Zegenwensch van Thomasvaer en Pieternel Afgeluisterd door Kreiis lingen zal vaststellen over het visschen met den hengel. De heer Molenaar stelt! voor om, als de vis- schers daardoor schade lijden, dat B. en "WI hier zullen ingrijpen en eens een onderzoek ih te stellen of de schade wel zoó groot is. Een motie van de af deelingen van de Holl. Mij- van Landbouw in Noordholland gericht aan regeering en volksvertegenwoordiging. De rekening van den keuringsdienst voor wa ren. Voor kennisgeving aan te nemen. Omreden de raad nooit iets zag o.a. rekening of verslag is indertijd besloten afwijzend te be schikken. AAangenomen voorstel B. en W. Een verzoek van de federatie N. H. Noorden der Noordh. vereeniging tot afschaffing van al coholhoudende dranken over 1931' wederom een sucsidie toe te kennen. Voor kennisgeving aan te nemen. ff Een proces verbaal van de opneming van kas en boeken van den gemeente ontvanger en van t het tuinbouwbedrijf. Een besluit van Ged. Staten tot verdaging van hun beslissing omtrent het raadsbesluit van 23 October jl. tot opheffing van de o. 1. school te Schoorldam. :Wat betreft het onderzoek naar den aanleg der kosten van de electrische lichtleiding voor de noodzakelijke lichtpunten in de gemeentewoningen deelen B. en W\. mede dat deze kosten in totaal zijn geraamd op ongeveer f400. OOp een vraag, gesteld door den heer Slot, deelt de voorz. mede, dat B. en W. besloten heb ben inzake vergoeding aanleg lichtleiding, geen advies te geven. De heer Slot zegt/ dat B. en "W. er wel een beetje gemakkelijk afkomen. (Wieth de Groot zet zijn standpunt duidelijk uiteen en zegt dat zijn stem afwijzend hierop zal beslissen. De heer Molenaar had niet gedacht dat het tot een zoo groot bedrag zou komen. Stelt daar na voor de helft voor gemeenterekening te nemen D,e voorz. wilde een zeker bedrag per licht punt gever. "Weth. Swan vondt het onbillijk, 'dat de huurders alle kosten hebben betaald. [Weth. de Groot zegt dat de huurders het zelf hebben aangelegd en wisten dat ze het dan zelf moesten betalen en hun eigen wil gedaan hebben. Daarna wordt over het voorstel van Swan en Slot gestemd om alles te vergoeden. Wordt ver worpen met 4 stemmen tegen en '3'voor. Ook het voorstel van de heeren Molenaar en Nannes om de helft te vergoeden wordt afgewezen. Even eens met 4 stemmen tegen en drie voor. aL B. en W. vragen den raad machtiging om op 'nader te bepalen voorwaarden op te leggen aan 'n *en huurder van het Noorder Besseventje een han<bt°r te plaatsen op dit stuk bouwland en hier den \or een bedrag beschikbaar te stellen van f250 schajlfadat de heeren raadsleden hierover hun oor- De hadden uitgesproken, wordt daarna het voor- Noord F$an en aangenomen, vorst ür'orstel in zake verdere vernieuwing dienst- Dockidingen. hebbe3verg€niroms{;ig het, advies van de gascommis LepeiL9stellen B. en Wi. voor, nogmaals uit het re servefonds van het gasbedrijf f3000 beschikbaar te stellen voor het Verdere vernieuwen der dienst leidingen. Bovengenoemd wordt zoo aangeno men, met tevens de mededeeling dat de gasfitter glippens in vasten dienst komt aan de gasfabriek Behandeling adressen reductie pachtprijzen der landerijen. Voorgesteld wordt af te wachten wat de uit komsten zullen zijn van de bedrijven en de adressen in handen te stellen van "B. en W. om advies. Hieraan voegde de voorz. toe, dat de tijd om te beslissen nog niet gekomen is, omdat de uitkomsten