Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier, DE izen 40e Jaargang De werkeloozen van Sint Pancras naar de Zuiderzeewerken - - N0^15 TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 6Ï. DONDERDAG 5 FEBRUARI 1931 NIEUWE LANGEDIJKIR iCOÏJRAST DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. Abonnmen tspr ij s per 3 maanden f 1.15. Uitgave: Firma 1.B. KEIZER. Batotan 1. II. KEIZER." Eflanel MaardscharwauJa. ADVERTENTIEN: VaD 1—5 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. Hoe radicaal en ingrijpend de verandering in de voortbeweging te water ook was, van nog grooter beteekenis was de omwenteling in de voortbeweging per as. Het profetische woord van Hildebrand, neerge schreven in 1837, is vervuld geworden: „Dan eerst, als de Nederlandsche natie langs uwe gladde banen, o spoorwegen, dagelijks door elkander zal geschoten worden als een partij weversspoelen, zal er welvaart en bloei en leven en spoed in ons dierbaar vaderland heerschen Er ligt in dit profetische woord van Hildebrand een zeker verwijt opgesloten, n.l., dat 't hem niet vlug genoeg ging in den tijd waarin hij leefde. Met de diligence was zijn vriend Nurks gekomen die zijn sigaren als „strootjes" had gekwalifiseerd en de reizigers in de diligence tot „niet veel zaaks" gede gradeerd. De diligence was, evenals de ouderwetsche trek schuit, nog het vervoermiddel en Hildebrand zou nog twee jaar moeten wachten alvorens hij per spoor van Amsterdam tot Haarlem en omgekeerd kon reizen: Op 20 September 1839 werd dit lijntje geopend. Hierop volgde in 1842 de verbinding tus- schen Leiden en den Haag en tusschen Amsterdam en Utrecht, in 1845 de verbinding tusschen Utrecht en Arnhem en in 1847 de verbinding tusschen Den Haag en Rotterdam. Een bewoner der hoofdstad kon toen langs den spoorweg direct tot Rotterdam en Arnhem reizen - verder in geen enkele richting nog. Een Rotter dammer was er niet zoo goed aan toe, daar hij alleen den Hollandschen spoorweg tot Amsterdam kon be nutten. Wilde hij zijn familie te Arnhem bezoeken, dan moest hij een geheelen dag op een stoomboot zitten. Hetzij dat hij wilde naar Gouda of Dordrecht, altijd weer de stoomboot. Een Gouwenaar kon pas in 1855 van zijn stad naar Utrecht reizen, want de Rijnspoor werd den 30sten Juli in dat jaar geopend. Op 1 November van het jaar 1872 werd de lijn Rot terdam-Dordrecht geopend. Wilde een Rotterdam mer naar Anntwerpen, - nogmaals de stoomboot; want de spoorwegbrug over het Hollandsch Diep, bij Moerdijk, kreeg pas in het begin van Januari van datzelfde jaar haar eersten passagierstrein te dra gen. En toch mocht de Rotterdammer van het jaar 1849 zich nog bevoorrecht achten boven zijn groot ouders, die eens, op een pleizierreisje naar Den Bosch - het is historisch - drie dagen en drie nach ten onderweg waren, opgesloten in een kajuitje van den beurtschipper, met eigen beddegoed, eigen kof fiegerei, eigen messen en vorken, een bal gehakt, een pot boter en een grooten trommel vol kadetjes aan boord! Wij leven nu nog in onzen geest een 80-tal jaren terug. Ons land bezat nog maar een paar spoor lijntjes, zooals boven aangegeven; enkele stoomboot diensten waren in de drukste gedeelten van het land ingevoerd, die, de communicatie tusschen en kele steden onderhielden, en waar deze niet be stonden ging het per trekschuit, ook per nachtschuit, en - per diligence. Hoe ging het reizen dan toch? - Want van verre reizen was natuurlijk geen sprake. - Maar als het