31 I li 1931
Rechtzaken
BuitenSandsch
Overzicht
spoedig op-
ideerd.
>n van deze
gde verwekt,
iren, werden
•oet.
het eskader
de Janeiro
lometer in 2
moesten da-
op sleeptouw
volle zee een
ran kapitein
verloren zijn
dent van het
it Balbo, de
r, met dezen
tuigen zullen
ring te koop
ift de Brazi-
i bereid ver-
pzicht natio-
ansche vlieg-
ellingcn hei-
staan ernstig
SN.
ïhten mist in
een Engelse1!
doormidden
sleepen, mis-
dere schepen
verloren wor-
ITZ.
Berlijn-Beu-
i Gleiwitz in
.en trein Beu-
•ing was, wat
verden zwaar
nploye en 19
niet ernstig,
er tr aging.
tijdens een
il gereden en
troffen.
PPIJNEN.
ïoon boven de
van hen zijn
;oomschip Lo-
ersvaartuigen.
dollar.
JSTRIE.
en- en indu-
loonovereen-
31 Maart a.s.
ie loonen met
WINE.
ia langdurige
ven Fransche
die aan de
tenailletpas in
in verrast.
Point a Pitre
brand is on-
ORDENAAR
den gesteld,
isseldorf deelt
>rdenaar Peter
rvatie in een
resultaten van
moet worden
Ie misdaden,
ran beschuldi-
NTPLOFFING
irk in Totten-
oorwegongeluk
S leven kostte,
rngen kwam in
benzinetank-
lef ontspoorde
ontstond. Het
van den goe-
se ontploffing
iver de rails
zoo snel, dat
ichinist en een
men en levend
rand gebluscht
IERS.
rijkskanselier
i aanvallen op
ïoedende voor-
iclalisten doo!
Jen heeft hier
reide actie,
;oodat zij niet
zwaar en drie
ook ruiten in
HER.
I op zijn tocht
auto-ongeluk
erd zwaar be-
VOOR DEN POLITIERECHTER TE ALKMAAR.
Middagzitting van 5 Januari 1931.
80 balen aardappelen gekaapt.
De eerste verdachte in 1931 had den politierechter,
Mr. Krabbe, niet de eer aangedaan te verschijnen
en werd zijn zaak, reeds dateerende van 1928 bij
verstek behandeld. Het betrof den heer Cornells R.,
die een bezending aardappelen, bestemd voor
Duitschland, 80 balen wat men noemt, achter
over gedrukt, en de goede kwaliteit aardappelen
listiglijk had vervangen door een minderwaardig
soort. De heer Straatman, koopman te Medemblik,
was in casu de benadeelde en werd als getuige ge
hoord. Deze heer leed plm. f 1200 schade, waarop
verdachte f 6.25 zou hebben afbetaald.
Gevorderd werd in deze procedure, een lange
lijdensweg noemde de officier het, 1 maand gevan
genisstraf.
Vonnis tegen verdachte, reeds eenmaal wegens
valschheid veroordeeld, 1 maand gevangenisstraf.
Het zwaard van Damoclqs tegengehouden!
De taak van Mr. Krabbe werd overgenomen door
Mr. Ledeboer en verscheen voor hem den heer Jan
R., los werkman te Helder, wiens zaak tot op dezen
dag werd opgeschort, teneinde alsnog te overwegen
een voorwaardelijke straf op te leggen. Verdachte
had zich aangesloten bij een geheelonthoudersver -
eeniging en waren sindsdien geen klachten ingeko
men, zoodat het opleggen van een voorw. straf kon
worden geadviseerd. Gerequireerd als laatste consi
deratie 3 maanden gev., voorwaardelijk met 3 proef
jaren. Uitspraak overeenkomstig requisitoir.
Een al te vrijmoedig oordeel.
De niet verschenen heer Pieter A. J. K., wonende
te Texel, had 20 Juli over het eiland uitgebazuind,
dat zijn dorpsgenoot, Dirk Cornelis Brun, eigenlijk
de gemeenste kerel van Texel was. De heer Brun
was van meening dat deze critiek de perken van
een zedelijke beoordeeling ver te buiten ging en deed
klacht wegens die beleediging.
