Winterlezingen te Bnoekop Langendijk Kamer- kroniek Met de autobus door zes gemeenten Laatste berichten Uit den Omtrek De heer Swager stelde de vraag of het niet ge- wenscht zou zijn een hoogere premie beschikbaar te stellen voor een middel tegen „draaihartigheid". De vergadering was van oordeel, dat nu in elk geval eerst afgewacht moest worden het rapport van den Plantenziektenkundigen dienst. De voorzitter stelde voor gedurende het winter seizoen de bestuursvergaderingen 's middags te hou den; hiertoe werd besloten. De heer C. van Langen wees op slechte verloop van den slaboonenhandel op de veiling van den N. M. B.: autoladingen werden naar elders ter vei ling gebracht. Geantwoord werd, dat deze zaak reeds de aandacht heeft van de Commissie van Be heer. Ook de veilingleider achtte het gewenscht een regeling te treffen voor verbetering hierin. De heer Wijn achtte het zeer ongewenscht, dat de Keurmeester, tengevolge van andere opgedragen werkzaamheden, niet steeds op laad plaats aanwe zig kan zijn. Spr. oordeelde, dat de Keurmeester zooveel mogelijk bij de lading tegenwoordig moet kunnen zijn. Toegezegd werd, dat met deze opmer king rekening zal worden gehouden. Daar het reeds zeer laat was geworden, haastte zich de voorzitter de vergadering te sluiten. „De nachtgezichten van Zacharia." Over bevenstaand onderwerp sprak Ds. Grolle, Herv. Pred. te Utrecht, Vrijdag 14 Nov. in de Ned. j Herv. Kerk te Broek op Langendijk. Ter opening werd gezongen Ps. 99 1 en 8, waarna i Z.Eerw. voorging in gebed. Als kinderen thuis, aldus spreker, herinneren j we ons nog goed, hoe vader 's avonds ons platen liet zien uit de tooverlantaarn. We zaten dan stil in 't donker te kijken naar de beelden op 't Witte doek en luisterden naar wat i vader, die achter de lichtbundels stond, ons daar van vertelde. Zoo zet God ook Zijn kinderen in het donker, vanwaaar ze hét best de beelden zien, die Hij door de stralenbundels Zijner liefde, hun vertoont. Zoo vertoonde Hij ze Zijn knechten, de Profeten en ook alleen op die wijze, door ons in de schaduw in het donker te zetten, toont Hij ze ons. Zoo alleen zijn de beelden te zien, welke we vinden in Ezechiël, Daniël, Zacharia en de Openbaringen. We zijn niet tevreden met hooren alleen, we moe ten zien, en niet alleen zien, we moeten tasten, aan raken. Daarom zijn immers in de verschillende musea bordjes geplaatst met de woorden: „Verboden de voorwerpen aan te raken." De mensch heeft niet aan zien genoeg, hij moet voelen, tasten wat lyj voor oogen krijgt. Als de schoolkinderen uit de stad naar buiten gaan, het veld, het bosch, de natuur in, bekijken ze niet alleen de planten en bloemen wereld, neen ze plukken de bloemen, en zelfs rijst wel eens de kinderlijke vraag tot den onderwijzer: „Kun je dat eten", als ze een of ander natuurpro duct zien. Zelfs aan aanraken heeft de mensch niet genoeg, hij .wil het eten, het in zich opnemen. Zoogeeft God ons Zijn waarheid te hooren uit Zijn Woord, en door de gezichten aan zijn knechten zelfs in beelden ons te aanschouwen, wat Zijn wondermacht bewerken kan. Ja, Hij geeft ons in het sacrament van den Heiligen Doop, een zicht baar en voelbaar teeken van Zijn Verbond, en in het brood en den wijn van het Heilig Avondmaal nemen wij de zegeningen van Zijn genade in ons op. Zoo kunnen wij zien en smaken, hoe goed Hij is. Hedenavond handelen we over de nachtgezichten van Zacharia. Gezichten in den nacht zijn het. Vanuit het donker ziet de Profeet de beelden, die God op het doek projecteert. Het is noodzakelijk om