Plaatselijk Nieuws
vanweee die fabriek afgekeurd. Dit betrof een koe oliebollenspel dans en schommel vermaak, te heb-
van den heer A de Vries, schade voor ons fonds ben geprofiteerd had hij laat in den ^cht ajn
i f3125 en een koe van den heer P. Wardenaar, dulcina thuis gebracht en aanvaardde .«tak
1 schade f43 75 Na eenige gedachte wisseling werd half 6 in den morgen nog berstens vol van alle
i eenparig besloten deze bedragen te voldoen en ook genoten lekkernijen op zijn motor den terugtocht
V00r den toekomst bij eventueele gevallen, mits naar Julianadorp. Ongelukkig kwam hij toen duch-
Openstelling van den Oosterdijk. taxateurs tijdig worden gewaarschuwd, opdat tig in aanrijding met een aangespannen voertuigr
De vernieuwde weg langs den Oosterdijk vanaf taxatie en verkoop van het betrokken rund j waarop had plaats genomen de landbouwer W.
Oudkarspel tot Kalverdijk is thans gereed gekomen. ^nwezig bunnen zijn De heer Tj. Groot zeide dat j Kroon van Kamperduin en zijn knechtje A. Modder
OUDKARSPEL.
de groote bochten zijn weggenomen, het wegdek is
geheel bestraat.
Dit is een groote verbetering, vooral voor het
snelverkeer, het laatste halfjaar ging dit door de
Woudmeer, een weg niet breeder dan 3 M., zoodat
.SSSfiL houder of het fonds?
door het Rijk f50.— vergoed wordt voor een koe die
door de fabriek wordt afgekeurd op T. B. C. als zij
een merk hebben en die subsidie niet wordt ver
leend als zij niet het voorgeschreven merk hebben.
Wie moet in zoo'n geval die schade lijden, de vee-
passeeren en elkaar moeten afwachten bij damhek-
ken.
De nieuwe weg is zes meter breed.
OUDKARSPEL.
Zaterdagmiddag is ook hier de uitbetaling gedaan p„„hikt
aan de tuinbouwers, welke schade hadden geleden
van het noodweer van 12 Juni.
De vergadering vond goed dat de betrokken vee
houder de halve schade moet dragen.
Op een verzoek van een lid die het vorige jaar
werd geroyeerd, om weer als lid te worden toege
laten, werd met algemeene stemmen afwijzend
beschikt.
Bij de rondvraag werden nog enkele dingen be-
1 sproken van meer huishoudelijken aard, waarna met
woorden van dank de vergadering werd gesloten.
BROEK OP LANGENDIJK.
Ernstige autobotsing.
Op den Rijksweg nabij het pontveer te Velsen had DAftkf j/an
Vrijdagmiddag om half vier een ernstige botsing j llgwiiunnBii
plaats tussqhen twee personenauto's. De heer K..
wonende te Heemstede, reed mmet zijn auto met
groote snelheid naar de pont. In de bocht, die met
keien is bestraat, slipte de wagen en zigzagde over
den weg. Juist kwam van den anderen kant een
auto aangereden, bestuurd door den heer W. te
Broek op Langendijk en waarin behalve den be
stuurder diens echtgenoote en dochtertje zaten. De
familie W. was op weg naar Haarlem om aldaar het
St. Nicolaasfeest te vieren. De heer W. trachtte te
vergeefs door uit te wijken een aanrijding te voor
kommen en met groote kracht botsten de auto's
op elkander, ten gevolge waarvan de auto uit Broek
op Langendijk bijna geheel werd vernield. Mevrouw
W. en haar dochtertje bekwamen snijwonden aan
het gelaat ten gevolge van de glasscherven en wer
den naar het Anthonius-ziekenhuis te IJmuiden
overgebracht om te worden verbonden. De heer K.
bekwam een kwetsuur aan zijn knie en werd even
eens naar het ziekenhuis in IJmmuiden vervoerd,
ook zijn auto werd ernstig beschadigd.
BROEK OP LANGENDIJK.
