II BI
1
fpssmm
=SSS?w aams
bloe™l£!ï eeni"e
JUBILEUMAVOND
Hercules" en „Hygiéa.'
^SSSSiS^S^SSA1"^
2Si? J5SS5 sSrtl 3
sa swa
n,et
hSSaiT"op
Eeeds dagen, weken van tevoren werden de toebe
reidselen gemaakt om het jubileum van het 25-jarig
bestaan van de sympathieke dames-gymnastiekver-
eeeniging„Hygiea" op waardige wijze te herdenken.
Dit feit, dat op zichzelf genomen ten volle her
dacht dient te worden, is des te merkwaardiger,
daar het een drievoudig jubileum beteekent.
Twee leden, de heeren A. Ootjers, thans voorzitter
en P. Jonker, penningmeester, van de heeren-gym
nastiekvereeniging „Hercules" smaken het onver
deeld genoegen de vereeniging, zoo lang deze be
staat, te hebben gediend, bijgestaan en hunne
beste krachten te hebben gegeven voor het welzijn
van de hun zoo dierbaar geworden vereeniging.
Wij kunnen het aantal malen niet tellen, dat de
telefoon op ons bureau rinkelde en dat wij de ons
zoo dikwerf gestelde vraag, „Is Mr. Keizer aanwe
zig"? En op onze wedervraag met wie wij de eer
hadden? werd na het noemen van den naam, steeds
er aan toegevoegd, ja, het is voor de gymnastiek.
Ook velen die persoonlijk kwamen. Zoo dikwerf wij
in onze werkzaamheden werden gestoord, hebben wij
steeds met genoegen, hetzij de eere-voorzitter in ver
band met onze functie, hetzij den jongeren firmant
geroepen.
Voor een ieder was steeds een vriendelijk woord,
een inwilliging van een verzoek, een raad, een wenk.
In dit alles hadden wij plezier, want ook wij leven
er in mee.
Ook nu weer hebben wij onze pen gespitst om
een breedvoerig verslag te schrijven van den ge-
denkwaardigen jubileumavond.
Ondanks het buitengewone slechte weer, „het hon-
deweer" zoo deze benaming veelal gebruikelijk is,
was het druk langs de dorpsstraat naarmate het
aanvangsuur naderde. Velen spoedden zich in den
neerplassenden regen naar. de groote zaal van den
heer J. de Bakker, het vereenigingslokaal.
Ook de autobussen voerden vele bezoekers aan
van de aangrenzende gemeenten.
Wij voorspelden, dat de toeloop groot zou zijn en
toen wij de zaal binnentraden, bleek ons dat deze
tot in de uiterste hoeken was gevuld met feestvie
renden; want een iéder, van oud tot jong had zich
opgemaakt om dit jubileum op grootsche wijze te
herdenken.
En gaarne zeggen wij nu reeds, dat allen hierin
geslaagd zijn op een wijze, boven alle lof verheven.
Door aanbrenging van een keurige bloemen- en
plantversiering langs de wanden en leuke electrische
verlichting rondom het tooneel werkte dit alles mede
tot verhooging van de feestvreugde.
In vurige letters blonken de woorden:
„Hulde aan Hygiea" en de Jubilarissen."
Onder de talrijke aanwezigen merkten wij op den
heer J. Ootjers, wethouder van Noordscharwoude,
voorts den eere-vorzitter, den heer J. H. Keizer en
de beide jubilarissen met hunne respectievelijke
echtgenooten en den heer A. Kemp als vertegen
woordiger van het Kon. Ned. Qymn. Verbond, afd.
Hollands Noorderkwartier.
Weldra klonken de toonen van de voor dezen
avond geëngageerde jazzband, onder leiding van den
heer J. Stammes, die zich op dezen avond op buiten
gewone wijze van haar taak heeft gekweten, waar
voor niets dan lof.
Spoedig nadat ons het rijk voorziene programma
is aangeboden, gaat het scherm omhoog en zien wij
de dames- en heerenleden van Hygiéa en Hercules
op keurige wijze opgesteld, geflankeerd door hunne
banieren.
De eere-voorzitter, de heer J. H. Keizer, spreekt
de volgende feestrede uit:
Mijnheer de Voorzitter, Bestuursleden, wer
kende leden van „Hercules" en Hygiea".
