fl ^Abdijsiroop Bestrijdt toch die Bronchitis! De Schooljaren van Prinses Juliana Voor onze Lezeressen Als elk (aar opnieuw een bronchitis U komt waarschuwen dat het koude jaar getij is ingetreden, waarom dan geen Abdijsiroop genomen Menschen met sedert jaren telkens terugkeerende bronchitis vonden daarbij baat. Abdijsiroop is weten schappelijk samengesteld, verwijdert de taaie met ziektekiemen bezoedelde slijm en helpt Uw ademhalingsorganen. Sedert menschen-heugenis geprezen bij pijnlijk en veelvuldig hoesten, Bronchitis, vastzitten de kou. Kinkhoest, Influenza, Asthma. „Voor do Borst Alom verkrijgbaar. Prijs PI. 1.50, Fl. 2.75. Fl. 4.50 Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons (60 cl). Dan bespoedigt Ge Uw genezing. ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop UIT DE SCHOOL GEKLAPT. De „Haagsche Post", de onmisbare „Haagsche Post" zouden wij bijna zeggen, onmisbaar om haar rijken inhoud, heeft de onderwijzeres van Prinses Juliana bereid gevonden enkele bijzonderheden om trent de schooljaren van de jonge prinses mede te deelen. Wat de „Haagsche Post" vertelt is het volgende: Meedogenloos plaste de regen neer op dien som beren herfstdag, bestemd voor de onthulling van het Llghart-monument in het Zuiderpark te 's-Graven- hage. Dat weerhield Prinses Juliana niet bij de plechtigheid tegenwoordig te zijn. Feitelijk gold het hier een bijeenkomst van Ligthart's vrienden en daartoe mag prinses Juliana worden gerekend. Wist men wel, dat prinses Juliana het gewone lager on derwijs, dat alle Nederlandsche kinderen krijgen, heeft gehad volgens de methode Ligthart? Toen voor de prinses de leerplichtige leeftijd naderde raad pleegde onze Koningin dien grooten Nederlandschen opvoedkundige en op een morgen wandelde ze zelfs alle klassen van de school ln deTullinghstraat te 's-Gravenhage door om Lighart's methode in de praktijd te zien. Met het gevolg, dat deze methode voor het onderwijs van onze prinses werd gekozen. De onthulling van het Ot- en Sien-monument was voor mij aanleiding een der dames, die een tijdlang met het onderwijs onzer prinses belast is geweest op te zoeken. Tot mijn vreugde verklaarde zij zich be reid een en ander te vegrtellen uit de „heerlijke ja ren", zooals zij zich uitdrukte, toen ze Hare Konink lijke Hoogheid eiken dag enkele uren onder haar hoede had.Wij hadden het natuurlijk onmiddellijk over de eere-promotie. „Die eere-promotie! Daarover zal de bescheiden Juliana wel het meest verbaasd zijn geweest, want in eschceidenheid liet ze zich destijds moeilijk over treffen". Weer zie ik haar beeld voor mij. mij ver baasd aanziend, als wilde ze vragen: „Waarmee heb ik d^t nou eigenijlk verdiend?" Werkelijk, zoo was zij. Heel anders dan t-hemaninthestreet van een vorstenkind veronderstelt. Ze kon boos en ver drietig worden wanneer bij het uitgaan van het schooltje, dat volkomen volgens de regelen der wet ln een vertrek van het paleis in het Noordeinde te 's-Gravenhage was ingericht, iemand haar eenigen voorrang wilde geven. Uit den aard der zaak wilde men, wanneer voor de prinses en mij een auto en voor de andere kinderen een hofkoets wachctte, haar het eerst bij het aankleeden behulpzaam zijn. Maar daarvan wilde Juliana niets weten: eerst moesten de vriendinnen worden geholpen. Waren allen-gekleed en gereed dan leek het wel of een volière werd open gezet.zoo dartel vloog het jonge volkje naar bui ten. Ze gedroegen zich dus wel als echte schoolkin deren, maar ze maakten ook dezelfde ervaringen mee. Zooals gezegd was het schooltje in het Noord einde geheel volgens de regelen van de wet op het Lager Onderwijs ingericht en hetzelfde gold voor het leslokaal op Het Loo. Juliana zat er op een gewone schoolbank te staren op een zwart bord en gewone schoolplaten. Natuurlijk