Het bleek dat verdachte ook zijn hond op Brun
had afgestuurd en daarvoor veroordeeld was tot
f20 boete.
De officier vorderde ook nog eens 20 gulden of 20
dagen waarbij de politierechter zich met hart en
ziel aansloot.
Om contanten verlegen?
De 34-jarige, in manchestér uitgedoschte rond
zwerver, de grondwerker Pierus H., thans verblijf
houdende in het Huis van Bewaring, was op 5 Nov.
te Enkhuizen opgetreden als zwijntjesjager en had
een onbeheerd staand rijwiel ontvreemd, welke fiets
het eigendom was van den melkslijter Simon Roos,
Hij stond voor dit feit terecht en beweerde eigenlijk
meer de bedoeling te hebben gehad om van de
straat te komen. Hij was werkloos en geheel „Court
d'urgent". Volgens den politierechter was hij echter
niet alleen dienst- maar ook arbeidsweigeraar, wat
Mr. Ledeboer treurig noemde voor een man met
een postuur, waarop menig man trotsch zou kun
nen zijn. Bovendien was hij niet vrij te pleiten van
overdreven liefde voor sterken drank.
Eisch 5 maanden gevangenisstraf.
Zijn verdediger, Mr. Wijnne, verzocht rekening te
willen houden met den tijd door verdachte in voor
arrest doorgebracht. ^Vonnis 5 maanden revangenis-
Extra kermisattractie op de Grosthuizer kermis.
De 20-jarige landbouwer, Willem Gr., uit Avehorn
had zich in den nacht van 6 op 7 Juli te Grosthuizen
naar hartelust overgegeven aan het genot, dat de
kermis schonk en was natuurlijk gaarne aanwezig
daar, alwaar gedanst en gedronken werd. Ook was
met dezelfde intentie tegenwoordig de heer Jan de
Wit uit Medemblik en deze heer raakte in conflict
met genoemden Willem Gr. met het resultaat dat
hij van het toneel werd geslagen en bloedend in het
aangezicht gewond. De getroffene constateerde te
vens dat hem een oog was dichtgemept.
Reeds tweemaal vroeg dat landelijk vechtpartijtje
de aandacht van den politierechter, doch werd toen
niet afgewerkt maar voor nader onderzoek verwezen
naar den rechter-commissaris. Die instructie was nu
beëindigd en presenteerde de officier deze bekende
aangelegenheid opnieuw ten openbare zitting. Ge
hoord werden als getuigen de beschadigde partij
en nog vier andere lustige kermisgasten in het ge
zellige locaal van Caféhouder Bakker, waaronder
zich ook bevond Jacob Grooteman, broeder van
verdachte. Gedurende e dbehandeling van deze zaak
werd wel het licht in de zaal, doch niet in de_zaak
zelf ontstoken, zoodat vrijspraak volgde.
Voor de overmacht bezweken.
Een tweetal vrachtschippers, Jan B. en Arie Str.,
varende met groenten van de Alkmaarsche veiling
naar Amsterdam, schenen het op 31 Juli niet te kun
nen verduren dat hun college, Theodorus Kuiper,
had aangenomen een partij bloemkool naar Amster
dam te vervoeren. Blijkbaar achtten zij zich door die
concurrentie benadeeld en wisten zij den niets
kwaads vermoedenden schipper op den wal te lok
ken, alwaar zij hem qualificeerden als een onder
kruiper en hem toen met vereende krachten van dik
hout zaagt men planken gaven. De schipper Kuiper
was tegên die twee stevige kerel niet opgewassen
en moest dus de vlag strijken. Thans echter ver
keerde hij in betere conditie en trad hij ?ds voor
naamste getuige op tegen zijn terechtstaande mis
handelaars, waarvan de heer Jan B. niet was ver
schenen.