moest, - dan ging het per diligence van Van Gend en Loos. - U weet wel, niet waar, grootvader en grootmoeder, die gele diligence! - Ja, kinderen, daar weterf wij nog heel goed van. Men stond 's morgens heel vroeg op, wikkelde zich in pelsjassen, mantels en bouffantes, men stopte zich de zakken vol boterhammen, en was er in den wa gen al geen plaats meer, wel, dan kroop men in den bijwagen. Er waren menschen, die altijd met den bijwagen kwamen. - Zoo zijn er, merkwaardiger wijze, nog! - Ja, de diligence, die gele van Van Gend en Loos, heeft als officieel vervoermiddel de trekschuit nog vple jaren overleefd; en iemand behoeft waarlijk niet zooveel grijze haren op zijn hoofd te hebben, om zich het „wagenziek" te herinneren met de montere deuntjes, die de postiljon op zijn hoorn toeterde, om er de vroolijkheid bij de passagiers wat in te houden, waarmede dan tegelijk de uitgedoofde le vensvonk in de verkleumde en verstijfde vingers werd aangeblazen. Maar wij willen niet al te diep terugdenken in het verleden en voor de oogen van den teergevoeligen, in het reizen zoo vertroetelden hedendaagschen medeburger geen al te zwarte schrikbeelden ophalen uit den nacht der tijden. Wij willen voor wellicht onsympathieke ooren niet oprakelen de lijdensge schiedenis eener tante van ons, die in 1862 noodza kelijk van Amsterdam naar Groningen moest, en haar veege lijf niet durvende toevertrouwen aan de ongewisse wateren van de Zuiderzee, heel van Utrecht af, over Amersfoort, Harderwijk, Hattem, Zwolle, Meppel en Assen, zichzelf benevens haar karbies en haar schoothondje had over te leveren aan de genade of zoo ge wilt ongenade van die gele kast op wielen. - Neen, zoo ver gaan wij niet terug. - Het tijdsverloop van 1864 is voor ons, nu wij een maal die sprong maken, belangrijker. In dat jaar toch werd door de Nederlandsche Centraalspoorweg- maatschappij haar baan ontsloten tot de hoofdstad van Overijsel. Maar van Zwolle naar de beide noor delijkste provinciën - per diligence. - Wij volgen dan jbest doende om wat te slapen, rusteloos door de op een winterdag in het jaar 1866, een lief Rotter- eindelooze uren heen knipoogende tegen het wal- damsch meisje, door een nicht in de academiestad 'men van het oliepitje - door en door koud, half ziek te logeeren gevraagd, op haar reis van Zwolle naar en jammerlijk overspannen, na een langen nacht Groningen. Wij zien het arme juffertje, reeds ver- 'van hotsen en botsen, eindelijk in den vroegen mor- moeid door h.et geboemel in een der eertijds nog J.gen te Groningen afgeleverd. Wij zien het - en, met allesbehalve snelle sneltreinen, des avonds te Zwolle een beeld van lateren datum voor oogen - hoe vlug in de diligence een bescheiden plaatsje innemen, en gemakkelijk onze jonge dochteren thans naar Wij zien haar weggedoken in haar hoekje, schuw alle windstreken uit logeeren vliegen - stemmen wij zich onmerkbaar makend voor een met attenties onzen lofzang op den „goeden ouden tijd" minstens dreigenden wijnreiziger, of voor een met rare grap- j een paar toontjes lager, pen om zich werpenden heereboer, vergeefs haar Het valt WEL mee Gegevens van eigen onderzoek We leven op het oogenblik wel in een wereld willen met dit schrijven, maar thans zijn we geko- van tegenstellingen. -men waar we wezen wnaen, n.l. net zeiionaerzoek Hier loonsverhooging, onder het aanvoeren van de Top meest gezochte motieven, terwijl het indexcijfer de Zuiderzeewerken, sterk is gedaald, - daar