29 M1931 Rechtzaken VOOR DEN POLITIERECHTER TE ALKMAAR. Openbare zitting van Maandag 26 Januari 1931. Het oude goed moet eerst ai. De zitting van heden werd aangevangen met een aangehouden zaak van 24 November betreffende Simon F., een mijnheer uit Schagen, die uit louter wermust de woning van zijn zuster te Heerhugo- waard tijdens haar afwezigneid had geïnspecteerd, en zich voor zijn moeite een bankbüjet van f 10 had toegeeigend. De heer Simon F. was ditmaal niet ter zitting aanwezig ten einde kennis te nemen van hetgeen de heer Wiggers, reclasseeringsambtenaar die ais getuige werd gehoord, had mede te deelen Verdachte heeft dezen heer schriftelijk medege deeld dat hij niet to geheelonthouding bereid was, zoodat de reclasseering uitgepraat is. De officier persisteerde dan bij zijn eisch 2 maanden onvoor waardelijk. Uitspraak van den politierechter bij breed gemotiveerd vonnis 6 weken gevangenisstraf. De jager op klein wild van Bergen in zijn fatsoen gezet. Daarna verscheen de als herboren heer Gerrit H. van Koedijk omtrent wien re heer Wiggers de verbiij dende mededeeling kon doen, dat voor hem voorloo- pig een geschikt patroon is gevonden. Voorts zal hij zooveel mogelijk ter zijde worden gestaan door het genootschap en reclasseering, Eisch als nu 2 maan den voorwaardelijk met 3 proefjaren. Verdediger kon zich daarmede opperbest vereenigen behoudens ver plichte baden. Dit was echter later beter geschikt. De verdachte werd daarop veroordeeld voorwaarde lijk tot 2 maanden met 3 proefjaren en op te leggen voorwaarden betreffende alcoholgebruik, lichaams- reinigen en veedrywrsverbod. Voorts wordt ver dachte gesteld onder toezicht van genootschap en re classeering en uit voorloopige hechtenis ontslagen. Nu, als Klaas nu niet heilig verklaard wordt, weet ik het niet. Een onbetrouwbaar sportsman. De niet ter zitting verschenen heer Joh. K., had zich op 3 Augustus te Hensbroek schuldig gemaakt aan wederrechtelijke toeëigening van 1.50 uit een kast en ten nadeele van een gymnastiekvereeniging De heer J. Schotsman anylist te Alkmaar en direc teur der vereeniging werd gehoord als getuige en prees de verdachte om zijn dienstvaardigheid en ijver. De politierechter vond het wegblijven van den verdachte vreemd en wenschte persoonlijk met hem in contact te komen. De officier ging daarmede ac- coord en op diens voorstel werd de zaak aangehou den tot volgende week en zal medebrenging van den heer K. worden gelast. Diefstal uit een kiosk in het veilinglokaal te Alkmaar De 30-jarige arbeider D. G. K. te Alkmaar, en diens echtegenoote G. J. K. moesten terecht staan wegens diefstal van snoeperijen en sigaren uit een kiosk, staand in het veilingslokaal waarvan de deur door eersten verdachte werd geopend, met een val- sche doch uitstekend en evengoed passende sleutel. Op deze voordeelige manier wisten de jongelui zich voortdurend lekernijen bij de koffie te verschaffen, hoewel ter eere van de vrouw mo?t gezegd worden, dat zij met tegenzin aan die onwaardige diefstallen deelnam. De eigenaar van de delicatessen is de hr. A. Bruin, wiens echtgenoote heden als getuige werd gehoord. Mej. K. geboren K. was niet ter zitting ver schenen en had de afdoèning der zaken aan haar ega overgelaten. Met de opgegeven schade scheen de politierechter zich niet te kunnen vereenigen en werd daarover nogal met getuige gedebatteerd. De verdachte die f30 per week verdient, toonde zich bereid een billijk berekende schade te vergieden. Besloten werd de zaak met het oog op de te verwach ten blijde gebeurtenis aan te houden tot Maandag 