Het Uitgebreid Lager Onderwijs Des avonds wordt men wijs Voor d'afgeloopen dag; Maar nimmer wijs genoeg "Voor die nog komen mag. DE U. L. O.-SCHOOL. Nu wij zoo brutaal zijn geweest om buurmans boomgaard binnen te gaan en niet de slechtste vruchten van zijn U.L.O.-appelboompje te plukken, bieden wij de volgende aan om er eerst den smaak van te krijgen: Ul.O. beteekent; Uitgebreid Lager Onderwijs. De naam zegt reeds, dat het behoort tot het lager onderwijs - evenals trouwens het onderwijs aan de kweekscholen, - wat niet wegneemt dat er een bijna algemeen streven is, de positie van het Uitgebreid lager onderwijs meer zelfstandig te maken. Een zekere mate van zelfstandigheid bracht reeds de wet op het L.O. van 1920, welke bepaalde, dat de oude 9- of 10 klassige M.U.L.O.-scholen, moesten worden gesplitst in scholen voor Gewoon l.o. en zoogenaamde Kopscholen: de tegenwoordige U.l.o.- scholen. Wèl bleven op sommige plaatsen de beide scholen nog onder één dak en onder één Öoofd, maar inder daad zijn ze geheel gescheiden. Met die naams verandering is het niet zoo heel gemakkelijk gegaan. Vroeger waren er ook U.k.o.-scholen - men verstond er onder de lagere scholen, die ook elementair onder wijs gaven in één of twee talen. Deze scholen be staan niet meer. Men kent nu slechts de scholen voor Gewoon lager onderwijs, waarop uitsluitend de vakken van l.o. mogen worden onderwezen (ook geen Fransch dus meer) en de U.l.o.-scholen, die - naast de andere vakken - ook onderwijs geven in Fransch, Duitsch, Engelsch, Wiskunde (Meetkunde en Algebra)Han delskennis (Boekhouden en Handelsrekenen) en Algemeene Geschiedenis. Laat ik er echter aan toevoegen, dat de oude naam M.u.l.o. zóó ingeburgerd was, niet het minst ook omdat men officieel spreekt van M.u.l.o.-examen, M.u.l.o.-diploma's enz., dat die oude naam nog heel veel gebruikt wordt. De Wet kent ons echter alleen als U.l.o.-scholen. De volledige cursus duurt in den regel vier jaar, aansluitend aan de zesde klasse der lagere school. Een betrekkelijk klein deel onzer scholen is nog driejarig, ofschoon verreweg de meeste 1.1. over hun heele schooltijd toch wel 10 (6 en 4, of 7 en 3) jaar doen. 't Zou me, in dit verband, te ver voeren om een voerig pleidooi te gaan houden voor de vier-jarige school. Alleen wil ik er dit van zeggen; Nu de „Kop- school" een zelfstandig bestaan leidt, haar leerlingen niet maar betrekt van de eigen „onderbouw", maar van tal van lagere (zoowel opleidings-, als andere) scholen; nu de eerste klas dus zeer heterogene be standdeelen bevat en maandenlang noodig heeft om de leeerlingen op één hoogte te brengen; nu het Fransch op de L.S. is afgeschaft en de U.l.o.-school, welke immers open staat voor alle 1.1. der L.S. die leeren kunnen, die 1.1. toch zoover moet brengen, dat zij zich met de moderne talen „redden" kunnen, zal het iets beteekenen voor hun verdere ontwikkeling en hun maatschappelijk leven; nu de 7-jarige grondschool bestaat en de U.l.o.-school toch blijft aansluiten aan de 6e klasse der L.S. zoodat tenslotte geen jaren verloren gaan - nu zal de 4-jarige U.l.o.- school het pleit wel nagenoeg overal winnen. Trou wens, wie zou in ernst meenen, in 3 jaar evenveel te kunnen doen als de H.B.S. in dienzelfden tijd met de meest-begaafde jongens? Zei niet onlangs Dr. de Jongh te A'dam; „Blijft de cursus op 3 jaren gehandhaafd, dan moeten wij definitief af zien van elke rechtstreeksche voorbereiding onzer leerlingen voor de examens. Alleen scholen met een vierde klas kunnen eraan denken?" En laat men niet vergeten, dat het verdeelen van de leerstof over vier jaren, mét zich brengt: minder achterkomers, dus minder zitten-blijvers, rustiger werken, minder huiswerk. Daarom: „De M.u.l.o. school, die de lichamelijke, geestelijke en maat schappelijke belangen der gewoon-begaafde leerlin gen op de beste wijze wil dienen, zij vierjarig". (Z.R.) Voor toelating toit de U.l.o.