nog niet vaststaan. De gemeente is steeds zeer matig met het innen der huurgelden, gtelt voor om af te wachten'de uitkomsten en daarna met een advies te komen. Uitstel van be taling kunne^B. en W. wel verlecnen. De heer Molenaar zegt, dat de tijd wel slecht zal blijven. Vraagt dan hoe B. en W, in principe staan tegenover reductie. Voorz. zegt persoonlijk niet tegen huurverla ging te zijn, indien het een slechten toestand over meerdere jaren betreft. De heer Slot zegt dat B. en W. zich wel kun nen uitspreken over deze kwestie. Weth. Swan is niet direct voor huurverla- ging, en zegt, over twee of drie jaren kunnen wij dan*wel zien. Molenaar zegt, dat het volgende jf^fr' mogelijk beter is. H,et is niet te wenschen dat het, zoo blijft. Anders zitten we met de han den in het haar. De heer Tesselaar pleit voor het verzoek van den L. T. B. De heer glot zijn standpunt is, dat hij er te gen is, en zegt, dat er meerdere jaren buitenge woon slecht zijn geweest. i De algemeene toestand .was1, toen wel anders1. Het is gemakkelijk om een beroep te doen op de gemeenschap en de lasten op andere burgers te verhalen. Een kleine verlaging is van geen in vloed en dan dus waardeloos. Dan meenidle hij dat enkele huurders het soms beter kunnen be talen dan een ander zelfbouwer. Met de vastge stelde huur is terdege rekening gehouden met minder' goede jaren die er soms kunnen zijn. Na dat de heer Molenaar nog er aan toevoegde, dat de uitgaven veel grooter zijn dan voorbeen en hij geen. bezwaar had om deze zaak nog eens uit te stellen, werd het voorstel van B. en Wi. aan genomen om dan af te wachten, wat de uitkom sten zijn van dit jaar. Benoeming onderwijzeres openbare school werd aangehouden omdat het advies van den inspec teur daarover nog niet was ingekomen. Vervolgens komt ter behandeling' ter tafel de kosten voor de ambtswoning van den burgem. De bouwkosten bedroegen ruim f 10000 met aan koop grond totaal f 13324 94. De huur ^ou moe ten bedragen f920.39 per ajar vanaf 15 Oct. 1930 berekend tegen rente van 4.6 procent, onderhouds kosten 2 procent en afschrijving 1 procent. Wórdt voorgesteld de jaarwedde van den bur gemeester alzoo te verminderen met het bedrag van f920.39. Wordt aangenomen. Rondvraag. De heer van Rijn vraagt of de werkloozen den -Oudewal niet kunnen opknappen Voorz. antwoordt, dat wanneer kostwinners of gehuwden zich aanmelden, er wel werkzaam heden op het oog waren. De heer Molenaar zegt, dat thans hier aan de laadplaats geen wagons van 15000 kilogram meer mogen worden verladen. Spr. vindt het niet overbodig om van de zij de der gemeente te trachten dit euvel te verhel pen. De raad gaat er volkomen mee accoord om hier wat aan te doen. Vraagt vervolgens hoe het staat pjet het tuin- derscrediet waarop voorz. antwoordt dit nog niet te kunnen vaststellen. Binnenkort komt hierover een. circulaire. De vergadering wordt ten slotte door den voorz. gesloten, den wensch uitsprekende, dat het Nieuwe Jaar een keer mag brengen in den algemeen slechten toestand. Pieternel zit al eenigen tijd te wachten tot Thomasvaer iets uit de Courant, waarin hij zit te hinderen, zal voorlezen. Thomasvaer werpt eindelijk de krant weg en blijft in gedachten zitten. Pieternel: Maar Thomasvaer, hoe heb Ik het nou, - Denk jij nu niet meer aan je vrouw? Ik wacht nu al geruimen tijd Thomasvaer: Dat 'k je wat voorlees, lieve meid? Ja, maar, - ik zat zoo in gedachten