De waarnemend Directeur van het Post-, Tele
graaf- en Telefoonkantoor maakt bekend, dat de
Rembrandtpostzegels na 31 December 1930 niet meer
geldig zijn voor frankeering.
VOOR DEN KANTONRECHTER.
Strafzitting van Vrijdag 5 December
Geweldige aanrijding tusschen autobus en tram bij
den onbewaakten overweg in de Komlaan te Bergen
op 20 Augustus.
Weinig nieuwe lichtpunten ontstoken.
Uit den Omtrek
OUDE NIEDORP.
De dienstplichtige Jacob de Boer uit deze ge
meente zal op den 16den Februari 1931 te Amers
foort ingelijft worden b. het 21 regiment Infanterie,
le ploeg.
OUDE NIEDORP.
Bij beschikking van den Minister van Defensie,
d. d. 28 November 1930 is aan Petrus Johannes
Raatgers, ingeschreven voor den dienstplicht lich
ting 1930 en woonachtig in deze gemeente met
ingang van 16 Febr. 1931 voorgoed vrijstelling van
den dienstplicht verleend wegens kostwinnerschap.
OUDE NIEDORP.
Algemeene vergadering van het veefonds te Oude
Niedorp op Donderdag 4 December 1930 in het café
van den heer A. Mijts te Verlaat.
Tegenwoordig waren 20 leden.
De voorzitter, de heer A. Mijts, opende met een
woord van welkom de vergadering en sprak zijn
genoegen uit dat zooveel leden tegenwoordig waren
en hoopte dat de besprekingen een kalm verloop
zouden hebben.
volgde lezing en goedkeuring der notulen.
De boekhouder bracht het volgende verslag uit
over het afgeloopen boekjaar: „Het afgeloopen jaar
was voor ons fonds gunstiger als de voorgaande
jaren wat het verlies van vee betreft. Het aantal
verzekerde runderen gaat nog steeds achteruit. Ver
zekerd werden in het le kwartaal 480 runderen
voor f 103340.—! 2e kwartaal 455 runderen voor
f 99430.—; 3e kwartaal 418 runderen voor f 123440.—;
4e kwartaal 409 runderen voor f 119008.gemid
deld 440 runderen voor f 1T304.
Ongeveer 50 runderen werden minder verzekerd
dan het vorige jaar.
Afgekeurd werden 18 runderen waarvoor werd
ontvangen f 1942.60.
De omslag bedroeg over het geheele jaar 2.55 pCt.
wat gemiddeld per rund berekend, is f 6.Het
vorige jaar bedroeg de omslag 2.9 pCt. of f 6.68 per
rund. In het jaar 1927-1928 waren die cijfers 3.2 pCt.,
of f7.68 per rund. De totale ontvangsten hebben
bedragen f 5514.93. De uitgaven f 5437.alzoo een
voordeelig saldo groot f77.93.".
Op advies van de heeren W. Kooij en Tj. Groot
die de rekening hadden nagezien, werd deze goed
gekeurd, op de cijfers boven genoemd. De Boekhou
der ontving een woord van dank voor zijn accuraat
beheer.
Hierop werd de heer G. Galjaard met bijna alge
meene stemmen herbenoemd tot bestuurslid. Onder
dankzegging werd deze benoeming door hem aan
genomen.
Aan de orde kwam nu 'n verzoek van C. Groot Klz.
om vergoeding voor een van hem gestorven koe,
binnen den tijd genoemd in art. 11 van het regle
ment.
De voorzitter zeide dat dit een teer punt was. Een
te verzekeren rund moet volgens art. 11 acht dagen
in het bezit zijn voor zij verzekerd is. Als we ver
goeding -gevep handelen wij in strijd met ons regle
ment. Er is hier een lid aanwezig, die voor eenige
jaren teerug, in het zelfde geval verkeerde met een
koe. Hierover waren alle leden het eens, maar de
geest der vergadering bleek er tog voor om een
vergoeding te geven aan den heer C. Groot. De heer
Gaijaard zeide dat het wel in strijd was met art. 11.