Dames en Heeren,
In de eerste plaats een hartelijk welkom in deze
feestelyk versierde zaal. Een welkom, dat des te
hartelijker is, bij de gedachte aan het hoogst be
langrijk feit, dat hier hedenavond drie jubilea
worden herdacht.
Wij hebben drie jubilarissen in ons midden. En
die te huldigen is het doel van dezen feestavond. De
drie pioniers zijn immers al te zeer aan de goede
zaak der gymnastiek verbonden. Om hen vandaag
of hedenavond niet in het Zilver te- steken. Daar
mede eeren wij hen, ons zelf ende zaak der
gymnastiek. En dat is de hoofdzaak. Dat zijn drie
goede dingen, die ik thans naar voren breng. Ge
zonde lichaamsontwikkeling, de verdiensten van de
wegbereiders in die richting en ons zelf. Wij allen
die belangstelling toonen in wat de gymnastiekver-
eenigingen, haar doel en streven, haar ideaal en
haar schitterende resultaten, die zij hebben te boe
ken in het belang der volksgezondheid. En 't spreekt
van zelf, dat wij u gaarne als onze gasten zien. Want
ik heb mij voorgenomen U iets te zeggen van avond
dat, naar ik hoop, nog eenigen tijd mag naklinken
in de harten, terwille van de zaak, die met alle
respect voor de andere takken van sport, voor mij
nog de beste en de nuttigste sport beteekent. Ik
treed echter niet in bijzonderheden, noch maak ik
vergelijkingen met de nooit genoeg volprezen gym
nastische oefeningen en de andere takken van sport.
Ik ben tegen het leger beoefenaars der voetbalsport
niet opgewassen, maar het heeft mij toch genoegen
gedaan, dat in den laatsten tijd stemmen opgaan en
gewaarschuwd wordt tegen het ruwe voetbalspel.
Een bewijs zou ik zeggen, dat in dit spel een harts
tocht tot uiting komt, die eigenlijk een zekere mate
van volksverwildering beteekent. Zoo dient men de
sport niet, zoo maakt men die tot eene aanfluiting
van de beteekenis der latijnsche spreuk: „Mens sana
in corpore sano". Een gezonde geest in een gezond
lichaam.
En ik heb mij hedenavond tot taak gesteld U nog
eens te zeggen wat gymnastiek is. Dan ook zult gij
inzien en beter begrijpen, wat deze huldigingsfeest
avond voor onze jubilarissen beteekent en voor ons
die door die huldiging een eeresaluut wenschen te
brengen aan de dienaars van de leer, die omvat
lichamelijke oefening, heil- en rhythmische gym-
nstiek.
Gymnastiek is de harmonische ontwikkeling van
het lichaam volgens een bepaald stelsel, met als doel
verhooging van de gezondheid en het uithoudings
vermogen en verbetering van de lichaamshouding.
De thans beoefende gymnastiek is terug te brengen
tot twee stelsels, het Zweedsche en het Duitsche.
Grondlegger van 't Zweedsche stelsel is Peter Hein-
rich Ling, geb. 15 Nov. 1746 te Ljunga in Zweden,
die in 1813 directeur van het Centraal Instituut voor
de Zweedsche Gymnastiek te Stockholm werd. De
Zweedsche gymnastiek beperkt zich in hoofdzaak tot
die oefeningen, waarvan de zekerheid bestaat, dat
ZU een gunstige uitwerking hebben op het lichaam
en waarbij de goede lichaamshouding nimmer ver
loren mag gaan, zoodat deze oefeningen uitmunten
door een grooten eenvoud. Slechts weinig toestellen,
waarvan het wandrek de hoofdzaak is, worden in de
Zweedsche Gymnastiekzaal aangetroffen.
Van het Duitsche stelsel is de grondlegger Frie-
drich Ludwig Jahn, geb. in 1778 te Lanz. In 1811
werd door hem op Hazanheide bij Berlijn een Turn-
platz (gymnastiekplaats) ingericht, met het doel de
jongelingschap zoodanig lichamelijk te ontwikkelen,
dat deze in staat zou zijn het Fransche juk af te
schudden Het turnen aan de toestellen speelt in de
Duitsche gymnastiek de hoofdrol, terwijl vrije- en
gereedschapsoefeningen in alle mogelijke samenstel
ling worden beoefend. De hoofdtoestellen zijn rek,
brug, paard en ringen, terwijl onder de gereed
schapsoefeningen worden verstaan die met stokken,
staven, halters en knotsen.