Wijl jij geduldig zit te wachten. Pieternel: Natuurlijk vaertje, 'k wist 't wel, Dat jij wel dacht aan Pieternel, - Die ook nieuwsgierig is te hooren Wie is gestorven of geboren In 't lezen, weet je, ben 'k geen held Thomasvaer: Ja, op dat nieuws ben jij gesteld, - De rest is dan ook, 't is verschrikkelijk, Van inhoud meer dan onverkwikkelijk, 't Is moord en brand en werkstaking; Op overwegen geen bewaking, - 't Is diefstal, bankroof Pieternel: Hoor eens man, Ik word er zenuwachtig van. Lees straks de krant maar. Vindt je niet? En zeg eens wat hier is geschied. Thomasvaer: Mijn beste vrouw, wat in een jaar Hier is geschied, - ja, wist ik 't maar? Pieternel: Nou, met elkaar dan komen w'er wel Vertrouw jij maar op Pieternel. Ik weet, dat in Oudkarspelland P. Kroon daar werd Hoofd-Ingeland. Thomasvaer: En ik, dat bij Jb. Kroon zoowaar Pieternel: Brederode zei: 't kan verkeere(n) Wie houdt er nu één jaar een meid, - Zij is pas zestien - of ze vrijt Thomasvaer: Foei, vrouw, dat komt hier niet te pas. Ik dacht, dat jij zoo ernstig was - Daar moet je je niet mee vermaken, - Wij spreken over andere zaken. - Pieternel: Nu goed, daar zal 'k niet meer van spreken: Herinner je nog, dat slechts vijf weken De vuilnis-op-haal-dienst aldaar Geduurd heeft. - Dat 's niet lang, niet waar? Thomasvaer: Ja, toen was heel Oudkarspel schoon. Pieternel: Geloof jij 't - dan ben ik een boon Thomasvaer: En daarna is het raadslid Groen Vertrokken en in ander doen Geraakt. - Ja, om het even; Zoo is 't nu eenmaal in dit leven. Voor hem een ander in den Raad; Pieternel: Die Rijper heet; Thomasvaer: Dat is niet kwaad Gezegd - en 't is wel kras Dat Jij onthield wie of 't was. Pieternel: Ja, wat ik weet, valt jou nog mee; - Daar komt ook weer een dominee; Om 't geestelijk werk te verzorgen Thomasvaer: Een kerk toch zonder predikant Verscheurt de geestelijke band. De kerk'raad nam een wijs besluit Met 't consulentschap is 't nu uit. Pieternel: Iets anders nog kwam er tot stand Geloof ik in Oudkarspelland; Ik geef je dan ook de verzekering Dat de Oosterdijk-verbetering Voor het verkeer doeltreffend is Thomasvaer: Waarmee de schuld vereffend is, Dat 't Ambacht voor 't kanalenplan Niets over had. - Wat zeg jij er van? - Pieternel: De heeren vechten dat maar uit Wat zeg je van het raadsbesluit, (Hetgeen ik extra aan noteerde) Dat eindelijk een crediet voteerde Om Spoorstraat-modderpoel-moeras, Doorweekte vijver, waterplas Des burgers aanstoot, paria, i Bacilengrond, - Malaria, - Thomasvaer: Dat 's nou de vrouw weer, - schei toch uit; Want Noordscharwoude, naar verluidt, Zal mee betalen aan het doel, Te brengen dezen modderpoel In beteren staat. - Pieternel: Mij kan 't niet himj'ren, Maar ik dacht aan die arme kinderen Thomasvaer: Nou vrouw, 't is aanstonds poel geweest Denk jij nu ook eens aan het feest Van Hercules, de gymnastiek Aan Ootjers, Jonker, die zijn kwiek, Gehuldigd zijn ze allebij Pieternel: Zeg, hoor eens Thom, geloof me vrij Hoe ook de sport beoefend wordt, Het leeren gaat toch boven sport. Thomasvaer: Je hebt gelijk Piet, het is waar Ja, in de sport zit een gevaar, Maar gymnastiek is van groot nut Daar raakt men niet doof in de put. Pieternel: 't Is in Oudkarspel druk geweest - Daar vierde men het groote feest Der firma Eecen; die was daar Reeds honderd-vijf-en-twintig jaar. Thomasvaer: 't Is wel een feit van groot gewicht; Door 't personeel zoo schoon belicht