9 Maart. Een Germaansche zoon van Figaro met lange vingers. De 20-jarige heer Rudolf M., geboren te Glad- bach en thans wonened te Eindhoven had zich heden te verantwoorden, terzake diefstal van eenige peren uit een kast. zich bevindende in een kamer van den zoon des heeren Kwaad, barbier te Medem- blik bij wien de heer Rudolf destijds in betrekking was. Hij werd bij de toeëigening van deze peren door den heer Kwaad op heeterdaad betrapt. Toen begon deze heer Kwaad in een stemming te verkee- ren geheel in overeenstemming met zijn naam. De heer Rudolf kreeg zijn ontslag en nog een straf vervolging op den koop toe. De heer Kwaad ver telde toen hij als getuige werd gehoord, eenige schit terende staaltjes ypëerende vrijmoedigheid en du- bieuse eerlijkheid van zijn voormaligen Duitschen be diende. De officier vorderde 35 boete of 35 dagen die verdachte naar diens meening dubbel en dwars verdiend had. Vonnis 25 boete of 25 dagen. De diefstallen in het St. Jozefgezellenhuis. De 21-jarige electricien Petrus R., geboren te Beemster en wonende te Alkmaar stnod terecht ter zake hem ten laste gelegde diefstallen in het gebouw der St. Jozefgezeilenvereeniging in den nacht van 13 op 14 November en wel een bedrag van ƒ.12.50 ten nadeele der vereeniging en 160 ten nadeele van het muziekgezelschap St. Louis. De verdachte vertoefde als commensaal ten uhize van den heer Mensing, concierge in het gebouw en had dus alle gelegenheid zijn slag te slaan, daar hij met de interne aangelegenheden in het gebouw goed op de hoogte was. Om de aandacht van zijn persoon af te leiden, had verdachte een soort van inbraak- scene geënsceneerd, doch deze camouflage kon niet verhinderen dat de rechercheurs hem toch te pakken kregen. Het gestolen geld had verdachte op het dak bewaard als spaarpotje om er zoo geregeld van te profiteeren. Hij had nu een betrekking van f 23 als electricien en was nog steeds in den kost bij den hr. Mensing. f40 schadeloosstelling had hij bereids af gedragen aan den heer Wiggers, deze had ruim f 43 van verdachte ontvangen. Deze ambtenaar advi seerde voorts een voorw. veroordeeling. Verdachte was bereid f 3 per week te bestemmen tot- aflossing der nog resteerende schade. Eisch 6 maanden gev. voorwaardelijk met 3 proefjaren. Verdediger mr. Seegers uit den Helder wees op de erotische eigen schappen van zijn cliënt die hem ten verderve leid den, doch achtte de voorw. straf wel wat zwaar. Vonnis 4 maaden voorw. met 3 proefjaren en bijz. voorwaarden. Hem werd voorts opgeelgd verplichte geheelonthou ding, schadebetaling en caféverbod. Verdachte werd tenslotte gesteld onder toezicht der R. C. Reclassee- ringvereeniglng te Alkmaar. Het in beslag genomen geld werd aan den concierge Mensing teruggegeven ten behoeve der benadeelde vereenigingen. eHt jon ge mensch nam met die uitspraak genoegen. De of ficier riep hem een vaarwel doch niet een tot weer ziens toe bij zijn vertrek. Het driftige kamermeisje. De 32-jarige dienstbode mej. Steintje van Br. wo nende te Helder stond terecht wegens vernieling van een glasruis in het perceel bewoond door den ser- genat monteur Ekelenberg aldaar. Zij bezigde voor dat vernielzuchtig werk een schoen. Tevoren had de dame op straat een scene gemaakt met den sergeant en diens eöhtgenoote, welke verwikkelingen den po litierechter thans motief gaven sluiting der deuren te gelasten op grond van het zedekwetsende. Na her- Opening hield de heer officier onmiddellijk zijn requi sitoir waaruit bleek, dat de getuige wel eemgermate Zelf de oorzaak was van het voorgevallene. Gevor derd