kreeg ze ook cijfers en rap porten net als elk ander kind en net als elk ander kind liep ze met die rapporten naar haar ouders want.ze mochten worden gezien. Ze had ook de zelfde schooluren. Was het soms noodig dat ze de Koningin bij eenig officieel bezoek vergezelde dan werden de verzuimde schooluren ingehoald en nog wel op den middak waarop andere kinderen vrij wa ren. Maar om op haar bescheidenheid terug te ko men. Wie haar bejegende eenvoudig als de elfjarige Julinana, en niet als de dochter van Koningin Wil- helmina, had haar spoedig voor zich gewonnen. Van neertbuigende vriendelijkheid was geen sprake! De Jovialiteit van Arnold Spoel stond haar bijzonder aan. Hoe lief was ze niet steeds voor haar lakei Rotteveel. Natuurlijk namm hij alle égards ln acht, maar ook daarvoor geldt, dat de toon de muziek maakt", aldus vertelde mij haar oud-onderwijzeres. Zij vervolgde: „BH de opvoeding van de prinses deed zich een moeilijkheid voor, die soms ook in gezinnen, die tot gewone burgerkringen behooren, doet gevoelen, nl het feit, dat Julinana eenlg kind was. De moeilijk heid was hier tweemaal zoo groot, daar het hier een vorstenkind betrof. Andere kinderen vinden volop gelegenheid tot geregelden omgang met makkertjes van hun eigen leeftijd, zij vinden allerlei bescheiden pretjes, als b.v. een tramtochtje al oplevert. Voor een prinses ls dat alles geheel anders. Zeker, de Koning in liet haar dochter niet in eenzelvigheid voortle- ven, verre van dat. Maar wanneer, zooals b.v. op Het Loo wel gebeurde, een sneeuw-ballen-bombardement was afgeloopen, of het kinderbezoek het paleis had verlaten, deed zichc toch de vraag voor: Wat nu? In de auto rondtoeren was een der voornaamste uit gangetjes. Ik geef toe, dat het tot op zekere hoogte i benijdenswaard is om autotochtjes te kunnen ma- 1 ken, maar wanneer we samen in den omtrek van de 1 residentie reden, kreeg ik wel eens te hooren: „Het 1 moet in zoo een tram toch ook wel leuk zijn!" Een dergelijk volkomen begrijpelijk, kinderverlangen deelde ik dan wel eens mee aan freule Louise van de Poll, Juliana's speciale hofdame, die met onuit sprekelijke liefde en met onuitputtelijk geduld en kèdrigeri tacct steeds alles ln het werk stelde om aan de wenschen van de prinses tegemoet te komen, maar een tramritje was voor de prinses toch niet weggelegd. Om de doodeenvoudige reden, dat het hoogst-welopgevoede Nederlandsche publiek zoo iets onmogelijk maakte. Welke bezwaren tegen het tram ritje bestonden zult u begrijpen als u bedenkt hoe het de koningin verging toen ze, kort voor 'de ge boorte van Juliana, af en toe een kort wandelingetje naar de Koningin-moeder ondernam. Om dezelfde reden waren ook andere genogens onbereikbaar voor de prinses. Eens vertoefden we op het Loo," toen het kermis was in Apeldoorn. Op onze vaak urenlange, zwerftochten zorgde de wind er wel voor, dat het kermisgeroezemoes, vage orgeltonen, tot onze ooren doordrongen. Juliana wilde weten, wat die geruchten hadden te beteekenen. Natuurlijk vertelde ik het haar. Ik hing haar een tafereel op van draaimolens en spullebazen en van alles was een kermis inhoudt. Dat wilde ze ook wel eens zien. Konden we geen boodschap doen bij Rot? Rot was onze Apeldoornsche leverancier van schoolbehoeften. Hadden we iets noodig, dan togen Juliana en ik er heen, een lakei in politiek op eenigen afstand achter ons. rSoms verliep onze tocht onopgemerkt, maa kreeg men ons in de gaten, dan hadden we dadelijk een sliet menschen achterc ons en was de pret van het boodschappen doen edorven. En nu wilde de prinses naar Rot om meteen even een kijkje op de kermis te nemen. Ik moest haar teleurstellen en leg de uit, dat dit onmogelijk ging, maar zeide.dat de kermis wel bij haar zou komen. Verbaasd keken haar lieve