Polder Geestmer-Ambacht Lanyed. Winkeliers-, Nering en Vak-Vereeniging P UROL Uit den Omtrek Damrubriek Zi Uirt jheer Tilanus in den heer Albarda een ontwa- peaaar, de communist doet dit allerminst. Ejn zoo zal een volbloed militairist in iemand,, die voor bewapening is, omdat het nu eenmaal niet anders kan, al moeilijk anders dan een verkapte ontwapenaar zien. Volbloed militairisten zijn er in de Tweede Kamer niet. 'tZou overigens; ook^ belachelijk zijn, wanneer iemand het kleine Ne-J derland een agressieve politiek wilde opdringen. Heeft er nu vlootuitbreiding plaats „Volgens de vastgestelde grondslagen", zoo be weerde de heer Albarda, „zou de Iniischei zee gaande vloot bestaan uit 2 kruisers, 8 jagers en 12 onderzeebooten; de heer Deckers voegt daar aan toe 1 kruiser, 4 jagers, en onderzeebooten,. jMen kan ieder kind vragen of dit uitbreiding is en ieder kind zal daaTop het juiste antwoord geven." Natuurlijk, antwoordde de Minister, is de som van 2.8 en 12 minder dan dia van 3.12 ei# 16- Maar het plan geldt ook voor Nederland en' ter wijl in Indië een vermeerdering komt, komt er in Nederland een vermindering. Zoodat men niet van uitbreiding kan spreken. En ook wordt niet afgeweken van de grondslagen, waarin te lezen staat, dat de zeemacht in Indië bestaat-uit een zeegaande vloot van minstens' 2 kruisers, 8., ja gers, en 12 onderzeebooten. Waarbij' de heer Mar chant opmerkte, dat wan neer men op het woord „minstens" den nadruk legde, de regeering ook met 25 kruisers niet van de grondslagen afweek. Natuurlijk waren het de genen, die het wetsontwerp steunden, ook niet allen met elkaar eens, hetgeen waarschijnlijk, voortsproot uit de omstandigheid, dat er ver schil van opinie is tusschen de militaire deskun digen onderling. De minister nam echter de volle verantwoordelijkheid voor den kruiser op zich en de marinedeskundigen ,die hem inlichtten, staan aan zijn zijde. D'e marine-deskundige Forst - ner heeft den kruiser ten volle aanvaardbaar genoemd en de minister hecht aan dat oordeel meer waarde dan aan dat van onbekende heeren. De zoo juist afgetreden directeur van de Hoogere Krijgsschool, de heer v. Beede, schreef, dat de kruiser volkomen voldoet aan de eischen, die daaraan gesteld moeten worden. Met de techni sche kwestie moeten leeken zich anders maar niet bemoeien, want waarvoor heeft men anders deskundigen Er is ook! nog vrij veel te doen geweest over de woorden, 'welke de heer Albarda kort geleien op het demonstratief congres gesproken heeft: „Ik aarzel 'niet te zeggen, dat, wanneer de regee ringen de misdaad van den oorlog zouden ont ketenen, elk middel geoorloofd is, ook al valt het ver buiten het wettelijk geoorloofde". De heer Albarda verklaarde, dat de door hem; ge sproken woorden gericht waren tegen de regee ringen, welke den oorlog ontketenen en niemand, behalve de communisten, de Nederlandsche re geering tot deze regeeringen rekent. iWanneer wij thans van de behandeling der vlootwet afstappen, dan is dit om nog eenige, re gels over te hebben voor de interpellaties van den heer Cramer en Alberda, resp. over het Di- goel-rapport en het toezicht op de radio-uitzen dingen. Door den heer Cramer werd gevraagd om mi- nisterieele medewerking tot opheffing van de exorbitante rechten, ëene zoo spoedig mogelijke vrijlating der geïnterneerden, althans de 412, in het rapport aan den heer Hillen genoemden en tot steun verleen ing aan de ontslagenen. De in- terpellant had echter niet veel succes. Hij moest zich tevreden stellen met de verzekering, dat van den gouverneur-generaal reeds maatregeleni zijn uitgegaan om te onderzoeken in hoeverre eenige honderden geïnterneerden, a"ls bedoeld in het rapport-Hillen zouden kunnen worden vrij gelaten. Van de overigen zal worden onderzocht of hun mentaliteit