in het donker te staan. Wij, Christenen, worden wel men- schen van de donkerheid genoemd. Wij komen met de nachtschuit, uit de nachtschool. De wereld is licht. Overal worden lichtwek-en geor ganiseerd, lichtpaleizen en lichtreclames worden alom gezien. In Rusland weet men zelfs den nacht weg te werken. Daar wordt de 24-.urige arbeidsdag geproclameerd, en met het meer ploegenstelsel de nacht, waarin niemand werken kan, onschadelijk maken. Maar gelukkig dat Napoleon kwam. Toen was het uit met feestvieren. De dragonderlaarzen met rinkelende sporen passen den krijgsman alleen, o Als de Satan werkt, dan is de richtingsstrijd weg, opeens. De kerk heeft een taak: De rivier der wereld j moet opgeblazen worden. Het dynamiet van Gods Woord moet er in worden gelegd. Het ijs moet gaan I kruien. Er moet bewegin in komen. De vijanden van Christu's Kerk moeten de handep ineen slaan. I Jezus is der wereld vijand. Juist toen Jezus door Pilatus naar Herodes werd gestuurd en zij beiden voelden dat deze, door hun bespotte koning, hun meerdere was, juist toen, zoo lezen we in de Schrift, werden Herodus en Pilatus vrienden. De wereld moet opstaan tegen den Heere en Zijn Gezalfde. Dan komt de groote dag Gods, de wereldcatastrophe. (Wordt vervelgd). Wij worden ook de menschen van de nachtschuit genoemd, doch ons antwoord is. „Dit willen wij wezen." Evenals vroeger de Geuzen, dien scheid- vrijwillig opnamen zoodat het een eerenaam werd, zoo dragen wij dezen naam ook als eerenaam. Alleen als wij in de schaduw, in de duisternis staan kunnen wij duidelijk zien. Wij moeten ons zelf niet meer zien. Onze vroomheid, onze deugd, onze kerkelijk heid. zelfs niet de lichtbron achter ons. Alleen de beelden van Gods genade en eeuwige heerlijkheid, want dat alleen is het allervoornaamste. Het aüoyer- heerschende. De nachtgezichten, acht in getal, welke we vinden in de eerste hoofdstukken van de Profetieën van Zacharia, zijn heel duidelijk te verdeelen in tweeën. Twee maal vier. Er is ook een onderbreking, die duidelijk merkbaar is tusschen het vierde en vijfde gezicht, aan het begin van Zacharia 4. De profeet moet opnieuw worden opgewekt om te zien, waar door wij duidelijk het verschil kunnen zien. De eerste vier gezichten vormen een geheel. Zij raken meer de uitwendige, de algemeene zaak; ze zijn voorwerpelijk. De laatste vier zijn persoonlijk, meer innerlijk; ze zijn onderwerpelijk. Het eerste en achtste gezicht geven een blik op het wereldgebeuren. Zij raken het grootsche, het universeele, het kosmische. Het eerste de ontreddering. Het achtste de red ding der wereld. Het tweede tot het zevende geven in volgorde den gang van het eerste tot het laatste, den weg, welke God gaat om van het haden zijn doel te bereiken, vanuit de ontreddering, de redding der wereld te bewerken. Het eerste tafereel geeft te zien, een dal met mirten. Een ruiterstoet rijdt er doorheen. Duisternis ligt in het dal. De ruiters, gezeten op roods- en bruine en witte paarden, zijn vermoeid. De voorste ruiter, die de Engel des Heeren nadert, apseekt deze aan, waardoor de Profeet ook dit gezicjp^ wordt ver klaard. Deze ruiters zijn verkenners yw Gods volk, Zij hebben het land doorwandel?, 6n gezien hoe de toestand is. Hét land is st;V De- strijd stokt, er is rust overal, maar de ^cyte is onrustbaregnd, zij voorspelt, dat er vree;d^«ke dingen in aantocht zijn. Want tesjeii de Perzische overheersching was verzet tornen. Het Verdrukte volk van Israel, onderwor pen aan dvp Perzischen monarch Darius, had, met blijdschap vernomen van