In 1889 zijn de vrije- en orde oefeningen als ver-
Plicht leervak ingevoerd op de openbare lagere
scholen in Nederland. In de meeste groote plaatsen
in Nederland is echter sinds langen tijd volledig
lichamelijk onderwijs in gymnastiek en sport inge-
yoerd, terwijl langzamerhand ook kleinere plaatsen
dit voorbeeld volgen. Het Zweedsche stelsel wordt ia
hoofdzaak toegepast in Zweden, Noorwegen en De
nemarken, 't Duitsche en Duitschland, Oostenrijk en
Zwitserland, en zeer veel ook in Italië en Frankrijk
Ook in ons land wordt dit Leisel het meest gevolgd
Echter wordt sedert 1915, dunk zij den ernstigen ar-
beeid van c: n bekenden voorstander ran de Zweed
sche gymnar Dr. W. P. Hubert va Bleyenburgb,
op tal van pó- sen onderwijs gegeven volgens het
Zweedsche stele 1. In 1919 dit st el ook l ij hc'
leger ingevoerd.
Het leidend lichaam voor de gymnastiek is in ons
land het „Kon. Ned. Gymnastiek-Verbond", opge
richt 15 Maart 1868 en bestaande uit vele gewesten.
Voorts bestaat in ons land de Vereeniging van Gym-
nastiek-onderwijze: s in Nederland, opgericht 7 Sept.
1862, die het Neder!. Instituut voor lichamelijke op
voeding bezit te Amsterdam en evenals het Kon.
Nederl. Gymnastiek-Verbond aangesloten bij het
Nederl. Olympisch Comité en de „Vereeniging van
leeraren in de gymnastiek aan scholen voor gymna
siaal- en middelbaar onderwijs."
Dames en Heeren, U zult onmiddellijk van mij
willen aannemen, dat ik met de vermelding van dit
historisch getinte overzicht niet heb willen leeraren
op dezen feestavond. Maar deze mededeelingen had
den tot grondslag U een blik te doen slaan in eene
sportbeweging, die nuttig en noodig is gebleken voor
de lichamelijke opvoeding van ons volk.
Aan die taak hebben onze gymnastiekvereen.
„Hercules" en „Hygiea" haar volle krachten gewijd,
nu meer dan 25 jaar, langer dan een kwart eeuw
dus. Later liep mede in het gareel, naar hetzelfde
doel strevende, de damesvereeniging „Hygiea", die
zich doopte met den naam van de godin der gezond-
heid en met dien naam zichzelf eerde.
Er was kloeke moed voor noodig in den tijd van
„ganzenbord" en „kienspel" eene sportieve vereen,
als deze op te richten. Men spreekt wel eens van een
menschwaardig bestaan en de vraag, het begrip een
menschwaardig bestaan nader te definieeren zou
moeten worden beantwoord als volgt: Een mensch
waardig bestaan heeft hij, die zich verstandelijk,
geestelijk en stoffelijk kan ontwikkelen." Maar het
lichaam eischt in dezen ook zijn rechten op. Dit
werd ingezien door de oprichters dezer vereenigingen
en zonder verder omtrent de oprichting in bijzon
heden te treden, breng ik bij dezen een eeresaluut
aan den heer J. Schrieken, die met ongeevenaarde
toewijding zoovele jaren als baanbreker, èn leider,
èn als secretaris zijn beste krachten heeft geschon
ken aan genoemde vereenigingen en zich heeft ge
wijd aan de schoone taak, hem destijds opgelegd.
De vereeniging werd opgericht in het jaar 1901 en
vierde den 15en en 16en Juli 1911 haar 10-jarig be
staan.
Aan het voorwoord in den feestgids van dit twee-
daagsch gymnastiekfeest, ontleenen wij het vol
gende
Dankbaar gestemd is ieder lid van „Hercules", nu
het dit Tweedaagsch Turnfeest als een overwin
ningsfeest mag en kan begroeten. Zoo ziet men wat
door den tijd wordt beheerscht. „Hercules" vertoont
zich thans in „zijn" volle kracht. Ongeëvenaard zijn
de toewijding en ijver der vereeniging geweest voor
de zaak der gymnastiek, ongeëvenaard haar geduld,
lust en volharding om belangstelling te wekken,
vooroordeel het hoofd te bieden. In het kleed van
den turner voelde men zich toegerust tot den strijd,
om, waar het moest, eene betere meening te vesti
gen in de plaats van veelal verkeerde begrippen
omtrent de leer der kunstmatige lichaamsofeningen.
