Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier 40e Jaargang Een probleem. Buitenlandsche Brieven RESTANTEN CORSETTEN N°' 16 TELBFOON INTERCOMMUNAAL NO. 58. ZATERDAG 7 FEBRUARI 1931 NIEUWE Li\I.EDUKER! IIKRAVT DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG D©NDERDAG en ZATERDAG. Abonnmen tsprij s per 3 maanden f 1.15. Uitgave: Firma I. H. KEIZER. Redacteur I. H. KEIZER. Bureel Npordscharwoude-C ADVERTENTIEN: Van 15 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. Jan Pieter de post en de postiljons van Van Gend en Loos hebben hun deuntje geblazen; schipper Teunis heeft afgedaan om vier uur de bel te luiden voor het vertrek van het familievaartuig, de trek schuit; de jagersjongen zit niet meer half gebogen dwars op de jagersknol; - het eigenaardig ram melend geluid van de houten ballen van het jagers haam heeft uitgeklakt. Geldersche grasmaaiers maken in het ruim niet meer de reis mede naar Alkmaar. Het leeft alleen nog maar in onze herin nering voort evenals het grappige geval dat drie „graspoepen" wel voor een gulden tezamen naar de kaasstad wilden, maar „de man een kwartje", zoo als de schipper voorstelde, te duur vonden. Ter ruste ging de oude diligence; - ter ruste de voorvaderlijke trekschuit; ter ruste de Oostinjezeller. Zij waren alle dri6 geweest, w&t ze waren j - zij hadden gegeven wat zij haden en gedaan wat zij konden, - en méér kan geen ding ter wereld. - Zij hadden „den Besten ihrer Zelt genug gethan", en dus „gelebt für alle 1B^e? de uitbreiding der spoorlijnen ging het na 1865 in tamelijk vlug tempo. In 1868 was de spoor wegverbinding van Holland met Leeuwarden en in 1870 van Holland met Groningen voltooid. En met die uitbreiding hield de verbetering gelijken tred Ja mopperaars moeten er altijd zijn en zijn er ook altijd geweest. Wie herinnert zich de zeütjeswagens op de Hollandsche en Rijnspoor niet meer' De be ruchte zeiltjeswagens, - in welke de ongelukkige reiziger zat prijsgegeven aan regenvlagen, sneeuw en wind, aan al de onhebbelijkheden der elementen? De een had aan zoo'n beestenkar de langste apothe kersrekening te danken, die hij ooit te betalen had gehad en 'n ander klaagde, dat hij er een chronische rheumatiek in had opgedaan, die hem plagen zou tot zyn, laatsten snik. - Goed, alles goed, m^r laten wij dan ook erkennen, dat, wanneer wij in een goed verwarmden coupé van een harmonica-trein ons biefstukje met gebakken aardappelen hebben verorberd en ons daarna behaaglijk tegen de kussens drukken tot het knappen van een uiltje, laten wij dan, zooals wij zeiden, erkennen, dat er verbetering is gekomen. - Grieven zijn er nog, - zooveel als gij wilt. - Maar de waarheid bovenal. De mensch is nu eenmaal een wezen behoorende tot de meest ontevreden schepselen op het onder- maansche. Wij begrijpen eigenlijk niet waarom? Ver huizen naar de maan, die wellicht reeds al te veel dartele aardbewoners in haar schoot heeft opgeno men; evenals op dit tranendal, menschen met en zonder geld, zonder geld het meest wellicht, omdat verondersteld mag worden, dat zij, die geld hebben en hier niet tevreden waren, met de noorderzon zijn vertrokken en zich daar vermaken, waar voor eer lijke menschen geen plaats is, - wij blijven nog maar het liefst hier. - Het is zeker wel daarom dat hij, niet tevreden met de wijze waarop hij zichzelf kan voortbewegen, dat is te voet, naar middelen heeft gezocht sneller vooruit te komen in de wereld. - En ziet, daar geschiedden teekenen, die verwondering, verbazing, ontsteltenis verwekten onder degenen, die ze aanschouwden. - En zij, de lieden, die ze