loonsverlaging; elders wer- f Echter vooraf dit. Maar al te vaax wordt au groot- keloosheid - op andere plaatsen verruiming van jscne werx Descnouwu ais een weiKverscnamrig, en werkgelegenheid; weer verder geroep om productief Ipaaruit nomen veie verneerae geaacnten voort, werk, teneinde de werkeloozen aan een eerlijk stuk f want mets is minder waar. brood te helpen. Het is een wern aat van net rijk uitgaat en mogen Een eigenaardig begin, zal men zeggen voor een f.jde werxioozen zien geiunnig prijzen aai zij aan ue antwoord op het laatste ingezonden stuk van „De bntginning van ae gronuen te wem kunnen worden Zuiderzeewerkers van St. Pancras." maar niets zal ;gestein. meer den huidigen toestand typeeren dan juist dit, onaer werkverschaffing vallen de van gemeente en de genoemde Zuiderzeewemers - pardon, sta- wege uitgeaacnte wernen „ten Denoeve" van ae wer kende Zuiderzeewerkers van Sint Pancras - moeten •keioozen. er maar uithalen wat op hen van toepassing is. Deze tewerkstelling aan de genoemde werken door Gesteund in hun houding door het raadslid Lek» >„fle bemoeiingen van b. en w. van sint Pancras, hebben zij en hij gemeend in meerdere ingezonden nëeit zooveel stol doen opwaaien, heeit zooveel De oppositie komt uitsluitend voort uit hen, die het minst presteeren en het grootste woord voeren. jnu wordt op ane mogenjxe wijze aigegeven op de houding van B. en W. van esint pancras, en wordt er verweten aat er onjuiste gegevens zijn verStrenc. Eenter kunnen wij meaeaeeien aai aeze gegevens aan aen Burgemeester zijn verstrekt aoor een zui- derzeewemer. itn uit het aoor ons ingesteld onaer- zoeK is ge Dienen dat deze gegevens juist zijn geweest. Inpiaats van ameuring te neen ten aan net oeieid van b. en W. van Sint Pancras, moenten ae stanenue Zuiderzeewerkers van St. pancras dit college wei er- kentenjK zijn. Nog nimmer is het voorgekomen dat arbeiders die het werk neerlegden weer aoor ae Heide Maatscnap- pij werden aangenomen, maar aan ae persoonlijke interventie van aen Burgemeester is het te aannen, dat aan de Zuiderzeewerkers van Sint Pancras, Maandag gelegenheid wordt gegeven, weer aan het werk te gaan. Het is een hooge uitzondering, en de arbeiders van St. Pancras mogen den burgemeester dankbaar zijn, aat hij dit voor hen heett verkregen. Mocht hiervan geen gebruik woraen gemaakt, dan zullen wij hun houding niet naaer kwannceeren en is die weg in de toekomst voor hen onnerroepenjk gesloten. En de bevolking van St. Pancras wete, dat er dan op haar wordt geparasiteerd, en aoor haar daarvoor het geld wordt opgebracht. Het staat gelijk met kanker in een boom, waar door de levenssappen woraen opgebruikt. De Zui derzeewerkers van Sint Pancras weten nu waar zij zich aan te houden hebben, en gaan zij niet aan het werk, dan hebben zij zelf daarvan de gevolgen te Tenslotte nog één vraag: Heeft men wel overwogen dat bij staking ieder verdere werkeloozensteun wel eens kon worden ontzegd? stukken te moeten antwoorden op ons eerste bericht dat het aan de Zuiderzeewerken toch wel meevalt^ ondanks de waarschuwingen in „Het Volk" en van den heer Lek. Maar zoo gaat het met meer zaken, wanneer men eenmaal a gezegd heeft, moet men ook b zeggen, om de goe-gemeente toch vooral maar ervan te over tuigen, dat ons bericht onjuist is ook al zijn zij er in hun ziel van overtuigt dat wat zij schreven - bezij den de waarheid is. Men komt maar steeds terug op het geschrevene, dat er muziek is gegeven, doch de hoofdzaak waarop