Een bedriegelijk masker
Plaatselijk Nieuws
ZUIDSCHARWOUDE.
Zondagmiddag had in een der zalen van cafe
Kramer alhier een damwedstrijd plaats tusschen de
clubs van Zuidscharwoude en Den Helder.
De uitslag was als volgt:
0-2
1-1
1-1
1-1
2-0
0-2
1-1
0-2
1-1
1-1
2-0
0-2
0-2
0-2
2-0
p. van der Welle-P. Roll
Jb. Bekker-D. Dissel
W. Kuiper-Jb. Kossen
j. Pluister-L. Rap
Jz. van der Welle-S. Stort
W. Kuyt-A. Bemer
J. Strijbis-J. José
G. Engel-P. Kwant
G. Balder-P. Groenendijk
K. Kout-L. Simons
P. Schuffelen-H. Kwast
W. v. da. Wal-H. Fonteyn
W. C. Bruman-J. Bosman
L. Overtoom-P. Hort
J. J. Jagel-H. Tyssen
Zoodat Den Helder won met 18 tegen 12.
NOORDSCHARWOUDE.
Op den 2en Paaschdag wordt door „Hercules"
weder een turnwedstrijd gehouden, maar thans te
gen B. A. T. C." uit Amsterdam. Van iedere ver-
eeniging nemen 8 tunrners aan den wedstrijd deel.
dat het een zwaren strijd voor „Hercules" zol wor
den zal men begrijpen, wanneer men weet, dat 4
der turners van B. A. T. C. uit de Olympische
keurploeg komen. De wedstrijd wordt gehouden
in de zaal van den heer J. de Bakker alhier.
Des avonds wordt een eere-avond gegeven in het
zelfde lokaal.
INGEZONDEN
korting voor contante betaling
Aan de groenteveilingen te Broek op Langendijk,
Noordscharwoude, Obdam en Warmenhuizen be
staat reeds sedert een lange reeks van jaren de zoo
genaamde contante betaling. Aan de drie eerstge-
noemden hebben de koopers een crediet van twee
dagen en wordt hun daarvoor vergoed >/4% korting.
Aan die te Warmenhuizen bestond tot voor enkele
jaren dezelfde regeling, na de vernieuwing der vei
lingsgebouwen is de korting veranderd in 0.2
waarvoor dan vier dagen crediet schijnt te worden
gegeven, wanneer de kooper zoo vrij is zoolang met
betalen te wachten. In tijden van zeer levendige
handel bij hooge prijzen, komt het wel voor dat er
koopers zijn, die aan hun betalingsverplichting op
een zoo korten termijn niet kunnen voldoen, daar de
handelaren, vooral die op het buitenland, op een
FEUILLETON
heel enkele uitzondering na alles op crediet leveren,
dikwijls p vrij langen termijn. Ook aan Duitschland,
dat sedert enkele dagen onze groenten weer wat
begint te vragen, is men met de levering op crediet
weer begonnen ofschoon ieder er van overtuigd is,
dat er, gezien de toestanden aldaar, een zeer groot
risico aan is verbonden. Ofschoon men mag aan
nemen moet dat de grootste voorzichtigheid in acht
zal worden genomen, zullen m.i. stroppen niet uit
blijven. Wanneer het nu voorkomt dat bij hoogcon
junctuur het handelaren aan het noodige kapitaal
ontbreekt, zijn de betaalmeesters aan de veilingen
bereid hun uitstel van betaling te geven, natuur
lijk onder bepaalde voorwaarden, waarvan een is,
dat de korting wordt ingehouden, welke dan in de
zak van den betaalmeester inplaats in die van den
kooper terecht komt, waartegenover voor de laatste
het groote voordeel staat dat hij kan doorgaan met
koopen. Door de zelfstandige positie die de betaal
meesters aan de veilingen innemen kunnen ze deze
tegemoetkomende houding aannemen..