Dit artikel is al meermalen in besprekingf geweest
om dit te wijzigen. Ook hebben wij er destijds al
eens een lid door verloren. Nadat verschillende leden
hiervan het voor en tegen hadden gezegd, bleek men
ten slotte toch voor geven van vergoeding.
De heer H. Scheer stelde voor aan C. Groot f 100.
vergoeding te geven. De heer P. Helder stelde f 140
voor. De man heeft er toch al genoeg schade van
zeide spreker.
Bij stemming bleken alle leden voor een vergoe
ding van f 140.— te geven.
De heeer C. Groot was de vergadering dankbaar
voor het genomen besluit.
Dan was een voorstel ingekomen van den heer
C. Groot ene 11 andere leden om art. 11 te wijzigen,
opdat vorenstaand geval niet meer behoeft voor te
komen.
Op voorstel van den heer D. van Zoonen, bestuurs
lid, werd met algemeene stemmen besloten om aan
art. 11 toe te voegen, het volgende:
„Van dezen termijn van acht dagen kan echter
worden afgeweken bij een acuut opgetreden ziekte,
indien blijkt dat het dier anders volkomen gezond
was. Hlevoor is een verklaring van een veearts noo-
dig en wordt voor zoover mogelijk door commissa
rissen een onderzoek ingesteld. Bij het optreden der
ziekte wordt de betrokken commissaris direct be
richt gedaan.
Van de coöperatieve Zuivelfabriek „Aurora" te
Opmeer was een verzoek ingekomen om de helft bij
te dragen van koeien van op T. B. C. „Openlijders"
Als aanvangsnummer had heden de aangekondigde
voortzetting plaats van de zaak contra den heer
Conr. B., autobusondernemer wiens autobus in den
avond van 20 Augustus op den overweg bij de Kom
laan door de locomotief der stoomtram van Bergen
aan Zee werd gekraakt en meegesleurd. Gelukkig
werd de chauffeur de heer B., noch de eenige
passagier, de 8-jarige Joopie Baltus gewond, zoodat
het ongeval in zoover goed afliep.
Heden werden nog getuigen van het openbaar mi
nisterie gehoord eenige spoorwegemployés waaron
der de inspecteur de heer Kox, benevens een tweetal
Duitsche meisjes, welk getuigenverhoor ten doel
had vast te stellen, dat er op de machine behoorlijk
door bellen en fluitsignalen voor de komst van de
tram was gewaarschuwd. Na het getuigenverhoor
kwam de ambtenaar aan het woord om zijn reeds
gehouden requisitoir nog wat aan te vullen en bij
te werken waarbij hij bleef persisteeren bij zijn eisch
tegen B. 10 gulden boete of 10 dagen Mr. Polak
uit Groningen bestreed ook ditmaal weer uitvoerig
het O. M., concludeeernde dat geen veroordeeling
kon volgen. Schriftelijk vonnis op 19 December e.k.
Het pantserfort hunner verdediging bleek te zijn
een kaartenhuisje.
Een tweetal werklieden uit Wijk aan Zee de heeren
Willem Gr. en Cornells S., moesten de vorige week
terecht staan wegens overtreding artikel 461 wetb.
van strafrecht het zich zonder vergunning bevinden
in de provinciale duinen te Castricum. De heer Gr.
alleen verschenen, deed zich echter krachtig gelden
en beweerde alle rechten te hebben gehad wathij
door verschillende getuigen kon aantoonen. De zaak
werd alstoen aangehouden, ten einde* die getuigen
en ook de verbalisanten te hooren. Heden had de
voortzetting plaats en waren nu de beide verdachten
verschenen. De heer G. Blokker jachtopziener te
Egmond Binnen, die met zijn collega Diemeer de
overtreding had geconstateerd, verklaarde dat zij
de verdachten hadden opgemerkt in de duinen van
de provincie, terwijl zij blijkbaar zich onledig hiel
den in konijnenholen geplaatste klemmen Te ont
doen van gevangen dieren, vermoedelijk konijnen,
Waarschijnlijk hadden zij buit en klemmen verstopt
alvorens de jachtopzieners hen konden bereiken.