oogen mij aan. Zou dat mogelijk zijn? Ik verzekerde haar van wel. Dien avond had ik geen dienst. Na in mijn kamer te hebben gedineerd, trok ik er dadelijk op uit, naar het dorp en naar de ker mis. Daar ging ik de kramen langs en kocht alles wat noodig was om den volgenden morgen de ker mis in onze leerkomer te kunnen brengen. Be pakt en beladen met ballons en ander aardigheden aanvaardde ik den terugtocht. De volgenden morgen vond prinses Juliana alles, wat er maar aan kermis- aardigheden denkbaar was, in de leerkamer. In alle hoeken flapperden de keurige ballons. Opgetogen over deze en andere kermis-heerlijkheden begon ze de les. Natuurlijk moesten moeder en vader alles in oogenschouw komen nemen. Freule van de Poll, die de prinses des morgens naar de leskamer placht te brengen had de Koningin reeds verteld, wat er aan de hand was. lijk had ik met haar over mijn plannen gesproken. Toen echter verloofde ik mij, voórloopig in stilte. ziet, daar begon de prinses op een dag weer over mijn toekomstig Indisch verblijf. Ik kon het niet over mij verkrijgen, haar om den tuin te leiden. Dus vertelde ik, dat mijn leven een geheel andere rich ting zou krijgen, dan ik vroeger gedacht had. En ik vertrouwde haar de bijzonderheden toe met het ver ziek voorloopig nog „mondje dicht" te houden. Ze beloofde er met niemand over te zullen spreken. En die belofte heeft ze gehouden. Toen het feit een maal officieel bekend was, kwam de Koningin mij op een avond in mijn zitkamer geluk wenscheen, innig-lief, oprecht hartelijk, zooals zij altijd vrien delijk met mij meelefde en kleine verlangens be greep. Een staaltje: mijn aanstaande man kwam als re gel om de veertien dagen van des Zaterdagsmiddags tot Zondagsavonds naar Apeldoorn. Op een Maan dagochtend, toen ik hem al lang en breed weer in Den Haag waande, liep ik met Juliana de Loolaan af om een boodschcap te gaan doen bij Rot. Daar ko men we mijn verloofde tegen.. Natuurlijk werd maar een vluchtige groet in het voorbijgaan gewis seld, maar Juliana wist nu van zijn aanwezigheid. Blijkbaar klapte ze tijdens het noenmaal, want toen ik in mijn zitkamer was, werd er getikt en verscheen De lof van de Koningin en den Prins maakte mij verlegen, zooals trouwens altijd wanneer ze aan het prijzen gingen. Van het eerste oogenblik af had ik begrepen, wat ik dit jonge leven moest brengen. De prinses moest eens kunnen ravotten en stoeien; nu en dan lag ik dan ook op den grond en liet haar paardje rijden. Of ik bracht een zak knikkers mee en daar gingen we dan samen om vechten. Tegen St. Nicolaas, waneer het Hof gewoonlijk in de resi dentie vertoeft, vonden Juliana en haar lesgenooten af en toe eens een marsepeinen poppetje in een ver borgen hoekje van haar schoolbank verstopt. Dan was de prinses, die met de St. Nicolaas natuurlijk flink werd bedacht, den koning te rijk met die klei nigheid. Nog een trekje om te toonen, hoe blij ze met een kleinigheid kon zijn. Bij mij thuis in Den Haag hadden we een kanarie, die af en toe op een suikerklontje werd onthaald. Kon ik er ergens een veroveren, dan werd het in een papiertje gewikkeld en in mijn tasch gestopt. Op een keer gebeurt het dat ik de bewuste tasch in de leerkamer onder het bereik van de prinses laat zwerven. Terwijl ik bezig ben iets op het bord te schrijven, krijg ik in de gaten dat mijn schat ontdekingen had gedaan. Wat ik met dat klontje moet doen, wilde zij weten. „Dat is voor een vogeltje thuis", vertel ik haar. Maar meteen ves tig ik haar aandacht weer op het werk, hetgeen nim mer veel moeite kostte, want Juliana was zeer leer gierig. Ze verdiept zich weer in haar taak, ik schrijf weer op het schoolbord ineens hoor ik tjilpen „Piep., piep-piep!" Het vogeltje wilde blijkbaar een klontje hebben. Ik deed evenwel of