Oe Vrouw en de Mode Voor onze Lezeressen Voor Verstrooiing en Verpoozing ren: voor den dag; zij gingen minder uit en kleed den zich ook' minder zorgvuldig. Een regenman tel was een aantrekkelijk kleedingstuk, slecht van snit. Thans stellen fabrikanten en kleermakers er een eer in, uiterst practische regenmantels te ontwerpen. Veel ruimte voor fantasie blijft er uiteraard niet, omdat de traditioneele vorm met rechten snit en verstelbaren kraag het beste voldoet Doordat deze mantels niet wijd zijn, be schermen zij goéd tegen den wind., en houden zij de daaronder gedragen japon geheel droog. Die regenmantels zijn natuurlijk veel langer geworden met het oog op de langere! japonnen; men late zcih echter niet door de algemleene lijnen der mode verleiden, den regenmantel van onderen ook wijder te laten uitloopen, als de mantel nat is, staat dit log. Het ceintuur dient niet als garneering, doch ook voor betere, slui ting en de zakken besparen ons den last van in dien regen met een handtaschje te moeten loo- pan. Neutrale kleuren zijn het beste, omdat zij minder opvallen en op een gedeeltelijk natte mantel geen groote kleurverschillen geven. Mantel van beige-bruin-witte stof, die van voor en van achter een spits toeloopend midden stuk heeft en breede, klokkende zijstukken. Die bontkraag loopt van achter in een punt uit en is van voor shawlvormig. Mooi mantelcostuum van marineblauw fluweel met 'een nauwsluitend manteltje, dat van boven aan een bolero doet denken en van onderen, rond uitloopt. Het is rijkelijk gegarneerd met grijs vossenbont. Eenvoudige, doch chique japon van bruin-witte tweed met een ceintuur van bruin leer, driehoe kige zakejs en een origineele halssluiting. Ensemble van bruin-groen-witte tweed, die diagonaal verwerkt is op de blouse van groene crêpe de Chine. Het ceintuur is van, bruin leer. Die mantel van het ensemble vertoont in; den rug afzonderlijke, rondgeknipte stukken. Hoedje van zwart flauweel met driehoekige insnijding over het voorhoofd en een strik' van achteren. Tulband van zwart 'vilt omwikkeld met wit fluweel. DlE POPULAIRE WINTERMODE. Er was reeds voorspeld, dat wij dezen winter minder slank zouden zijn, doch al te veel kan men daar nog niet van bemerken. De couturiers en de doktoren hebben nog geen gemeenschappe lijke maatregelen voor een klein mestkuurtje ge troffen en dat wijst er wel op, dat wij nog dén tijd hebben. Vooral voor slanke vrouwen zijn de bontman tels zeer flatteus en deze mode wordt' van den winter nog meer toegejuicht dan de vo'riget ja ren, omdat een bontmantel nu niet langer een recht afhangende, stugge dierenhuid is, doch dank zij een speciaal procédé geworden is tot een klee dingstuk van een soepele, bijna tè soepele stof, die klokvormig verwerkt, gedrapeerd en zelfs gestrikt kan worden. Iets nieuws is zwart hermelijn er bestaan toch ook zwarte tulpen en irissen. VOOR, REGENACHTIGE DAGEN. Wanneer wij denken aan de vele regendagen, diejw: ijdit jaar gehad hebben en vermoedelijk sog zullen krijgen, is het zeer verstandig, geïmpreg neerde kleedingstukken te koopen. Vroeger haal den de vrouwen voor slecht weer hun oudei klee- Van voren opgeslagen hoed van donkerbruin fluweel met opgenaaide witte kralen. Kapje van groen vilt met de moderne lage lijn in den hals. OPVOEE|ING VAN VOLWA ASjSENEN. Wel mogelijk maar niet gemakkelijk. Pessimisten zullen u zeggen, dat het volsla gen onmogelijk is, volwassenen op te voeden, en daar hebben zij' niet heelemaal ongelijk in. Want zelfs bij kinderen is het lang niet eenvoudig te bereiken, dat 'zij niet uitsluitend doen, wad zij gemakkelijk of prettig vinden, doch ook reke ning houden met de eischen van beschaving en goede vormen. Hoeveel moeilijker zal men dit gedaan krijgen van menschen, die als kind geen vormen hebben kunnen of willen leeren. Juist in dezen tijd zien wij, hoe kinderen on aangenaam worden getroffen, doordat zij thuis hun ouders of hun oudere broers en zusters din gen zien doen, die zij als slechte vormen hebben leeren taxeeren. Hun familie doet die dingen zohder er bij te denken en vindt ze heel natuur lijk, omdat men het nooit anders gewend