werd 10 boete of 10 dagen. Mf. Seegers verde diger van het meisje, betoogde dat het gehoorde op de besloten zitting üen aiepen ondergrond aer kwestie aantoonde, net optreden van den getuige gaf verdacnte aanleiding om aious te nandeien. Plei ter verzocht oe allergrootste clementie voor deze vrouw. Vonnis fl boete of 1 dag. Bal- en knokvermaak. De heeren Andr. C. G. oud 19 jaar landbouwer te Ursem en Joh. O. een 20-jarig veenouoer uit Oter- 1 leek stonden broederlijk tereent ais verdacht op Za terdag 2a Novemoer den getuige jon. Nic. Beets uit Beemster te heboen misnandeid welke misnanoeiing was gepleegd te Alkmaar in het portaal van net gerenommeerde dansioaaal van den neer Van Gy- zen aan de Breeustraat. te Alkmaar. De heer Beets ontving een zoo geduchte klap op zyn neusoeen dat hy zijn positieven geheel kwyt was en zien later te de Ryp onder mediscne behandeling moest stellen De ondergrond van dit gewelddadig optreden was ook al weer gelegen in he bekende spreekwoord: Cnrechez la femme. De heer Groot was geengageerd met een Beemster schoone en nu verdacht deze den heer Beets dat hij met die vermenging der verschil lende stammen geen genoegen nam. om deze tegen werking te coupeeren nam hij afdoende maatregelen en sloeg Beets direct knockout. Ook de heer O. liet zich niet onbetuigd en haastte zich den neergevallen Beemster leeuw een klap toe te dienen. De politie rechter noemde dit een heldendaad. Eisch tegen A. C. G. uit Ursem f 50 boete of 50 dagen tegen Jan O. uit Oterleek f 25 boete of 25 dagen. Vonnis f 40 boete of 40 dagen en f 25 boete of 25 dagen. Beleedigingsscene op Urk. De heer P. Hoekman, ingezetene van het eiland Urk werd op 3 December grafelijk beleedigd door zekeren heer Lambretus G. die te voren tegen de deur van het repetitielokaal van een zangvereeniging had geschopt en deswege door den heer Hoekman werd onderhouden. Eisch en vonnis f 25 boete of 25 dagen. Een lastig patient van Schiedam. De niet verschenen J. van der B. te Enkhuizen had zich op 9 December met veel jenever moed verzet tegen den agent Ubbels, die hem had aangevat om hem een aangenaam verblijf op de brits in het arrestantenlokaal te verschaffen. Eisch en vonnis f20 boete of 20 dagen. Een geduchte tegenpartij. De niet groote maar des te dikkere en stevig ge bouwde transportarbeider Ane J. uit Noordschar- woude had op 21 December niet alleen den café houder M. Visser maar ook diens echtgenoote ge slagen en pijnlijk getroffen. Er was ruzie ontstaan en een vechtpartij waarmede Visser en diens vrouw niets te maken hadden. De heer Ane J. was niet be reid de beschuldiging te accepteeren en ontkende ijverig het hem ten laste gelegde, mishandeling van het echtpaar Visser. Mej. Visser verklaarde evenwel pertinent dat ver dachte haar zoowel als haar man klappen toediende toen zij zich beijverden andere vechtende bezoekers te scheiden. De heer J. deelde geduchte en pijnlijke opstoppers uit en was niet geheel nuchter. Ondanks de ontkentenis van den heer J. achtte de officier hem schuldig en nogal flink schuldig ook, wat bleek uit den eisch tegen J. door den officier wel klein maar niet dapper genoemd, veroordeeling tot maar eventjes 50 boete of 5t) dagen. Vonnis f 40 boete of 40 dagen. Nachtelijke beleediging van zus Anna. De 45-jarige mej. Mina Maria de Gr. huisvrouw van den heer W. Kr. te Hoorn, verscheen zenuwach- tik kriekend voor den politierechter om rekening en verantwoording af te leggen terzake het haar ten laste gelegde feit, dat zij in den nacht van 14 op 15 December haar zuster Anna Maria de Greeuw huisvrouw