De heer Arie Str. beweerde echter meer het doel
te hebben gehad om de heeren B. en Kuiper, die
elkande te „grazen" hadden, te scheiden. Het scheen
evenwel dat hij deze schoone taak van „scheids
rechter" wat al te hardhandig had ten uitvoer ge
bracht. De andere getuigen hadden althans niet
veel gemerkt van zijn prijzenswaardige intenties.
De officier het telaste gelegde bewezen achtende,
vorderde tegen de al te ijverige broodvechters ieder
f30 boete of 30 dagen.
Opgelegd werd aan J. B. f 20 boete of 20 dagen
en aan A. Str. f 30 boete of 30 dagen.
Los werkman debuteerde als ruitertikker.
De 27-jarige los werkman, Joh. Anth. P. te Alk
maar, vestigde in den avond van 18 October de
aandacht op zijn belangwekkenden persoon door
primo eenige ruiten te vernielen in het door den
heer Goes, bakker aldaar, gebruik zijnde pakhuis en
secundo een winkelruit te verbrijzelen in het per
ceel van de firma Vroom en Dreesman. De heer
P. stond heden deswege terecht, bewerende, dat de
ruiten in het pakhuis waren vernield door een onge
luk, plaats grijpende tijdens het moment, dat hij
zich onleidig hield met het spelen van een „gezel
schapsspel" door hem genaamd „kloeten" waarbij
een steen als speelmateriaal wordt gebezigd. Op deze
zelfde toevallige wijze sneuvelde de winkelruit van
V. en D. De steen werd door den heer Seelen ge
vonden in de etalage van de Confectie afdeeling en
was thans keurig verpakt, als „corpus delecti" ter
zitting aanwezig - voorts bleek dat de heer P. en
zijn mede „Kloeteraars" vooraf eenige glaasjes bier
hadden geconsumeerd.
Aangezien de getuige de Graaf een verklaring
aflegde in strijd met de door hem bij de politie afge
legde verklaring, werd inspecteur Zoll opgeroepen,
deze deelde echter mede dat het verhoor niet te
hebben afgenomen. Op grond daarvan aanhouding
der zaak tot 19 Januari ten einde den verbalisant te
hooren.
Een ongevraagd en ongewenscht oordeel.
De niet verschenen heer Egedius v. d. Z. had te
Wevershoof in den nacht van 9 op 10 Nov. in het
openbaar de surveilleerende vertegenwoordiger der
rijks- en gemeentepolitie beleedigd door hun kwa
jongens te noemen. Deze heer staat op de zwarte
lijst en ongunstig bekkend, maakt veel misbruik van
sterken drank en is goed gesitueerd.
Eisch dus een stevige boete en wel f70 boete of
70 dagen. Vonnis f 40 boete of 40 dagen.
Het eerzaam „handwerk" misbruikt.
De 33-jarige arbeider Hendrik R. te Uitgeest stond
terecht ter zake mishandeling van den uitvoerder
Verdonk, welke heer hij op 17 October in het café
van den heer Heines ee nslag in het gelaat toe
bracht, zulks naar aanleiding van het feit, dat
de heer Verdonk geen aanleiding vond, hem als
arbeider te engageeren.
Te voren was de heer Verdonk nog zoo edelmoedig
geweest den verdachte een borrel te offreeren. Ver
dachte, die ver van diplomatiek optrad, beweerde
in drift gehandeld te hebben, omdat hij met werk
werd gepasseerd. De klap kwam zóó krachtig aan,
dat de tanden door Verdonk's lip drongen.
Eisch tegen den voor diverse feiten veroordeelde
verdachte f 60 boete of 60 dagen.
Uitspraak: f40 boete of 40 dagen.
Achter de langooren heen gezeten.
De 57-jarige los arbeider, Klaas H. te Koedijk,
thans in voorarrest, welke persoon was getooid met
een karakteristiek keelbaardje, wonderbaarlijk mid
del tegen kiespijn naar hij meent, stond terecht
wegens diefstal van eenige konijnen, eigendom van
den veehouder P. L. de Wilde te Bergen, welk straf
baar feit was gepleegd in den nacht van 10 op 11
November. Eenigen tijd te voren was verdachte op
het erf geweest van den boer om werk te vragen
en had toen zeker meteen „pools hoogte" genomen.