revolutie tegen den ge weldenaar. Doch helaas, de rust was weergekeerd. De losmaking van den geweldenaar was weer verre van dichtbij. Het land zit, is stil. Er is geen roering meer in, geen beweging. Want alleen als er verzet is tegen de overheerschende macht is er kans op vrijmaking van Israel: Alles zit vast, er is geen schot meer m, het land zit als een bevroren rivier, alle leven is weg. Het land is schijnbaar dood. Nochthans spreekt God goede woorden, troostrijke woorden. God zit niet stil. Hij zal toch Sion nog troosten een Jeruzalem verkiezen. Dit is de kern van het Evangelie. Ondanks alles, zal God Zijn werk doen. Tempel en stad zullen herrijzen. Al heeft Darius de revolutie bedwongen. Ondanks wereld en wereld macht heeft God de draden van het wereldbestuur in handen. Juist dit eerste tafereel heeft npg zooveel tot ons 6HetSis de grootste en gevaarlijkste moeilijkheid voor Gods volk, als de wereld hen laat zitten, maar doet of het er niet is, als zij het doodzwijgt. Heel de luxe, lachende menschheid gaat ons voorbij, en heeft geen last van Gods Kerk. Was er maar meer vijandschap tegen de Kerk. Men noemt ze ongevaar lijk! Er zit geen schot in de wereld. Ze zit op haar zelfgenoegzaamheid! Zoo komt ook de Kerk te zitten vast te zitten. Ze kan rustig aan het kibbelen gaan, en binnen in zich ziet zij de menschen elkaar vereten en verketteren. Dit is het gevaarlijkste, dat zich denken laat. Op het bal te Brussel had maar schalk Wellington den tijd voor dansen en pret Algemeene beschouwingen. Rijksbegrooting 1931. Pachtwet aangenomen. Het groote Archipel-contract der Kon. Pakketvaart Mij. voor 15 jaar bestendigd, j „Er moge voortdurend over de economische ma- I laise gesproken worden, er is ook een politieke i malaise." Aldus schrijft de kameroverzichtsschrij- i ver van de N. R. C. en er zal wel niemand zijn, die 1 het niet met hem eens is. Er dient echter te worden bijgevoegd, dat de eene malaise in het nauwste I verband staat met de andere. Wij leven op het I oogenblik in een crisis-periode en het is onmogelijk j deze vanuit Nederland op te heffen. Men kan niet j anders doen dan te trachten er zoo goed mogelijk i tusschen uit te komen. Hoe men dit bereikt, welk aanzien eene „behoorlijke" Rijksbegrootinge over 1931 (waarover de algemeene beschouwingen begon nen zijn) moet hebben ziehier de kwestie, waar over de meeningen sterk uiteenloopen en welke de diepste oorzaak vormt van den huidigen politieken crisis. Welke groep of groepen der bevolking zullen de kosten van het gelag moeten betalen? Dat de regeering daarbij doorloopend aan critiek is bloot gesteld, is natuurlijk niet te verwonderen. Wanneer de regeering al maar moet studeeren, nog dieper dan diep, moet zij maar plaats maken voor bevoegde krachten, betoogde de ons allen be kende heer Braat. „Ga dan heen", zoo luidde zijn uitspraak, „en zit ons niet langer in den weg." Wij worden liever genezen door een schaapherder dan begraven door een professor!" De heer Braat meent, dat er in Nederland maar een belang te behartigen is, het belang der boe ren. Toegegeven dient wel te worden, dat de boeren thans in den hoek zitten, waar de slagen vallen. De heer Alberda en met hem de soc. zoekt de oorzaak van alle misère in het kapitalistisch productie-systeem. Het huidige kabinet is daarvan niet doordrongen en voert daarom een opportunis tische politiek; het wijst credieten aan den land bouw, een pachtmoratorium en verlichting van so ciale lasten af en heeft geen groot plan ter bestrij ding der werkeloosheid. Slechts van den strijd der socialisten is voor de arbeidersklasse welvaart en verlossing te verwachten. Met deze welvaart is oorlog onvereenigbaar en in dit licht heeft men de socialistische uitspraken tegen den oorlog te bezien. „Maar hoe ziet het niet-kapitalistische stelsel er- uidt?" vroeg de heer Heemskerk (a.r.) en merkt op, dat de soc.