zagen, schudden de hoofden, sloegen zich op de borst, zeg gende tot elkander: „Wat kan daar goeds uit wor den?" En er ging een klacht op uit de menigte der men schen: „Ach, hoe zijn wij toch misdeeld onder alle schepsel, waarvan deze aarde wemelt! Zijn wij niet het edelste en machtigste van al wat daar adem heeft! En toch werd er geen ander wezen schier van nature tot een langzamere en moeizamere voortbe weging gedoemd, dan wij. Zelfs de pad, die uit mod der is en zeer afzichtelijk, kan nog springen. Zelfs de slang, veroordeeld om op haren buik te gaan, schiet - ook al maakt zij zich niet tot een hoepel, door den staart in den bek te nemen - op haar sluipgangen sneller en sierlijker voort. Maar wij - geen meter hoog kunnen wij ons boven het stof van den weg verheffen. Het water is ons doodelijk, het luchtruim ongenaakbaar. Voet bij voet moeten wij zwoegen, in het zweet onzes aanschijns, om na uren een nietigen afstand te hebben afgelegd, op welken de redelooze dieren, die onze slaven zijn, ons in een oogwenk achter zich laten. - Weg met de theorie, dat wij van de apen zouden afstammen. - Hoeveel beter zou het ons zijn geweest, wanneer de „heer der schepping", inplaats van uit een voorvader „Aap" ZiCh uit een voorvader „Vogel" had mogen ontwikkelen: indien ons twee rappe vleugels in plaats van een paar loome beenen gegeven hadden mogen zijn!" - De orthopaedisten hadden wel een andere broodwinning gevonden! Maar ziet! - Daar vertoonde zich op een f raaien dag op 'sheeren weg een jonge man, hoog gezeten °P een wonderlijke machine - een heel groot wiel vóór, - een heel klein wiel achter, daar tusschen een zadeltje, en aan weerskanten twee beugels, welke de jonge man met zijn voeten in een draaiendebe- weging bracht, op deze wijze met verbazende, angst wekkende, steeds tusschen voortrollen en omvallen zwevende snelheid zich voortrappelenWie was deze jonge man? Wie was de eerste wielrijder in Nederland - deze zonderling, waaghals, baanbreker, die nlet schroomde zich te laten nagapen en zich te laten uitlachen als een kunstemaker? - Wie hij geweest moge zijn, hoe zijn naam was en welke zijn geboorteplaats, - het rijwiel was in het land. - Der menschheid noodgeklaag had de goden vermurwd - Den mensch waren vleugelen - niet aan de schouders - maar dan toch aan de voeten gewassen. - - VROUWEN IN GEMEENTEDIENST. i Het lid van den gemeenteraad te Amsterdam Jac. Rustige heeft den raad voorgesteld, B. en W. uit te noodigen, bij eventueele vacatures gedurende de periode van groote werkloosheid, geen gehuwde vrouwen, wier echtgenoot reeds in gemeentedienst is, te benoemen noch voor benoeming voor te dragen. De idee is niet kwaad. Gehuwde vrouwen kan men gevoegelijk uitschakelen, zij hebben thuis genoeg te doen en de zuinigheid zal er in het gezin zeker door betracht worden. Maar er mag wel op gerekend worden, dat er in Nederland nog altijd 60.000 vrou wen, zoo 't niet meer is, meer zijn dan mannen. Die zoeken natuurlijk een baantje of een man van daar dan ook, dat ze 't onderling minder goed met elkander vinden. En naar mate het land grooter is, zal er wellicht ook meer ruzie onder de dames zijn. In Engeland zijn er 1.700.000 meer dan mannen Engeland zou bijv., evenals dat in Turkije door den modernen dictator is aanbevolen den algemeenen dienstplicht voor de vrouwen kunnen toepassen. Zij willen in Turkije de rechten van den man, goed, dan ook meevechten als 't moet. Er is echter nog een ander middel om de vrouwen geplaatst te krijgen. Zij maken zich tot schoonheidskoninginnen en be koren op de meest bevallige wijze alle Celibatairs, want - wat loopen er nog een oude vrijers rond! - ropa moeilijk een voorstelling maken. Rivieren van de lengte van den Rijn, die eigenlijk zijrivieren zijn komen veelvuldig voor. Doch de rivierscheepvaart ligt er nog in windselen. Voor de Duitschers met hun technisch goed georganiseerde binnenscheepvaart is hier du wel wat te bereiken en menige werf die die stilgelegd moest worden, omdat die tak der scheepvaart in het eigen land niet meer voor uit breiding vatbaar was, zou na de verovering der Braziliaansche markt weer geopend kunnen worden. Daarnaast hoopt men op de kans van de zg. zweef- baan (het vliegtuig met rails dat in Duitschland zelf zich niet heeft kunnen ontwikkelen tot een al gemeen gebruikt vervoermiddel, doch in de tropische oerwouden van Brazilië veel voor heeft omdat men dan niet direct den dicht begroeiden en door een vast net van wortels doorsneden grond behoeft open te leggen. Elk Europeesch land, dat in Zuid Amerika een afzet gebied tracht ta veroveren, zal van deze of soort gelijke middelen gebruik moeten maken om er vas ten voet te krijgen. Men kan niet dadelijk een land gaan overstroomen met afgewerkte fabrikaten, men moet het eerst openleggen door wegen te land of te water en zoo tot ontwikkeling brengen, doordat de rijkdommen aan ruwe grondstoffen kunnen worden benut. Die wegen kunnen natuurlijk wel gekozen worden met het oog op de belangen der Europee- sche industrie, doch men zal ook dan moeten zaai en, voordat men kan oogsten. Het is echter een op merkelijk feit, dat de groote Europeesche mogendhe den, die een nieuw afzetgebied voor hun product' zoeken, zich alle wenden tot Zuid Amerika. Dat een groote afnemer belooft te worden, indien men het slechts helpt zich te ontwikkelen en daardoor meer behoeften te krijgen. (Nadruk verboden.) BRIEF UIT ZUID-AMERIKA. (Bijzondere correspondentie.) Plaatselijk Nieuws OUDKARSPEL. Oe heer w. S„ transportarbeider alhier, 32 jaar oud heeft zich Vrijdagmiddag door middel van een gaskraan van het leven beroofd. Zijn vrouw en zijn dochtertje, welke op familiebezoek waren vonden hem bij hun thuiskomst. Door Dr. Vogelenzang werd de dood geconstateerd. Het slachtoffer was min of hieer zenuwpatiënt. BUENOS AIRES, Februari 1931 De conferentie om de (slechts symbolisch) ronde ta fel, die de economische en politieke belangen van Engeland zou verzoenen met het Voor-Indische ver langen naar zelfstandigheid, is afgeloopen. Men gaat uit elkaar, hoewel het resultaat geen der beide par tijen geheel bevredigd heeft. Men heeft zich in Londen vooral bezig gehouden met de vraag, of het verleenen van een dominion-status aan de Voor-In diërs misschien tengevolge zou hebben, dat Enge land de markt en het afzetgebied zo uterugwinnen die het door de nationalistische beweging grooten- deels verloren had. Doch deze vraag kan niet met een hoopvol „ja" beantwoord worden en dat ont veinsde zich ook niemand. Een zelfstandig Indië zou men in het geheel niet kunnen edwingen. Engel sche waren te gebruiken, waar zelfs het zelfstandige land in de boycot dier waren zoo'n machtig wapen bezat, dat het Engeland daardoor tot onderhandelen kon dwingen. Ook het andere afzetgebied in Azië, nl. China, be zorgt Engeland weinig voldoening. De conferentie waarvan men zooveel verwachtte, is uit elkaar ge gaan zonder iets bereikt te hebben. En ook de afzet gebieden in Zuid-Afrika Canada, en Australië on-t trekken zich meer en meer aan het Engelsche mono polie. En wanneer men nog een duidelijk bewijs ver langt dat het idee van een tolverbond tusschen alle deelen va nhet Britsche rijk is opgegeven dan