wij wezen en waarom het toch maar gaat, laat men liggen. Met vooroordeel is men naar dit werk gegaan. Als blinde volgelingen van den heer Lek heeft men aan vaardt wat hij beliefde te zeggen in de laatstgehou den raadszitting toen deze kwestie aan de orde kwam. En dit is de grondslag geweest, waarop men naai de Zuiderzeewerken is getogen, met als gevolg een demonstratief weigeren weer heen te gaan. De Zuiderzeewerkers van Sint Pancras dachten waarschijnlijk: „in éénheid ligt onze kracht" - maar het heeft juist een beeld gegeven van hun zwakheid. Zij deden dit om de waarheid, de nuchtere werkelijk heid te verbloemen, en juist daarom is het door ons geschrevene bewaarheid geworden, dat hun inge zonden stukken voortkwamen uit vrees, dat andere arbeiders wél zouden heengaan en andere gegevens zouden verstrekken. Het was dus wel een verkapte propaganda tegen de Zuiderzeewerken, en ten tweede male schrijven wij dat het de mentaliteit van de Zuiderzeewerkers van Sint Pancras in het juiste daglicht heeft gesteld. Met deze daad hebben zij roekeloos alle zelfres pect, alle verantwoordelijkheidsgevoel overboord ge gooid, en zich overgegeven aan ondersteuning van gemeente en armbestuur. Wij leven weliswaar in een tijd van verafgoding en vertroeteling van den arbeider, in een tijd van sociale wetten ten behoeve en ten voordeele van hen, - ten koste van eigen werkers, middenstand en industrie, maar de moderne afgoden, om wier hoofd het aureool der verheerlijking straalt, moeten niet denken dat het voetstuk, waarop zij staan en zijn geplaatst, onwankelbaar is, en niet zal worden De wierookdampen zijn hun naar het hoofd gesla gen en de val kan wél eens eerder komen dan men verwacht, en dan zal men vol schaamte moeten erkennen zijn tijd niet te hebben begrepen. Wie kent niet het groote watervlak van voorheen, waar men nu bezig is, om er een 12e provincie van te maken. Baggermolens, kranen, kleisporen en wat al niet meer, zijn daar in werking, werktuigen van de machtige energie der Hollandsche ingenieurs, die een zee gaan droogmaken. De rookpluimen spreken ons van arbeid, noesten arbeid. En thans. - Groote onafzienbare stukken liggen er droog, die doorsneden moeten worden met slooten, om er in de toekomst vruchtbare een bloeiende landerijen van te maken. Maar of men nu een spa in den grond steekt, of dat men iets anders verricht daar, in zijn werk is ieder werk even belangrijk, vult het een het ander aan, om er - naar een ieder hoopt - rijke polders van te maken. En wanneer eenmaal het werk is verricht, dan kunnen de tegenwoordige stakende Zuiderzeewerkers zich erop beroemen hun krachten - wij spreken niet van beste - te hebben gegeven om dit alles te berei ken. En wanneer in de toekomst van hen ook daar personen komen om van de vele landerijen gebruik te maken, dan kunnen zij daar leven met de heer lijke zelfvoldoening te profiteeren van wat door huns gelijken bij de droogmaking en verdere bewerking is verricht. Dan profiteeren zij van de noeste vlijt van anderen. Onwillekeurig zal men vragen, waar wij naar toe tegenstrijaigneaen in ae ingezonden stuxKen naar voren georaent, aat wij er toe georaent werden, om in overieg met B. en W. van öint rancras, ons persoonnjK van ae toestanden op de noogte te stei- len. in Kolhorn aangekomen, betraden wij het onaf zienbare gewonnen iana, en neDDen ons gewend om innemingen: ie. Tot de arbeiders midden in hun arbeid; 2e. tot de uitvoerders; 3e. tot particulieren (zakenmenschen) die hier zijdelings bij zijn betrokken. De arbeiders die wij persoonlijk spraken, verklaarden best tevre den te zyn, en een gemiddeld loon te verdienen van f zj.uu tot f 24.UU per weex. Bij regendagen is dit loon lager, aangezien dan 25 ct. per uur wordt uitbetaald. Menscnen, die uit gronawerk nog nooit hadden vernent Komen tot een loon van f iö.Oü a f 19.UU per weeK en in geen geval minder, terwijl zij, bij goeden wil, later met ae meer gescnooiden, best mee Kunnen. Er wordt gewerKt in ploegen van man en wat er in een werKweeK wordt verdiend, wordt gezameniijK gedeeld, waardoor men het eerstgenoemde loon be reikt. De uitvoerders deelden mede, dat een extra grondwerker een loon heeft van f 28.00 terwijl de gewone, normale grond werker een loon heeft van f 22.00 tot f 23.00 per week. Ieder arbeider, die ook maar even arbeider is, komt absoluut boven een loon van f 20.00. Tevens werd ons medegedeeld, dat het systeem ge volgd zal worden, dat de arbeiders zélf hun mede arbeiders schiften, omdat het voorkomt dat er in een ploeg van 8 man menschen zijn, die niet veel pres teeren, hetgeen dus ten koste gaat van hen, die meer halen. Wat betreft de keetjes kan het volgende worden medegedeeld. Doordat er een 400-500 arbeiders, die door verschil lende gemeenten werden uitgezonden, tegelijk kwa men, was er aan deze verblijfplaatsen een groot tekort. Thans zijn er nog 12 tekort op het respectabel aantal van 1600 arbeiders. Deze keetjes zijn zeer gemakkelijk door vier man te verplaatsen. Zij bieden beschutting tegen regen en wind, en zijn voorzien van zitplaatsen. Dat er arbeiders zijn, die er tegenop zien - om het zachtste woord te gebruiken - om deze keetjes meer naar het werk te verplaatsen of er naar toe te loo- pen, is toch waarlijk niet de schuld van de uitvoer ders. Het mag waar zijn, dat de Heidemaatschappij minder loon uitkeert dan de particuliere aannemers, die daar 't werk uitvoeren, doch dit komt omdat de aannemers met meer machines werken en daardoor het getal arbeiders, dat bij hen in dienst is, zeer gering is. Zij zoeken dus nauwkeurig de arbeiders uit, en nemen alleen de eerste krachten. De inlichting die wij bij de particulieren inwonnen, waren van dien aard, dat weinig klachten van de arbeiders worden vernomen. Alleen zij die pas komen hebben klachten, maar vinden haar oor zaak in het feit, dat zij nog géén geroutineerde grondwerkers zijn. De meesten zijn echter na eeni- gen tijd gewend. Algemeen resumé. De gegevens in de ingezonden stukken naar voren gebracht zijn van A. tot Z. onwaar. Het loopen naar het werk - de heer Lek moet het ook maar eens doen, (wij hebben het ook gedaan) - en moet zijn gegevens niet alleen uit een paar be richtjes halen - duurt geen uur, zooals hij zegt en gaat niet over een pad waar men tot de enkels in den modder zakt - maar duurt hoogstens 20 minu ten tot den uitersten hoek over een behoorlijk breed behard schelpenpad, dat uitstekend met de fiets kan worden bereden. Vergadering van den raad der gemeente Warmenhui- zen op Woensaag 4 februari des namidaags 3 uur. Voorzitter ae edel Acntb. heer Noiet. ouigemees- ter. Becretans ae heer H. G. Rijs. Aanwezig waren ane ieaen van aen raad. Voorzitter opent op ae gebruikelijke manier de ver gadering, ingenomen stukken: Versiag van de commissie tot wering van school verzuim te B-raobenaam,. Meaeaeeiingen. Aan mej. u. W. Molenaar is met gingang van 1 Maart lyai eervol ontsiag verleend als ujaeiyx onder wijzeres