-dem. met het Russische stelsel toch niet ingenomen waren. Wij leven onder een regime, waarin op de rechten der verschillende klassen wordt gelet, terwijl de S. D. A. P. aan één groep de overheerschende macht wil geven, aan het proleta riaat. De heer Heemskerk vc.nd de door de regeering gevolgde gedragslijn in zake werkeloosheidsverzeke ring en werkverruiming nog zoo kwaad niet. Ook de Engelsche Labour-regeering heeft de werkeloosheid niet weten weg te nemen. Met de uitspraak van den heer Heemskerk, dat er onder het huidige regime gelet werd op de belan gen van de verschillende klassen was het ook de heer Marchant (v. d.) niet eens. „Wat de arbei ders", zeide hij, „nu met ons willen bestrijden is de ongebreidelde heerschappij van de kapitaalbe zitters en van de.leiders van het productieproces." Ook trok deze vrijzinnig-democraat sterk van leer tegen regeering en de politieke partijen ten aanzien van de uitspraak van den heer Alberda aangaande de houding der S. D. A. P. bij mobilisatie. „Een minister", aldus de heer Marchant, „heeft de leden der Staten-Generaal geen verantwoording te vra gen; hij staat hier om zelf verantwoording af te leggen." De bedoeling was alleen de S. D. A. P. als regeeringspartij te disqualificeeren. Eén der middelen om uit de malaise te komen, bestaat in het voeren eener protectlonnistische poli tiek. Althans volgens verschillende leden, waarvan de heer Braat een typisch voorbeeld is. Ook de heer Kersten behoort ertoe. Daartegenover is de liberale heer Knottenbelt de vrijhandelaar. De vrijheid zit. hem in het bloed; van staatsbemoeiing in welken vorm ook moet hij niets hebben. Tusschen vrijhan delaar en protectionist in staat de heer Nolens (r.k.). Deze laatste deed een paar stappen in c£e richting van het protectionisme en vroeg om, ten aanzien der tarieven, voorwaarden te stellen bij de emissie van buitenlandsche leeningen, later bleek, dat minister Ruys de Beerenbrouck tegenover een dergelijke maatregel zelfs niet geheel onsympathiek was. Dat een en ander wel eens vruchten zou kun nen afwerpen is aan geen twijfel onderhevig. De Nederlandsche geldmarkt is niet van geringe betee- De heer Rutgers van Rozenburg (c.h.) trad in fi- nancieele beschouwingen en zijn voorbeeld werd na gevolgd door de heeren Biezema (lib.) en van Vuuren (r.k.). deze finantieele deskundigen waren van oordeel, dat minister de Geer ditmaal in geenen deele te pessimistisch geraamd had en hoewel er geen reden voor bezorgdheid is, bestaat er naar hun meening toch alle aanleiding om aan te manen tot voorzichtigheid. Van verschillende zijden, a.o. door den heer No- lens, is n.l. op herziening der salarissen van het rijkspersoneel aangedrongen. Minister de Geer heeft echter te kennen gegeven, dat eenë algemeene salarisherziening niet in het voornemen der ge geering licht. Intusschen is er reeds eene motie van de S. D. A. P., welke uitspreekt, dat verbetering van de bezoldiging van het rijkpsersoneel en de onderwijzers wenschelijk is. Ook over de begrooting van Buitenlandsche «aken werd door enkele sprekers het woord gevoerd. Dit bewaren wij echter tot de volgende week. Gelijk verwacht, werd de Pachtwet met over- groote meerderheid