van M. Verlemans, eenige beleedigende woorden zou hebben toegevoegd. Qualificaties waar mede we de klommen van dit achtbaar blad niet zul len verontreinigen. De verdachte zuster op het be kende bankje verklaarde botweg dat haar zuster loog en ook de twee andere getuigen waarmede de kous af was. De politierechter deelde verdachte me de, dat zij reeds tweemaal was veroordeeld wegens wederspannigheid en beleediging van een ambtenaar Mej. Kr. week hier af van haar systeem o mte zeg gen dat ook de politierechter loog en erkende een en ander. De officier hield een bloemrijk betoog met als pakkend slot een eisch tot veroordeeling van de juffrouw tot f 15 boete of 15 dagen. Uitspraak conform requisitoir. Weinig respect voor de vertegenwoordigers des gezags De 48-jarige heer Theodorus SI. winkelier te Beets stond terecht terzake de tamelijk ernstige telasteleg- ging dat hij op 27 December den heer Simon Smit, gemeenteveldwachter te Beets in den nacht van 27 December een schop had toegediend en hem in het gelaat had geslagen. Ten overvloede beleedigde hij nog den dienaar der gerechtigheid door hem ee nige minderwaardige woorden naar het hoofd te slin geren. Het gebeurde na afloop van een bijeenkomst van leden van den bond van staatspensionneering De veldwachter kwam om het café te sluiten wat blijkbaar in hooge mate den toorn va nverdachte opwekté. Hij animeerde zelfs den caféhouder om Smit met een stoel uit de zaal te slaan. De heer SI. beweerde niet meer te weten, wat er was voorge vallen. Hij is al eens door de rechtbank te Haarlem veroordeeld wegens beleediging tot f 6 boete. Eisch f 60 boete of 60 dagen. Vonnis terzake laffe behande ling den veldwachter aengedaan onverminderd f 60 boete of 60 dagen hechtenis. Meervoudige Strafkamer. Zitting van Dinsdag 27 Januari 1931. Uitspraken van 20 Januari. Aris B., tuinder te Blokker opzettelijk en.weder rechtelijk toeëigening van eenige fruitmandjes 25 boete of 25 dagen. - Jacob van G., arbeider zonder vaste wounplaats thans in voorarrest huisvredebreuk gepleegd te Zuidscharwoude, 1 maand gevangenis straf met aftrek voorarrest en in vrijheid gesteld. - Jan S. Slager te Zuidscharwoude, meineed, nieuwe instructie gelast en het hooren van nieuwe getuigen o.m. den heer J. de Vries, destijds hotelhouder Toe last en den heer K. Piet, kellner in het hotel. - Pie- ter O., tuinder Nederhorst den Berg, thans in voor arrest, diefstal van kippen gedurende den voor den nachtrust bestemden tijd, jl. Donderdag vrij gespro- i ken en in vrijheid gesteld. - Willem KL, Alkmaar, S hooger beroep vonnis kantongerecht t. z. openbare dronkenschap, 8 dagen hechtenis, en 3 maanden op zending voorwaardelijk met 2 proefjaren. De officier heeft hooger beroep aangeteekend te gen het vonnis der meervoudige strafkamer, waarbij Pieter Oosterbroek in de hem ten laste gelegde dief stal van kippen te Oterleek werd vrijgesproken. Hooger beroep vonnis wet op de openbaer middelen van vervoer artikel 15 2e lid. In eerste instantie werd door den kantonrechter ontslagen van rechtsvervolging de heer Petrus Pr., te Avenhorn aan wien ten laste was gelegd, dat hij in Mei 1930 zou hebben gereden op de openbare weg te Alkmaar met een motorrijtuig in casu een vrachtauto waarin hadden plaats genomen meer dan 8 personen, alhoewel dit voertuig daarvoor niet was goedgekeurd. De gemeenteveldwachter v. Aven horn werd in deze hooger beroepzaak geboord als ge tuige. De ambtenaar van het O. M. was in hooger beroep gekomen, oorval omdat het hier een principi- eele zaak gold. De officier vorderde vrijspraa'k