-school is dus vol doende, dat de leeerlingen met vrucht zes klassen van een lagere school hebben doorloopen. Kennis van Fransch wordt daarbij niet vereischt en een toelatingsexamen wordt, voor zoover ik weet, nooit afgeonmen. In den vier- (of drie-)jarigen cursus moet de stof doorgeweerkt worden, welke ongeveer gelijk staat met die van de eerste drie H.B.S.-klassen: Het tempo zal daarbij dus meestal eenigszins langzamer kunnen zijn. Het U.l.o.-onderwijs wordt gegeven door onder wijzers, die - op grond van ervaring, bezit van akten en tact om met oudere kinderen om te gaan - in het algemeen behooren tot de besten van het corps en wordt gegeven volgens de methoden van het lager onderwijs; langzame opklimming in moei lijkheden, duidelijke toelichtingen, geregeeld nauw keurig toezicht, zéér veel schriftelijke toepassing van het geleerde en voortdurende herhaling. De onderwijzer doceert niet, hij geeft geen col lege, hij staat niet buiten het gevoelsleven van zijn pupil, hij leidt zelfs diens heele studie; hij helpt en ondervraagt, hij bestudeert karakters; hij tracht invloed te krijgen op het Innerlijk leven van hen, die aan zijn zorgen worden toevertrouwd: hij pro beert te zijn paedagoog, in den waren zin van het woord, zóó voortzettend de opvoedende taak der lagere school. En daarbij zal hij, zonder zich in vak geleerdheid te verliezen, de intelluctueele ontwik keling van een breede schare van leerlingen bevor deren. Een ander belangrijk verschil met de H.B.S. is, dat de U.l.o.-onderwijzers meerdere vakken onder wijzen, zoodat de leerlingen van veel minder leer krachten les krijgen; dit is rustiger en maakt een nauwer contact tusschen leerling en onderwijzer mogelijk, Het gróóte voordeel van de lagere school, de klasseonderwijzer die zijn pupillen dóór en dóór kent en hun werken zelf leidt, en die een grooten invloed heeft op de geestélijke-zedelijke vorming van zijn leerlingen, méér dan een aantal vaklee- raren, die nooit dat persoonlijke contact kunnen krijgen, wordt door de U.l.o.-scholen nooit uit het oog verloren en de zegenrijke gevolgen zoo veel mogelijk nagestreefd. Het spreekt van zelf, dat de overgang naar het Uitgebreid Lager onderwijs dan ook veel geleidelijker is dan naar het M.O. de minder begaafdeii), is die oVergang juist funest. Hierop kom ik straks nog terug. Tot de belangrijkste kenmerken van het Ui!6.- onderwijs kunnen we verder rekenen, dat het zeer gediffirentieerd is, d.w.z. het kan zoowel den begaaf den als den zwakkeren leerlingen een afgerond ge heel van kennis geven en daardoor ook veel teléur- steelling voorkomen. Heeft een leerling absoluut geen aanleg voor de wiskundige vakken, wel dan laat hij die schieten en kan toch evengoed een diploma verwerven. Is het einddoel, te gaan naar een M.T.S., Zee vaartschool, de Ned. Spoorwegen, e.d. dan is Han delskennis overbodig en wordt deze veervangen door het gewone rekenen. Door het verschil in einddiploma's (zie achter) en het geven van vrijstelling op het examen, maar meer nog, doordat de klasseonderwijzer, die zijn leerlingen in hun behoeften en hun tekortkomingen kent, re kening kan houden met aanleg en geschiktheid van iederen leerling afzonderlijk, is de U.l.o.-school de school voor allen die niet door uitgesproken aanleg zijn voorbestemd om straks de leidende functies te gaan vervullen in handel, nijverheid en bankwezen. De U.l.o.