van stemmen aangenomen. De i Kath., Soc. en vrijzinnig Dem. hebben allen voor gestemd; eveneens de anti-revolutionairen, Schouten I en Smeenk, de Chr. Historischen Wertkamp, Snoeck, Henkemans, Slotemaker de Bruine en mej. Katz en heer F1 Vos. Tot tegenstemmers behoorden alle liberalen, de meeste anti-revolutionairen, 5 Chr. His torischen, de Communisten, de Kerstenianen, Ds. Lingbeek en de heer Braat. Het wetsontwerp betreffende de verlenging voor 15 jaar van de Archipelovereenkomst met de Kon- Paketvaart Mij. werd eveneens met groote meerder heid aanvaard, nadat vooraf een amendement van den heer Cramer (schrapping van het subsidie van 2 ton) met 66 tegen 23 stemmen was verworpen. Het is een hoogst gezellig en aangenaam ver voermiddel, de autobusdienst van Oudkarspel naar Alkmaar en omgekeerd. Men zit er alleen of met z'n getweeën op kussens, van leer, en men ziet door breede ruiten naar buiten. Een frissche, droge najaarsmorgen. jAcht menschen wachten op de bus, die ongeveer negen uur van het „Paardshoofd" het naar de ëischen des tijds ingerichte hotel-café-restaurant zal afrijden naar den Langendijk. Men wacht. De een kijkt de Handelskade langs in de richting van waar de bus moet komen, de an der vestigt zijn blik op de groote kraan over het kanaal, die steenkolen verwerkt, een derde slaat de drukke vaart op het kanaal gade anderen houden een praatje. Het verkeer staat niet stil. Vrachtauto's razen en dreunen langs ons heen. Luxe auto's laten haar claxons hooren, enkele rijtuigen door paarden ge trokken passeeren eveneens.De Friesche brug draagt getrouw haar last en de brugwachters staan ge reed deze open te draaien om de komende vaar tuigen door te laten. Het is een opgewekt beeld van bedrijvig verkeer en van arbeid. De met een verwelkte krans getooide Genius der vrijheid in het Victoriepark slaapt en wacht het oogenblik af, dat zij wederom op den 8 October, zal worden wakker geschud. Eenmaal per jaar dus. Sint Nicolaas is op komst. Men wordt er aan her innerd, nu reeds, wanneer men de bus als vervoer middel neemt. Daar komt zij aan. Tegenwoordig mag men ook „hij" schrijven maar ik zeg en houd mij er aan, dat bus vrouwelijk is. Nog voordat zij bij ons is wordt de „bokkebrug" opgehaald. Even een onge duldig geluid onder de reizigers. Het vaartuig, dat dit oponthoud veroorzaakt, vaart rustig het Groot Noordhollandsch kanaal in. De schipper zal zich wel niets bewust zijn geweest van de gemoedsstemming der respectieve reizigers, die instappen wanneer on ze spoorconcurrent halt houdt. Een gemengd gezel schap, waaronder een paar vrouwen, een jonge en een van middelbaren leeftijd. Tegelijk met die twee werden een viertal trommels ingeladen, wier inhoud is te raden. Speculaas, taai taai en mis schien ook wel pepernoten, korstjes en wat dies meer zij. De monden komen weer in beweging, die een oogenblik zwegen. Dat was toen zij nog op de bus wachtten. De oudste wordt aangesproken. Er ook weer op uit? Wat wou jij anders?! Och, vent, spoel je mond uit. Bah! De burg wordt opengedraaid. Ook dat nog! ontvalt der jonge koek- dame. Onze zingende Waagtoren speelt .zijn morgendeun tje en even daarna wandelen negen zware slagen naar omlaag. De brug is weer dichtgedraaid. De bus zet zich in beweging, nadat de chauffeur zich in zijn stuurstoel heeft neergeplant na eerst de reisbiljetten te hebben uitgereikt. Naar verschil lende plaatsen natuurlijk. Oudorp, Koedijk, Sint Pancras, de vier gemeenten van den Langendijk. Een fille van auto's, luxe en vrachtauto's, andere