„Een gezonde geest in een gezond lichaam" was het
wachtwoord en met moed en volharding heeft men
onversaagd den strijd gestreden. De overwinning
moest komen en is gekomen en wordt thans zege
vierend ingeluid. Trotsch mag zich het vaandel ont
plooien onder den jubelkreet der overwinnaars, en
„daverend mag juichen langs velden en vloed, het
vrank en het vrij en het vroom en het vroed."
Wanneer men zich een blik achterwaarts gunt,
dan ziet men de geleidelijke klimming van het le
dental van jaar tot jaar, de wassende belangstelling,
den groei der vereeniging, het oogenblik der vaan
del-onthulling, de oprichting der Dames-Gymnas-
tiek-vereeniging „Hygiéa" en zoovele onderaf deelin
gen, en de avonden der uitvoeringen als zoovele
teekenen van Hercules' bloei!
„Hercules" heeft gestreden en overwonnen. Zij, de
vereeniging, heeft getoond en bewezen, dat „de geest
in het krachtige lichaam slechts rijpt".
En nu zijn we alweer 20 jaar verder.
Mijnheer de voorzitter, ik richt me nu meer spe
ciaal tot U. Waar is de tijd gebleven, vraagt gij U af,
vragen wij ons af. De jaren zijn heengevlogen, 25
jaren, een kwart-eeuw. Nu staat gij aan dien mijl
paal, die U vergunt even uit te rusten. Er ligt een
tijdperk achter U, van vreugde en droefheid, van
idealen en schoone verwachtingen, van teleurstel
lingen en blijde uitkomsten. Gij hebt uw jeugd ge
had, uw jongelingsjaren en thans staat gij in den
vollen zomer van uw leven. Gij hebt gezaaid als elk
ander, ge hebt gemaaid als elk ander en thans slaat
ge den blik en moogt ge dien slaan op den oogst
dien gij moogt binnenhalen. En wij mogen mede
aanschouwen de vrucht van uw arbeid. Speciaal als
werkend lid, als leider somtijds en als voorzitter van
uw gymnastiekvereeniging. Uw gymnastiekvereeni-
ging. Want ik overdrijf niet, gij waart de stu
wende kracht, de voorwerker, de man van sta-vast,
de generaal in den strijd om vooroordeelen te over
winnen, door trouwe aanhankelijkheid aan uwe ver
eeniging, trouw aan U zelf, uit liefde voor de groote
zaak, door een gezonde opvatting omtrent de taak,
die ge U vrijwillig oplegdet. Met jeugdigen overmoed
bezield, bezieldet gij allen, die zich aan uwe zijde
schaarden. Paraat, waar gevaar dreigde, toen de
vereeniging eveneens het slachtoffer dreigde te wor
den van de groote Europeesche worsteling der volke
ren. Is het dan zoo'n wonder, dat wij allen ont
gloeien voor deze huldiging, dat wij van oordeel zijn,
dat 't u toekomst, al meent ge zelf van niet!
Daar kennen wij u voor. Dat ik U namens uw be
stuur, de leden, den directeur en onze gasten u
en uwe vrouw hartelijk felicteer met uw zilveren
feest als een „Hercules", die den weg ging van ijver
en plicht en daarin zijn levensdoel vond. Dat is
toch geen wonder? Het spreekt immers van zelf!
Maar naast onze felicitatie eveneens een woord
van dank voor de door U betoonde toewijding, uw
trouw der vereeniging gewijd en uw voorbeeld den
jongeren geschonken Hulde mag u daarom worden
gebracht op dezen avond, omdat de oogst groot ge
noeg is, die door uw arbeid in dienst der gymnastiek
is verkregen. En die oogst heet: Een bloeiende ver
eeniging, een groeiend besef omtrent de groote be
teekenis voor lichaam en geest van de beoefening
der gymnastiek, in de harten der jongeren en der
ouderen, ontwikkeld en opgebloeid op den akker
eener gezonde en versterkende sport.