ie niets van haar kinderlijke pret begreep, keek eerst het werk eens na en toen bleek, dat het goed was, kreeg ze het klontje. Toen had u haar lieve toetje moeten zien! Met een glunder gezicht zat ze te knabbelen. De fijn ste bonbon had haar niet zoo lekker kunnen sma ken. Of ze vlot leerde? Ja, dat ging best, in geen geval minder dan een van de andere kinderen. Vooral ge schiedenis en letterkunde trokken haar aan. Ze was heel romantisch aangelegd en op onze tochcten op het domein rondom Het Loo, waar denatuur nog zoo heerlijk ongerpt is, moest ik altijd verhalen doen, lange verhalen, die nog niet uit waren als de wande ling beëindigd was en die dan soms pas dagen later konden worden, vervolgd. Veluwsche legenden hoorde ze graag, maar ook dieren, planten en bloemen had den haar hart. Verzen voorlezen behoorde eveneens tot haar liefhebberijen en., dat deed ze goed. Dat heeft ze wel bewezen, toen Willem Rooyaards eens wegens ziekte plotseling verhinder was een festijn, dat de Koningin in Den Haag wilde geven, luister bij te zetten. Toen viel de prinses als zijn plaatsver vangster in, zeer tot genoegen van de gasten. Dat getuigt wel van het kunnen en ook van durf. - Nog een karaktertrek van beteekenis. Dillem de Zwijger is de door Juliana hoog-vereerde voorvader. Maar zelf kan ze ook zwijgen. Daarvan kreeg ig het be wijs in een voor mij zeer belangrijke periode van mijn leven. Ik had n.l. het voornemen om, wanneer mijn taak bij de prinses geëindigd zou zijn, naar In- dië terug te keeren, waar ik geboren en. Herhaalde- Juliana aan den am van Freule van de Poll om mij namens de Koningin mee te deelen, dat Hare Maje steit mij gaarne in de gelegenheid wilde stellen dien middag vrij te nemen Het kostte mij moeite afscheid te nemen van de Prinses en ik vertrok niet, dan nadat juffrouw Oos- terlee haar studies had voltooid en gereed was mij op te volgen. „Ik dank u hartelijk voor alles, niet het minst de vroolijkheid, die u ons kind heeft bijge- bacht", zeide de Koningin bij het afscheid. Daarmee eindigde een tijd, die voor mij steeds een lichtplek in mijn leven zal blijven. Af en toe, als er aanlei ding is, met jaardagen of Nieuwjaar, schrijft de Prinses mij nog een hartelijken brief. Die correspon dentie is langzamerhand een heel stapeltje geworden Steeds schrijft ze even blij en opgetogen.. Vooral als haar Grootmoeder op bezoek komt.. Dat moet u gezien heben die twee! Of waneer ze vertelt van haar ritjes met haar moeder naar buiten door de lenteweelde der ontluikende natuur, als ze het heeft over de radio, die ze als verjaarsgeschenk kreeg of als ze met haar moeder naar Noorwegen gaat en op een ansicht met potlood, evenals ieder ander zou doen, enkele indrukken neerkrabbelt, die mij weer volkomen in de sfeer van haar jeugdleven plaatsen. Die brieven vormen voor mij eij heel kostbaar bezit, maar.voor publicatie zijn ze niet bestemd. WAT ETEN WIJ DEZE WEEK. Zondag: Groentensoep. Kalfslapjes, doperwten, aardappelen. Chocoladepudding in vanille saus. Maandag: Warme vleeschpudding. Capucyners met speksaus, aardappelen. Watergruwel. Dinsdag: Runderlapjes. Roode kool, aardappelen. Appelmoes. Woensdag: Varkensfricandeau. Stamppot van zuurkool. Watergruwel. Donderdag: Koud vleesch. Snijboonen met witte boonen Griesmeel met pruimen. Vrijdag: Witte boonensoep. Bieten sla met gebakken aardappelen. Dikke koek met stroepsaus. Zaterdag: Gehakt. Knolraap, aardappelen. Havermmoutpap. Stroopsaus. Halve liter melk. 200 gram stroop. 50 gram boter. 