Deze verkalring was den kantonrechter ruim voldoen
de en bracht het korte verhoor der drie getuigen
door verdachten meegebracht en wel de hh. Vries
man, duinwachter, Warmenhoven en Durger geen
wijziging in zijn opinie, weshalve de heeren W. G.
en C. S. ondanks vurig betoog van den welbespraak-
ten heer G„ werden veroordeeld. G. tot f 15 boete
of 10 dagen en C. S. tot f8 boete of 8 dagen.
Knoop dit in uw oor: Rechts gaat altijd voor.
Bij de voortgezette behandeling van de aangehou
den zaak contra den 19-jarigen heer J. C. A., G.
uit den Helder, welke heer de vorige week terecht
stond wegens een aanrijding van een door zekeren
heer Raad bestuurden tweezitter, welk feit plaats
had te Bergen op 7 September bij den Hoek School
straat-Dorpsweg aldaar werd alsnog gehoord de
heer Tamminga, gemeente veldwachter te Bergen.
De situatieteekening door deze politieman vervaar
digd scheen thans aan duidelijkheid niets te wen-
schen overte laten en bleek dan ook hier alweer,
dat het oog van den meester het paard vet maakt.
Uit het verloop van het proces kwam voorts vol
doende naar voren, dat de jeugdige heer G., die
nog maar sinds kort chauffeert, den heer Raad
als komende van rechts den voorrang had moeten
geven. Hem werd geadviseerd de regels van den weg
nog eens grondig te bestudeeren en daar het een
ernstig feit gold, de verdachte tenslotte veroordeeld
tot f25 boete of 25 dagen hechtenis.
Weer iets geheels nieuws op het gebied van de
arbeidswetgeving.
De 51-jarige beroeplooze heer Jacobus Sch. te
Alkmaar genoot de eer als comparant te mogen
optreden in een laatste nouveauté arbeidswetovertre
ding. Hij had namelijk toegelaten dat zijn 15-jarigen
stamhouder op Zondag 27 Augustus met Ysco had
gevent. De arme vader stond paf. Hij wist er niets
van en had geen termen gevonden den koopmans
zucht van zijn zoon, die voldaan had aan de leer
plicht, te beteugelen. Maar het bleek dat in tusschen
weer een nieuw wetsartikel was verschenen onder
den titel: „Rustdagbesluit voor transportarbeiders"
De nijvere jongeling had wel mogen venten met
Ysco of iets dergelijks maarniet op Zondag.
En dit draaide den heer Sch. het dasje om.
De heer ambtenaar gaf niet al te duidelijk zijn in
genomenheid te kennen met dit artikel en eischte
f 1 boete of 1 dag, doch de kantonrechter gebruik
makende van zijn bevoegdehid legde in dit prece
dent geen straf op.
Licht zal in deze duisternis ontstoken worden.
Zekere heer Jan W. te Alkmaar, die in den avond
van 16 October nog wel langs de Langestraat zou
hebben gefietst zonder licht, kwam den heeren
vertellen, dat zulks absoluut onjuist was Op het
politiebureau was tzijn lantaarn tip top in orde
bevonden. Aanhouding gelast tot volgende week.
Kun je nog eens terug komen bromde de heer kan
tonrechter niet zonder schadenfreude.
De beroemde Pettemer kermis heeft ondanks do
gemeente zelf is geliquideerd, nog dapper stand
kunnen houden en oefende in den nacht van 20
October een onweerstaanbare aantrekkingskracht
uit op den 24-jarige werkman Corn. B. uit Juliana
dorp en zijn te Schoorl wonende uitverkorene. Na
heerlijk van de diverse amusementen draaimolen,
als bestuurder. Dit gebeurde op den Boschweg langs
den Pettemerdijk, ter hoogte van den gezonken
Kruiser „Prince George" Hoewel Modder voldoende
naar rechts uithaalde, toen B. hem achterop reed
scheen Cornells nog meer ruimte noodig te hebben
en raakte hij den wagen krachtig van achter. De
schok was verschrikkelijk. Kroon vloogt als een
kaatsbal van de bok in het prikkeldraad langs den
weg en de jeugdige voerman geraakte tusschen
wagen en schichtig doorhollenden ket, zoodat hij
een eind werd medegesleurd.