Naar myn schatting is het ongeveer dertig jaar
geleden dat de contante betaling tot stand gekomen
is. Toentertijd bestonden de veilingen te Obdam en
Warmenhuizen nog niet, terwijl die te Noordschar
woude maar van WSlnig beteekenis was; de veiling
in Broek opLangendijk was in den zomer en herfst
van groote beteekenis. In de wintermaanden werd
toen nog niet geveild. De producten werden wel over
de veiling verkocht doch niet betaald, de aanvoer-
ders moesten zelf maar zien dat ze hun geld kre-
gen. De betaling ging zeer ongeregeld, enkele koopers
betaalden iedere week, anderen om de twee, drie of
vier weken, weer anderen wachtten nog langer, het
gebeurde echter ook nog al eens dat er koopers wa
ren die heelemaal vergaten te betalen. Deze laatste
waren natuurlijk voor de soliede handelaren con
currenten, waartegen niet te werken viel. Hoofdza
kelijk om bovengenoemde redenen gingen er stem
men op, middelen te beramen om aan deze prac-
tijken een einde te maken en contante betaling in
te voeren. Onder de handelaren vond men vorstan
ders doch ook felle tegenstanders, waarmee onge
twijfeld in verband zal hebben gestaan de beschik
king over meer of minder voldoende bedryfskapi-
Toch werd op de veiling contante betaling inge
voerd, het ging wel niet zoo gemakkelijk en vlug als
't hier wordt neergeschreven maar ik meen me te
herinneren, dat binnen een paar jaar de contante
betaling een regel was, waarvan niet werd afgewe
ken. Er werden toen ook betaalmeesters aangesteld
zoodat de aanvoerders zekerheid hadden van beta
ling voor de aangevoerde producten
De voorwaarden waren dat twee dagen crediet
werd gegeven, schippers (toen natuurlijk nog met
zeilschuiten) die langer dan deze termijn uitbleven,
genoten een reis crediet.
Aanvankelijk was de korting die de koopers voor
deze korte betalingstermijn mochten inhouden 1%,
later verminderd tot de helft, weer 0.4 en daarna
werd het gebracht opwelke regeling nu reeds
jaren bestaat. De invoering van de contante beta
ling en de wijziging in de daarvoor toegestane kor
ting geschiedde na overleg tusschen de organisaties
der tuinders en de Ver. „De Koophandel". Zooals
gezegd liep de overeenkomst tusschen beide partijen
aanvankelijk alleen over de veiling te Broek op
Langendijk en die te Noordscharwoude. De later ge
stichte veilingen te Obdam, Warmenhuizen en de
groote veiling van den Noordermarktbond te Noord
scharwoude hebben steeds zonder meer de bestaande
overeenkomsten overgenomen.
Opdat de korting haar niet ontgaat, zal men
begrijpen dat de handel alles in het werk stelt aan
haar betalingsverplichting binnen twee dagen te vol
doen. Een der groote voordeelen van deze regeling
is dan ook dat de handel aan den Langendijk en
Omstreken gezond kan worden genoemd, een voor
deel waarvan niet alleen de handel maar ook de
veilingsbesturen profiteeren en op grond daarvan
zou het alleen zeer gewenscht zijn dat de reeds zoo
vele jaren bestaande toestand bestendigd zou kun-
Verleden jaar echter werd op de jaarvergadering
van den „Noordermarktbond" te Noordscharwoude
een voorstel angenomen om voor die veiling de
korting te verminderen van 1/4 op 15/100 pCt. pro
test van de op die vergadering aanwezige afgevaar
digden van „Koophandel" mocht niet baten. Als
motief werd aangegeven de vele onkosten die de
veiling voor nieuwbouw gemaakt had en in de toe
komst nog zou moeten maken.
Men scheen van plan te zijn dit besluit uit
voeren zonder voorafgaand overleg met „De Koop
handel" die er dan ook nooit eenig bericht van
kreeg, er werd gerekend dat men het wel in de
courant zou hebben gelezen.
Op een kort daarna gehouden algemeene verga
dering van „De Koophandel" op welke vergaderingen
de laatste paar jaren steeds afgevaardigden van de
veilingsvereen. worden uitgenoodigd vernam men
van de daar aanwezige afgevaerdigden van „De
Noordermarktbond" dat het de bedoeling was op 1
Juni 1930 de verminderde korting in te voeren.
Op diezelfde vergadering van „De Koophandel
werd echter besloten dat op die voorwaarde hare
leden niet zouden koopen en mededeeling van dit
besluit aan het bestuur van „De Noordermarktbond
gedaan, dat daarop besloot de wijziging voorloopig
niet in te voeren en werd dan ook na 1 Juni op de
oude voorwaarde verder geveild.