Geadviseerd werd een voorwaardelijke veroor
deeling. Echter werd als voorwaarde gesteld verdwij
ning van den onhygiënischen kiespijnbaard. Naar
het scheen, souffreert deze patient aan een chroni
sche vervulling. Zijn vrouw heeft op deze reden
alreeds de vlucht genomen. De zaak werd daarop
gescrorst tot 19 Januari.
Onaangename betitelingen.
De heer Arie Boon te Broek op Langendijk werd
op 1 Nov. niet aangenaam getroffen door de hou
ding van zijn dorpsgenoot de 30-jarige bloemkool
koopman, Gerrit B., die hem qualificeerde als een
schurk, huichelaar en phariseeër. De reden van deze
minder waardeerende beoordeeling bestond in de
qualiteit bloemkqol door den heer Boon aan Gerrit
B. geleverd.
De mooie kool lag boven en onder bevonden zich
de minder mooie exemp'laren.
Eisch f 10 boete of 10 dagen. Vonnis f7 boete of
7 dagen.
Wéér 'n bierfleschjes werper.
De heer Dirk G., 'n 19-jarige landbouwerstelg te
Anna Paulowna had zich te verantwoorden wegens
mishandeling van den heer A. Slikker, die hij in
den avond trots de waarschuwing van den politie
rechter, een bierfleschje in het gelaat wierp, waar
door Slikker bloedend werd verwond. De bierflesch
jes-jongleur erkende het feeit dat gepleegd was
in het Café van Mej. wed. Sanders aan den Rui-
serweg te Oude Sluis en gaf den schuld aan zijn
zenuwachtigheid. De politierechter achtte deze ze
nuwstoring 'geen geldige verontschuldiging, doch
zijn nadere verklaring bracht aan het licht dat
verdachte was opgetreden om zijn broeder, die in de
benauwdheid was geraakt, te verdedigen. De heer
Slikker, de mishandelde werd door den rijksveld
wachter de Beurs afgeschilderd als 'n persoon, die
niet zoo bijzonder gunstig gunstig bekend staat. Hij
wordt gesignaleerd als 'n ruziezoeker. Nadat alle
getuigen waren verhoord., kwam de officier tot de
neerslachtige-conclusie, dat de zaak op de zitting
steeds zwakker en zwakker was geworden en dit
verval van krachten' aanleiding gaf om vrijspraak te
verzoeken, wegens bewijsgebrek. De politierechter
onderschreef deze opvatting door Derk vrij te spre
ken.
Een allesbehalve galante behandeling door een
achterneef.
De 30-jarige landbouwer, Hermanus P. uit Nieuwe
Niedorp verscheen in het reeds lang ingetreden
winteravond uur voor den politierechter ten einde
rekenschap af te leggen van het hem telaste geleg
de feit, dat hij op 12 November aldaar Mejuffr. Ca-
tharina Pooland, de ecfitgenoote van den heer A
Botman, welke dame hij op 12 Nov., volgens dag
vaarding bij de keel had gegrepen, op den grond
geworpen en haar herhaaldelijk op het hoofd had
geslagen. Dit gebeurde in het Café van Botman aan
den Ooyevaarweg, alwaar beiden woonachtig zijn.
Verdachte zat per rijwiel achter het jongetje van
Schrama aan, waarop mej. Botman hem een kinder
achtige lummel noemde. De beleedigde heer P. ging
haar toen te lijf en ranselde onder meer 18 krul
spelden uit haar golvende lokken. Mej. Botman
moest zich onder behandeling van Dokter Pool stel
len en zocht later haar toevlucht bij het beroemde
geneeskrachtige bureau „Sporea". Zij overlegde een
nota van f7.75 van geleverde zenuwdranken. Dr.
Pool had geconstateerd dat haar heeiligbeen ge
kwetst was maar „Sporea" moest de geschokte ze
nuwen weder restaureeren.