Gelukkig bekwam niemand eenig beteekenend
letsel, ook niet de omgeslagen motorrijder. Deze
beschouwde zich echter als de lijdende partij en deed
aangifte. Evenwel sprong dat bommetje verkeerd en
verscheen hij dus heden zelf als verdachte. Hij deed
al direct de mededeeling, dat de dagvaarding niet
deugde en stelde den kantonrechter de vraag, wat
beschouwd werd als roekeloos rijden, waarop de kan
tonrechter welwillend antwoordde, dat hij dit wel
h°Nue kreeg hij dan ook volop gelegenheid om dien
aangaande zijn wetenschap te vergrooten en opdat
hij het geleerde niet zou vergeten, werd hij boven
dien veroordeeld tot f 20 boete of 29 dagen
De ambtenaar die nogal hoog in prijs is, had zelfs
f 40 of 40 dagen gerequireerd.
Een rustieke studentenmop.
De 20-jarige jongenheer Willem Z. een werkman
uit Limmen, die het blijkbaar niet overdruk had en
dus tijd kon vinden om in persoon voor den kan
tonrechter zijn opwachting te maken, had onlangs
in een uitbarsting van jeugdige levenslust de du
bieuze aardigheid ondernomen om een schilderhuisje
waar de rijks- en gemeentepolitie, noodig bij de
regeling van het verkeer door de werkzaamheden
aan den primairen weg. bij ongunstig weer dekking
zoekt, baldadig om te werpen. Voor dit grapje stond
Willem dan heden terecht en werd hij veroordeeld
tot f8 boete of 8 dagen. Het bleek, dat de boven
bedoelde schildersuisjes meermalen werden uitgeko
zen mikpunt van de geestigheid van de Limmer
spes Patriae, waaruit weer kon worden geconsta-
Een particuliere Vredesconferentie, die jammerlijk
in 't honderd liep.
Op Maandag 8 September begaf de heer Jan Sch.,
'n 41-jarig bollenkweeker uit Hoogkarspel, zich m
zijn eigen luxewagen vermoedelijk naar de bollen-
beurs te Haarlem en overkwam hem alstoen onder
de gemeente Limmen een ongeval, aangezien hij
in aanrijding- kwam met een vrachtauto, bestuurd
door den chauffeur J. P. van Til te Limmen die
den straatweg over stak om een zijweg in te slaan
De heer Sch. hoorde geen signaal en zag te laat
de uitgestoken richtingaanwijzer. Hij probeerde nog
vóór den auto weg te schieten, doch een botsing
volgde en waren om het maar populair uit te druk
ken de rapen gaar. Niettemin was de heer S„ die
misschien wel 'n klein beetje nattigheid gevoelde,
niet ongenegen de zaak in der minne te schikken,
de schuld op zich te nemen en zijn verzekering
aan te spreken voor de schade. De heeren begaven
zich naar brigadier de Koekkoek, ook 'n goeden
kennis van den bloembollen handelaar uit de Streek
alwaar de Vredespijp werd opgestoken, krijgsraad
belegd met het resultaat, dat indien de schade aan
de vrachtauto van den heer van Til werd voldaan,
de zaak verder geen strafrechterlijke gevolgen zou
hebben. En er zou ook werkelijk geen haan verder
naar gekraaid hebben, doch van Til kreeg maar
kans op f56 schadevergoeding, terwijl hij f76.05
meende te moeten vorderen, zoodat de geheele
minnelijke schikking totaal mislukte en het opge
maakte procesverbaal ambtenaar en kantonrechter
bereikte en de heer Sch. heden terecht moest
staan wegens overtreding Motor- en RijwielWet.