dus geen onslag van rechtsvervolging. Hoewel tot op zekere hoogte in deze aangelegenheid het standpunt deelende van den ambtenaar verklaar de de heerofficier echter niet zoo ver te willen gaan. Het betrof iehr niet het gebruiken van een openbaar vervoermiddel doch een motorrijtuig dat een enkele maal werd gebruikt speciaal voor het ver voer van familieleden, die een uitstapje voor genoe gen maakten. De officier was de meening toegedaan, dat bedoeld wetsartikel op dergelijke gevallen niet van toepassing was, maar dat alsdan vrijspraak vol gen moest. Hooger beroep vonnis overtreding winkelsluiting te Bergen. De ambtenaar van het O. M. bij het kantongerecht te Alkmaar was in hooger beroep gekomen tegen de uitspraak van den kantonrechter die den heer C. F. K., Sigarenwinkelier te Bergen had vrijgesproken van de hem ten laste gelegde overtreding betreffen de de winkelsluiting. De heer K. betoogde dat in Bergen door vele win keliers clandestien wordt verkocht wat natuurlijk hoogst schadelijk is voor bona fide verkoopers. die wel de verordening in acht nemen. De officier acht te het gegeven ontslag van rechtsvervolging niet juist en vorderde f 6 boete of 6 dagen hechtenis. Zoo bekend is, grondt de heer kantonrechter zijn uitsprak op de onverbindbaarheid der verordening een standpunt dat door ambtenaar en officier van Justitie niet wordt gedeeld, terwijl ook de meervou dige strafkamer blijkens haar uitspraken de meening van den heer kantonrechter te dien aanzien niet deelt. Strooperij van te veld staande bloemkoolen. De 23-jarige koopman Anthonie O. wonende te Noordscharwoude stond terecht als verdachte dat hij in den nacht van 10 op 11 November aldaar eich wederrechtelijk had toegeëigend een 75-tal bloemkoo len staande op het bouwland in gebruik bij den heer T. Pranger landbouwer te Noordscharwoude. Ver dachte zou zich hebben bediend van een schuitje. En week na de vermissing der bloemkoolen vond Pranger op het land een pijp en daarna een notitie boekje dat vermoedelijk eigendom was van verdachte De woning van A. O. is in de onmiddellijke nabijheid van Prangers land gelegen. Dit land is van alle zij den door water omgeven. Verdachte die zich mag beroemen op een krulle- bol die een Somalië inboorling tot sieraad zou heb ben gestrekt verklaarde dat hij gewoon is bloem kool in groote hoeveelheden op te koopen. Hij was niet in het bezit van een schuitje. Als hij het noodig heeft, leent hij zoo'n vaartuig. Wat betrof de gevon den pijp en het notitieboekje, deelde verdachte mede dat de bewuste pijp niet zijn eigendom was. Hij er kende wel een dergelijke pijp gekocht te hebben, doch hij moest in gebreke blijven dat rookinstrument te toonen. Wel toonde hij een andere pijp, door hem gebruikt. Ondanks echter alle omstandigheden ontkende de heer O. pertinent iets met die strooperij van bloemkool te maken te hebben gehad. De heer Pranger was er echter positief van overtuigd, dat hij de ontvreemde portie in het bezit van verdachte had gezien. De heer Langedijk winkelier te Oudkarspel verklaar de aan verdachte een soortgelijke pijp als op de terechtzitting aanwezig te hebben verkocht, wat verdachte dan ook gri ftoegaf. Laatstgemelde was van meening, dat hij 20 November de pijp moet heb ben verloren dus onderscheidene dagen na het feit. De heer Simon Petrus Rood, rijksveldwachter te Oudkarspel had gehoord van zekere heer J. P. Lee ring, die hem had medegedeeld, dat hij ook een der gelijke rijp als op Prangers land gevonden, had gekocht bij Langedijk. De heer Leering kon echter zijn pijp niet toonen. De