rijtuigen, handkarren, moeders met kinderwagens, reeds, wachten aan de overzijde van de Friesche brug. Het verkeer uit de stad naar buiten gaat voor. Het is of iedereen haast heeft. Een vader brengt zijn twee kinderen naar de school. Een juf frouw komt aantrippelen met drie honden. Wij rijden stapvoets achter evenveel vehikels aan als er later over de brug naar de stad gaan en laveeren in zig-zag-lijn langs en door een haastige groep van voorbijgangers, fietsers en kinderwagens. De chauffeurs der onderneming zijn toch kranige en knappe bestuurders. Zij staan niet maar in dit geval zitten zij op hun post en nemen elke hin dernis. Bochten geen bezwaar. Het ronken van den motor overstemt eenigszins het gepraat der reizi gers onderling en wij verdiepen er ons niet in, wat er gesproken wordt. De Friesche weg is fijn van kleur. Aan weerszij den liggen de woningen met heur sprekende en kleurige gevels en houden zich bescheiden op den achtergrond. Waar de Friesche weg zich splitst m Munnikenweg en Hoornsche weg, welke laatste naar de z.g.n. Zes Wielen voert, slaan wij den Munniken weg in langs den voor een paar jaar geleden nieuw gebouwden meeloiolen „Het Roode Hert Wij na deren Oudorp, verscholen achter de oude Victcrie- stad, een zelfstandige gemeente nog, met zijn weg gedoken Hervormd Kerkje, aan het einde "an het dorp, waar een weg leidt naar het stadsgedeelte, dat de Polderbuurt heet. Wij buigen aan het eind van den Munnikenweg links om en m onze ver beelding hooren wij de vier steenen eenden kwaken in het waterbekken voor een heeren behuizing. De Halvemaansbrug over, naar den overweg om daarna door de gemeente Koedijk de vriendelijke gemeente Sint Pancras te naderen. Wij gaan, naar de over levering wil, over klassieken bodem. Recnts ae veen - gronden, links het dorp, vriendelijk, diep van toon, fijn van tint. Zeer vooruitgegaan in de laatste jaren. De menschen zijn er van temperament, leven graag in vrede, maar zijn toch niet vervaard voor wat strubbeling. Of de bewoners, die nogal eens in de contramine zijn op de geest (gronden) wonen, dur ven wij niet beweren. Maar onderwijs, Witte Kruis en Wijkverpleging zijn daar .zeer delicate zaken. Het lijkt ons toe of de Achterweg meedraait, hoe meer wij de Witte Kerk naderen. Tegenover het Gods huis staat het regeeringsgebouw, daar achter de Openbare School, pas nieuw opgebouwd, eveneens met haar herinneringen, en dan komen wij op het Kerkplein" om met een tamelijk scherpen bocht de Sint Pancrasser Allée door te rijden. Als er aan het schelkoord wordt getrokken zijn wij het Zuidereinde van Broek op Langendijk gena derd, waar de bus een paar koektrommels lichter W<Dan zijn wij reeds heel wat voertuigen, rijtuigen, auto's en voetgangers gepasseerd. Wij rijden de spoorbaan van de „toevoerlijn" te Broek op Lan- gendijk over. Hebben dus den „beruchten" Twuyver- weg achter den rug, als stomme getuige van het wijs beleid en verstandig inzicht der betrokken vroede vaderen, die den drassigen weg met zijn ge vaarlijke bochten in een verkeersweg deden her schapen, waar langs het vervoer thans zonder ge vaar kan plaats hebben. Maar onze wethouder van onderwijs te Sint Pancras ziet nog altijd verlangend uit naar een electrischen lantaarn op den „vlucht heuvel" bij de driesprong. Wij rijden Broek op Langendijk door met zijn wel varend aanzien. Het raadhuisplein met zijn magi straatsgebouw, het postkantoor, de nieuwe pastorie en het schoolgebouw voor het Openbaar Lager On derwijs, getuigt van een demonstatief inzicht om trent een moderne