is ge weest. Dé kinderen zelf hebben er ook niets hinderlijks in gezien, zoolang zij niets anders kenden. Doch onze tijd brengt het mee, dat de kinderen zeer jong het buitenshuis gaan zoeken en daarbij zich zooveel mogelijk aansluiten bij de althans uiterlijk Tjetere kringen. Zij zien daar andere vormen en voelen deze als beter en meer ge schaafd; daarom zullen zij ze ook zelf gaan toe passen. Vroeger hebben zij het misschien onzin gevonden, als hun thuis voorgehouden werd, mes en vork goed te hanteeren, niet te slurpen of te smakken en geen 'tandenstokers te gebruiken in het publiek'. Döch de omgang met vreemden opent hun de oogen. Zij zien, hoe men in de ^hoogere standen doet en streven er naar, hen ook in dit opzicht na te volgen. Het voordeel is, dat de kinderen hierdoor zich althans uiterlijk leeren bewegen en gedragen als menschen van een anderen stand. Doch wanneer z|j zich hierop eenmaal ingesteld hebben, gaan zij het langzamerhand ook als hinderlijk en lee- lijk 'beschouwen, wanneer de menschen, waarmee zij dagelijks verkeeren, dingen doen, die zij' als onopgevoed en onbeschaafd hebben leeren be schouwen. Het hindert hen. Het maakt hen ze nuwachtig. En als er vreemden bij zijn, gevoelen zij schaamte pver hun familie. Dieze schaamte zal hen voojral treffen, wanneer het gaat om men schen, waar zij veel om geven. Hoeveel vrouwen lijden er onder, dat haar echtgenoot, die overi gens zoo'n beste man is, om al die fratsen" niets geeft. Tegenwoordig komen veie meisjes door hun werk, met de hoogere standen in aanraking,, zij reizen zelfs en komen n goeide hotels; hoe moét het haar dan te moede zijn, wanneer zij in hun 'huwelijk zien, dat de man, dien zij zoo lief heb ben, niet "de vormen heeft, waaraan zij zooveel waarde hebben leeren toekennen. Hoe kan men echter zoo'n echtgenoot opvoe- den? Hoe kan men vader of moeder, een oiidere j broer of zuster bijbrengen, dat een mensch zich altijd zoo moet gedragen, dat een vreemde! hem niet belachelijk vindt of de schouders over hem optrekt Ja, hoe krijgt men dat gedaan in geen ge val door ernstige vertoogen, want niemand er kent graag, dat hij iets zou kunnen doen op een manier, die beter is, dan wat hij gewend is. Men kan eerder gebruik maken van het feit; dat de mensch minder let op den balk in zijn eigen oog, dan op den splinter in dat van zijn naaste. Diaar- om is het 'beter, de ,,op te voeden" huisgenoo- ten spottend en lachend opmerkzaam te maken op anderen, 'die in vormen te kort schieten. Zij lachen dan over „den onbeschaafden boer", doch wanneer zij later hetzelfde doen, zullen zij zich misschien helaas niet altijd af en toe het voorval herinneren en het nalaten. Men moet dus met veel geduld en op humoristische wijze vol wassenen opvoeden. Het is geen gemakkelijk be gin, en toch wordt het soms met succes be kroond. is aluminium; schadelijk Telkens duiken weer geruchten op, dat het gebruik van aluminium pannen schadelijk is voor de gezondheid, omdat zij bij het koken me- taaldeelen afgeven aan het voedsel. Men heeft daarom nog 'eens, en wel een jaar lang, proeven genomen op honden en deze aangevuld met proe ven op menschen, waarbij dagelijks een hoeveel heid aluminiumzouten werd toegediend, 'die groo- ter is dan men ooit in de praktijk zou kunnen binnenkrijgen. Dit bleek geen schadelijke gevol gen te hebben, terwijl het aluminium bij de spijsvertering ook niet in de lichaams-sappen op genomen, doch uitgescheiden werd. De geduren de een jaar aan de proef onderworpen honden vertoonden niet meer aluminium in bloed en hersens, lichaamsorganen of weefsels, dan nor- fnaal het geval is. De proefpersonen bléven ook gezond en voelden zich uitstekend. Hierdoor wordt dus bevestigd, wat reeds in 1893 Idoor proe ven bewezen was (toen aluminium keukengerei voor het eerst ingevoerd werd) 11.1. dat men zotoder het minste bezwaar kan koken in alu minium pannen. VOOR DE PRACTISCHE HUISVROUW. Goede Z|eep. De kwaliteit van zeep kan men beoordeelen, door haar in dunne schijven te snijden, te wegen 1 en eenigen tijd op een warme plaats te ;laten staan, b.v. op een kachel. Hoe minder daarna, het gewichtsverlies