aan de o. 1. scnooi aorp. Door Gea. Btaten is goedgekeurd het raadsbesluit inzaxe garantie tuinaersvoorscnotten. Bovengenoemde stuKKen woraen voor kennisgeving aangenomen. Bunt 2 aer agenda. De meerderneia van B. en W. stelt voor voor alsnog geen reductie op de landhuur te verieenen, doch even tueel uitstel van betalingen oer paent te verieenen aan hen, die ter beoordeeung van den raad niet in staat worden geacht ae pacht over 133U te kun nen betalen. De minderheid van B. en W. stelt yoor aan hen, die hun landhuur voldoen ZU procent reduc tie op de pachtsom over 1930 te verieenen. Dit belangrijke punt van de agenda, en dus ook van de geneeie vergadering, gaf zeer veel stof tot spreken en waren ae heeren onderling het lang niet eens en ook niet altijd met den voorzitter en ook omgekeerd. De voorzitter lichtte dit punt toe, dat naar aanleiding va nnet verzoek van den heer Mole naar in de vorige vergadering nu weer in benan- deling kwam. Het standpunt van de meerderheid van B. en W. is, dat voigens hun oordeel nog niet de tijd gekomen is, om nu het eerste jaar van de vier huurjaren reeds met huurverlaging aan te ko men. En er nu ook nog oordeel over te veilen is of deze vier huurjaren te hoog zijn geweest. Wel om na verloop van 2 of 3 jaren de huurjaren in hun geheel te beschouwen, en nu voorloopig een afwachtende houding aan te nemen en ook tevens met het innen der gelden, door daar zooveel mogelijk aan tegemoet te komen. Allereerst kwam wethouder de Groot aan het woord. Deze deelde mede, dat hij behoorde tot de minderheid van B. en W., die voorgesteld had 20 procent reductie te verieenen. Met het oog op hejf misgewas en ook in verband met het feit, dat door de particulieren dit ook wordt toegepast, En de ge meente nu toch ook iets moet doen. Hij wilde er nog aan toevoegen deze verlaging te verieenen aan hen, die voor 1 Mei a.s. de huur be talen en dit dan een aansporing zou wezen, om te trachten aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. De heer Molenaar deelde mede, nu dit punt op zijn voorstel in behandeling komt, dat hij het noo- dig acht om er veel over te praten. Maar wel meende hij, dat indien dit volgens de meerderheid van B. en W. dit later ter sprake moest komen, zijn hun verzoek wel thuis zouden kunnen laten, indien er nog een paar slechte jaren moesten komen, omreden zij dan in het geheel misschien geen huur kunnen betalen. Ook wilde hij nog verder gaan om de reductie zoo toe te passen, dat de hooge huren meer reductie zouden krijgen tot boven de f 8 huur 40 procent, en vanaf de lagere huur die dan 20 procent aange zien de hoogste huur die betaalt moet worden, is van zg. het beste land, en die dit jaar het minste opgebracht hebben. Daarna kreeg de heer Slot het woord, en vertelde, dat hij in principe tegen huurverlaging was en nog op hetzelfde standpunt staat. Nu is de groote vraag wie het meeste gedupeerd is. Aan een huurverlaging moet iedereen mee beta len ,n de arbeidersklasse, die ook al tamelijk wat belasting moet opbrengen, is er dan ook mee de dupe van. Dan moet diegene, die van een ander huurt en in den regel de volle pacht moet betalen daar ook nog aan meebetalen. Dit sluit bij hem niet uit, dat hij er wel aan mee wil werken om die huren, die wat abonrmaal hoog zijn, onder de oo gen te zien. De schuld van die eerste hooge huur jaren zitten wel bij de huurders zelve, maar dan toch ook bij het huursysteem.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 1