-school heeft haar eigen methoden, haar eigen boeken. Juist waar zij met beide beenen op den grond wil staan, waar zij zooveel mogelijk prac- tisch zijn wil en alle schijngeleerdheid wil vermijden, maar evengoed ook verwerpt de onpractische school wijsheid van de negentiende eeuw, is zij zoo geschikt om datgene bij te brengen, wat de 1.1. straks in het leven noodig hebben. En of nu de leerlingen na het doorloopen van de U.L.Ö.«-school gaan naar de andere inrichtingen van onderwijs (Midd. Tech. school, Kweekschool, Suiker- school, Textielschool, Industrieschool, Huishoudsch. Zeevaartschool, e. d.) fo wel het diploma de toegang moet openen tot een bescheiden plaatsje in de maat schappij, voor ieder is noodig, een flinke dosis alge meene ontwikkeling, zonder wetenschappelijkheid, zonder geleerdheid, maar ten volle begrepen en ver werkt. INGEZONDEN (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). Zuidscliarwoude Januari 1931. de R., De werkelijk vlugge, intelligente en aan zelfstan- werken-gewende leerlingen, kunnen zich wel aan passen aan de geheel andere werkwijze op de Mid- deelbare school. Maar voor zéér veel anderen (en die anderen behoeven nog in 't geheel niet te zijn Er is bezig zich een legende te vormen ten zlchte der credietverleening van de Provincie en wel ten aanzien der kwestie van het initiatief. Ten le: In het verslag van de vergadering der Prov. Com. uit de Veilingen, gehouden te Alkmaar op 30 Dec. 1930, lezen wij in de „Tuinderij" van 2 Jan. 1931 uit de openingsrede van den voorz. o. m. het vol gende: „Met eenige voldoening mogen wij constateeren, dat onze buitengewone vergadering van 2 Oct. nuttig werk heeft verricht en dat de pogingen, welke op de vergadering zijn aangewend om hulp en verbe tering te verkrijgen aanvankelijk zijn gesalagd. Het is algemeen bekend, dat de Staten onzer Pro vincle op ons verzoek besloten hebben nogmaals de behulpzame hand naar onze tuinbouwers uit te ste ken. Een woord van dank en erkentelijkheid aan het adres dier Staten voor hunne welwillende houding en voor hunnen voortgang aan deze zaak is hier zeker op zijn plaats"enz. (Het vet gedrukte „op ons verzoek" is van o.d.g.) Ten tweede; In het raadsverslag van Broek op Langendijk, gehouden 9 Jan. 1931 lezen wij in uw blad naar aanleiding der behandeling van de „tuinders-voor schotten," dat de heer Koedijk het volgende heeft gesproken; „overigens juicht spr. de crediet verleening toe. Hier kan mee gediend worden eeh laog der bevolking en het is van groot nut voor en kele onzer tuinbouwers. Verder merkt spr. op, dat het een mooi resultaat is van de tuinbouwvereenigingen, temeer van den voorzitter, daar deze tevens daarvan ook den voor zitter was." Vervolgens lezen wij, dat de voorz. „den heer Koedijk bedankt voor de vriendelijke opmerking Er was veel te doen geweest betreffende den nood der tuinbouwers, maar spr. heeft het met aangenaam heid verricht." Het is verre van mij om iets te kort te doen aan wat door den voorz. van de Prov. Comm. uit de Veilingen is gedaan, evenmin wat door anderen is gedaan maar verklaar dat het initiatief in geen geval van de Prov. Comm. is uitgegaan. Ieder, die het veroop der eredietvoorstellen kent, (en dit weet de voorz. van de Prov. Comm. inzon derheid) weet, dat op het tijdstip der vergadering te Alkmaar alreeds bij de Prov. Staten een voorstel was ingediend, en dat bereids hierop het prae-advies van Ged. Staten is verschenen. De „tuinbouwvereening" bedoelt door den heer Koedijk, heeft niet anders behoeven te doen, dan haar instemming met het voorstel te betuigen, an deren hebben de zaak voorbereid. Het nut der'bui tengewone vergadering te Alkmaar