bedraagt, hoe beter de zeep 1 is. De zuiverheid van de zeep kan men vervol gens beproeven, Hoor de warme zeep in] sterke wijngeest te leggen; de zuivere bcstanddeelen loesen daarin op, de onzuivere bijmengsels ech ter niet. Groene zeep heeft uit den aard der zaak het grootst ereinigend vermogen door het gehalte aan vrije kali, doch tast de weefsels! veel meer aan. Pikante Sla, Een pond aardappelen wordt met de schil ge kookt, gepeld 'en in schijven gesneden. Verder heeft men drie stuks ansjovis noodig, die in reepen worden gesneden. Over de schotel giet men 1 liter zuren room, 2 eetlepels azijn, i/2 theelepel tje zout, wat suiker en peper en 20 gram geraspte mierikwortel. De sla moet een half uuit blijven staan om goed van smaak te worden. W1ASSCH1EN IN KOREA. De vrouwen in Korea hebben een merkwaar dige manier om hun waschgóed schoon te krij gen; zij bekloppen het n.l. na het inzeepen met knodsachtige houtjes en krijgen het goed daar mee zoo schoon, dat de beste chemische wassche- rij uit Europa het hen niet zou verbeteren. 'Morst men heet vet op hout. dan dringt het daarin en is later moeilijk te ver wijderen. Men giete er daarom dadelijk koud wa ter op, waardoor het vet stolt en» later gemak kelijk afgekrabt kan worden. ROOM. Onder de producten der melkerij komt hoe langer hoe meer de room naar voren. Aan den écnen kant is het de medicus, die er de aandacht van zijn patiënten op vestigt, wan neer hij lonjder de „versterkende middelen" ook room voorschrijft. Aan den 'anderen kant is het ook de kók of de kookster, die voor de minder alledaagsche gerech ten al spoedig geneigd is den room te hulp te doe- pen als een middel ter volmaking van de spijs bereiding. Is het dan wonder, dat ook de oogen van .die huisvrouw meer en meer geopend worden voor de goede kansen die de room haar biedt? Onze melkinrichtingen, die het product steeds naast 'hun andere verkoopsartikelen in voorraad hebben, maken het nemen van een proef gemak kelijk genoeg, vooral ook door het feit, dat zelfs in zeer 'kleine hoeveelheden (fleschjes van 1/8 L1.) de room reeds verkrijgbaar is gesteld. I11 Dienemarken, me't Nederland het land, dat in Europa zich het meest op zuivelbereiding heeft toegelegd, kent "men het algemeene en zéér aanbevelenswaardige gebruik, om verschillende vruchten (speciaal allerlei „besvruchten", steeds vergezeld te doen gaan van een kannetje! room,. Ieder bedient 'zich van de aardbeien, |de bosch bessen, de bramen, óf wat de vruchtenschaal an'ders biedt en giet er dan op het bord een scheutje room over. Niet alleen is deze toevoeging bijzonder sma kelijk, maar ze söhijnt ook uit hygiënische over- wégingen te kunnen worden aangeraden. Hetzelfde gebruik bestaat in Denemarken ook bij het voordienen van. verschillende soorten vruchtenmoes, (appelmoes, rhabarbermoes, enz. enz., terwijl tenslotte zelfs bij vruchtenpuddingen de b.ij óns gebruikelijke vanillesaus door een kan netje room wordt vervangen. Een bepaald dure methode is dit niet, rekent men de verschillende benoodigdheüen voor de vanillesaus bij elkaar: de melk, de eieren, de sui- ker ,de vanille en weet men, dat men met een kannetje room van 1/2 1. een zés a achttal gasten gemakkelijk kan voorzien dan zal het' ver schil in prijs tusschen de beide niet! groot zijn. Tegenover den slagroom is ons standpunt mis schien eenigszins anders, dien beschouwen we wel min of meer als luxe. Maarer doen zich nu eenmaal iii het da- gelijksche leven nu en dan omstandigheden voor, dat een luxe-artikel noodig is: dat we om b ijde voejding te blijven in onzen maaltijd wat meer moeten „uithalen" dan gewoonlijk. In zoo'n geval blijft het vrijwel gelijk, of wei een nage recht kiezen, dat met veel eieren off veel boter wordt bereid, dan wel of we b.v. èen pudding of een crème met besjagen room klaarmaken. Gewoonlijk helpt ons de slagroom juist aan gerechten, die geheel weinig tijd voor hun berei ding vragen en dat is voor de huisvrouw van tegenwoordig toch zekér heel wat waard'. Alles samen genomen, lijken mij de kansen voor het gebruik van room wel zóó„ dat eenige „bedroefde" recepten niet overbodig zullen zijn. Ik "hoop, dat ze voor de huisvrouw een aanleiding worden, om in dezelfde richting nog méér moge lijkheden voor 't gebruik van room te ontdek ken... want er zijn er nog vele! MARTINE WITTOP KONING. ROOMPüNCH. 