heer Langedijk kon ech ter verklaren dat hij twee of drie dergelijke pijpen had verkocht en aan niemand meer. De president mr. Ledeboer, noemde het een ern stige aanwijzing. Verdachte is al een maal wegens een vermogensdelict veroordeeld. De heer Rood kon niets ten nadeele van verdachte aanvoeren. Volgens verdachte zou de vader van O. aan een der politie beambten gezegd hebben, in casu den gemeenteveld wachter Leuring, dat hij over het land van Pranger had getappen met een jas aan, waarin zich het notitieboekje van verdachte had bevonden. De heer officier ging in zijn requisitoir de onderschei dene verzwarende omstandigheden na. o.m. de aan wezigheid van pijp en notitieboekje een en ander in verband met het feit, dat verdachte venter in bloemkool is. Vermoedelijk zal verdachte toen hij in bukkende houding de bloemkolen sneed, pijp en boekje hebben verloren. De heer officier achtte deze veronderstelling zeer plausibel. Uit een en ander concludeerde de officier, dat het ten laste gelegde wel onomstootelijk vast stond. Tenslotte vorderde spreker terzake strooperij met be hulp van een vaartuig 10 maanden gevangenisstraf Misdrijf Art. 251bis Wetboek van Strafrecht.' Als verdacht van bovengenoemd feit stonden met gesloten deuren terecht J. J. te Alkmaar en J. S uit Z. en N. Schermer. In deze zedezaak opponeerde voor J., Mr. Jozephus Jitta en ten behoeve van S., Mr. de Groot. Als getuige a charge werd gehoord Maria M., voorheen bij S. in betrekking. Het Allerzielenrelletje te Berkhout voor den Strafrechter. In den middagziting waren uitgenoodigd in quali- teit van verdachte, niet minder dan 8 ingezetenen van Berkhout cum annexis, zoodat het zondaars bankje moest worden verlengd, ten einde dit dubbel kwartet een behoorlijke zitplaats te kunnen ver schaffen. De expositie had veel weg van een „Schoonheids" concours! Terecht stonden dan de heeren: 1. Laurentius St., 30 jaar, landbouwer, Berkhout; 2. Cornells Antho- nius B., 32 jaar, landbouwer, Berkhout; 3. Johannes St., 25 jaar, landbouwer, Berkhout; 4. Cornells Ni- colaas O., 30 jaar, landbouwer, Berkhout; 5. Herre N., 29 jaar, arbeider, Berkhout; 6. Wybke Jozephus N., 24 jaar, chauffeur, thans te Diemen; 7. Johannes Jozephus B., 25 jaar, landbouwer, Berkhout; 8. The odorus Jacobus BI., 24 jaar, arbeider, Avenhorn. Aan welke heeren bij dagvaarding was tenliste gelegd: dat zij te Berkhout op 8 Dec. 1929 wederrechtelijk waren binnengedrongen in het café „De Roode Leeuw", alwaar een arbeiders tooneelvereeniging een opvoering gaf van het bekende tooneelstuk van Herman Heyermans, „Allerzielen". Voorts dat zij zonder entree te voldoen door de vontrole waren geloopen. Verdachte Laurens St. beweerde dat niemand aan de controle stond toen hij het locaal binnen kwam. Er is hem niet om toegangsgeld gevraagd. De voorstelling was reeds aangevangen, toen voor noemde 8 heeren binnenkwamen. De vorstelling was om 7 uur aangeschreven, doch bij de binnenkomst der 8 verdachten was het ongeveer 8 uur. Behalve deze verdachten, kwamen nog 5 andere geestver wanten binnen, die thans, waren opgegeven als ge tuigen a charge. Aan de overige heeren werden dezelfde vragen gesteld, in de eerste plaats waarom zij niet op tijd waren gekomen om de voorstelling bij te wonen? Bij de controle hadden zij niemand gezien, dus ook niet de getuigen P. Heuvel, de Kastelein, J. Vis ser en A. Sieperda, de kaartjes controleurs. De heeren hadden geen toestemming, noch een vrijkaart. Het binnengaan ging, volgens verdachten, niet met rumoer gepaard. Volgens de heeren waren zij in de absolute