is geweest, dat kracht aan deze voorstellen is bijgezet, der voorstellen is uit gansch andere kringen ont- Het ontstaan dezer vei^gaderinge het ontwikkelen staan. Welke? Lees verder! Einde Augustus. - De tuinbouwvereeniging De West" zond een S.O.S. uit, hetwelk door den aether van Geestmer-Ambacht te Zuidscharwoude werd opgevangen. „Red ons economisch bestaan" luidde de kreet Als gevolg hiervan kwam 1 Sept. „de Toekomst" te Zuidscharwoude op verzoek van 10 leden bij el kaar en werd besloten om steun te verleenen aan Koedijk en bij de L.G.C. een algemeene vergadering aan te vragen. Behandeld zouden kunnen worden a. fondsvorming tot steun der tuinders (credieten door Rijk, Prov. en Gemeenten. b. verbetering pachtweten. c. overname door den Staat van de lasten der soc. wetgeving voor tuinders met een inkomen lager dan f1500. Dit sein werd tot het L.G.C.-bestuur doorgezonden zie verslag 6 Sept. 1930. (N. Langed. Courant) Op vergadering werd aangenomen om 8 Sept. een algemeene besturen-vergadering te houden. 8 Sept. - Algemeene tulnbouw-besturen-vergadering met besluit de algemeene vergadering te doen uit gaan van de Prov. Comm. uit de Veilingen 13 Sept. - Bijeenkomst bestuur der Prov. Comm. waar het schrijven der L. G. C. werd behandeld „Na langdurige beraadslaging wordt ten slotte besloten een buitengewone algemeene vergadering uit te schrijven op Donderdag 2 Oct. te Alkmaar. Onderwerp: „de nood in den tuinbouw" Zie verslag „Tuinderij" kasnummer. Zie zoo, na een maand was eindelijk het gevraagde en dringend verlangde bereikt. Het verder verloop laat ik rusten, maar toch voor goede geschiednis nu dit. De kreet van Koedijk (S.O.S.) had 4 Statenleden bereikt, 2 uit Alkmaar, 1 uit Zuidscharwoude en ook nog 1 uit Heerhugowaard. De eerstgenoemde 3 Statenleden kwamen ten hui ze van het Statenlid te Zuidscharwoude bijeen en formuleerden een voorstel tot credietverleening en zonden dit aan den secretaris der sterkste fractie uit de Staten van Noordholland. Deze fractie kwam ten spoedigste te Amsterdam bijeen en diende bij Ged. Staten dit voorstel in: De Staten: van oordeel dat de toestand van den tuinbouw in ons gewest opnieuw het treffen van bijzondere maatregelen noodzakelijk maakt; wijders van oordeel, dat deze maatregelen het resultaat behooren te zijn van Rijk, Provincie en Gemeenten; overwegende echter dat de noodtoestand vordert, dat zonder verwijl een zekere hulp wordt verleend, machtige Ged. Staten om, op het voetspoor van de in 1923 getroffen regelingen, thans garantie te ver leenen van rente en aflossing van voorschotten, aan noodleidende tuinders te verstrekken, met dien verstande evenwel, dat de rente, aan de voorschot nemers te berekenen, niet hooger zal zijn dan 3 pet. 's-jaars. Onderteekening: E. Polak, P. Zeeman, J. Westerhof, W. v. d. Vall, C. Thomassen, S. Rodrigius de Miranda J. F. Ankersmit, M. A. Reinalda. Den 27 Sept. diende het Statenlid Kostelijk de navolgende vragen bij Ged. Staten in: „Zijn Ged. Staten voornemens te overwegen, of hebben zij bereids overwogen, welke maatregelen naar aanleiding van de in den land- en tuinbouw heerschende crisis door de Provincie zouden kunnen worden genomen? Zijn Ged. Staten bereid, het resultaat van die eventueele overwegingen aan de Staten mede te deelen? Het antwoord van Ged. Staten luidde als volgt De vraag, welke maatregelen naar aanleiding van de in land- en tuinbouw heerschende crisis van Pro- vinciewege genomen zouden kunnen worden, heeft reeds een punt van overweging bij Ged. Staten uit gemaakt. Het resultaat van die overweging is neer gelegd in hun prae-advies op het voorstel terzake van de heeren Ed. Polak