zoodanig gewijzigd is, dat zij geen gevaar voor de vrije maatschappij meer opleveren. Een voordracht tot instelling van een Indische interdepartementale commissie is in voorbereiding tot oniderzoek naar een meer ge schikt oord voor interneeringsdoeleinden. Terwij] de kwestie van hulp aa nin vrijheid gestelden afhankelijk is van individueelé gegevens, waarbij élk geval op zichzelf moet worden beoordeeld,. Eene motie van den heer Cramer weTd met 56 tegen 22 stemmen verworpen. De interpellatie van den heer Alberda had ten doel een einde te maken aan de radio-censuur Interpellant. achtte het dwaas, dat iemand een redevoering te voren aan een controle-commissie moet toezenden. Zelfs de Koningin zou aan con trole niet ontkomen. Bovendien kunnen politieke sprekers vaak hunne rede niet voorbereiden. Zij moeten soms 5 minuten van te voren, na'lezing van een of ander blad, hun voorgenomen rede kunnen wijzigen. Zooals boven reeds gezegd: de heer Albarda vroeg ten slotte opheffing der preventieve radio-censuur. De minister moest hiervan niets hebben, ner gens ter wereld zijn de omroepvereenigingen zoo vrij als hier te lande. De minister is er van ver zekerd, dat onder leiding van den bekwamen voorzitter van den radio-raad de controle-com mune naar beste weten, onpartijdig haar taak zal blijven behartigen. Hij is echter bereid de instelling van een beroepsinstantie te overwegen. Door de(n heer Alberda werd een motie, inge diend, waarin de Kamer als haar oordeel uit spreekt, dat het gewenscht is het preventieve toezicht op den radio-omroep af te schaffen, wel ke motie verschillende sprekers het woord deed vragen. Vooreerst kwam de heer Boon (lib.) aan het woord, die er zich over, verbaasde, dat de heer Alberda met een voorstel tot afschaffing der preventieve censuur durfde komen, zooals hij zich ook zou verwonderen over een klacht van den heer Kersten, dat er te weinig kath.,tot burgemeester of rechter worden benoemd. Was het niet de V.A.B,.A. die zich per telegram! tot den minister wendde om een tweede rede van den heer Vogt te beletten of af te breken? Etn we kregen een motie-Boon, waarin als het oordeel der Kamer wordt uitgesproken, dat de radiio- uitzending van politieke en daarmede verband houdende onderwerpen slechts in zeer beperk- te mate moet worden toegestaan. B eheer [Beulings (r.k.) achtte de preventieve censuur nog zoo kwaad niet. Eiene soepele toe- jfpassing van het controle-apparaat zal eene be- vredigende oplossing van de kwestie bevorderen. Hij was tegen de motie Boon, omdat politiek èn j levensbeschouwing worden dooreen gemengd. De verdere behandeling der interpellatie werd uit gesteld tot 30 Oct., het. aantal sprekers was te groot. Plaatselijk Nieuws BROEK OP LANGENDIJK. Dinsdag 28 October, werd in de Ned. Herv. Kerk de film Melawa Gelap (Strijd tegen de Duisternis) vertoond vanwege het Ned. Zending genootschap. Een duidelijk beeld werd vertoond van den medischen dienst en tevens hoe door de brenging van het Evangelie aa nde heidenen in Indië, een ommekeer wordt teweeggebracht op het gebied der beschaving. Ds. van Baaien besloot dezen avond met een opwekkend woord om toch vooral de Zending te blijven steunen, en niet in dezen te versagen. - BROEK OP LANGEND!JK. In de gehouden vergadering der anti-rev. Kies- vereeniging op p'insdag 28 Oct. 1929 is besloten j tot oprichting eener anti-rev. propaganda-club. OUDKARSPEL. Nu het voorstel tot verbetering van de Spoor straat ook in Noordscharwoude is aangenomen, mo gen de bewoners van de Spoorstraat (Gem. Oud- 1 karspel) zeker verwachten, dat nog voor den winter j men bevrijd zal zijn van de overlast van het water, j die zich in deze dagen weer tamelijkdoet gevoelen. OUDKARSPEL. In de jongstleden gehouden Bestuursvergadering van het Departement Oudkarspel