Noodig is nog te vermelden dat de in dit schrijven
genoemde veilingen n.l. die van Broek op Langen
dijk, Noordscharwoude, Obdam en Warmenhuizen
buiten hun provinciale en landelijke organisatie
nog verbonden zijn door een zeer losse band n.l.
„De Vierbond". Af en toe worden door deze Vier
bond vergaedringen gehouden, op welke steeds af
gevaardigden van „De Koophandel" werden uitge
noodigd. Nu is op den 13en Dec. j.l. op initiatief van
„De Noordermarktbond" weer een vergadering van
deze Vierbond gehouden, doel van den Noorder
marktbond was natuurlijk de andere drie veilings-
vereenigingen aan hare zyde te krijgen, wat be
treft de vermindering van het kortingspercentage
voor contante betaling. Voor deze voor „De Koop
handel" zoo belangrijke vergadering ontving zij
echter geen uitnoodiging.
Wel ontving zij een schrijven van den secretaris
In den herfst vergezelde de nu dertienjarige Ebba
haren pleegvader naar Engeland, met een hart dat
vol dankbaarheid en liefde bleef denken aan den
baron,maar dat tevens zeker niet vrij was van eene
2ekere mate van wrevel tegen de barones en Mathil-
de.
Vier jaren later schreef de graaf en meldde dat
Ebba met zekeren heer Brandis, kapitein der En-
gelsche marine, in het huwelijk was getreden. Ook
Ebba schreef bij die gelegenheid aan hare bloed
verwanten, en men verheugde zich in haar geluk.
Twee jaar daarna stier de graof, en Ebba erfde
zijn weliswaar niet groot maar toch zeer aardig ver
mogen. Bijna gelijktijdig kwam het bericht dat Eb
ba weduwe was geworden en plan had naar Zweden
terug te keeren.
Inmiddels groeide nu Mathilde op zonder eenige
mededingster, want Marie was als bestond zij niet.
Was Mathilde reeds als kind lief en aardig geweest
als meisje werd zij betooverend schoon, en bezat
eene door haar verderfelijke opvoeding ten volle
ontwikkelde behendigheid, allen voor zich in te ne
men door de verleidelijke hoedanigheden die zij
wist te huichelen of met haar gelaat uit te drukken.
Haars vaders dwaze liefde kende nu geen gren
zen meer. Hij zag in haar niets wat den voortreffe-
lijksten en schitterendsten aanleg kon weerspreken.
Toen Mathilde haar zeventiende jaar had bereikt,
bracht de familie gedurende den zomer een bezoek
op Ljungstahof.
De beide znen van den overste, Max en Karei,
waren toen ook juist te huis. Max, die eene betrek
king bekleedde aan het kabinet des konings, had een
ernstig, zelfs wat naar het zwaarmoedige hellend
karakter; hij was hartstochtelijk, maar tevens zeer
gevoelig, wantrouwend en onbuigzaam.
Karei, die eenige jaren jonger toenmaals luite
nant, later ritmeester was, had daarentegen een
open en oprecht karakter en een vroolijk levens
lustig hart. Hij was innemend, vriendschappelijk en
ridderlijk.
Het uiterlijk voorkomen van den ouderen broer
strookte volkomen met zijn karakter; want hij had
dweepzieke, gloeiende oogen, edele fijne trekken en
eene bijna gebiedende houding. Het geheel was meer
voornaam dan schoon.
Karei had meer regelmatige, bewegelijke en spre
kende trekken, levendige en zielvolle oogen, eene
mannelijke, ongedwongen houdin - hij kon met
recht een schoon man genoemd worden.
Met deze hare beide neven zou nu Mathilde een
geheelen zomer dagelijks omgaan en ruimschoots ge
legenheid hebben tot het in toepassing brengen ha-
rer nu volkomen ontwikkelde zucht om te boeien
van De Vierbond", den heer Klant te Warmen-
huizen, gedateerd 17 Dec. j.l., waarin wordt meege-
deeld, dat in de door „De Vierbond" op 13 Dec. ge
houden vergadering in beginsel besloten is de kor
ting voor contante betaling geheel af te schaffen.