De verstandhouding tuiischen partijen is niet van
de aangenaamste. De heer Herman P. beweerde uit
noodweer te hebben gehandeld. Hij had haar niet
geslagen maar afgeweerd omdat zij hem op den
arm krabde. De rekening van „Sporea" gedekt door
den handteekening van een mondarts! werd ge-
De heer officier, hoewel verzachtende omstandig-
heden aannemende, achtte het feit toch ernstig en
requireerde f30 boete of 30 dagen, benevens toewij-
zing van de vordering van Dr. Pool f 2.00. Verdachte
werd daarop veroordeeld tot f 30 boete of 30 dagen
en schadevergoeding aan Mej. Botman van f2.00
wegens medische onkosten.
Aangezichtsslagen uitgedeeld.
De 20-jarige landarbeider, (den titel „veehouder"
wees hij nederig van de hand) Nicolaas Pieter K. te
Wieringen had zich op 19 Nov. schuldig gemaakt
aan mishandeling van den veehouder Boontjes, door
hem een slag tegen zijn reukorgaan toe te dienen.
De heeren kregen een eenigszins hoog loopende
kwestie over de schapen van den „landarbeider",
die over het land van Klein liepen omdat de af
scheiding niet in orde was. Eisch f 15 boete of. 15
dagen. Vonnis conform eisch.
De betrapte naaklooper.
De 28-jarige timmerman, Joh. T., stond terecht
naar aanleiding van de omstandigheid, dat hij zich
op 24 Aug. geheel ontkleed had vertoond op den
Kanaaldijk onder de gem. Bergen en alzoo zich
had cshuldig gemaakt aan openbare schennis der
eerbaarheid. Deze slotzaak werd buiten tegenwoor
digheid van publiek behandeld.
Sluiting.
Arrondissements Rechtbank te Alkmaar.
Zitting der meervoudige strafkamer op
Maandag 6 Januari 1931.
De bezwaren zijn artikel 453.
De uitgestelde zaak tegen den arbeider Willem
K. te Alkmaar, die in hooger beroep was gekomen
van een veroordeeling door den kantonrechter tot
opzending naar een rijkswerkinrichting ter zake
penbare dronkenschap bij herhaling, werd heden
door de meerv. strafkamer voortgezet met het hoo
ren van den heer Wiggers, reclasseeringsambtenaar.
Het rapport voor een voorw. veroordeeling luidde
niet gunstig. Beter werd gevonden het uitgesproken
vonnis voorloopig niet te executeeren en af te
wachten de gedragingen van den veroordeelde. De
verdachte opposant beweerde sinsdien zich zich niet
meer aan misbruik van sterken drank te hebben
schuldig gemaakt, doch volgens het rapport der
Alkmaarsche politie zou verdachte in den nacht van
i 31 December beschonken zijn aangetroffen in het
I groot Nieuwland.
Waarop de opposant repliceerde, dat hij op be-
wusten datum zich te hebben bevonden in den Hel
der, zoodat hij dien beschonkene niet geweest kon
zijn. De waarneming der politie zou dus berusten op
een mystificatie, wat echter, gelet echter op de ken
merkende persoonlijkheid van verdachte, toch wel
wat onwaarschijnlijk lijkt. Een feit is evenwel dat
de Heeren in den verdachte geen overmatig vertrou
wen stelden.
De officier vorderde vernietiging van in eerste in
stantie gewezen vonis op juridische gronden en vor
derde 3 dagen hechtnis en 3 maanden opzending
naar de rijkswerkinrichting te Hoorn.
'n Overtreding uit de oude doos opnieuw opgepoetst.
Voor de zooveelste maal diende deden weder het
overtredingszaakje tegen de 2e jonge dienstbode,
mej. Hemrina K„ geboren te Alkmaar en wonende
te Alkmaar, welke jongedame door den kantonrech
ter aldaar was veroordeeld wegens het rijden zonder
licht te Bergen in den nacht van 23 Juli 1929. De
rijksveldwachter Vermeulen, die intusschen weer 'n
paar jaar ouder was geworden, had het feit gecon
stateerd en proces-verbaal .opgemaakt. De veroor
deelde, die zich ten onrechte gestraft achtte, was
van dit vonnis in hooger beroep gekomen, doch de
behandeling in appel moest om verschillende om
standigheden telkens worden uitgesteld. De appel
lante beweerde nie zonder licht te hebben gereden,
doch onmiddelijk bij het bespeuren dat het licht
weigerde, te zijn afgestapt. Zij was bezig met den
Heer die haar vergezelde, de lantaarn na te zien,
toen de rijksveldwachter verscheen om proces-ver-
baal op te maken.