der Mij. tot Nut van 't Algemeen, is besloten om het gezelschap „De j Maskerspelers" van Bergen te laten otreden met „Vadertje Langbeen." Deze avond wordt gehouden in de eerste helft van Januari. Daar het gezelschap hier reeds eerder zulk een groot succes mocht behalen met „De dienstknecht in huis", twijfelen wij er niet aan, of ook in Januari zal men willen genieten van het mooie spel van „De Maskerspelers." KRABBENDAM. De heer ,7. J. Bosman, theol. cand. te Zuid- wolde heeft het beroep naar de Ger. Kerk alhier aangenomen, en voor dat naar Appelscha be dankt. i 1 1 8T. PANCRAS. Van bevriende zijde ontvingen wij het vol gende bericht: Hoewel mij het een heel verhaal gedaan werd van de groote verslagenheid, welke er in school heerschte onder de kinderen, bij het afscheid van meester Sinjewel 'dezen middagniet minder tref fend was het, afscheid van meester Kaptein van zijn jonge voetbalclub „Klein maar Dapper",; waarvan hij de leider was, en welke laatste lei ding dezen middag plaats had', en bij1 welke ge legenheid hem nog een aardig blijvend geschenk werd aangeboden door de jonge voetballers,, welke dan ook door den heer Kaptein. dankbaar en met een hartelijk woord en stevige handdruk aan alle jongens werd aanvaard. (0. en M,). Op de gisterenmiddag gehouden vergadering van het Dag. Bestuur, Hoofd-Ingelanden, Inge landen, Molenmeesters en vertegenwoordiger van den Polder Geestmer-Ambacht Oosterdijk en Mo- lengeerzen werden na onderzoek van de geloofs brieven van .de heeren P,. >31ot, A. (Wagenaar en J Ootjers, deze opnieuw toegelaten. De aftredende molenmeester, de heer C;. Kroon, wer dals 'zoodanig met algemeene stemmen her kozen. i Besloten 'werd een adres van het bestuur van den Woudmeerpolder, houdende het verzoek eene bijdrage té 'willen verleenen voor het onderhoud van den weg, in handen te stellen van het Dage- lijksch Bestuur voor onderzoek en in de voor jaarsvergadering met voorstellen te dienaangaan de te komen. Toorts werd 'eene bespreking gevoerd omtrent het verleenen van eene vergoeding aan den; op zichter voor buitengewoon werk. 'Ook dit punt werd in handen gesteld van het Dag. Bestuur. De heer O. Kroon was door ziekte verhinderd aanwezig te zijn. i Dinsdagavond vergaderde deze vereeniging ten lokale van den heer B. Kramer te Zuidscharwoude. Aanwezig waren 26 leden. De voorzitter, de heer S. Timmerman, opent de vergadering met welkom. Spr. wijst op de mijlpaal van 't 25-jarig bestaan der vereeniging, die men pas gepasseerd is, en hoopt dat de volgende jaren voor de vereeniging ook veel succes mogen brengen. De notulen worden hierna door den secretaris, den heer Piersma, voorgelezen, en worden na een kleine' opmerking van den heer K. Timmerman onver anderd goedgekeurd en geteekend. Ingekomen stukken: Bericht van den Kamer van Koophandel, dat als rechtskundig adviseur voor de leden dezer vereeni ging is aangesteld, Mr. C. P. Eecen te Oudkarspel. Dankbetuiging van den heer en mevr. J. H. Keizer voor de ondervonden belangstelling bij hun huwelijk. De voorz. zegt dat het bestuur genieend had e'en bloemenmand te moeten aanbieden, uit waardee ring voor het vele werk dat de heer Keizer voor de vereeniging heeft gedaan. Op een schrijven van den Secretaris is van de fa. Philips een antwoord ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat men bereid is een lezing te hou den met lichtbeelden over moderne etalage- en reclame-verlichting, welke zal gehouden worden op 6 of 13 November. De voorzitter verzoekt een ieder op deze lezing met de dames tegenwoordig te zijn. Besloten wordt nnog de Hanze en de Chr. Mid- denstandsvereen. op dezen avond uit te noodigen. Als nieuwe leden worden hierna aangenomen: Th. Beenken, Wed. v. Dort, A. Cornelissen, C. Rootjes Mz. allen te Oudkarspel en J. Vijzelaar