c.s. (stuk no. 70) geda teerd 15 Oct. 1930, naar welk prae-advies zij meenen te mogen verwijzen. Haarlem, 22 October 1930. Zoo is het verloop geweest, en naar aanleiding daarvan meen ik te mogen concludeeren Dat van onder op, de grootere tuinbouworganisa ties actief zijn geworden, de soldaten hebben de leiders aangevoerd en niet omgekeerd. Tegenwerking is er niet verleend, het zou ook groot verzet gewekt hebben. Evenwel tijdens de Statenzitting is ons van belang stelling of sympathiebetuiging van de zijde der tuinbouworganisaties niets gebleken. Welk een ver schil bij de behandeling van het behoud van na tuurschoon, t,w, het Bergerbosch, als natuurmonu ment. Neen, m. i. z. is het hulde toezwaaien aan de leiding der tuinbouworganisaties niet noodig. Wie wel? Och. zij die actief zijn geweest hebben hun plicht gedaan en daarmede uit. Nog zij opgemerkt, dat het tuindersvoorstel ge volgd is door een akkerbouwvoorstel. Zonder het eerste geen tweede. Ook zij nog opgemerkt dat i 9nl23 het Statenlid J. Westerhof van Alkmaar in deze actief is geweest, hij was toen de man die het voorstel met enkele vrienden heeft gedaan Dat in deze richting verder wordt gewerkt spreekt ook uit een vorstel bij de „Friesche Staten" om in het voetspoor der Noord-Hollandsche Staten een Prov. garantie voor geldleening aan te gaan. Zie hier eenige geschiedenis voor den tuinbouw, laat een ieder vrij oordeelen waar z'n vreinden en voortrekkers wonen. M. de R. ik dank U voor de opname, Hoogachtend, P, ZEEMAN. Uit den Omtrek DIRKSHORN. Vrijdagavond, 9 Januari, vergaderde de Propa ganda-club. De opkomst was heel goed, terwijl 2 bezoekers zich als lid opgaven. Door afwezigheid van den voorzitter, den heer D. de Geus, wegens ziekte nam L. Doekes de leiding op zich. J. K. Slot, had een Inleiding over „Partij organi satie" en G. Paarlberg over Artikel I van „Ons Program". Op beide onderwerpen volgde een zeer gezellige en leerzame bespreking, wat we wel na elke club vergadering kunnen zeggen. De volgende Vergade ring is vastgesteld op Vrijdag 13 Februari. St. MAARTEN. Uitslag verkooping. Uitslag verkooping te Sint Maarten, gehouden door Johann w. C. Kroon, Notaris te Zuidschar woude, op Woensdag 14 Januari 1931 bij opbod des voormiddags 10 uur in het Café Halfweg te Stroet, gemeente Sint-Maarten. Een landbouwerswoning, arbeiderswoning, erven en bouwland genaamd Kampkes te Stroet gemeente Sint-Maarten, groot 6.61.30 H.A., in gedeelten. Zeer geschikt voor tulpen. Eigendm van den heer P. DE GRAAF Pzn. Hoogste bieders van: 1.. Landbouwerswoning en erf C. de Geus Kzn., voor f1900. 2. Arbeiderswoning en erf, Jb. Asma, voor f 980. Bouwland: 3. 22 sn. f57.00, f1254; 4. 22 sn. f57.00, f 12.54; 21 sn. f52.00, f 1092; 6. 22 sn. f54.00, f1188; Jn. Brommer. 7. 15 sn. f62.00, f930.; W. Govers. 8. 15 sn. "52.00, f780; 9. 19 sn. f49.00, f931; S. v. Drunen. 10. 26 sn. f'9.00, f1274; A. Zwaan. 11. 16 sn. f49.00, f784; Jn. Gootjes; 12. 16 sn. f51.00, f816; Jn. Gootjes 13. 18 sn. f46.00, f828; 14. 18 sn. f45.00, f810; Jn. Tiel; 15. 17 sn. f40.00, f680; C. de Geuske; 16. 17 sn. f 35.00, f 595. idem. Totaal f 16096. s-devrootvan;g;.J0 D.jivwel verqoeWoensdagncyp De afslag en combinatiën blijven bepaald op Woensdag 21 Jan. 1931, des voorm. 