullie
ün. het klassenlokaal vinden."
[Mevrouw Grimby was een flinke knappe
yvrouw, heelemaal niet begaafd of indrukwek
kend, maar met een warm hart en met een
manier om tegenover haar jongens te spreken,
dat haar meer het moederlijk vertrouwen verze
kerde ,dan het meest beschaafde gesprek ge-
daan zou hebben. Zij opende een deur en bracht
I hen in een groote hooge kamer, waar lessenaars
en schoolbanken tegen de muren en een. schrijf-
j tafel en een rij tafels in het midden waren ge
plaatst. Tegenover de Tarnen stond een merk-
j waardige kast met planken, waarop stapels vuile
i en geseneurde schoolboeken lagen. Er hingen
kaarten aan de muren, die met inkt, bespat wa
ren, de tafels waren ook bezaaid met, inktvlek-
1 k'en van allerlei grootte en ouderdom, terwijl
de atmosfeer, ondanks de brandende kachel, ver
vuld was met de geur van zeep en water, inkt en
potlood, wat een kille en neerdrukkende uitwer
king had. Op de banken, die tegenover de kachel
stonden, zaeten tien of twaalf jongens waarvan
sommigen hun vacantie-ondernemingen vertelden,
De overigen, de handen in de zakken en de voe
ten naar het vuur uitgestrekt, schenen in droef
gepeins verzonken.
„Nou," ze imevr. Grimby vroolijk, „jullie zul
len wel veel met elkaar te praten hebben. Ik
zal Tom eens bij jullie sturen!" En zijl verliet
hen met een geruststellend knikje, ofschoon het
gezelschap van Tom niet zoo bij hen in den
smaak viel, als dit verwacht werd. Mijnheer
Blinderston gevoelde zich, alsof hij plotseling
in een berenkuil gevallen was, en ging in een
hoek zitten ,van waaruit hij zijn nieuwe kame
raden met eenige vrees gadesloeg.
1 „Ik zeg," zei een jongen het onderbroken ge
sprek weer opvattende, „ben je in Drurij Lane
geweest? Was het niet prachtig?" „Waarom kon
"je niet op onze partij komen," vroeg een ander.
„Wie hadden erg veel plezier. Ik wou, dat je er
ook geweest was!" „Ik moest naar Slidmore,"
i zei een bleeke jongen, met zorgvuldig in het
midden gescheiden haar. „Hij was zoo brutaal
mij te vragen, maar ik dacht, dat ik maar gaan
moest, weet je, juist eens om te kijken! hoe het
er was." „En hoe was het?" vroegen er, één of
twee naast hem. „O. vreeselijk vervelend! Ze
hebben een armoedig klein huisje ergens in
Brompton, en er werd niet gedanst, alleen van
die onbenullige spelletjes. 'Ook was er een gooche
laar, maar zonder cadeautjes.
roT. T.SFK»!JS8*«U
(Wordt vervolgd).
Hel moderne krankzinnigengesticht
door Dir. M. BENT
Nog steeds verkeeren vele menschen in de
gedachte, dat het moderne krankzinnigengesticht
een soort „dolhuis" is, zooals men vroeger in de
middeleeuwen kende, waar de geesteszieken, die
men bezeten waande door kwade geesten en die
men toen nog niet 'kon behandelen, als een gevaar
voor de menschheid werden opgesloten in don
kere kerkers, evenals in een gevangenis. Nog
steeds gelooft men dat deze meelijwekkende
schepselen in donkere Cellen worden geworpen, dat
zij koude douches krijgen om te salmeeren, dat de
waanzinnigen in met rubber gecapitonneerde cel- j
len rondrennen, dat ruwe cipiers hen slaan em mis
handelen dat alles neemt de leek nog steeds
aan als vanzelfsprekend. Dit geloof berust voor
namelijk op de totaal verkeerde gedachte, dat
het meerendeel van de krankzinnigen uit razen
de dolle schepselen bestaat. In de middeleeuwen
kende men den aard end ide behandeling der gees
teskrankheid nog even weinig als men bekend
was met de genezing van de meeste ziekten,
welke nu voor geen enkelen arts meer eenige
moeilijkheid opleveren.
De tegenwoordige krankzinnigengestichten zijn
niets anders dan groote ziekenhuizen, goéd be
stuurde, moderne inrichtingen in een stille, rus
tige omgeving, liefst in de buurt van bosschen
of in ieder geval omgeven door een groot park.
De kamers in dit gebouw vertoonen een groote
overeenkomst met de kamers of zalen in een
gorot ziekenhuis. Slechts ide dingen, welke een ge
vaar zouden kunnen opleveren voor de patiënten,
zooals scherpe voorwerpen e. d., zijn weggela
ten: de meubelen zijn zoo veel mogelijk met dik
ke kussens gevoerd om hij een eventueelen val
of zenuwaanval van een der patiënten geen onge
lukken te kunnen veroorzaken, de lichtbronnen
zijn, onbereikbaar voor de patiënten, hoog tegen
het plafond! aangebracht, de glazen in de vensters
zijn van onbreekbaar glas en voorzien van ver
sterkingen, teneinde snijwonden te voorkomen.