te Broek op Langendijk. Bestuursverkiezing, aftredend S. Timmerman, K. Timmerman en Jb. de Bakker. De uitslag is dat de aftredenden met resp. 22, 24 een 25 stemmen" worden herkozen en hun functie weder aanvaarden. De rekening van den Penningmeester, den heer C. Olthoff, sluit met een ontvangst van f 807.25, waaronder f 263.15 als saldo van het vorig jaar, met een uitgaaf van f705.905, alzoo een voordeelig saldo van f 101.345. Nagezien door een commissie verklaart deze alles in orde te hebben bevonden en wordt tot goedkeu ring geadviseerd, waartoe de vergadering besluit en door den voorzitter aan den penningmeester een woord van dank wordt gebracht voor zijn accu raat beheer en aan de comm. voor haar werk. Bij de nu volgende rondvraag wordt op voorstel van den heer Jb. Smit besloten om aan de K. van K. inlichtingen te vragen over en tevens de kosten te vragen van een cursus in lakschrijven. Door den heer Bouman wordt aangeboden een causerie te houden over: „Is een spaarfonds uit gaande van de L. W. N. en V. V. wenschelijk?" en in veerband daarmee: „Is het tegenwoordig cadeau systeem aanbevelingswaardig?" Om deze punten daarvoor nader uit te werken wordt een commissie benoemd, bestaande uit de heeren W. C. Bouman, K. Stam en Jb. Bakker. Door den heer K. Molenaar wordt gewezen op het lage salaris van den Penningmeester en zou dit liever hooger zien. De voorzitter hoopt dat dit niet gesteund wordt, daar de vereen, zuinig met de geldmiddelen moet zijn. Er wordt dan ook niet verder op ingegaan. De heer Jb. Bakker wenscht pogingen aan te wen den voor het verkrijgen van lager tarieven vopr electrisch licht in winkels. De voorz. antwoordt dat hiervoor meermalen po gingen zijn aangewend, maar nooit^eenig resultaat is bereikt. Verder wordt door den heer Jb. Bakker verzocht om een reclame-campagne te organiseeren vanuit de vereeniging voor St. Nicolaas. Hiervoor wordt een commissie benoemd, die deze zaak nader zal uitwerken, en bestaat uit de heeren Jb. Bakker, Jn. Schoenmaker, Van der Pol en M. Piersma. Op verzoek van den heer K. Stam zal aan de Lichtbedrijven een verzoek worden gericht om in de St. Nicolaasdagen voor goed electrisch licht te willen zorgdragen. Verder ontwikkelt de heer Stam nog een denk beeld, om vanuit de vereeniging aan de Regeering een crediet te vragen van f 50.000, voor iedere ge meente f 12.500, om hiervan, onder toezicht van de burgemeesters en opder borgstelling van den win kelier, gelden te kunnen verstrekken aan klanten die in finantieele moeilijkheden zitten. Met het oog op de groote moeilijkheden, hieraan verbonden, wordt op dit denkbeeld niet ingegaan. Nadat door den heer Stam nog een meer interne aangelegenheid is besproken, wordt de vergadering door den voorzitter onder dank gesloten. Land- en Tuinbouw DE LANDBOUWTELLING 1930. Zagen we in de vorige artikeltjes aan dit onder werp gewijd, welke de uitkomsten waren van de landbouwtelling 1930 voor den tuinbouw en voor de grootere landbouwhuisdieren, we willen ze thans eens nagaan voor de kleinere huisdieren. Over de schapen schreven we reeds een vorige keer. Wanneer we nu de cijfers der geiten eens bezien, dan treft ons de groote teruggang over de heele linie van het aantal geiten. Sinds 1921 is het aantal geiten met meer dan de helft afgenomen. En dat terwijl de geitenstamboeken meer moeite dan ooit te voren doen, om het geitenras te verbeteren. Hoe komt dat zoo? Een mooie vraag voor de Stamboekbesturen om die te beantwoorden. Mogelijk schuilt de oorzaak mede hierin, dat de levensstandaard, ook van den landarbeider, in de laatste jaren zooveel omhoog is gegaan, dat men in dien stand van geitenhouderij niet meer wil weten. Opmerkelijk is het in elk geval wel. Dan komen we aan de varkens. Het aantal var kens is regelmatig