De verbalisant bieef echter pertinent bij zijn pro
ces-verbaal. Hij had de juffrouw zien rijdn op een
onverlicht rijwiel en haar van dit rijwiel in dien
toestand zien afstappen. De Heer Vermeulen merk
te hierbij op, dat de houding van appellante des
tijds niet zeer welwillend was. Nadat nij op de over
treding had gewezen, kwam pas de andere persoon
in gezelschap van mej. K. er bij.
De heer Jacohus Veen, 'n arbeider te Alkmaar, die
niet al te best met den president scheen te kunnen
opschieten en bezwaren ontwikkelde tegen den ge-
bruikelijken eed, teekend daarop het bekende for
mulier en volstond na voorlezing met de belofte.
Deze getuige sloot zich geheel aan bij det ver
klaring van mej". K. en liet uitschijnen dat de ver
balisant het al of niet opmaken van hea proces
verbaal afhankelijk stelde aan de erkentenis, dat
wél zonder licht was gereden. Hij verdacht den ver
balisant van leugens te debiteeren, 'n manier van
uitdrukken, waarop de president aanmerking maak
te. De heer Veen bleef bij zijn opmerking en be
weerde zelfs een tegenstander te zijn van het mis
bruik zonder licht te rijden. Hij verkeerde echter
in dit speciale geval in de meening, dat hier ten on
rechte proces-verbaal was opgemaakt en bleef bij
die opvatting.
Na een langdurig onderzoek verkreeg tenslotte de
Heer officier het woord, die na de diverse verkla
ringen de revue te hebben laten passeeren, tot de
conclusie kwam, dat de laatste getuige*zich op een
verkeerd standpunt stelde, zooals uit zijn optreden
moest worden gedistilleerd. De officier hield zich
dus aan de verklaring van den rijksveldwachter, die
als een vertrouwbaar ambtenaar kon worden aange
merkt en vorderde per saldo bevestiging van het
vonnis der kantonrechters f 5 boete werd door den
officier gevorderd.
Kennelijk bestaat in strafrechtkringen verschil
van opvatting omtrent de interpretatie van de wa
penwet of een windbuks beschouwd moet worden
als een schietwerktuig.dat gelijk wordt gesteld met
een wapen, waarvoor machtiging wordt vereiscnt.
Het schijnt dat sommige rechtbanken in hooger be
roep de in eerste instantie veroordeelden vrij spre
ken. De officier hield zich echter aan het zijn in
ziens juist gewezen vonnv van den Kantonrechter
te Helder en requireerde, zooals gereleveerd, beves
tiging van het gewezen vonnis.
Een onbetrouwhare geveltourist.
De 25-jarige ladderacrobaat, Johannes T., een
klein mannetje, woonachtig en werkzaam te Enk
huizen, stond op de plaats der zondaren naar aan
leiding van het minder aanbevelenswaardige feit,
dat hij op of omtrent 22 November van het vorige
jaar uit de oninwg van den logementhouder, J. M.
A. Wolters aldaar, had ontvreemd een ijzeren geld
kistje, inhoudende eenige spaarbankboekjes, 'n be-
Chdg van 135.00 in papier en specie, 'n psaarpotje
inhoudende f 0.75, benevens een oiocknoot. Bedoeld
kistje met inhoud was door den glazenwasscher,
die veel bij Wolters over de vloer kwam en dus op de
hoogte was van de situatie, gepeuterd van onder de
matras in de bedstede. Hij was het aanvankelijk
nog niet met zich zelf eens en stelde zijn knoopen:
doen o f niet doen, en plaatste eerst het kistje in
den tuin, maar ten slotte schonk hij gehoor aan de
stem des verderf en brak het kistje open en eigende
zich den inhoud toe, terwijl hij d e spaarboekjes
verbrandde. Volgens opgaaf van verdachte zat hij
door ziekte van zijn vrouw in geldelijken noor en
kon hij aan de verleiding geen weerstand bieden.