wordt dat bewijs geleverd door de reis van den Prins van Wales naar Zuid Amerika. Want de plannen om de Zuid Amerikaansche markt te veroveren zijn op geen enkel punt te vereenigen met het idee, om van het Britsche rijk een economische geheel te ma ken. Het interessante van die reis is de reisroute. De- ze gaat van Londen naar Panama en* dan met een groote bocht door de Andes-republieken en Chili a naBruenos Aires. De route ontwijkt dus - en dat lijkt wel opzet - het Portugeesch sprekende Brazilië en gaat alleen door de Spaansch sprekende staten. De Prins van Wales heeft zelfs Spaansche lessen genomen uit vriendschap voor de landen, die hij gaat bezqeken. Zooals bekend kan men in Brazilië geen Spaansch spreken, zonder de gevoelens der be volking diep te kwetsen. Helaas wordt hier in zakelij ke correspondentie niet altijd voldoende rekening mee gehouden. Nu kan men inderdaad van den Prins van Wales moeilijk verwachten, dat hij beide talen tegelijk zal aanleeren, doch er zal toch ook wel bijkomen, dat de verhouding van Engeland met Brazilië minder goed is dan die met Argentinië. Zoo wordt er in Maart een groote Engelsche industrieele tentoonstelling geopend te Buenos Aires, waarbij de Prins van Wales een rede zal houden. Ook al is dat voor Rio de Janeiro niet direct een reden om zich achteruitgezet te gevoelen, er blijkt toch ten dui delijkste uit, dat de Engelsche propaganda zich be perkt tot het Spaansch sprekende deel van Zuid- Amerika. Daarentegen vestigt Duitschland zijn hoop op Bra zilië en de propaganda zou daar misschien succes kunnen hebben, wanneer zij zich richtte op wat het land noodig heeft en wanneer de Duitschers niet uit politieke overwegingen de tegenwoordige regee- j ring gecritiseerden en sympathie met de afgezette tóchTs"er"geeV enkele Ameritoanschë^amïlie'zöê regeering verraaden. De economische toestand van rijk als de Mitsuish in Japan. En het verwond erlijk- Brazilie vereischt nl. in de eerste plaats de mede- ste is, hun rijkdom dateert nog uit den tijd toen in werking van het Europeesche intellect bij het aanleg Europa Fugger en Welser heerschten. De Mitsuis BRIEF UIT TOKIO. Een gesprek met den rijksten man van Japan. Ik werd aan den heer Hachiroemon Mitsui voorge steld bij een receptie die gehouden werd toen het nieuwe hoofdkantoor van zijn gezamenlijke onder nemingen in gebruik genomen werd. Midden in de wolkenkrabberswij k van het moderne Tokio stond het prachtige gebouw dat in zijn stijl overeenkwam met de groote Amerikaansche bankpaleizen. Het is onaantastbaar voor brand of aardbevingen en door ijzeren netten, die doorloopen over de binnenplaat sen beveiligd tegen neerstortende vliegtuigen of op zettelijke aanvallen vanuit de lucht Dit hoofdkantoor had 30 milloen yen gekost, 371.2 millioen gulden dus Het werd volgens de oer-oude ceremoniën van den Shinto-godsdienst ingewijd en d"e directeuren legden gewijde basaki-takken neer op het familie-altaar. De priesters in hun oude, kostbare gewaden offerden visschen, terwijl een dof tromgeroffel weerklonk en rythmisch op den gong geslagen werd. De expres- liften voerden steeds meer gasten aan, die deze plech tigheden wenschten bij te wonen, terwijl op den achtergrond reporters en fotografen stonden. Oud en nieuw door elkaar, een wonderlijke vermenging der .eeuwen. gen van wegen. Geen ander Zuid Amerikaansch land is boven en onder den grond zoo rijk als Brazilië. Zoo heeft men er een groot aantal rubberboomen, die gewoon in het wild groeien en oud genoeg zijn om getapt te worden en een veel beter product le veren dan de boomen op de plantages. Men