woningbouw. Het gaat iets langzamej: langs de veiling, wij passeeren een aantal auto's van handelaars, die voorheen per fiets deze plaats bezochten, waar de nijvere tuinder zijn pro ducten aan de markt brengt. Het zijn slechte tijden, maar niet zoodra zijn wij het betaalkantoor gepas- seerd, waar reeds millioenen zijn uitbetaald of wij zien het veiling gebouw van den bloembollenhandel, een beeld van ongebroken energie, die nieuwe we gen opende voor een nieuwe cultuur, in dezen tijd van inzinking en depressie. Onze chauffeur slingert ons verder, werkt zich langzaam soms, dan iets sneller door en langs voet gangers, dartele jeugd, breed opgeladen vrachtwa gens en voorbijsnellende luxe auto's. Af en toe klinkt de schel als een reiziger aan het koord trekt en het einddoel van zijn reis heeft bereikt. Wij zijn de koektrommels kwijt en de negosianten, die hun broodje zien te scharrelen. De chauffeur slaat een blik in de bus. Hij weet van zoovele reizi gers waar zij moeten uitstappen en de bus verla ten. Zoo goed als wij allen, die zich op de chauffeurs kunnen verlaten en weten, dat het stuur in goede handen zit. Nu eens gaan wij rakelings langs een huis, scheren langs een hek, schaven larigs boomtakken stoppen en rijden terug wan neer bus en vrachtwagen elkander niet kunnen passeeren. Op een „breedere" plaats gaat dit wel. Kranige chauffeurs toch. Noordscharwoude. Nog een paar reizigers. De banken zijn verder leeg. Bij het nieuwe raadhuis flitst ons nog even den distributietijd door het hoofd. Wij zijn er ook weldra. Wij stappen uit. De chauffeur had geen sein noodig. Een aangenaam vervoermiddel toch! Dat des avonds ledige koektrommels vervoerde. Sint Nicolaas was meegereden en bezorgde aan de jonge en de van middelbaren leeftijd zijnde kiekventers een bo- 1 terham. l Per Telefoon AMSTERDAM, 20 Nevember. V. D. Uit ARNHEM. DE MOORD TE BENNEKOM. De verdachte, J. Hoek, veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Heden heeft het Hooge Gerechtshof arrest gewe zen in de zaak van J. Hoek te Ede, verdacht van moord op Mej. Koperberg, gepleegd onder Bennekom in de maand Februari j.l. Het Hof heeft op formeele gronden het vonnis van de Arnhemsche Rechtbank, waarbij verdachte in beroep was gekomen, vernietigd. In het arrest releveert het Hof de door getuigen afgelegde verklaringen en wordt gewezen: In de eerste plaats, op de verklaring van Mej. Boerwinkel, dat zij in den verdachte den dader heeft herkent, welke verkaring is aangevuld door dertien andere getuigen en den deskundige, Dr. Hesseling. Verdachte is steeds blijven ontkennen, doch des niettemin overwoog het Hof, dat door het aange voerde bewijsmateriaal het ten laste gelegde is be wezen, n.l. doodslag voorafgegaan door een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk op zijne betrap ping op heeterdaad zichzelf straffeloosheid te ver zekeren^ achtte het tenlaste gelegde wettig en overtuigend bewezen en veroordeelde Hoek, overeen komstig den eisch van den Procureur-Generaal tot levenslange gevangenisstraf. De verdachte hoorde het voorlezen van het arrest kalm aan. Uit LEMMER. Hedennacht is de groote boerenplaats, bewoond door N. Schotomis te Doniaga, vermoedelijk tenge volge van hooibroei tot den grond toe afgebrand. 