35 gram bloem. Van boter, bloem en meel een sausje maken, dit 5 minuten doorkóken en daarna de stroop erdoor roeren. Verdere moeilijkheden geeft dit menu niet. ONS BEBYHOEKJE. De verzorging van onze kleinsten. Bij de verzorging der zuigelingen komt het vooral aan op doelmatige voeding, matige harding en groote zindelijkheid. De verzorging der huid is op geen anderen leeftijd zoo belangrijk als juist in de eerste weken na de geboorte. Ook bij slechte wo- ningtoestanden moet er daarom nauwkeurig op gelet worden, dat het pasgeboren kind minstens eens per dag een warm bad krijgt met een temperatuur van 37 graden Celsius. Wanneer de arts het nuttig oor deelt, kan men daarnaast koude afwasschingen ge ven, die echter nooit kouder mogen zijn dan 20 graden Celsius. Na het afdrogen moet een nauw keurige nabehandeling der huid worden toegepast, omdat een zuigeling praktisch nooit gespaard blijft voor dergelijke huidziekten, die kunnen varieeren van een onschadelijke roodheid tot het meest kwaadaardige eczeem. Deze nabehandeling bestond tot dusver uit poe deren, doch deze oude methode is na langdurige waarnemingenaangevallen door Dr. W. Bayer, assis tent) aan de universiteitskliniek te Berlijn, die althans voor de eerste weken deze methode ondeug delijk acht, omdat dan de huid nog niet zoo func- tionneert als later, terwijl ook de talkklieren der huid zich nog niet voldoende ontwikkeld hebben. In de universiteitskliniek trof men uit den aard der soep en nemen 5 ons runderpoulet met 2 Liter In de universiteitSKiimeK rroijmeniwo««uu» water, laten dit trekken.en houden het soepvleesch zaak dej.rootstSa met VI, D.L. bouillon achter voor de vleeschudding van Maandag, waarvoor we verder noodig hebben: 100 gram oud brood zonder korst. 50 gram boter. 2 eieren. 1 uitje. 1 eetleppel fijngehakte peterselie, peper, noot en paneermeel. de kinderen onmiddellijk verschoond worden (zes a zevenmaal per dag) en na elk bad ruim gepoederd werden. Toch kreeg ongeveer een vierde der kinde- ren ommstreeks den 14en of 15en dag last van ont- steking, die wel meestal onschuldig van aard was, doch in enkeel gevallen ook zeer ernstig bleek te zijn. aNalataigheid der verpleegsters bleek niet de oorzaak te zijn, zoodat dr. Bayer de oorzaak ging zoeken in het poeder, nplaats van poeder liet hij toen eenigen tijd een goede zalf aanwenden bij een aantal zuigelingen, terwijl men voor de overige kin deren de oude methode bleef volgen. Hierbij bleek dat in de eerste weken zalven en geneeskundige Vleesch en uitje fijn hakken. Boter smelten. Brood weeken en daarna uitknijen, eierdooiers, bouillon bijvoegen, vleesch, uitje, peterselie, boter, noot en peper, *en alles goed dooreen mengen. Eiwit stijf - kloppen en door de vleeschmassa. Warme pudding vorm inwrijven met boter of slaolie en met paneer- h „iin dan Doeder omdat zü beter ge- meel bestrooien en daar het vleesch in overbrengen, cremes beter zijn üan poeaeromaai zy wjw* g vorm sluiten en minstens ander half uur in een i schikt zijn voor de nog niet geheel ontwikkelde huid. pan met kokend water koken, zorgen, dat het water Het geheim van een goede zuigelingenverzorging onder den rand van de puddingvormdeksel blijft; ligt tenslotte in vele kleinigheden, die elk op zich- zoo noodig later bijvullen. Heeft men geen pudding- beschouwd vanzelf spreken, doch die men toch Sen m6n 6611 PaM1 ge" I moet aanleeren wil men geen fouten en nalatigheden begaan. Ooeveel van die kleinigheden komen alleen Watergruwel koken we voor twee dagen (Maandag bjj het bad al te pas. Het kind moet zoo veilig mo- en Woensdag). Oudejaarsdag, geeft ons .allicht meer drukte, door dat we toch graag zelf onze versnaperingen voor 's avonds maken. Stamppot van zuurkool is daarom gemakkelijk en de toespijs geeft geen extra werk, alleen denken we eraan de witte boonen van Don derdag in de week te zetten en nemen dan tegelijk wat meer met het oog op de boonensoep voor Vrij dag. De bbonen eerst goed wasschen, daarna in een pan met ruim water wegzetten en" in hetzelfde water worden de boonen