Het bleek echter wel dat de zwakke broeder reeds
eenige malen, ook voorwaardelijk was veroordeeld
wegens vermogensdelicten ook de uitvoering der
voorwaardelijke straf was gelast, zooals de president
den verdachte ernstig voorhield.
De heer officier, na verhoor van getuige en ver
dachte het woord verkrijgende bleek niet zoo hemel
hoog tegen den verdachte op te kijken, noemde,
mede op grond van diens twijfelachtige antece
denten, het feit tamelijk ernstig en had geen reden
anders dan 5 maanden gevangenisstraf te requiree-
ren. Verdachte die het laatste woord mocht hebben,
weer er nog op dat hij getuige Wolters had gewaar
schuwd het kistje weg te nemen.
Tegenwoordigheid van onbevoegden niet gewenscht.
Na de verschijning van den 65-jarigen kaalhoof-
digen en zwaarhoorenden arbeider Hendrik Sn. uit
Enkhuizen, bleek het al' spoedig dat de nog aanwe
zige belangstellenden op de publieke tribune niet
lang meer van hun bevoorrechte positie gebruik
zouden kunnen maken, aangezegde heer Sn. volgens
de tegen hem in extenso uitgebrachte dagvaarding
een rekening had te yereffen, die verband hield met
artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht, welke
zaak behoorde tot de rubriek, die op deugdelijke
gronden met gesloten deuren wordt behandeld.
Er werd dan ook ontruiming van de zaal gelast
en het eenige, dat we nog kunnen en willen mede-
deelen is, dat Mr. Thomas uit Hoorn zich had belast
met de verdediging van den verdachte.
In alle zaken uitspraak op Dinsdag 20 Januari.
Vrijpostige honden niet tot de orde geroepen.
De 20-jarige vrachtrijder Petrus de G., te Egmond
aan Zee, had volgens relaas van den jachtopziener
van den Heer v. Vliet, op 17 Augustus in het jacht
veld in.de duinen honden laten rondsnuffelen en
deze nieuwsgierige huisdieren alstoen niet terug ge
roepen. Voor dit feit was hij door den kantonrechter
veroordeeld tot f 15 boete en van dit vonnis in hoo
ger beroep gekomen, welk appel heden werd behan
deld. Appellant, die destijds in gezelschap was var,
zekere Engelsman, 'n pensiongast, beweerde evenals
bij eerste behandeling, dat het niet zijn doel was
geweest om konijnen te stroopen en ontkende dat
zijn herdershond een konijn had doodgebeten.
Een hond behoorde aan appellant en de andere
aan genoemde Engelsman, 'n jongmensch uit den
Haag als we ons niet vergissen.
De Heer Officier wierp juridische bezwaren op
tegen het in eersten aanleg gewezen vonnes, ri-
quireerde vernietiging en weder opnieuw veroordee
ling tot f 15 boete of 10 dagen hechtenis.
De strooplustige grondwerker.
De 24-jarige zwaar gebouwde grondwerker Willem
O. te Wieringen, was door het kantongerecht te
Helder veroordeeld, omdat hij zich op 11 Januari
1929 aldaar op een openbaren weg had bevonden,
terwijl hij in het bezit was van een zware wind
buks en daarbij behoorende patronen. De rijks
veldwachter Hazelaar hield hem aan op grond dat
hij in een zijner zakken een doode meerkoet ver
voerde en constateerde na fouilleering dat hij ook
een windbuks bij zich had. De meerkoet verklaarde
hij gevonden te hebben. Deze zaak diende nu in
hooger beroep naar aanleiding van het door ver
oordeelde aangeteekende appel. Bevestiging van het
Hoewel een overzicht als dit geen aanspraak mag
maken op ook maar eenigszins volledig te zijn, zou
de onvolledigheid deze week al te groot zijn, wan
neer het overlijden van Maarschalk Joffre gepas
seerd werd, de man, die op het verloop van den
oorlog en daarmede op onze geheele moderne tijd
een beslissenden invloed uitoefende. Slechts be
trekkelijk weinigen van de groote mannen uit dien
bloedigen tijd zijn thans nog in leven. Moge met
hem tevens de geest, die het oorlogvoeren mogelijk
maakte afsterven. - wij zijn er van overtuigd, met
dezen wensch ook het verlangen van den overleden
krijgsman voor den toekomst te vertolenken.