55 stuks hoornvee, een belangrijke partij hooi, veel meubilair en een aantal landbouwwerktuigen gingen verloren. Uit UITHOORN GROOTE SCHADE DOOR BRAND IN EEN WORST- EN VLEESCHFABRIEK. Hedennacht is tot nu toe onbekende oorzaak brand uitgebroken in het complex fabrieksgebou wen van de N. V. Uithoornsche Baconfabrieken. De brand werd eerst ontdekt, toen de vlammen reeds naar buiten sloegen en is ontstaan in de rookerij bij de worstfabriek. Enkele rookerij en en een deel van den nieuwbouw zijn geheel afgebrand. Ook de nieuwe installatie van de worstfabriek kreeg ernstige schade. Groote kwantums worst en ham gingen verloren. De totale schade kon niet onmiddelijk .worden vastgesteld, doch wordt door verzekering gedekt. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Tegen 6 uur was men den brand, die ongeveer half drie was begonnen, meester. Een deel van het bedrijf, omvattende een 35-tal arbeiders, staat stil. Uit GRONINGEN. VERHUISAUTO TE WATER. De bestuurder verdronken. Vannacht omstreeks 1 uur is nabij Hoogezand de verhuisauto, bestuurd door den eigenaar den heer R. Hagenouw waarschijnlijk door ongeval te water geraakt. De heer Hagenouw is verdronken. Hij was 30 jaar oud en laat een vrouw en 2 kinderen achter. SINT PANCRAS. Damwedstrijd. De Damclub D.O.S. te Sint Pancras speelde Maan- doagavond een nederlaagwedstrijd te Hoorn tegen de Damclub „Hollandia" aldaar Voor dezen wedstrijd werd met 15 borden gespeeld. De uitslag was als volgt: 1. Jb. ToepoelM. van Doorn 2. Jb. KooiL. Schutte 3. K. de RuijterJ. Sant 4. M. BenschopW. Ruiter 5: Tj. KoelemeijG. Vloten 6. C. TolJb. Haring 7. A. MeinemaH. Ytsma 8. C. Ivangh—T. de Jong 9. P. MadderomC. Jongkees 10. D. KloosterboerK. Hakhoff 11. P. Duif—K. Buis 12. J. Jonge janH. Volten 13. K. BakkerJoh. Meeuwig 14. P. PeereboomG. Sant 15. P. Nierop—R. de Groot 2—0 2—0 2—0 2—0 2—0 2—0 2—0 2—0 1—1 Door D. O. S. gewonnen met Verder speelden nog vriendschappelijk: A. Hoogland—A. Schutte H. Wiedijk—P. Schutte C. de Ruiter—J. van Doorn C. HooglandA. Rhode Groot 2—0 2—0 2—0 27—3 0—2 2—0 2—C 0—2 Door D. O. S. gewonnen met 64 KOEDIJK. Het Bestuur van de Veereeniging „Helpt Elkan der", welke vereeniging anders werkzaam is op het gebied van onderlinge hulp bij ziekte, besloot in haar op 17 November 1.1. gehouden vergadering, haar leden op te roepen tot een buitengewone ver gadering en op de agenda te plaatsen: lo. het richten van een verzoek aan den Raad der gemeente, om aan tuinbouwers kleine voorschot ten te verstrekken voor levensonderhoud en kleine betalingen; 2o. het verzoek te richten aan het bestuur van de boerenleenbank om het bijschrijven der rente mogelijk te maken. Ook zal de watersnoodramp van 12 Juni in bespre king worden gebracht om daar een eind aan te krijgen. Voor het eerste punt zal samenwerking gezocht worden met de tuinders in het zuidelijk deel der gemeente. Plaatselijk Nieuws NOORDSCHARWOUDE. De Water-misère. De watermisère aan de Spoorstraat, waarover al menig woord gesproken en geschreven is, zal nu, dank zij de activiteit van de Edelachtbare Vroed schap der twee noordelijke gemeenten van Onzen Langendijk op wier initiatief de gewenschte verbe tering zal worden aangebracht, spoedig tot het ver leden behooren. In dit verband is het misschien wel dienstig de aandacht te vestigen op de Oosterstraat, waarvan het nieuwe gedeelte verre van rooskleurig is en de bewoners bij den tegenwoordigen regenval door de plassen moeten waden. Bovendien heeft men nog steeds geen tijd kunnen vinden om dit gedeelte van een electrische lamp voor de straatverlichting te voorzien, waardoor de watermisère bij avond nog grooter wordt en het meer geluk dan wijsheid is om droogvoets thuis te komen. Spoedige voorziening van een en ander Is daar absoluut noodzakelijk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 2