Hoewel de heer kantonrechter zich in casu niet
bepaald uitspraak, was het toch niet onduidelijk, dat
Z.Ed, met een dergelijke onderlinge regeling, waarbij
de verdere vervolging van een strafbaar feit afhan
kelijk werd gesteld aan het al of niet voldoen dei-
aangerichte schade en de rechterlijke autoriteit al-
zoo werd uitgeschakeld, geen genoegen kon nemen,
De kantonrechter verzuimde dan ook niet te doen
uitkomen, dat de strafbaarheid van het feit geen
verband hield met een eventueele schaderegeling,
waarop de heer Sch., die al te vast had gebouwd op
de mildheid zijner verzekering, werd veroordeeld tot
f 20 bete of 20 dagen hechtenis.
De Burgemeester blijft diligent.
De heer Burgemeester van limmen toont zich
bij herhaling een gemeentehoofd, dat zijn oogen
den kost geeft en blijft vooral niet in gebreke krach
tig mede te willen werken tot handhaving der
Motor- en Rijwielwet. Ook de chauffeur van een
vrachtauto, de 27-jarige Th. M. uit Oudorp, onder
vond deze activiteit, toen hij in den avond van
23 October door de gemeente Limmen reed en als
toen nummer en letter van den door hem bestuur
den vrachtauto aan de achterzijde onverlicht bleken
waarop proces verbaal werd opgemaakt en ver
oordeeling tot f3 boete of 3 dagen volgde.
Vervallende van de eene fout in de andere.
De 27-jarige monteur te Alkmaar, de heer Aloysius
R., reed op 28 November op het hobbelige stations
plein aldaar in een aftandschen wagen waarin een
met stomheid geslagen claxon, zoodat het hem
niet mogelijk bleek bij de spoorstraat zijn komst
door een signaal aan te kondigen. Hierover onder
en aangehouden kwamen nog leelijke apen uit den
mouw en kon de chauffeur rij- noch nummerbewijs
toonen. De kantonrechter sloeg vandaag dan ook
3 vliegen in één klap en veroordeelde den delinquent
tot f 6, f 3 en f 4 boete te vervangen door respect. 6,
3 en 4 dagen hechtenis.
Als Stafkoerier bij het
Roode Leger
De schrijver van dit artikel is een Rus
van Duitsche afkomstig, die bij het be
gin der Russische revolutie een tijdlang
in het roode leger gediend heeft.
Bij het begin der revolutie trachtte ik naar
Perzië te vluchten, doch te Tiflis was ik zoo onge
lukkig, in handen te vallen van ambtenaren van
het roode leger. Het was mij te goed bekend, hoe
menschen van mijn politieke richting behandeld
werden, vooral als men dan nog van adel is; ik
kon dus niet anders doen dan huilen met de
wolven in het bosch en meldde mij bij hen aan als
vrijwilliger voor het roode leger, waarvoor ik echter
nooit de minste sympathie heb gevoeld.
Het was nog een opluchting voor mij, dat ik geen
uniform behoefde te dragen; slechts een rooden
band om den arm onderscheidt de soldaten van
het roode leger van de overige leden der bevolking.
Uniformen werden alleen gedragen door leden van
de Tsjeka en van de daarvoor in de plaats getreden
G.P.U. en dan waren het er nog uniformen naar.
Het roode leger werd aangevoerd door zekeren
Henschel, een voormalig Pruisisch luitenant, die in
het uitvoeren van zijn bevelen werd bijgestaan door
een aantal militairen, die vroeger aan het front
geweest waren. Er waren slechts enkele officieren
onder. De soldaten van het roode leger waren voor
de grootste helft analfabeten.
Onder die omstandigheden was het geen wonder,
dat ik tot stafkoerier werd benoemd. Als zoodanig
kreeg ik een paard ter beschikking, omdat ik dan
sneller de bevelen over kon brengen. Dit geschiedde
op twee manieren. Men had om te beginnen de z.g.
seriebrieven, die binnen een kwartier moesten wor
den bezorgd en verzegeld waren met een groot lak.