stijgend. Van 1.259.844 in 1910 is geklommen tot 1.519.245 in 1921 en tot 1.990.000 in 1930. Dat is dus het aantal van bijna twee millioen. Een kolossaal getaal. En uit dit getal blijkt wel heel duidelijk het groote belang, dat onze Nederlandsche landbouw heeft bij een goede varkensmarkt. Wordt toch per varken maar een gulden minder ontvangen, dan is dit voor een heel jaar reeds twee millioen gulden minder in kas. Toch een niet te verwaarloo- zen sommetje. Over de heele linie heeft een tsijging plaats gehad, behalve in Zeeland. Dit is juist de provincie, vanwaar het minst geëxporteerd wordt. We willen hopen, dat de prijs der varkens nog lang goed blijft, hoewel we reeds berichten lezen van „Dumping" der varkensprijzen door Duitschland. Te hopen is dit niet, daar er dan eerst in ons land groote stroppen zullen moeten vallen, eer dat de varkensstapel zoo verminderd is, dat dit een merk baren invloed heeft op de buitenlandsche markt. Dat het aantal kippen de laatste jaren geweldig is toegenomen, dat wisten we wel. Maar dat die :toename zoo groot was, als ons de officieele cijfers thans leeren, dat hebben velen wel niet géweten. In 1910 bedroeg het aantal kippen 9.777.962, in 1921 was het gedaald tot9.660.799, terwijl in 1930 het aantal bedroeg 24.335.000 oftewel ruim vier-en-twin- tig millioen. Het zou wel eens aardig zijn aan de hand van dit getal becijferingen te gaan maken, om te zien van welken invloed het opvoeren van de productie is, van welken invloed het opvoeren van de wlnterproductie is, zoowel op het aantal eieren, als op de bruto ontvangst. Bovendien is hierbij niet gerekend het aantal kippen, dat ln de steden wordt gehouden. Telt men dit er bij, dan zal men niet ver van de 25 millioen af zijn. Al wordt er per kip maar een gulden verdiend, dan is dit voor het heele land toch een verdienste van 25 millioen gulden. Dat is dus eeen bedrijf, dat meespreken mag in de ver schillende takken van bestaan. Het aantal eenden, dat gehouden wordt valt in het niet bij het aantal kippen. We zouden zoo zeg gen, dat er ln ons waterlandje wel meer dan 657.600 eenden gehouden kondenworden. We herin neren ons enkele jaren geleden een aantal enthou siaste artikelen gelezen te hebben over de fokkerij van Spreeuwkop eenden, en dat die artikelen niet zonder invloed op die teelt zijn geweest. Nu blijkt toch, dat die teelt weinig te beteekenen heeft voor het overgroote deel van ons land. Van die 6lh hon derd-duizend eenden worden er n.l. in N.-Holland en Gelderland samen reeds meer dan 4 honderd-dui zend gehouden zoodat er voor de andere 9 provin ciën niet zooveel overblijven. Het aantal korven en kasten bijen is eveneens afnemend. Nu is wellicht 1930 geen al te best jaar geweest voor de telling van het aantal volken, maar wanneer de indruk, die de totalen op ons maken juist is, dan zal het tijd worden voor de Nederland sche tuinders en speciaal voor de ooftkweekers meer dan tot nu toe aan de bijenhouderij te gaan doen. Immers is onomstootelijk vast komen te staan dat de bijen een bijzonder goeden invloed hebben op de vruchtzeting van de ooftboomen. Het aantal korven en kasten bedroeg in 1930, 84800 tegen 93.637 in 1921. J. W. VAN DARTELEN Raadhuisstraat 1, Heemstede C. BLANKENAAR. Weinig weet ik van hem. Hij was een van de weinige uitverkorenen, die zich aan den verlam- menden invloed van den sleurigen levensgang van onzen tijd, die alles wat schoon en machtig is, in boeien sluit, wist te onttrekken. En het is inder daad veel, indien men in een tijd, die ons allen min of meer stempelt tot folio's in een boek van nummer-personagiën, die als opperste expressie van menschelijk kunnen voortbrent: Jazz Bands, gifgas sen, politici en andere ongerechtigheden, van iemand kan getuigen, dat hij op den rommelzolder van deze maatschappij