Onder meer staat ook nog het volgende in dezen
„Zooals U bekend is reeds in eene vergadering
van 2 Juni 1930 deze zaak met Uw bestuur be
sproken en is toen besloten de korting een jaar
„na de vergadering te doen vervallen, tenzij in-
"middels een andere regeling zou worden getrof-
"fen, waartoe door uwe vereeniging een voorstel
"zou kunnen worden gedaan. Een voorstel van
Uwe vereeniging is niet ingekomen, doch ook het
".besluit der betrokken veilingsvereenigingen is
"tot heden niet uitgevoerd."
Tot zoover het in dit door „De Koophandel van
„De Vierbond" ontvangen schrijven omtrent deze
zaak en ofschoon ik niet aan de juistheid twijfel
moet ik bekennen dat van de vergadering van 2
Juni 1920 noch van het daarin genomen besluit van
het tegenwoordige bestuur van „De Koophandel
iets bekend is en ook in de notulen van „De Koop
handel" is er niets van te vinden. Mischien staan er
in het notulenboek van „De Vierbond" nog wei
meer voor het tegenwoordig bestuur van „De Koop
handel" belangrijke dingen en wil de heer Klant het
mij, nu ik zoo volop den tijd er voor heb, het mij
wel eens ter inzage toezenden. Wel herinner ik me
dat waarschijnlijk ook een tiental jaren geleden een
naar bestuursleden van de veilingsvereeniging te
Broek op Langendijk met een voorstel zijn gekomen
de korting voor contante betaling af te schaffen,
welk voorstel echter geen meerderheid in het bestuur
kon verkrijgen. Ook meen ik me te herinneren dat
beide genoemde bestuursleden zich toen nog in ver
binding hebben gesteld met bestuursleden van de
veilingen te Noordscharwoude en Warmenhuizen
doch dat daar toen voor afschaffing van de korting
"'Eiginaardig is het intusschen dat ook de betrok
ken veilingsbesturen het in de vergadering van 2
Juni 1920 genomen besitlu om de korting a
schaffen vergeten hebben uit te voeren. Intusschen
kan met voldoening worden geconstateerddatut
het meergenoemd schrijven van „De Vierbond
blijkt, dat het de bedoeling is de kwestie in overleg
met ,',De Koophandel" op te lossen.
Waarom de Langedijker correspondent van de
Schager Courant een paar weken geleden reeds
sprak van het beruchte 1/4 pCt. is mij niet duide-
^Hoe de zaak opgelost wordt zal de tijd leeren, aan
genomen kan worden dat het in de bedoeling van
beide partijen ligt een goede oplossing te vinden.
Mocht echter het 1/4 pCt. korting worden afge
schaft dan staat voor mij vast dat voor de handel
de prikkel om op tijd te betalen geheel weg is, dat
eveneens de band dit thans bestaat tusschen de
betaalkantoren en de handel verbroken wordt en
dat het gevaar dat de geheele contante betaling in
gedrang zal komen lang niet denkbaar is.
Alkmaar, Jan. 1931.
C. WAGENAAR Kz.
Voorz. „De Koophandel".
ën zich te doen aanbidden. Men behoefde waarlijk
geen profeet te zijn, om vooruit te zien dat dit
schoone, verblindende meisje, 't welk zich zoo vol
komen de macht harer voorrechten bewust was,
uiterst gevaarlijk worden zou voor het hart der bei
de jonge manen.
Warel was al aanstonds in blakenden gloed, be
minde en gaf ziyh over aan dat zoete gevoel met al
de warmte der jeugd. Hij had slechts oogen voor
Mathilde, volgde haar overal en had alles veil voor
de bevrediging harer geringste wenschen. Hij deed
in één woord alles was een minnend hart doet, wan
neer het wederlifde wenscht te winnen. MathUde
verdeelde hare gunstbetooningen strikt onpartijdig
tusschen de beide broeders; schoon eigenlijk haar
hart als zij een enkele maal oplettend naar die
1 stem luisterde, het krachtigste sprak voor Karei.