Een andere soort heette: streng geheime bevelen;
deze konden geen kwartier wachten, Doch moesten
onmiddellijk overgebracht worden
Op zekeren dag moest ik zoo n streng geheim
bevel overbrengen. Ik stak de enveloppe als gewoon
lijk in mijn zadeltasch en ging op weg. Op imjn
plaats van bestemming aangekomen, bleken echter
tot mijn ontzetting de riemen van mijn zadeltasch
gescheurd te zijn. De tasch hing er nog zoowat
aan en gelukkig zat de brief er nog in. Ik gaf hem
aan den geadresseerde, een officier van het roode
le,Deze keek mij eenigen tijd strak aan en nam mij
van hoofd tot voeten op. Het was mij alsof mijn
hart ophield te kloppen, want ik had misschien wel
honderd maal aan anderen gezien, wat zulke blikken
in de praktijk te beteekenen hebben. De officier
draaide den brief in zijn handen om en floot tus
schen zijn tanden. Hij zei echter geen woord. Ver
volgens ging hij naar buiten en kwam terug met
twee soldaten, die links en rechts van mij gingen
StaHeeft het zegel van den brief verbroken. U weet,
dat verraad met den dood gestraft wordt."
Ik toonde men zadeltasch en verontschuldigde mij
door slechts de waarheid te vertellen. Hij glimlachte
echter ironisch.
Die riemen kunt U wel opzettelijk beschadigd
hebben om uw onschuld aannemelijk te maken. Ik
verklaar U hierbij tot gevangene. Het spijt mij.
Ik werd door de twee soldaten weggevoerd naar de
gevangenis, een keldergewelf, dat aan catacomben
deed denken. Er waren reeds een tweehonderd ge
vangenen aanwezig, allen mannen, die voor. het
grootste deel tot de betere standen behoorden. Het
eerste, wat mij opviel, was dat deze menschen komi
sche gesprekken voerden. Daar begreep ik niets
van. Ik knoopte met eenigen hunner een gesprek
aan en hoorde zoodoende, dat zij gijzelaars waren,
die tot een bepaalden datum in hechtenis gehouden
moesten worden. Daardoor wilde men hun familie
leden dwingen tot het betalen van een ongehoorden
10 De1"'meeste gevangenen wisten, dat hun familie
de voor hen gevraagde som met geen mogelijkheid
elkaar konden brengen en dan wisten zij tevens,
dat de officieren van het roode leger door niets
ter wereld konden worden bewogen tot het matigen
van hun eischen. Er volgde onverbiddelijk een
terechtstelling. Toch bleven zij dag en nacht hopen
op uitkomst. Doch op den achtergrond van hun
gedachten stond onophoudelijk het schrikbeeld van
den dood, dien zij wel niet zouden kunnen ontloo-
pen Enkelen werden er bijna krankzinnig van. An
deren spraken over volmaakt onverschillige dingen
en handelden alsof zij thuis bij den warmen haard
zaten en geen levensgevaar te duchten hadden.
Na twee dagen kwam de officier, die mij gevan
gen had laten nemen, bij mij en deelde mij mee,
dat ik vrij was. „Wij hebben geen geloof kunnen
hechten aan uw mededeeling, dat de riemen van uw
zadeltasch vanzelf gescheurd zijm Het is echter
gebleken, dat de betrokken brief geen streng geheim
bevatte. Daarom is uw overtreding minder ernstig
een fcunt U zich bij uw eigen compagnie melden voor
uw straf."
Inderdaad kwam ik er af met drie dagen arrest.
Nu is dat nog erg genoeg, want arrest beteekent in
het roode leger onafgebroken werken zonder nacht
rust. En het valt niet mee, twee en zeventig uur in
het zadel te zitten. Toen mijn strafdienst achter den
rug was, viel ik dan ook van uitputting van mijn
paard en viel dadelijk op den grond in slaap. Men
heeft mij moeten wegdragen en het heeft eenigen
tijd geduurd, voordat ik weer dienst kon doen.