Alle krankzinnigen, die onrustig of opgewon
den zijn, die dreigen zelfmoord te plegen, voeidsel
weigeren of uit andere gronden een zorgvuldige
observatie behoeven, komen in de afdeeling voor
ernstige gevallen, waar zij dag en nacht gadege
slagen worden. Natuurlijk gaat, het in deze afdee
ling lang niet zoo rustig toe als inr de zieken
zalen. Hier zit een patiënt in zichzelf te pra
ten of zingt het hoogste lied uit, daar roltl een
ander jammerende in zijn bed heen en weer.
Groote eischen worden hier gesteld aan het ge-
dul den aan den tact van het verplegend per
soneel in deze afdeeling. Desniettemin kan ook
hier bij wijlen een absolute stilte heerschen.
Ook de opvatting, als zouden, evenals in vroe
ger etijden, te rkalmeering hevig opgewonden pa
tiënten allerlei dwangmiddelen, zooals bijv.
dwangbuizen, worden gebruikt, is bezijden de
waarheid! Kan men een krankzinnige niet door
langen slaaptijd, door het ingeven van slaap
wekkende middelen of door langdurige, warme
of lauwe baden kalmeeren, dan wordt de patiënt
in de isolatie-kamer gebracht, hetgeen niets an
ders is dan een gewone kamer, waar men echter
alle voorwerpen die nog eenig gevaar zouden
kunnen opleveren, heeft ingebouwd of verwij
derd. Dat sommige van deze isolatiekamers ge
capitonneerde wanden hebben, heeft slechts te
maken met het feit, dat verschillende opgewon
den patiënten bij tijden als dollemannen heen en
weer plegen te rennen, waarbij zij zich wellicht
de schedel zouden kunnen kneuzen. Zij worden
echter steeds gadegeslagen en zoo noodig gehol
pen. Meestal werkt zulk een isolatiekamer on
middellijk uiterst kalmeerend op den patiënt in,
zoodat binnen kórten tijd het bed op de gemeen-
sehapszaal voor het verblijf in deze kamer kan
worden verwisseld. Zoo heeft men b.v. waarge
nomen, hoe vrouwen, 'die zoodra zij in de isolatie-
kamer waren geplaatst, rustig werden en zich
zelfs zóó op hun gemak begonnen te gevoelen,
dat zij hun kamer zoo behagelijk mogelijk tracht
ten in te richten en te versieren. Zij waren in
zulk eeiu kamer veel kalmer en rustiger, dan in
de gemeenschappelijke zalen.
Alle gehrekkigen, oudjes, lammen en onzin-
delijken worden in de ziekenafdeeling geplaatst
en inen zegt waarlijk niet te veel, als! men be
weert, dat de verpleging van deze schepselen,
die uit den aard van hun toestand niet ide minste
medewerking toonen, een der moeilijkste en on
dankbaarste bezigheden is in het krankzinnigen
gesticht; de verplegers daar hebben waarlijk een
onuitputtelijk geduld.
Zoo zijn er een groot aantal pat iënten, die bin
nen de grenzen van het gesticht onbeperkte be
wegingsvrijheid genieten. Het zijn de patiënten,
die zich in het laatste stadium van genezing be
vinden, welke slechts lijden aan een periodiek
terugkomende zenuwziekte, de dronkaards en de
gewone zwakzinnigen, welke buiten het gesticht,
slechts overgeleverd aan zichzelf, niet zouden
kunnen existeeren, doch die binnen de beseher
mende muren van het gesticht veilig kunnen
rondloopcn zonder daarvoor hun medemenschen
een hindernis te vormen. Zij leven daar onbekom
merd, zonder zorg voor het dagelijksch brood
verre van alle maatschappelijke beslommeringen
en maken zich nuttig door werk te verrichten
in huis of tuin, in werkplaatsen, smederijen,,
schoenmakerijen, timmermanswerkplaatsen, weve
rijen, enz., waar de verschillende patiënten, die
in hun vroeger leven een vak hadden uitgeoefend,
dit kunnen bijhouden en anders een vak kunnen
leeren.
Arbeid bevordert de genezing der patiënten,
die men nog hoopte te redden en verhindert een
volledige geestelijke ineenstorting van hen, die
ongeneeslijk blijken te zijn. Werken leidt de
aandacht af van hun waan-ideeën en houdt hun
beelangstelling voor het leven gaande. Vele gees
teszieken worden door hun werkzaamheid in het
geesticht zoover gebracht, dat zij later buiten het
gesticht een goed bestaan kunnen vinden. Behalve
door het werk, wordt ook nog voor afleiding ge
zorgd door den aanleg van sportvelden, van gym
nastiekzalen, door de installatie van billards en
luidsprekers en door het periodiek geven van
A-van-MLKENBURG'S
e /Bh ••iLEVERTR
- LEEUWARDEN
muziek- of tooneeluitvoeringen. Ook boeken en
couranten zijn in de leeszalen van zulk een m'o-
deern gesticht te vinden, Zelfs worden er jaar
lijks eenige bals en bals-masqués gegeven.