nog iets kon vinden, dat lijkt op de romantiekder oude tijden, toen de strijd om het brood nog niet bij machte was alle hoogere aspiraties in de geboorte te smoren. Blankenaar was, wat men alleen zeggen mag van een ongemeen talent, dat werd gestelt ten dienste van het goede en het schooneeen genie. Hij waswant de herinnering, die ik aan hem heb, dateert van den tijd, toen het spel mij greep en gevangen hield. Toen, op een leeftijd, dat men zeer ontvankelijk is voor indrukken, dat men zoo gevoelt het verbijsterende van grootsche prestaties, ongebreeideld door de cynische rem, die door be schouwingen en waardeering van latere jaren wordt aangeknepen, leerde ik hem kennen, dien ik nu nog beschouw als de grootste theoreticus, welken ooit eenig spel hééft voortgebracht. Zijn materie was het eindspel en het pleit gewis voor Blanke- naar's scheppingen, dat men zijn werk kan genieten en waardeerenzonder er het practisdh nut van in te zien. En ook dat brengt hem weer terug tot het geniale want zullen niet eeuwig het practisch en het aan- doend-schoone twee totaal-onvereenigbare eigen schappen blijven? Zoo vindt men ook in deze materie een beeld van het maatschappelijk leven. Het genie doet de vin dingen, op wier grondslagen het leven bloeit, de practicus buit ze uit door zijn visie voor perspec tieven, die tot eengansch andere wereld behoort dan de scheppende kracht. Bij de zeldzame gelegenheden, dat ik zijn geestes producten ontleedde, geschiedde dit 0an ook minder uit een behoefte tot verruiming van den blik op het practische spel, dan wel door een devote ver- eeering voor het spel in opperste finesse. Zoo kan men Blankenaar's scheppingen genieten als die van Beethoven, zonder de verplichtingen b.v. den vol genden dag een Nieuwjaarswensch in „C-dur" te kneden. Hoe Blankenaar zelf opging in zijn werk en het belang ervan zag, blijkt uit een aardig voorval van jaren geleden. Toen was de Haas in Roterdam en zij hadden zwaarwichtige gesprekken gevoerd. Natuurlijk over het spel! En de beide meesters bezochten „Constant", liepen over straat, zaten in „Suisse"en al dien tijd bewaakte Blankenaar een tasch van onmogelijk groote afmetingen, als Cerberus de onderwereld. „Maar wat zit er dan toch eigenlijk in die tasch", vroeg de Haas nieuwsgierig. Behoedzaam keek de groote theoreticus om zich heen. Goddank, de ober was op veiligen afstand, kon 't niet hooren. Noch tans fluisterend Kostbaarheden. „Breng ze zoolang naar de Bank". „Ze zijn ner gens veiliger dan hier", luidde het raadselachtige antwoord. De schatten van Cleopatra flitste het door het brein van den kampioen, maar hoe in 's hemelsnaam zouden die in het bezit van Blanke naar zijn gekomen? Hij durfde ze niet aan een kruier toevertrouwen, noch aan een Bank. Wat kon het anders wezen? En even later spraken ze over een stelling van 4 tegen 2. Toen werd den kampioen een blik vergund ln de geheimzinnige tasch en hij zagdiagram men meteindspelen, kranten met eindspelen, critieken op eindspelen! Blankenaar was vermogend en lang niet gierig. Een gering bewaar- en bezorgloon kon hem dus niet weerhouden, de vracht, waarmede hij liep te sjou wen, aan anderen toe te vertrouwen. Maar als een Harpagon bewaakte hij dien schat. Immers, het waren eindspelen en een gansche we reld zou er mee verloren gaan A. K. W. DAMME. HET DAMSPEL. De Problemist. Om een uitstekend problemist te worden, wordt veel meer bekwaamheid vereischt, dan men op het eerste gezicht zou denken. Groote volharding om te geraken tot het verlang de doel en een onvermoeibaar geduld, gepaard aan een sterk analytisch vermogen, ziedaar zoo stel len wij ons voor de voornaamste karaktertrekken van zoo iemand. Dan moet hij bezitten een goede dosis hoop, als-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 2