den volgenden dag gekookt. Zout wordt toegevoegd als de boonen bijna gaar zijn. We gebruiken voor de watergruwel: 2»/» ons parelgort, 2'/s Liter water, half ons bessen sap, 150 gram suiker (basterd), 150 gram krenten en rozijnen of 100 rozijnen en 100 gram gedrogde abri kozen. Gort wasschen. opzetten met 't kokende water en zachtjes 2 uur koken. Daarna bessensap, suiker en vruchten toevoegen en nog een half uur na koken tot de soep dik en gebonden is. Ons magere of vegetarisch menu geeft ons bie tensla, waarvoor we bieten, een paar zure appelen en een uitje aan kleine blokjes hakken en gele an dijvie of krulandijvie fijn snijden en het geheel met olie, azijn goed dooreen mengen, desgewenscht een paar hard gekookte eieren er doorheen. De dikke koek geeft ons met of zonder stroopsaus een voedzaam nagerecht. 4 ons tarwebloem. 30 gram gist. 2 eieren. Ongeveer 3 en een halve D.L. melk. 200 gram sun-maid rozijnen. 30 gram suiker. 60 gram boter. Iets zout. Bloem in een kom; in het midden de gist met een deel van de lauwe melk; boter smelten; eieren met de overige melk en de suiker kloppen, boter bijvoe gen. Van het midden uit de bloem met de melk en gist beginnen te vermengen, zout toevoegen en alles met een houten lepel flink kloppen tot een mooi gelijk beslag is gekregen, daarna de rozijnen er goed doormmengen en het geheel minstens één uur op een warm plaatsje laten rijzen. Boter in een eijzeren pannetje laten smelten, het beslag er in gieten en half uur heel zachtjes bakken, daarna uit de pan op een deksel glijden, weer boter in de pan en de andere kant mooi bruin laten wor den. gelijk liggen op den arm, dat het ook door toevalli ge gebeurtenissen geen gevaar loopt in het water te schieten. Het omdraaien van het lichaampje ver- eischt groote handigheid, omdat het kind anders water in neus, mond en ooren krijgt. Verder kan men het kind niet willekeurig behandelen, want om van het bad het meeste profijt te trekken, moet men systematisch te werk gaan. Zoo mag het gezichtje nooit gewasschen worden met water ui tide badkuip omdat daardoor zeer licht ziektekiemen kunnen worden overgebracht. Naast de badkuip staat dus een afzonderlijk kommetje water voor het gezicht; hiervoor wrodt aok een afzonderlijke haddoek ge bruikt. Verder moet het reinigen van het geheele li chaam voorafgaan aan het reinigen van het gezicht Tegen deze regel wordt nog dikwijls gezondigd. Verder mag het bad niet langer dan vijf minuten du ren. Men dient bijzondere aandacht te besteden aan de huidplooien, vooral de liezen, oksels, hals en dijen moeten worden nagekeken. Men mag het kind ook niet afdrogen, zooals men dat bij een volwassen gewoon is. De haddoek mag niet over het lichaampje heen en weer gewreven worden. Men bedekt het met de handdoek en bet het droog. Wrijven is altijd verkeerd. Hoe Zorgvuldig men het kind ook behandeld, men mag nooit vervallen in angstvallige overdrevenheid. Vele moeders willen meer doen dan noodig is. Zij houden het kind angstvallig buiten alle tocht en geven het een te warme kruik. Daarmee bewijzen ze het geen dienst, want voldoende - niet overdreven harding, licht en lucht zijn noodzakelijk voor een kind, anders blijft het zijn heele leven zwak en teer. Ook bij minder goed weer komt het kind even in de buitenlucht, al is het nog zoo kort. Natuurlijk: moet het op het weer gekleed zijn en wachct men bij voorkeur tot het even droog is. Deze maatregel blijft alleen achcterwege als het kind iets scheelt Tenslotte moet de zuigeling voldoende rust heb ben, want drukte om het kind heen veroorzaakt op later leeftijd zenuwachtigheid, waarvan men het slechts met zeer veel moeite kan bevrijden, door een ingewikkelde voedingsmethode. (Nadruk verboden.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 4