Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier
I* SB
jlilgm: Fim I. .I. KM - Redacteur I. H. KEIZER.
Bureel Heerdscharweuife.
Nieuws
NO. 18 TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 52. DONDERDAG 12 FEBRUART 1931
NIEU WE
L4IKËDUKER MME
T">ï"7Ti> flMItmiT l/unumTTT.™ "T" -* -a A- A -i^Bo
deze courant verschijnt
DINSDAG DONDERDAG
- en ZATERDAG.
Abonnmentsprijs:
- per 3 maanden f 1.15.
Laet jachtige luyden op esels rijden, soo
leeren se wat hun noodigh is.
Vader Cats, Ridder, Raadpensionaris van Holland
die geleefd heeft van 1577 tot 1660, leeft nog. - Maar
hoe rijk van geest, aan goed en levenswijsheid
hij zou bovenstaande wijze spreuk niet hebben ge
schreven, indien hij had geleefd in den tegenwoor
digen tijd. - En toch! - Waarom zou op het oogen-
bük deze spreuk nog niet gelden? - De verkeerson
gevallen nemen hand over hand toe. Er heerscht een
zenuwdoodende gejaagdheid in geheel onze levensbe
weging. - Een rustig gaan en komen bestaat niet
meer. - Waar gaan wij heen? vragen de ouderen zich
af, - de jongeren vragen niets. - Het is een reizen en
trekken, een jagen en jachten, per luchtschip, - per
vliegmachine ,- per mailstoomer, - per boot, - per
spoor, - per auto, - per autobus, - per motorfiets
OP HET RIJWIEL.
Wie, zoo vroegen wij in ons vorig artikel, was de
man, die het eerst in Nederland een toertje onder
nam op de ouderwetsche, hooge velocipède? Wie was
de vrouw, de Nederlandsche vrouw, die het eerst in
Nederland zich verstoutte uit te rijden op de fiets'
....Kenden wij haar, wij speurden naar haar kon
terfeitsel, om er een borstbeeld van te maken en deze
koene maagd te verheffen naast het borstbeeld van
den onversaagden jongeling, in al de tempelen van
den Genius des Vooruitgangs! - Want - de meisjes
en de vrouwen waren niet tevreden met alleen toe te
kijken, - hoe broer uitreed, - papa uitreed, - galant
uitreed, terwijl mama met de dochtersStil'
Niet te luid! - Zacht wat! - Zij staken de hoofden
bij elkaar. Déze verlokking van vrijheid en pret was
haar nu toch al te sterk, déze tirannie van fatsoen
en betamelijkheid te onduldbaar. - Zij kwamen in
opstand. - Zij vochten zich los. - Ja, de daad dier
vrouw was stout, - driest zelfs. - Maar haar over
winning is er des te grooter door geweest. Geen zege
werd ooit zoo snel en zoo volledig behaald. Veroor-
deelen weggevochten of gekeven. - de publieke opinie
stoutweg genegeerd, - de wegen open! - Het rijwiel
ook aan de vrouw! -
En waarom ook niet? - Waarom ook voor haar
niet de weldaad, door deze zoo eenvoudige en toch
zoo wijd om zich heengrijpende vinding, aan dezen
tijd bewezen! Waarom ook voor haar niet de rozen
op de wangen, door kamerlucht verfletst, - de glans
in de oogen, door het gepeuter van handwerkjes of
het gedroom van ziekelijke romannetjes dof gewor
den, - de kostelijke roes van het uitvliegen, van het
op eigen wieken drijven, van het zich verlaten op
eigen kracht en behandigheid? - Vooral het laatste.
- Zweeft zij niet als een hinde daarheen?! - Waarom
ook haar niet een weinigje vrijheid en jool en -
avontuur - Een trotseeren van wat regen zonder
paraplu en van wat zonnegloed zonder parasol
letje - elk gevaar voor zomersproeten trotseerend. -
Een leeren vinden van den weg in het land, dat toch
ook het hare is - Zelfstandigheid en zelfvertrouwen
hebben zij immers genoeg? - Waarom dan ook niet?