taxeert dat er honderden millioenen zijn, doch het is ab soluut onmogelijk die rijkdommen te bereiken. En dan vormen die rubberboomen nog slechts een zeer klein deel van de Braziliaansche rijkdommen. Het openleggen van de uitgestrekte oerwouden is vooral afhankelijk van het bevaarbaar maken der rivieren. Reeds bij een vluchtigen blik op de kaart van Brazilië ziet men, dat het geheele land door ri vieren doorsneden wordt. Van de grootte en het aantal vertakkingen daarvan kan men zich in Eu- zijn misschien de eenige familie ter wereld, die sinds eeuwen rijk geweest is en nog altijd rijker wordt. Voor dit geslacht schijnt de wet van opgaan blinken en verzinken niet te gelden. Door de geheele Oriënt ziet men de drie letters M. B. K„ de symbolen der Mitsuis. Zij staan op ontelbare stoombooten, op reus achtige fabrieken, op banken en pakhuizen, op spin nerijen en suikerraffinaderijen, zij duiken overal in Japan en China, in Korea en Mandsjoerije op. Geen Europeesch of Amerikaansch handelsmerk is zoo verspreid als deze drie letters. Zij beteekenen Mitsui Bushan Kaisha, Mitsui Handels Maatschappij. Zij De Mitsuis zijn begonnen als de Fuggers. De stich beheerschen alles, wat in het Oosten van waarde is. ter va nhet fortuin, die Hachiroemonheette, evenals de tegenwoordige chef, handelde in stoffen. Daar toe werd hij in staat gesteld door goudstukken, die hij m eenput vond en die daar blijkbaar door ie mand begraven waren. Zijn nakomelingen, Baron Mitsui, is een klein mannetje met een smal, fijn gezicht, waarin de hooge wenkbrauwen ehm het uiterlijke geven van voortdurend gespannen aan dacht. Hij heeft een smal, zwart snorretje. Naast hem staat zijn eenige zoon, een hoofd grooter. Dat is de eenige erfgenaamb van het reusachtige fortuin. Er wordt gesproken over de wereldmalaise, die ook in Japan gevoeld werd. De baron spreekt over de groote moeilijkheden die zich vooral in Japan voor doen, over den strijd om de markt in China en Mandsjoerije. Zijn zinnen zijn kort, duidelijk en een voudig. Uit het venster van zijn kamer ziet men uit op het warenhuis Mitsukoshi met zijn zes ver diepingen, het grootste warenhuis van Tokio. Hij heeft in Japan nog 78 andere warenhuizen. Hij wijst naar het gebouw, spreekt dan over zijn voorouders die reeds 250 jaar geleden te Kioto, Osaka en Yedo winkels oprichtten. Die steden waren toen evenals nu de belangrijkste van Japan.Hacirobé, een van zijnvoorouders, voerde de contante betaling in en brak met het gebruik om slechts eens per jaar reke ningen rond te sturen om geld te ontvangen. Verder verkocht hij de stof per meter, toen alle andere han delaars nog per kleed verkochten. Tenslotte voerde hij in 1690 de betaling door cheques in. Door zijn filialen kon hij geld overmaken door een schriftelijk bevel. Hij schreef dus een breif inplaats van een wagonlading munten te laten vervoeren. Thans is de Mitsuibank de grootste van het geheel Oosten. De Mitsuis koloniseeren Formosa, zij bouwen twee spoorwegen evenredig aan den Oost-Chineeschen spoorweg, waardoor zij de Chineesch-Russische con- currentien een stalen strop om den hald doen. Har bin is een van hun hoofdkwartieren geworden, en met taaie volharding vechten zij onvermoeid om eiken meter grond, die tusschen de invloedssferen van China en Rusland ligt. En elke meter grond heeft toekomst, voorspelt een goed afzetgebied. Ame rika wil de Chineesche markt veroveren, doch over al vindt het al de drie letters van het huis Mitsui. Er werden 2 millioen petroleum verkocht voor een ontstaan voor de petroleum der Mitsuis. De Ja- derde van den kostprijs