Namens uwe vereenigingen heb ik de eer u deze
bloemenhulde te mogen overhandigen met aanbie
ding nogmaals van ons aller gelukwensch.
Luide toejuichingen.
Wanneer ik mij tot u wend, geachte heer Jonker,
trouwe en geduldige turnkameraad, dan moet ik
onwillekeurig verband zoeken tusschen uwe lichaams
lengte en uwe karaktereigenschappen. Beide zijn
evenredig aan elkander. Zoo groot als ge zijt, zoo
groot zijn uwe verdiensten voor de vereeniging ge
weest. Ook gij staat in het teeken van het zilver,
na een tijdperk van vijf en twintig jarigen dienst,
in eene functie, die zeker niet als de dankbaarste
kan worden aangemerkt. Gij, die belast waart met
het finantieel beheer, hebt meer dan elk ander lid
de polsslag en de harteklop der vereeniging moeten
aanvoelen en nagaan. En ge hebt dat gedaan op
een wijze, die meermalen bewondering moet hebben
gewekt. In dienst der vereeniging hebt ge getoond
drie hoofddeugden te bezitten, en die kenmerkende
eigenschappen als kashouder en financier heeten:
eerlijkheid, voorzichtigheid en accuratesse. Gij toon-
det te bezitten een mate van kennis omtrent de waar
de van het geld, die voor de vereeniging haar be
staan, haar behoud en haar soliditeit beteekent.
Uw werk is zeker niet het minst met belangstelling
gevolgd, nieuwsgiering als men zich steeds toonde
voor de recette na elke uitvoering. En ik weet maar
al te goed, dat het heel wat hoofdbreken, overleg en
zuinig inzicht vereischt om evenredig aan de
vorderingen, de noodzakelijk geworden toestellen en
werktuigen aan te schaffen. En zoo hebt gij geachte
jubilaris, 25 jaar de kas der vereeniging moeten be-
i heeren en zoo dikwijls schipperen en plooien, om
I rond te komen. Wie dus, zooals u, de vereeniging
voor een bankroet heeft behoed, wie zooals u zijn
taak als penningmeester heeft begrepen en vervuld,
naast het toonen uwer liefde voor de gymnastiek,
die eveneens tot uiting kwam als werkend lid en
als voorwerker soms, die verdient een pluim op den
hoed, een warme huldebetuiging bij zijn vijf en twin
tig jarig jubileum. Wee s er van overtuigd, dat gij
de harten hebt gewonnen ■••an allen, die u in de ver
eeniging mochten gadesl: :n\ Zulke leden als gij ade
len zich zelf don eenvo ijver en plichtsgevoel.
Hun optreden wc t ten beeld en gij waart in
de vereeniging een niet te onderschenen werk
kracht, die onzen dank en onze felicitatie heeft ver
diend.
Namens de vereeniging en allen, die hier zijn
hartelijk gefeliciteerd, u en uwe vrouw met
een woord van innigen dank voor uwe groote ver
diensten.
De vereeniging heeft haar waardeering en dank
voor uw werk willen demonstreeren door het schen
ken van een bloemstuk. Nogmaals namens allen har
telijk gefeliciteerd.
Luid applaus.
U leden van „Hygiéa" breng ik nog een extra
groet hedenavond, nu gij twintig jaar hebt weten
stand te houden. Hartelijk gefeliciteerd met uw kloe
ke durf, die een sportieve gedachte tot uiting brengt
nl., dat ook het meisje als toekomstige vrouw zich
heeft te ontwikkelen. Aan u, de pioniersters op dit
gebied, een woord van waardeering, hulde en dank.
Hierbij werd aan de vereeniging eene gedenkpen
ning namens „Hercules" uitgereikt, benevens een
enveloppe waarin een medaille.
Nog een enkel woord tot u( geachte directeur.
Het moet voor u toch ongetwijfeld een groote ge
noegdoening zijn u als leider te weten van vereeni
gingen als „Hercules" en „Hygiéa." Gij hebt de
school doorloopen, uw sporen op het gebied der gym
nastiek reeds ten volle verdiend en de resultaten
van uwe leiding meermalen te aanschouwen gegeven
Maar hier was het terrein reeds ontgonnen en hoe
wel ge hier een tuintje met onkruid vondt, dit was
spoedig uitgeroeid en nu groeien de sporttakjes en
-twijgen en de gymnastiekstammetjes door goede
verzorging welig omhoog. Gij leidt die eveneens in
eene nieuwe richting in het sportpark der gezonde
lichaamsontwikkeling. Zij het u gegeven nog vele
jaren uwe beste krachten te geven in dienst van
het werk, dat gij tot een stuk levenstaak hebt ge
maakt.