Ook zijn er tegenwoordig nog menschen, die
willen beweren» dat men een geestelijk gezond
mensch tegen zijn wil in een krankzinnigenge
sticht- kan brengen. Dat dit echter een absolute
onmogelijkheid is blijkt wel uit de bepalingen,
die er staan op de opname van eeni patiënt in
zulk een gesticht. Ieder geesteszieke, welke men
in een particulier gesticht (de staatsgestichten
staan wel zoo hoog, dat wij: deze niet behoeven
te bespreken) wil onderbrengen, kan slechts op
grond van een attest van een praktiseerend arts
toegelaten worden, met dien verstande, dat de
patiënt binnen drie dagen door den idistrictsarts
moet worden onderzocht. Het vertelseltje, dat
b.v. invloedrijke verwanten een familielid, dat
hen in den weg staat, eenvoudig in een gekkenge-
sticht laten opnemen, moet dus zeer zeker naar
het rijk 'der 'fabelen worden verwezen.
In zulk een gesticht kunnen slechts mensehen
gebracht worden, die lijden aan zinsbegoochelin
gen, aan waanvoorstellingen, aan depressie's, men
schen, die zich zelf verwonden, zelfmoord willen
plegen, gevaarlijk' zijn voor hun omgeving, die in
razernij, in epilepsie verkeeren. Morphinisten kan
men heden ten dage, volgens de geldende wetten
nog niet in zulk een gesticht onderbrengen,
Dronkaards kunnen slechts worden opgenomen,
als zij' tengevolge van de alcohol geestesstoringen
vertoonen of een gevaar voor hun omgeving zijn
geworden. Iedere ruwe behandeling van patiënten
wordt gestraft met onmiddellijk ontslag en elke
klacht van een der verpleegden wordt steeds
nauwkeurig onderzocht, hetgeen geen gemakkelijk
werk is, daar sommige klachten dikwijls geheel
uit de lucht gegrepen blijken te zijn. Op iedere
zaal zijn echter steeds zooveel genezende of peri
odiek instortende patiënten, dat mishandeling,
of een grove 'fout van de verplegers wel buiten
gesloten is, zonder dat het onmiddellijk bekemi
is. Vele mensehen zijn ook van meening, dat men
in een krankzinnigengesticht weliswaar gemak
kelijk binnenkomt, maar dat me nnooit of in
ieder geval niet: zonder kleerscheuren weer er uit
kan komen. Ook 'deze gedachte moet ik ten
sterkste weerleggen. De krankzinnigen, welko
eejn gevaar voor de gemeenschap vormen, blij
ven weliswaar zoolang als de arts hen nog voor
gevaarlij houdt, in observatie, doch het is het
recht van den pati'ëpt of van de familieleden, d,oor
middel van een advocaat een onderzoek naar
de geestesgesteldheid aan te vragen. In particu
liere gestichten wordt een patiënt vrijgelaten,
als de arts 'het oogenblik gekomen acht te zijn.
Een patiënt moet in zulk een gesticht zeifs
tegen den wensch van den arts in op verzoek
van de familieleden worden vrijgelaten. Een
krankzinnige, die een gevaar voor de gemeen
scha poplevert, mag daarentegen door zulk een
particuliere arts niet worden vrijgelaten. Hope
lijk zal dit artikel er toe medewerken, dat de
dolhuis-fabeltjes nu eens en voor altijd uitge
roeid zijn en dat de menschen, inplaats van
zwakzinnige huisgenooten te laten rondloopen en
te laten verergeren, hen naar een gesticht laten
brengen, waar zij door een ter zake kundige be
handeling van een wissen ondergang gered wor
den. Men behoeft slechts de dagelijksche politie-
en courantenberichten van een groote stad te
lezen, om vast te stellen, hoe enorm groot! het
aantal misdaden en ongelukken is, waarvan de
aanstichters personen zijn, die geestelijke afwij
kingen vertoonen. Deze berichten geven nog
slechts een zwak beeld van het ongeluk en de
jammer, die voortdurend door zwakzinnigen, wel
ke zich in vrijheid bevinden, worden veroorzaakt,.
Zulke menschen vergooien hun vermogen door
onzinnige speculatie's, verwaarloozen de belan
gen van hun personeel, martelen hem, dreigen
voortdurend met zelfmoord en zij verstoren het
geluk én den ouderlingen vrede van geheele fa
milies, totdat eindelijk hun verwanten overgaan
tot opnemen in een gesticht. En al deze onge
lukken, al deze jammer zou vermeden kunnen
worden, indien men zich tijdiger tot den arts
had gewend.
Er is geen deugdelijker middel voor
het verkrijgen en behouden van een
.fraaie Huid van Handen en Gelaat dan
•u 30-60 co 90 et. Tub. SO
Vader: „Een ding staat vast. De man, die mijn
dochter zal trouwen, zal een hoop geld noodig
hebben."
Candidaat: „Dat heb ik ook, mijnheer. Ik heb
verschrikkelijk veel geld noodig."
(London Opinion).