Met een gedenkboek enzoovoort. - Dat 's huldigen zoo het behoort. Pi eter nel: Maar zeg, vergeet het raadhuis niet Van Noordscharwóu Thomasvaer: Wat meen je Piet? Pieternel: Nou, jongen, 't is een prachtgebouw, Het Gemeentehuis van Noordscharwóu; Thomasvaer: Ja, ik herinner me, maar 't werd ook tijd Dat er een nieuw kwam, beste meid. Nu is 't er, maar geloof me Piet - De Raad gaf thans de gelden niet. - Pi eter n el: Och kom. -..Maar zeg eens Thomasvaer, In 't Zilver stond ook nog dit jaar De Langedijker winkelstand. - Thomasvaer: Wat ben je drommels bij de hand, Je denkt aan alles. - Jij moest weten Zoo'n feit *nen nimmer mag vergeten! Thomasvaer: Het noodweer, dat vergeet ik niet; Die hagelschade, welk verdriet Bij velen in de bouwerij - - Pieternel: De schade werd vergoed. - Thomasvaer: Ei, ei, Wel Pieternel, wat ben je bij! Pieternel: Wat wordt mijn man complimenteus Hij betert zich op 't laatst nog, - heusch! - Thomasvaer: Daar hoort muziek bij. - Niet zoo dor Klinkt dan die lof! - „Excelsior", Die bij ons hoog staat in de gunst En ook het Corps „Genot door Kunst", Behaalde prijzen. Roem en eer waren hun deel, steeds telkens weer. Pieternel: Wat is het leven amusant, - De Langedijker Middenstand Vol durf, vlijt en energie Vol expositie - melodie Thomasvaer: Wat dichterlijk gezegd, - ja, ja. - Pieternel: Vertoonde in „Concordia" Wat iedereen, 't zij arm of rijk, Kan koopen aan den Langendijk! Thomasvaer: Vergeet nu niet „Floralia", Die kwam ook in „Concordia". Die lieve bloemen-koningin, Vol pracht en praal, vol blijden zin, Heeft met haar fleur en kleur en pracht Haar licht doen schijnen in den nacht. Pieternel: Een wonder was 't, Graf Zeppelin, Het luchtschip boven ons te zien! Thomasvaer: Die vaart veel sneller dan het spoor Maar toch gevaarlijk. - Pieternel: IJselijk hoor! Nu denk ik aan A. Langedijk, Een man, aan plichtsbetrachting rijk, Die een kwart-eeuw, zooals men weet, Bij H. S. M. zijn plichten deed. Thomasvaer: Wat is er toch gebouwd van 't jaar, - 't Betaalkantoor is bijna klaar: Pieternel: 't Gereformeerde kerkgebouw, Is ook vergroot in Noordscharwóu. Thomasvaer: Een overschot, in plaats van schulden, Van een-en-twintig duizend gulden Had Zuidscharwöu 't vorig jaar; - 't Is kras, maar 't is toch werkelijk waar! Pieternel: De raad is hiermee vast content: Zoo vierde zijn politieagent Zijn achtste-eeuwsche dienderfunctie Met zeer veel burgerij-conjunctie. Thomasvaer: In Broek achtte men 't een verplichting Voor eene bad- en zweminrichting Te ijv'ren. - Zooals 't zoo dikwijls gaat Het bad bleef droog; - het bleef gepraat. I Pieternel: In Broek verloor de O. L. School haar hoofd: Een man.van staal I voor 't onderwijs was de heer Zaal; Men zal zijn naam nog dikwijls noemen Zijn onderwijs, zijn daden roemen. Thomasvaer: De Boerenleenbank bestond zoowaar Ook alreeds vijf-en-twintlg jaar. Pieternel: En Dirkmaat, die trouwe vriend Heeft zes-en-dertig jaar de markt gediend En kreeg pensioen; - Thomasvaer: en 't was ook fijn, Dat Broek kreeg zijn parkeerterrein. Pieternel: Zijn eerste veiling vgor de bollen, Een schitterend gebouw; - Thomasvaer: en of Maar de verdiensten zijn niet grof; - Pieternel: Om zaken heden te besturen, De slechte tijden te verduren, Dat eischt verstand en overleg, - t Dat zal je met me eens zijn, zeg! Thomasvaer: Sint Pancras' raad gaf 't voorbeeld aan Hoe of 't eigenlijk moet gaan; De landhuur werd, hoewel