10 uur, in het café Halfweg te Stroet, gem. Sint Maarten. W ARMENHUIZEN. Overzicht Hulpkantoor. In 1930 werden o.a. 1098 aangeteekende brieven ontvangen of verzonden. Postwissels verzonden 922 en 4393 stortingen girodienst behandeld. Uitbetaald 1371 cheques en postwissels, 5294 quitanties ter in vordering behandeld. Ongeveer 700 stuks pakketten verzonden en ruim 2100 ontvangen. Aantal handelingen Postspaarbank 562. Aan ge middeld 100 Rentetrekkers werdt ruim f 11000 uitbe taald, verdeeld over 919 handelingen, 2351 stuks be talingen behandeld van verschillende belastingen. Verzonden en ontvangen Telegrammen 1169. Het aantal telefoon abonnementen klom tot 43, waar voor ruim 1600.0 gesprekken werden behandeld en 6500 onderling. Totaal bedrag geldelijke omzet was dit jaar 614234.03, welk bedrag bijna f 100.000 minder was als het vorig jaar wat ook al een teeken is van de slechte uitkomsten in het tuindersbedrijf. Door den Langedijker Bestuurdersbond was deze avond uitgeschreven. Een vrij talrijk publiek was aanwezig. Door een tot nog toe onopgehelderd abuis was wel de film aanwezig doch het toestel zelf niet. Dreigde dit aanvankelijk op een fiasco uit te loopen werden, dank zij den Bestuurdersbond maatregelen genomen en is de film afgedraaid geworden door de heeren Hart en Kuiper met hun nieuw filmtoestel. Het geduld van de aanwezigen werd wel op proef gesteld, daar niet voor 9.45 uur begonnen kon wor den. Een gedeelte van het programma moest dan ook afgelast worden. De eerste film gaf een documen tatie vanaf de oprichting in 1905 tot heden toe, waarin het geweldige organisatievermogen der N. V.V. tot uiting kwam. Hierna werd een korte rede gehouden door den heer J. C. B. van Hilst, escr.- penningm. van den Bond van Hotel-, Café- en Res- taurantpersoneel, die de ontwikkeling en groei van het N. V. V. duidelijk uiteen zette en aantoonde dat door organisatie veel resultaten geboekt zijn en nog bereikt kunnen worden. Het N.V.V. telt alleen al meer leden dan alle andere vakcentralen tezaam. Gewezen kan worden op het feit dat ook het cul- tureele leven der arbeidersklasse enorm is vooruit gegaan. Ter illustratie diene o.a. als eisch van den tegen- woordigen tijd dat voor niet minder dan 238.000 arbeiders in een collectieve overeenkomst het recht op vacantie is vastgesteld. Spr. uitte den wensch dat de Langedijker Bestuursderbond met genoegen op dezen avond mag terug zien, en dat resultaten niet zouden uitblijven. Als hoofdnummer van het programma vermeldden wij „Triomph", de schitterende N.V.V. film, welke een beeld gaf van de technische bijzonderheden uit verschillende bedrijven, een vergelijking met de vroegere toestanden waaronder de arbeiders gebukt gingen en de verbetereingen welke bereikt werden. De film liet verder zien wat er op gebied van Wo ningbouw ter vervanging van krotwoningen bereikt is geworden. Voorts een beeld van de vacantiehuizen, o.m. het Troelstra oord waar de arbeiders hun va cantie kunnen doorbrengen. Het symbool van de film is de kracht tot organisatie, waarin deze film in alle opzichten geslaagd is. Vermelden wij nog dat voor deze film de bijpas sende muziek gemaakt is door Hugo de Groot, diri gent van het V.A.R.A.-orkest. Deze muziek werd gespeeld door de heeren Swager en van Twuyver met viool en piano. Het was reeds na 12 uur toen de Voorzitter met een opwerkking om toe te treden tot de vakorganisatie en een woord van dank aan de zangvereenigihg voor het beschikbaar stellen van de zaal op dezen avond, tot sluiting overging. BROEK OP LANGENDIJK. Dinsdag 13 Jan. 1931, 's avonds 7.30 uur, hield de ziekenvereen. „Steunt Elkander" haar jaarver gadering in het lokaal van den heer Vijzelaar. Voorzitter, de heer Stammers, opende met een welkom de vergadering en spreekt zijn genoegen uit dat er zooveel gekomen zijn om deze vergadering bij te wonen. Spr. hoopt op een korte en zakelijke bespreking, welke strekken zal tot heil der vereen. Uit het verslag van den Penningm. blijkt dat de ontvangsten hebben bedragen f3370.50 en de uit gaven f 3017,19, batig