Mijn eerste boodschap gold weer dezelfde plaats,
waar ik gevangen had gezeten en denzelfden offi
cier. Ik had een nieuwen zadeltasch gekregen en was
zoo voorzichtig mogelijk, om geen aanleiding te ge
ven tot nieuwe klachten. Op mijn plaats van be
stemming aangekomen, hoorde ik, dat de betrokken
officier naar de naastbijliggende stad vertrokken
was voor een terechtstelling. Hij was juist weg
en als ik snel reed, zou ik hem nog met gemak
kunnen inhalen.
Ik gaf dus mijn paard de sporen en zag na
eenigen tijd in de verte twee vrachtwagens. Nader
bij gekomen ik was er toen een honderd meter
van verwijderd zag ik, dat zij waren volgepakt
met geheel naakte menschen. De wagens reden
voort over den landweg omgeven door kozakken ter
bewaking. Ik zal nooit dit schouwspel vergeten van
die arme menschen, die den dood voor oogen hadden
en voor wie een vlucht absoluut buitengesloten was.
Hun handen waren bovendien op den rug samen
gebonden.
Plotseling begon een oude man met een grijze
baard als een gewond dier te huilen. Anderen stem
den met hem in en er steeg een gebrul op, .dat
aan een helschce marteling deed denken. Doch al
gauw kwamen enkele kozakken naar de wagen toe
en sloegen de menscheen met hun karwatsen op de
bloote lichamen. Het werd dadelijk doodstil; men
hoorde hier en daar nog slechts een zwak gekreun.
Eenigen tijd later begon een der gevangenen te
bidden; de meesten baden mee. Slechts de kozak
ken hoorden hen, want in de straten was geen
mensch te zien. Alle winkels waren gesloten en wa,ar
men rolluiken voor de vensters had, waren deze
neergelaten. Want het is niet goed, zoo'n optocht
medelijdend na te zien. De kogels der kozakken vlie
gen soms in vreemde richtingen.
Plotseling moesten de wagens stilhouden. Zij
waren tamelijk hoog en de eerste gevangene, die er
af moest springen, deinsde hiervoor terug met het
oog op zijn gebonden handen. Een slag met een
geweerkolf deed hem van den wagen tuimelen.
Langs den weg zag men graven, die ongeveer een
meter diep waren. De gevangenen moesten voor hun
eigen graf neerknielen. Enkelen trachten nog op
het laatste oogenblik in wanhoop te vluchten; deze
werden echter door de kozakken met geweerkolven
neergeslagen De anderen, die berustend voor hun
graf neerknielden,, werden doodgeschoten of met
dolken doodgestoken
Tenslotte waren allé slachtoffers gedood. Er waren
er enkele onder, die ik in de gevangenis had leeren
kennen en ik huiverde bij de gedachte, hoe licht mij
eenzelfde lot had kunnen treffen. Doch Ik moest
nu mijn boodschap overbrengen. De soldaten be
groeven de lijken en de officier stond er bij, alsof
er niets gebeurd was en rookte een sigaret. Ik ging
naar hem toe en hij reikte mij de hand. Ik voelde
mij medeplichtig aan de terechtstelling, toen Tk zijn
handdruk beantwoordde.
Later trachtte ik te eten. Doch ruim een etmaal
lang was mij dat onmogelijk. De geyangenschap,
de drie etmalen te paard en de terechtstelling had
den mij gebroken. Doch één ding stond bij mij vast:
Ik zou mijn betrekkingen met het roode leger
verbreken en ontvluchten, zoodra mij daartoe de
gelegenheid werd geboden.
In verband met dit besluit vroeg ik na mijn terug
keer eenige dagen verlof. En spoediger, dan ik het
had kunnen vermoeden, kwam mijn kans. Op een
klein station vond ik een transport Duitsche ge
vangenen en voegde mij bij hen. Dit ging zooveel
te gemakkelijker, omdat mijn naam een Duitschen
klank heeft en ik de Duitsche taal ook goed machtig
ben. Een maand daarna trok ik eindelijk over de
Russische grens. Ik was vrij!
(Nadruk verboden).