I Max beminde Mathilde met die zwijgende liefde,
I die juist daarom te sterker wordt daar zij, zonder
invloed van uitwendige voorwerpen, in de borst
I blijft opgesloten en daar te strijden heeft met vij-
andige verstand en nadenken. Hij was voor Mathil-
de vriendelijk, voorkomend, somwijlen zelfs harte-
I lijk, maar dit was ook alles. Zijne terughoudend-
heid ergerde haar en prikkelde hare ij delheid, zoo-
I dat zij zich voornam hem te overwinnen en tot ha-
ren slaaf te maken.
i Karei daarentegen had haar op den avond, die
i het vertrek van den baron voorafging, zijne liefde
i verklaard en Mathilde had ook de hare beleden. Zij
wisselden eene gelofte van trouw en kwamen over-
I een dat Karei in den herfst, wanneer zij elkaar in
de residentie ontmoeten zouden, bij Mathilde's va
der om hare hand zou vragen.
Den volgenden dag vertrok de baron met zijne
familie.
Eene maand was sedert verloopen toen ook Max
en Karei zich gereed maakten om het ouderlijke
huis weder te verlaten. Eenige dagen voor hunne
afreis trad Max Karel's~ kamer binnen en zeide:
„Weet gij, dat oom en zijn gezin reeds naar Stok-
holm zijn vertrokken en zij daar dus voor ons zul
len aankomen?"
„Neen, ik heb daarvan geen woord gehoord uit
den brief van Tante dien mama mij voorlas. Hoe
weet gij dat dan?"
„Van Mathilde," antwoordde Max glimlachende.
„Ik ontving zooeven een brief van haar".
„Gij hebt een brief van haar ontvangen?" riep
Karei driftig opspringende.
„Natuurlijk", zei Karei. „Onze briefwisseling moet
eigenlijk wel geheim blijven; maar met u als mijn
broeder, maak ik natuurlijk eene uitzondering. Ook
zullen toch onze wederzij dsche gevoelens spoedig ge
noeg algemeen beken» worden bij onze verloving".
„Wat voor.praatjes discht gij mij daar toch op?"
vroeg Karei, terwijl zijne gelaatstrekken zich kramp
achtig vertrokken.
Een vorschende blik vol argwaan was het eerste
antwoord, daarna sprak Max:
„Maar Karei wat beteekend die pgewondenheid?
Zou dan uwe oplettendheid voor Mathilde iets meer
geweest zijn dan dan de gewone hoffelijkheid onzer
salons? Als dit het geval ware.
.Spreek nu noch niet van mij, maar van Mathil
de", antwoordde Karei en balde zyn vuisten.
„Van Mathilde? Gij hebt gelijk," zeide Max, trad
op zijn broeder toe en voegde er op doffen toon bij
„Zoo gij met mij gespeeld had, zoo zij u lief had,
„Nu, wat zou er dan gebeuren", riep Karei.
ëüan joeg ik mij een kogel door het hoofd", ant
woordde Max met schrikwekkende kalmte.
Gedurende enkele oogenblikken beschouwde Ka-
rel het vastberaden, onheilspellende gelaat zijns
broeders, toen streek hij zich met de hand langs
het gloeiende voorhoofd en zeide:
Max, zulke driftige uitroepen leiden tot misver
stand. Laat ons bedaard met elkander spreken."
„Ik zal rustig spreken, nadat uwe woorden den
hevigsten storm in mijne borst hebben opgewekt,
nadat ik begonnen heb aan haar en alles te twij
felen?" riep Max, terwijl hij zijn broeders arm om-
„Tusschen twee mannen behoort dit mogelijk te
zijn", merkte Karei aan met kwalijk verborgen aan
doening.
Max wierp zivh op de sofa en Karei vervolgde.
„Zeg mij nu in welke betrekking gij tot Mathilde
staat. Daarna zal ik mij verklaren".
„Neen, dat moet gij eerst doen, want gij zoudt
mij later kunnen bedrigen".
„Die argwaan had gy niet behooren uit te spreken
want daarin ligt een twijfelen aan mijne eer en
broederlijke liefde opgesloten. Nu verlang ik dat gij
eerst spreekt, daar ik niet de beleediger ben".
„Antwoord mij," vraagde Max. „Bemint gij Ma
thilde?".
„Ik heb mij verbeeld haar te bemmnen ant
woordde Karei met eenige inspanning.
„Ha, zo gij hebt mij om den tuin geleid! riep
Max opstuivende.