saldo f 353.31, gevoegd bij het kassaldo groot f4348.31; wordt een bezit op 1 Jan. 1931 van f4693.62. Bij monde van den heer P. de Boer Kzn., werd mededeeling gedaan dat de boeken en bescheiden in orde zijn bevonden en adviseert derhalve tot goedkeuring. Tot rapporteur voor het jaar 1931, werd benoemd de heer J. Pik en als reserve toegevoegd P. Bakker Czn. Uit het jaarverslag van den Secretaris stippen wij aan dat het ledental 341 bedraagt, zijnde 2 minder als het vorige jaar. 9 bestuursvergaderingen en 1 ledenvergadering zijn gihouden. Het aantal ziektegevallen bedroeg 52, met een totaal aantal uitkeeringsdagen van 2219, waarover een bedrag is uitgekeerd van f 2281.52. Tevens werd nog vermeld dat de penningm. C. Balder reeds 25 jaar zitting heeft in het bestuur, waarvan hij sinds 1914 het beheer heeft over de finantiën. Bij de bestuursverkiezing werden de aftr. heeren Stammers en Weder herkozen. Hierna werd verslag uitgebracht van de Bonds vergadering gehouden te Alkmaar door J. Weder. Vervolgens kwam aan de orde bespreking afschei ding van het Ned. Verbond van Ziekenkassen. Door het bestuur werd een breede uiteenzetting gegeven waartoe men tot deze stap ze zijn gekomen. De vergadering kon zich, in het belang der ver- eeniging, met de zienswijze van het vereenigen. Medegedeeld werd dat 18 vereen, in N.-Hollond zich hadden afgescheiden en dat er in samenwerking met deze plannen bestaan tot oprichting eener nieuwe N.-Hollandsche bond, waarvan de richtlijnen nader zullen worden bekend gemaakt. Bij de rondvraag werd door den secretaris nog een opwekkend woord gesproken tot de leden om allen propagandisten te worden in verband met goedkoo- per werken der vereen. Het kleine bouwers en voo- veel van dezen welke nog geen lid zijn. Spr. doet een aansporing om deze menschen te overtuigen, dat geen instelling kan concurreeren tegen deze vereen., daar een half jaar volle uitkeering, en een half jaar de halve uitkeering en nog een vol jaar een kwart uitkeering gegeven wordt bij ziekte en ongeval. Tevens werd door spr. nog aan de leden in over weging gegeven om, wanneer men veranderen wil in de contributie-betaling, hetzij in een hogere of lagere klasse, zulks in den vervolge te doen in de maand Januari en Juli, ter voorkoming van moeilijk heden in de administratie. Niets meer aan de orde zijnde sluit voorzitter met woorden van dank aan den dokter en donateurs voor hunne hulp en de leden voor de aangename besprekingen, de vergadering. burgerlijke Stand Plaatselijk Nieuws ZUIDSCHARWOUDE. Woensdagavond werd in het lokaal van den heer Kramer de nieuwe N.V.V. film vertoond ter ge legenheid van het 25 jarig bestaan dier organisatie. - OUDKARSPEL. Burgerlijke Stand over de maand December 1930. Geboren: Gerrit, z. van Arie Goudsblom en Cor nelia Bakker; Geertruida Maria, d. van Simon Pe trus Rood en Marie Kokke; Dirk. z. van Volkert Polman en Jannetje de Geus; Catharina, d. v. Dirk Stoop en Anna Berkhout; Marianne, d. van Mar- tinus Hoogland en Catharina Schuitemaker. Overleden: Aaltje Brouwer, oud 66 j., echtg. van Jan Bruin; Simon Jonker, oud 65 j., echtg. van Elisa beth Schrijver; Anna Put, oud 4 maanden; Maartje Steen, oud 62 j., echtg. van Hendrik Wilbrink; Jan Gerrit Dresselhuizen, oud 54 j., echtg. van Japke Span,Ier; Neeltje Kamper, oud 35 j. Loop der bevolking over 1930. Vetrokken personen: 61 m. 58 vr. Overleden: 13 m. 16 vr. Totaal 74 m. 74 vr. Alzoo een achteruitgang van 15 m. en 8 vr. Bevolking op 31 December 1929: 965 m. en 865 vr. Totaal 1832 zielen. Bevolking op 31 December 1930: 950 m. en 857 vr. Totaal 1809 zielen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 2