onmogelijkheid om tijdig aanwezig te zijn. (Hier werd op de publieke tribune gela chen) Ontkend werd dat het opzet was een relletje te maken, zooals de president, Mr. Ledeboer, zoo vry was te veronderstellen. Het stuitte u als Katholieke tegen de borst, dat „Allerzielen" werd gegeven, zeide d e president te gen verdachte nummer 6, Wybe N. Na het verhoor der verdachten werden de getui gen gehoord. In de eerste plaats de heer P. Heuvel, de 34-jarige caféhouder, die zich viviele partij stelde voor een bedrag wegens vernielde cafeinventaris, onder meer gebroken stoelen, keuen en ingeworpen ruiten. Rekeningen had Heuvel niet bij zich en kon die dus niet overleggen. Het was gespecificeerd f28 glasruiten, f 25 aan keuen en de rest was voor ge broken stoelen, glazen en koppen en schotels. Verdachte no. 1 beweerde dat de kastelein en de andere heeren zelf den boel hadden stukgeslagen. De heer Heuvel bleef bij zijn verklaring dat niet hij de vernieler was. sprak Heuvel 5;oan,enewuqwhl tewnvjj jaoeaan Volgens verdachte nummer twee, Cornells B., sprak Heuvel niet de waarheid. Het publiek in de zaal had die schade veroorzaakt door verdachten met geweld de zaal uit te werken. Verschillende verdachten beschuldigden den heer Heuvel van leugens, waardoor de president zeer verontwaardigd in 't algemeen waarschuuwde voor uitzetting uit de zaal, in dien de desbetreffende ver dachte zich niet behoorlijk gedroeg. De heer Heuvel verklaarde voorts de zaal te heb ben afgestaan aan de aroeiderstooneelvereeniging „voor en het Volk, door het volk." Eenige personen, ae heeren Visser en Sijperda, vormde net entree bureau. Toen het stuk al werd opgevoerd, kwamen de verdachten binnen, 7 uur was de aanvangstijd. Eerst werd geen herrie gemaakt. Hy had de heeren zien binnenKomen. Het was geen bmnenanngen met eenig geweld, maar vergunning hadden zij met van getuigen. De heeren wensenten eerst bier en toen nun aat niet werd verstrekt omdat het nog geen pauze was, begonnen zij te schreeuwen en te siaan. Getuige aeed aaar zelf ook aan mee, omdat hy de ongewenschte gasten buiten de deur wilde heboen. Volgens vernachten waren Heuvel en zyn kor nuiten het eerst begonnen en droegen zy dus de schuld van het gebeurde. Ik kom wel meer laat, dat steekt niet zoo kra-ap, zeide verdachte Joh. B., volgnummer 7, op de des betreffende vraag van den president. Daarop werd gehoord de heer Pieter Leeuw, land bouwer, die verklaart dat hy een kaartje voor de voorstelling had gekocht, terwyi de H. H. Visser en Syperda aan de deur stonden. Hy zag dat Visser de heeren verdachten naliep en hen om entreegeld maande. Betaling werd geweigerd. Er werd verzocht om stilte of anders de zaal te verlaten, waaraan niet werd voldaan. De verdachten beweerden dat hun niet was verzocht om heen te gaan. De heer Jb. Visser, 'n 23-jarige arbeider te Berk hout, was belast met A. Syperda om de entree's uit te geven en te controleeren. Tegen acht uur, terwyi het eerste bedryf byna was afgespeeld, kwamen de verdachten en deden of hun neus bloedde, toen getuige om entreegeld verzocht. Getuige herkende verschillende verdachten, o.m. gebroeders St. en Cornelis Verdachten ontkenden dat om betaling was ge vraagd. Verdachte no. 2, Cornelis B., zeide dat indien zy zy fatsoenlyk waren gebleven, verdachten dit ook zouden geweest zyn. Vervolgens werd gehoord de heer A. Syperda, 'n 22-jarige arbeider uit Aven horn, eveneens dien avond belast met de kaartjes controle, welke getuige eerst bezwaar had tegen den eed, doch later tot deze formeele handeling overging, ook deze getuige