bekend Royaal verlaagd met veertig procent. Pieternel: En gaf aan Jantje Booy, die goede brave vrouw Haar volle tractement als pensioen. - Getrouw, Wel vijftig jaren lang, het is een menschenleven Heeft zij zich voor haar taak, haar werkkring gegeven. Thomasvaer: Maar toch, ja heusch, ik meen 't werkelijk, Ik noem 't bovendien opmerkelijk, Dat ook Koedijk een nieuw gebouw Tot Raadhuis kreeg. - Maar toch, ik wou Maar zeggen dat ik weet niet wat, Pieternel: Men meer nog had, aan 't rijwielpad? - Thomasvaer: Ik meen, dat 't niet zoo redig zat En voeten in de aarde had! Pieternel: Ja, noem 't nfaar, zooals je wilt Het eitje is wat dun geschild, Tusschen Koedijk en Sint Pancras. Thomasvaer: Op iedereen is dat van pas. Wij weten, gaat 't op een gelden, Dan blijft 't nimmer zonder schelden. En klinkt 't ook misschien wat HARD i Pieternel: Dan zijn de zinnen wat verward. - De Boerenleenbank van Koedijk, Gaf vijf-en-twintig jaren blijk, Dat men de bank niet missen kan. Thomasvaer: Zij steunden boer en burgerman. De raad schold uit menschlievendheid Een vierde van de landhuur kwijt. Pieternel: Ja, ja, 't is een slechte tijd. In Schoorldam ging d' O. L. S. In 't vorig jaar ook op de flesch. Pieternel: De huisvlijt in Heerhugowaard, Ging met veel luister daar gepaard. Daar bracht de kloeke, vlugge hand In vrije uren veel tot stand. Pieternel: Daar wordt niet met den tijd gesold, Daar werd een woning zelfs verrold. Thomasvaer: Amerikaansch lijkt het mij wel, - 't Gaat tegenwoordig ook zoo snel; Als 't maar staat, als het maar klaar is Pieternel: Zeg, de gemeentesecretaris Te Dirkshorn, de heer Dam Is er ook een van goeden stam. Zijn gouden feest mocht hij herdenken Zich zelf een eerepalm schenken. Thomasvaer: 't Kanalenplan, dat gaat nu door. De autobus verdreef het spoor, En voor de electriciteit, Wijkt de autobus weer mettertijd. Pieternel: Eens zal de firma Veraart Ons regen zenden op deez' aard. Wie 't noodig heeft, wie weet, misschien, Bestelt 't vlug per vliegmachien. Thomasvaer: Dan groet j'elkander in de lucht. En gaan er nog meer op de vlucht. Pieternel: Geen staking van kooplieden meer In Bovenkarspel, als weleer. Thomasvaer: De groenten hebben afgedaan: De slagers hebben geen bestaan; De broodbakker is heengegaan. Geen vleesch, geen brood, er geen graan. Pieternel: Nou, jongen, staat dan alles stil? Thomasvaer: Wij nemen 's morgens een pil, En hebben voor den heelen dag Genoeg, waarvan men leven mag Pieternel: Zeg, Thomasvaer, zeg, ben je goed? - Loopt thans je hoofd door, arme bloed? Thomasvaer: Och Pieternel, 't was fantasie. Want zooals 't nu gaat, ach ja, wie Vindt nu den weg in 't labyrint Dat voor onz' oogen zich ontspint? Pieternel: Kom, kom, het zal wel weder gaan; 't Is wel een moeilijk bestaan, Maar 't strekt toch altijd nog tot leering Men zet de tering naar de nering! Thomasvaer: Zoo komen wij er door hoor vrouw, Schudt nu je wensch maar uit je mouw. Pieternel: Nou, Thomasvaer, geluk en zegen Wensch 'k onze tuinders allerwegen. Thomasvaer: Ik ook, dat na deez' bangen nood, Weer ieder krijgt een flink stuk brood. Pieternel: En is er brood, zijn er geen zorgen. Dan niet te veel gedacht aan „morgen"! Thomasvaer: Wij reiken allen, door de krant, Elkander nu de broederhand! Pieternel: Een jaar van voorspoed en van vrede, Brengt een-en-dertig voor U mede.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1930 | | pagina 4