En ik heb er geen woord van geweten, dat gij
haar bemindet. Ik heb nu oprecht geantwoord en
verwacht dat gij mij bedaard alles zegt, opdat wij
broeders blijven, Max, en niet elkanders mededingers
worden".
Het zij zoo," zei deze, en nu verhaalde hij hoe
hij" eenige dagen voor Mathilde's vertrek haar zijne
liefde had beleden, hoe zij hem had geantwoord,
niet zeker te zijn van haar eigen gevoelens, en zij
dus deze eerst wilde nderzoeken maar tevens had zij
hem bekend hartelijk genegen te zijn en te hopen
dat zy hem met der tyd ook zou kunnen liefhebben.
zyn verzoek om haar intusschen te schryven, had
Mathilde zonder bedenking vriendeiyk toestemmend
beantwoord. De briefwisseling was dus na haar ver
trek geopend en alles had Max recht gegeven tot
de hoop dat hy bemind werd.
Wel had Mathilde dit in geen enkele harer brie
ven met ronde woorden gezegd, maar in alles was
haar toon van dien aard, dat laet zeer vergeefelijk
was, zoo Max zich als de uitverkorene haars har
ten beschouwde.
Karei luisterde met schynbare kalmte naar het
verhaal züns broeders; in zyn eerhjke borst woel
den echter even hartstochteiyke als bittere gevoe
lens die de diepste verachting wekten jegens he
jonge meisje, dat op zulk een wijs met beide broe
ders gespeeld en ten minste éen van hen bedrogen
had. Max besloot met de woorden:
Mathilde heeft dus eene vaste hoop in my ge-
vo'ëd en door halve beloften myne gevoelens ver
sterkt, dat my, indien zy slechts met myn hart ge
speeld had, niets anders resten zou dan ^y voor het
hoofd te schieten. Mijne liefde is geen alledaagsche.
Ik bemin met eene hartstochtelykheid die niet be-
grypt hoe het mogelyk kan zyn te ontberen en
evenwel te leven. Zeg nu, Karei, welke hoop heeft
zy u wel gegeven?"
Ik heb niets van Mathilde te hopen", antwoord
de Karei. „Ik meende wel dat myn gevoel liefde
meeten mocht, maar nu zie ik in dat het vergele
ken met zulk een hevigen hartstocht, dien naam
niet verdient".
Dit zeggende reikte Karei zynen broeder de hand
en weemoedig glimlachende vervolgde hfj:
God geve dat gij aan Mathilde's zyde gelukkig
zu'lt worden. In mij zult gy nimmer een mededinger,
maar als voorheen steeds een bedaarden, broederiy-
ken vriend vinden".
Karei drukte nogif.aals de hand zyns broeders en
verliet toen haastig het vertrek. Eenige weken la
ter vinden wy beide broeders in Stokholm terug.
Wanneer zyt gy voornemens onzen oom en zyn
gezin te gaan verwelkomen?" vroeg Max op den
morgen na hunne aankomst toen de de broeders el
kander in de gemeenschappeiyke eetkamer ontmoet
ten.
Van daag of morgen" was het antwoord.
Karei ging ook werkelük eenige uren later uit tot
het afleggen van het bewuste bezoek. Het toeval
wilde dat hy Mathilde en Marie thuis vond.
Mag ik u verzoeken mü een paar woorden on
der vier oogen toe te staan", sprak hy al spoedig
tot Mathilde, die hem daarop terstond naar een aan
grenzend vertrek Vleide.
Mathilde", sprak Karei op kouden toon, „ik kom
de verklaring terugnemen die ik eenmaal omtrent
mijne gevoelens voor u aflegde, en u uw trouwgelof-
Wat moeten die woorden beteekenen?" riep Ma
thilde en zag hem verbaasd en verschrikt aan.
zy beteekenen, dat gy met my of met Max, of
wellicht ons beiden voor den gek hebt gestoken, en
ik Mathilde, ben er de man niet naar om met my
te'laten spelen", antwoordde Karei. Bemint gy Max,
zoo zal ik u vergeven; maar bemint gy hem niet,
dan veracht ik u".
Kareiriep Mathilde en werd zeer bleek, „ik be-
min Max niet en heb hem nooit bemind, want gy
alleen bezit myne liefde. Ik heb er my slechts een
uitspanning van gemaakt my door hem te zien aan-
i bldden (Wordt vervolgd).