om eten afzetgebied te laten pannres hebben dat kunstje allang toegepast, voor dat de Standard Oil ermee begon. Men hoort in Europa alleen van Europeesche concesseis in het Oeralgebied, van Engelsche strijd om rechten te verkrijgen op de Russische petroleum. Doch 1180 Aziatische boortorens dragen de letters M. B. K„ en in de door Rusland verloren Siberische mijnen staan machines die dopr de Mitsuis gebouwd zijn, die voor hen erts winnen en werken voor hun hoogovens. De Mitsuis sluiten levensverzekeringen af en lee- nen geld uit, zij kleeden geheel Japan en verbinden het door hun stoomvaartlijnen met Amerika en de eilanden in den Stillen Oceaan. Zij beheerschen de openbare meening in Japan, door twee dagbladen met een gezamenlijke oplage van 3.4 millioen, zij controleeren de kabels die Japan voorzien van licht en electrischen stroom, en de electrische centrales zijn hun eignedom. Het is dan ook geen wonder, dat in Japan zich reeds lang de legende van den naam Mitsui heeft meester gemaakt. Deze Ooster- sche familie is zoo onmetelijk rijk, dat men nau welijks cijfers in verband met hun vermogen hoort noemen, wat toch bij Ford of Rothschild altijd nog wel het geval is. Doch bij het fortuin der Mitsuis beteekene cijfers, een paar nulletjes meer of min der niet veel. Toen wij het over de wereldmalaise hadden zei baron Hachiroemon Mitsui tot mij„Onze voorouders hebben ons zoo rijk gemaakt, dat het voor ons eenvoudig onmogelijk is, slechte zaken te doen." Bijna dezelfde woorden sprak eens de oude Meyer Baron Rothschild. Doch het geluk der Mitsuis heeft tweemaal zoo lang geduurd als dat der Rothschilds. (Nadruk verboden.) Plaatselijk Nieuws BROEK OP LANGENDIJK. De Geref. J. V. alhier heeft tegen a.s. Woensdag een vergadering uitgeschreven, aanvang 's avonds 7 uur, waar de WelE. ZeerGel. heer Dr. K. Dijk hoopt te spreken over: „De dagen uitkoopen". We stellen ons voor, dat het kerkgebouw alsdan overvol zal zijn; Dr. Dijk toch weet zijn gehoor te boeien. Altijd heeft deze spreker iets te zeggen, een aan beveling voor deze bijeenkomst te schr-ven, is o. i. overbodig. Men zie de in dit nummer voorkomende adver tentie. BROEK OP LANGENDIJK. Gaarne vestigen we de aandacht op de te houden jaarvergadering van de Bedrijfsvereeniging „Het Platteland", te houden in de christelijke School alhier; aanvang des avonds 7 uur. Na afloop hiervan zal de afd. Broek op Langendijk en omstreken van den Chr. Boeren- en Tuinders- bond vergaderen. Al meer gaan de oogen van de christelijke boeren- en tuinders open voor de noodzakelijkheid, te komen tot een organisatie die alle vakgenooten van chris telijke levensovertuiging vereenigt. Inzonderheid in deze „dagen van revolutie" klemt deze noodzakelijkheid al zeer sterk. Geen christelijke boer of tuinder late zich verlei den, zich aan te sluiten bij de z.g. neutralen Land- pachters bond. Daarom schrijven we ook gaarne een woord van aanbeveling voor de af deeling Broek op Langendijk en Omstreken. Uit den Omtrek SINT PANCRAS. Terwijl alles om ons heen winter is begint hier de lente alweer haar intree te doen. De koolplanten komen in de stookkassen reeds boven den grond en zijn bij sommige tuinders reeds zoover gevorderd dat ze gewied kunnen worden. Steeds vroeger wordt de cultuur, thans zijn heel wat van deze vroege koolplanten in potjes uitge zaaid, wat wordt gedaan om weer vroeger te oogsten. De meeste stooktomatenkassen worden réeds op voorverwarmd, en de eerste zijn reeds uitgepoot. Nog een paar weken en alle stookkassen zullen weder in cultuur zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 1