Maar wij mogen den heer Nol, die de leiding had,
voordat gij die overnaamt, eveneens een woord van
erkentelijkheid niet onthouden. De hoogere eischen,
die aan de gymnastieksport als harmonische ont
wikkeling van het lichaam werden gesteld, maakten
een meer bekwame en intensieve leiding noodzake
lijk, maar wij willen erkennen, dat de heer Nol veel
en goed werk gedurende zijn leiding heeft ontwik
keld.
Leden van „Hercules" en „Hygiéa", u roep ik toe:
Blijft trouw aan uw vaandel, aan uw leider, aan uw
bestuur. De vereeniging moet niet u, maar gij moet
de vereeniging dragen. Liefde tot de sport, die gij
dient, verleide u niet tot excessen, buitensporigheden
kunstenmakerij of een aan resultaten arme over
moedigheid. Blijft uw roeping getrouw en blijft de
zaak der gymnastiek dienen met warme toewijding.
Ik ben gekomen aan het slot mijner rede. Onze
gasten en genoodigden mogen zich er van overtuigd
nouden, dat de gymnastiexvereemgingen hunne me
dewerking en belangstelling ten zeerste op prijs stel
len. Ik dank u voor uw welwillende aandacht en
verklaar gaarne, dat het mij een aangename taak
is als eere-voorzitter en als eere-lid de vereenigingen
en de zaak der gymnastiek op dezen avond te mo
gen dienen,
Op vereerend verzoek zal ik dezen feestavond ver
der leiden, en gunnen wij onzen voorzitter de rust
die hem toekomt, en ook van harte wordt gegund.
Ik dank U!
Een daverend applaus volgde.
Met gespannen aandacht is deze rede aangehoord
en weerklinkt aan het einde een spontaan applaus,
hetgeen niet te verwonderen is, daar vele zinsneden
uit het hart der aanwezigen zijn gegrepen.
Nog steeds staan de leden opgesteld en plots weer
klinkt de feestzang, gezongen door de dames G. de
Bakker en K. Vlug; het slotcouplet werd door de
leden gezamenlijk gezongen. Ook thans klinkt aan
het einde langdurige toejuichingen en het enthou
siasme werd steeds hooger opgevoerd en meenen wij
te mogen zeggen, dat de woorden van het feestlied
hiertoe zeker aanleiding gaven.
Een geheimpje willen wij thans wel verklappen.
Het was de eere-voorzitter, die dit feestlied samen
stelde en dan weet men wel, dan is het af.
Hierna worden door den voorzitter eenige ingeko
men felicitaties voorgelezen t.w. van Ds. O. J. Staal,
den EdelAchtbare heer A. J. Wijnveldt, burgemees
ter vajn Oudkarspel, en den heer J. Schrieken. Allen
door omstandigheden verhinderd aanwezig te zijn.
Het volgend nummer van het programma vermeldt
niets meer enniets minder dan één enkel vraag-
teeken.
De eerevoorzitter hoopt van harte, dat het hem
dezen avond een beetje gemakkelijk zal worden ge
maakt, want om een vraagteeken op te lossen, is
toch wel wat veel gevergd. Doch alvorens de oplos
sing tot uiting zal komen, biedt spreker namens alle
leden van Hercules, Hygiea en allen die tot deze
vereeniging behooren, als blijk van hulde, sympa
thie en groote ingenomenheid aan den heer Ootjers
een clubfeautuil en electrische salonlamp en aan den
heer Jonker wtee feautuils en 4 stoelen aan.
Met eenige toepasselijke woorden, de spreker zoo
eigen, worden de jubilarissen gecomplimenteerd en
de geschenken overhandigd.
Hierop volgt een daverend applaus.
Het vraagteeken was hiermede opgelost.
Den leider van dezen avond werd weinig rust ge
gund, doch het bleek, dat deze taak berustte in han
den, volkomen hiervoor berekend en niet weinig
bijdroeg aan de buitengewone stemming, die er
heerschte.