4 Eierdooiers, '1/4 L. room, 50 Gr. (ongeveer 3 eetlepels) suiker, 1 1/4 d.L. stroop van gecon- fijte gember, i/2 theelepeltje geraspte nootmus kaat. 1 Klop de eierdooiers met de suiker en de noot muskaat tot een licht schuimige massa, roer er den room door en blijf kloppen tot alles door en door schuimig is. Voeg er 'dan de gembersiroop bij en dien de drank voor in, smalle hooge of in breede platte blazen (champagne-glazen). VRUCHTEN-CREME, V2 T. slagroom, 500 gr. aardbeien of frambo zen, ongeveer 150 Gr. suiker, (eenigszins afhan kelijk van de vruchten), 10 Gr. galatine. Zoek de vruchten goed uit, wasch zei en laat ze zoo droog mogelijk uitlekken; zet ongeveer de helft voorloopig weg, bestrooid met een derde van de suiker en wrijf de overige vruchten door een haarzeef tot purée. 1 Klop den room stijf, roer er de vruchtenpurée met de nog overgebleven suiker en de in een paar lepels kókend water opgeloste gelatine door en laat het mengsel bekoelen, af en toe er in roe- remde om de gezakte gelatine weer naar, boven te brengen. te f i Giet de crème, zoodra ze voldoende gebon den is, in een vla-schaalgarneer ze met, de nog overgehouden heele vruchten en presenteer er afzonderlijk een schaaltje biscuits bij. K OFFIE-C|R|ê(MEL i/2 L. slagroom, 2 a 3 eetlepels sterk koffie- extract, 100 Gr. (1 ons) poedersuiker. Klop de nroom stijf (vooral niet te stijf, omdat er dan licht' boter uit ontstaat) meng! er vlug de koffie en de suiker door en| breng de crème over in een vla-schaal. Presenteer er een schaaltje droge biscuitjes wafeltjes of .iets dergelijks bij. (Bereid de crème liefst op het laatste oogenblik, daar ze door lang staan neiging heeft om uit te zakken). VOOR BjE KEUKIEN/ Gebakken pompoenen a l'anglaise. Die stukken pompoen worden in zout water zacht gekookt, waarna men ze laat uitdruipen, met wat zout bestrooid en dompelt ze in '©en deeg van meel, zout water, wat slaolie, het geel van é'én en het wit van twee eieren. Daarna wor den ze lichtdbruin gebakken en bestrooid met fijngehakte peterselie. Een ander recept; Dé inj verdunde azijn gekookte stukken pom poen worden in deeg voor appelbeinetten gebak ken en bestrooid met suiker en kaneel. Mén dient ze in dit geval op met wijnsaus. Gebakken pompoen a la frangaise worden met parmesaansche kaas, rijkelijk boter en verscheidene geklutste eieren in een blikken vorm bereid. Een sehotel van groenten en vruchten. Biji het inkoopen van gedroogde vruchten kieze men de beste kwaliteit, aangezien de meeste soor ten met zwavel op soda gebleekt zijn.: Sla van vijgen en appelen kan men, bereiden, door 1/4 pond vijgen met 3 eetlepels rozijnen een nacht te laten weeken en kort voor het bereiden van den schotel door een gehaktmaohine te| ha len. De vijgen worden dan goed vermengd/ met 6 a 7 in stukjes gesneden appels, 'een veetje kaneel en een half theekopje room, VOOR OUDEREN: BESTAAN ER KUNSTMATIGE MENSCHEN? Zoo oud als de Schepping der Mensch zijn ook de plannen en puroeven om een kunstmatige mensch te vervaardigen. Nauwelijks één volk be staat eer ter wereld, dat niet in sagen en legenden de een of andere geschiedenis heeft, die handelt over een uitvinder van zulk een machine. In vroe gere eeuwen waren het de alchemisten en al'erlei kwakzalvers en wonderdoeners, die onvermoeid trachtten het geheim van het menschelijk bestaan te doorgronden. Tot ver in de Middeleeuwen om- moet men de sporen van dergelijke pogingen om een „homünsulus", zooals men den kunstmatigen mensch reeds genoemd had, te ontdekken. Tgenwoordig zijn wij tot het besef gekomen, dat al deze pogingen vruchteloos zijn, daar zij alle na tuurwetten zouden negeeren. Nooit zal het een schepsel gelukken, het groote geheim van de Schep ping af te luisteren om het in het laboratorium in praktijk te kunnen brengen. Als men tegenwoordig van een „kunstmatige mensch" spreekt, dan bedoelt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 15