verklaarde, dat de ge vraagde entree niet was voldaan. Hy liep hen na en vroeg om toegangsgeld, doch dit werd geweigerd. Later begonnen zij rumoer te maken en riepen, dat zy hun geloof niet bespot wilden zien. De verdachten bleven by hun ontkennende hou ding volharden. Ten slotte werd de laatste getuige a charge, de gem. veldwachter J. Leegwater, gehoord en deze verklaarde dat het meer gebeurd, dat personen laat komen. Toen getuige binnenkwamen, zaten Visser en Syperda bij de controle. Getuige zag verdachten naar het buffet loopen en hoorde bier commandee- ren. Een der verdachten, Joh. St. had gezegd, dat stuk mag niet opgevoerd worden. Het is krenkend voor ons Katholieken. Wy beleedigen jullie toch ook niet! De heer Joh. St. ontkend dat, waarop de heer Leegwater repliceerde, dat hy toen St. had gewaar schuwd zish kalm te houden. Verdarhte Joh. St. besdhuldigde alstoen den veld wachter van te staan liegen. Volgens den veldwachter stonden'de jongens in de gemeente gunstig bekend. Vervolgens werden gehoord de 5 opgegeven getui gen a charge, te beginnen met den heer E. Loos, '18 jaar, landbouwersknecht te Spanbroek, die des gevraagd verklaarde geen personen by den ingang der zaal te hebben gezien en niet was aangenaamd om heen te gaan. Vervolgens de heer D. Syts, 19 jaar uit Ursum, daarna Cornelis Ooyevaar, 27 jaar, boerenknecht te Avenhorn, Jacob Ooyevaar, 22 jaar, boerenknecht te Grosthuyzen, broeder van getuige a decharge en ten slotte Dirk Sys, landarbeider te Ursem, welke heeren verklaarden overeenkomstig de eerste getuigen, doch de laatste getuige be weerde het wel gehoord te'hebben, dat was aange maand de zaal te verlaten. De heer officier, het woord verkrygende tot het houden van zyn requisitoir vergeleek een der heeren verdachten met Napoleon en zette voorts ten zynen behoeve en van zyn medeverdachten juridisch uit een wat moest worden verstaan onder wederrechte- lyk binnendringen. Dat wil zeggen, binnendringen zonder bevoegdheid en wanneer te voren het ver bod tot binnenkomen was bekend gemaakt, waarby de officier Noyon aanhaalde. In verband hiermede kwam de officier tot het voorgevallene te Berkhout op 8 Dec. 1929 en stelde in het licht dat het hier de tooneelvereeniging was die het recht had tot verbod op binnen te komen te geven. Het maakte niet uit, waar de controleurs zich bevonden. Zy haden entree gevorderd, dat was voldoende. Dat verdachten beweerden dit niet te weten, noemde de officier kwajongensgedoe, alle debat onwaardig. Op het strooibiljet stond dat den geheelen avond entree werd geheven. Iedereen weet dit trouwens, zelfs een klein kind, laat staan een man van 32 jaar (Corn. Anth. B.) die zich onder de verdachten bevond. Uit alles bleek dat noodzaak bestond om entree te betalen. Voorts critiseerde de officier het optreden van veerdachten, hun verzoek om bier en de protesten tegen het stuk. Het was te doen om den boel op stelten te zetten. Dat niemand op tyd kon komen, was een kwajon gensachtig foefje. Zy durven biykbaar hier voor hun principe niet uit te komen, doch dit moesten ze zelf maar weten. Het ware flink geweest indien zy de conse quentie van hun daad hadden aanvaard. Ten slotte achtte de officier het feit, dat van ernstigen aard was, wettig en overtuigend bewezen en vorderde Z.E. f 50 boete subsidiair 50 dagen hech tenis tegen ieder dér verdachten. Nadat verschillende verdachten als nog hun mee ning hadden kunnen luchten, werd het onderzoek in deze zaak gesloten en de uitspraak bepaald op a.s. week Dinsdag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 3