Ook nu weer is het de heer J. H. Keizer, die de
gelegenheid voor een ieder openstelt, de vereeniging
en de jubilarissen te complimenteeren.
Alvorens tot de opsomming der sprekers over te
gaan, deelen wij mede, dat een regen van bloem
stukken en cadeaux zij het dan ook in figuur
lijken zin, regende op de hoofden der jubilarissen en
op de feestvierende vereeniging.
Wij zullen omtrent de vele sprekers zeer kort zijn.
Als eerste spreker treedt naar voren de heer Kemp,
die mededeelt, dat deze aangelegenheid van zooveel
belang was om als vertegenwoordiger van het K. N.
G. V. uit den Helder naar hier te komen en ver
diende, dat de vertegenwoordigende leidende licha
men hier aanwezig zijn. Voorts wijst spreker er op,
dat het hem een eer en genoegen is twee oude turn-
makkers te mogen toespreken, die hunne krachten
steeds ten beste hebben gegeven aan de vereeniging.
Het Gymnastiekverbond heeft het, volgens spre
ker, niet alleen willen laten bij woorden, en heeft
hen toegedacht de medaille van verdienste, welke
door spreker worden overhandigd.
Spreker vestigt er de aandacht op, dat deze onder
scheidingen uitsluitend worden uitgereikt aan hen,
waarvan bekend en gezien is, wat zij voor de gym
nastiek hebben gedaan.
(Langdurig applaus)
Spreker wenscht de dames van Hygiea geluk met
haar jubileum en spreekt de hoop uit, dat deze
afdeeling moge groeien en bloeien ten bate der gym
nastiek.
Vervolgens worden bloemstukken aangeboden door
de vertegenwoordigers van vele vereenigingen en
wel:
Door den heer J. Eecen namens de Tooneelver-
eeniging „Jong Leven"; door den heer K. van Dijk
namens de Harmonie „Excelsior"; door den heer K.
de Vries namens de zangvereeniging „Crescendo";
door den heer S. Tromp namens de R. K. Gymn.
vereen. D. V. V.; door den heer Slikker namens
„Het kleine Tooneel"; door den heer O. Bakker na
mens de IJsclub „Volharding".
Namens Jong Leven wordt den beide jubilarissen
een kistje sigaren geoffreerd, terwijl de heer Eecen
mede namens zijne echtgenoote den heer Ootjers
een prachtig bloemstuk overhandigt.
deneii!hei?L^ker biedt namens het kleine Tooneel
den jubilarissen resp. een salonspiegel en een <?rhil
denj aan terwijl de heer J. Keizer namens de V V
v- V. V. bloemstukken overhandigt
KruTSafcSwS,™6"™™'' ™mens
De Burgemeester van Noordscharwoude
Hoogachtend,
VAN SPENGLER.
heerëei7mlvr?uw°nLdeSchI|lnbBui1sSenkden v?" den
mevrouw T. Tauber-Srhatren iÏÏm en. den heer en
den jubileerenden voorzitter bestemd voor
die ^vrrlit'te/oï'h^te^re P°dium'
Hygiea toespreekt en ef op whs^dat de ft™* Van
was dat de dames afdltiw in er een Periode
stond, doch steeds bWm hl alleen in naam be-
Spreker noemt het' toevallig, dat hij en de
hShrlek»>-ez.
Spreker kan nog veel over dit tijdvak vertellen
(Applaus)
afdeieWenr!lern,,tChtere®nvoIgens de verschillende
g der vereeniging voor het voetlicht, die
nE e?fd~,er 6en d*verend applaus oogsten.
H. d °°k zoowel door de dames evenals door
erL d°or adspiranten op werkelijk buiten-
schltterende wijze gewerkt en brengen wij
gaarne den eminenten directeur hiervoor alle hulde
-feri.Zelfs de beide jubilarissen werkten op kra
nige wijze mede aan het nummer Brug en vele ion-
hP®rs°"®n vai? het mannelijk geslacht kunnen
aan hen nog een lesje nemen.
De verschillende oefeningen werden afgewisseld
door den samenzang van de beide jubileumsliederen
opgedragen aan de jubilarissen.