De steeds verder doorvretende economische ma
laise heeft over de geheele wereld een staat van
onrust geschapen, die telkens weer tot botsingen
aanleiding geeft. Waar de werkeloosheid reeds on
rustbarend groot is en de vooruitzichten geens
zins rooskleurig zijn, is het begrijpelijk, dat degenen,
die nog werk hebben en die reeds onder zware
lasten leven van drukkende belastingen en prijzen,
die nog steeds niet voldoende willen dalen, benevens
den psychischen druk van niet te weten wat de
toekomst brengen zal, in een gespannen geestes
toestand verkeeren, die T>ij de geringste aanleiding
tot conflicten aanleiding geeft. Vooral omdat de pro
paganda der politieke partijen nu juist niet kal
meerend op de gemoederen pleegt te werken.
Zoo is het dan nu bijv. in het Ruhrgebied tot een
wilde staking gekomen, die weliswaar niet van bui
tengewoon ernstigen aard is, doch die voldoende
aantoont hoe de gevoelens zijn. Het betreft hier een
voorgestelde loonsverlaging van 8 pCt., die door dé
werknemers niet kan worden aanvaard..
De communisten maakten van deze gelegenheid
gebruik om door felle agitatie een vrij groot aantal
arbeiders tot staking te bewegen, waar zij in slaag
den, ondanks het feit, dat de andere vakverenigin
gen het stakingsparool niet uitgegeven hadden,
doch wilden trachten J/angs den weg der onderhan
delingen tot een oplossing te komen. De staking
schijnt echter haar hoogtepunt al gepasseerd te
zijn en haar einde te naderen.
Ook in Engeland in de kolendfytricten van Zuid-
Wales en in de katoenindustrie zijn de stakingen
aan den gang: oorzaak: werktijden, salarissen, ratio
nalisatie. Het gaat niet aan te dezer plaatse uitvoe
rig over al deze stakingen te schrijven. Eerder
lijkt het ons van gewicht onzèn aandacht - sinds
geruimen tijd - weer eens naar Britsch indie te
wenden, of liever naar de Ronde Tafel Confe
rentie, die reeds langen tijd te Londen doende is
een oplossing te vinden van dit ingewikkelde vraag
stuk. Waar de tot nu toe gevoerde besprekingen
hoofdzakelijk van bij zonderen en technischen aard
waren, was er weinig gelegenheid daarop in te
gaan. Thans echter heeft Lordt Reading, de gewe
zen onderkoning van Indië, en lid van de Liberale
partij een verklaring afgelegd, die voor de resul
taten der conferentie waarschijnlijk van groot be
lang zal zijn. In de laatste instantie kwam deze
verklaring hierop neer, dat Lord Reading er een
voorstander van is om Britsch Indie een stelsel van
verantwoordelijke regeering toe te staan, gelijk Sir
Bahadur Saproe, dit onlangs ter conferentie had
aangegeven. Aangezien nu de labourpartij in ieder
geval even ver zal gaan in hare concessies als libe
ralen, kunnen wij hieruit met vrij groote zekerheid
concludeeren, dat de in de verklaring van Lord
Reading vervatte denkbeelden ook inderdaad ver
werkelijkt zullen worden. Hoe de conservatieven er
nu over mogen denken is vrijwel onverschillig, aan
gezien Labour en Liberalen een volkomen meer
derheid vormen, waartegen zij niets kunnen uit-
richte.