Door den heer Wiersma werden nog eenige zang
nummers ten beste gegeven, die tevens nog een
bloemenhulde bracht names de operetteclub „Cae-
De heer Wiersma werd tijdens zijn optreden op
uitstekende wijze begeleid door mej. Gr. de Bakker.
Het laatste nummer van het programma vermeldt
„Tableau."
Dat ons nu weer iets bijzonders wachtte, wisten
wij reeds vooruit, want wij weten dat de heer K
Boot ook in het samenstellen van tableaux een uni
cum is,-hetgeen zoovele malen is bewezen.
Ook nu weer was het arrangement subliem.
In het midden van het tooneel waren de jubila
rissen gezeten geheel omringd door de leden op
eenige wijze gegroepeerd. Op symbolische wijze
brengt de sport hulde aan de stoere werkers en aan
Hygiea.
Door vele lichteffecten gaf het geheel een prach-
tigen aanblik en de luide toejuichingen gingen weldra
over in een groot enthousiasme
Hieropvolgt de sluiting van het officieele ge
deelte door den eere-voorzitter, die in kernachtige
bewoordingen de grootsche wijze van dezen jubi
leumavond releveert.
Namens de geheele vereeniging brengt spreker
op hartelijke wijze dank aan allen die zoo hartelijk
dezen avond hebben meegesteund en dankt
spreker allen voor de uitnemende feeststemming.
Dank brengt spreker aan de vele vertegenwoordi
gers van vereenigingen voor hunne woorden, ge
schenken en bloemenhulde, die uiting gaven van
hunne sympathie voor de vereeniging.
Voor de electrische verlichting wordt den heer
D. Schuitemaker alle lof toegezwaaid evenals den
heer Lichtenberg voor de planten- en bloemenver
siering.
Tot slot richt spreker woorden van groote waar
deering tot den heer Jn. de Bakker als hospes, even
zoo tot diens echtgenoote en dochter, daar ook zij
steeds al hun krachten hebben gegeven om het de
vereeniging op de oefenavonden en uitvoeringen zoo
aangenaam mogelijk te maken.
Spr. eindigt zijn rede aldus: De datum van den
15en November van het jaar 1930 zal met gouden
letters geboekstaafd blijven in de annalen der ver
eenigingen.
Hiermede sluit spreker het officieele gedeelte,
doch spoort allen aan om nog eenige uren in pret
tige en gezellige feeststemming bijeen te blijven.
(Langdurig applaus).
De heer Ootjers treedt nu naar voren en zegt
op het oogenblik, dat hij het woord neemt, niet als
jubilaris te spreken, maar als voorzitter van „Her
cules".
De schitterend geslaagde avond, waartoe allen
hebben bijgedragen, berustte in handen eener lei
ding, die alle lof verdient, niet alleen maar die aan
dezen avond een glans heeft gegeven van opgewekte
feestvreugde. Ook daardoor zullen de woorden door
den heer Keizer gesproken in zijn sluitingswoord
bewaarheid worden tot eer onzer vereeniging.
Ik dank Uwel.
(Luid applaus).
Het was voor de vereeniging, jubilarissen, leden en
aanwezigen een onvergetelijke avond, die nog lang,
lang in herinnering zal blijven.
Bestuur en directeur kunnen met trotsch op deze
feestelijke herdenking ter-ugzien.
Gaarne voldoen wij aan het verzoek eene korte
beschrijving te geven van de plaquette, geschonken
door „Hercules", vervaardigd van zilver, en op prach
tige wijze gestyleerd, voorstellende eene maagd, een
lauwerkrans aanbiedende.
Het pakje, dat op verzoek door den eere-voorzitter is
overhandigd, bevatte een zeer aardige verrassing,
n.l. een verguld zilveren medaille met inscriptie
„aangeboden door een oud-lid van Hygiea 1905-
1930."
De achterzijde vertoont een sportvrouw in zwem-
costuum, in de handen houdende het embleem der
Olympiade, staande op een met laurierbladen ver
sierd voetstuk, als overwinnaresse van een sportfeest
(voorgesteld door vlaggen), in het licht, dat de ke
tens van de bekrompenheid doet springen.
Voor de vereeniging zal het raadsel zijn en blij
ven van welk lid dit eeremetaal is geschonken, daar
de geefster, volgens een begeleidend, schrijven, onbe
kend wenscht te blijven.