- Ontaarding! - Verwildering! - Tja! - Maar de
vrouw heeft het rijwiel.-- En - waarlijk! - Zij heeft
het veredeld. - Haar gratie is er door verhoogd,
- zij kleedt het rijwiel aan met sierlijke schoentjes,
- met licht-zijden kousen, - met een licht mouse-
linen japonnetje, - met blijden lach, - haar hoofd
omlijst met donzig permanent gewavet haar. -
Daar zwermen zij nu, als de bijen in bloeimaand -
mannetjes en wijfkes, bont en kruiselings door
elkaar, - naast elkaar - haar poezele handjes rus
tende op zijn teeder liefkozende hand, rijdende ver
bonden door tien knuffelende vingeren - Uitgestor
ven straatwegen zijn herleefd. Landelijke herbergen
en uitspanningen, sedert het verdwijnen van de
voorvaderlijke diligence in doodslaap gezonken,
bloeiden weder op. Tot in de afgelegendste plaatsjes
brengt het fietsende volkje zijn geld, zijn drukte, zijn
levenslust. - Duizenden doorkruisen thans het ko
ninkrijk in alle denkbare richtingen, tarten ver
moeienis, stof en zonnebrand, zijn vroege opstaners
geworden en laat naar bed ganers, nemen slappen
drank en magere kost voor lief. - Gansch een volk
is er door aangegrepen, - verjongd en in liefde ont
stoken voor - de fiets. - Ons stijve, rustige, gemak
zuchtige, honkvaste volk, dat een dozijn spreek
woorden te zijner beschikking had om den lof der
langzaamheid te bezingen, - „al loopt de haas ook
nog zoo snel, - de koe komt er ook wel" - dat volk
is geworden een volk van sporters, - van harddravers
en torenspitsjagers.
Doch niet in éénen dag volbracht zich* deze meta
morphose van het kruipende in het vliegende dier.
Jaren lang nog moest het duren, vóór het stalen
tweelingrad, de voetbevlerker, zich feitelijk bij ons
had ingeburgerd, en zich ontworsteld aan het sta
dium zijner wordingsgeschiedenis.
K. F. C. L. Freiherr von Sauerbronn, geboren te
Karlsruhe, heet de uitvinder te zijn van het rijwiel.
Hij maakte zijn eerste tweewieler, die later een Eu-
ropeesche vermaarheid kreeg. De eerste machine,
die door middel van twee trappers werd voortbeT
wogen en waarop dus voor het eerst de balanceer-
kunst werd toegepast, was de machine van Mac
Millan, waarbij de trappers aan lange hefboomen
waren bevestigd. - De eerste machine met pedalen
aan krukken op de voorwielas werd gemaakt door
den Parij zenaar Michaux. - Toen pas kon men van
snelheid spreken, als men z'n stalen rijwielros had
bestegen, - of besprongen. - Zoolang het zijn heil in
de hoogte zocht, bleef het weinig beter dan een curi
ositeit, een stuk speelgoed voor roekelooze knapen
en gymnasten. Waarlijk populair werd het toen het
ADVERTENTIEN:
Van 1—5 regels 75 cent;
elke regel meer 15 cent.
GROOTE LETTERS
NAAR PLAATSRUIMTE.
uit Engeland herboren tot ons kwam - en om het
te bestijgen, men geen halsbrekende toeren had te
maken. Het was een bevallige, handelbare machine
geworden, laag bij den grond, voor de kortste beenen
pasklaar, even zacht als snel op pneumatische ban
den daar heenzwevend. Toen werd het een stuk
leven, een ontspanningsmiddel binnen het bereik van
duizenden.
Ziehier het wonder, dat zich een vijftig tot zestig-
tal jaren terug aan ons openbaarde.
„Laet jachtige luyden op esels rijden, soo leeren se
wat hun noodigh is." Wij waren er nog niet. - Voort
ging het, - steeds sneller, - i nduizelingwekkende
snelheid, - wij gaan de lucht in - in elf dagen naar
- Indie! -
Plaatselijk
BROEK OP LANGENDIJK.
De schippersvereniging „Schuttevaer", afd. Lan-
gendijk en Omstreken, hield haar jaarvergadering
in het lokaal van Vijzelaar.
Voorzitter, J. Hoogland, opende met een welkom
aan leden en pers en passeerde in het kort de revue
van het verloopen jaar, waarin duidelijk naar voren
kwam, dat de schippers ook ten zeerste hadden te
lijden van de algemeene malaise.
Verder deelde spr. mede het besluit van het hoofd
bestuur dat de Landelijke vergadering van Schutte
vaer aan den Langedijk zal gehouden worden, al
waar zij de gast der afdeeling zal zijn, hetwelk voor
haar eene erkenning en groote eer zal zijn.
Voorzitter hoopt vervolgens dat het nieuwe jaar
beter en vruchtbaarder moge zijn dan het oude,
waarna de notulen werden gelezen, welke onveran
derd werden vastgesteld en geteekend.
Wegens afwezigheid van den penningmeester werd
diens rekening en verantwoording uitgesteld tot een
volgende vergadering.
Ingekomen stukken.
Van het Hoofdbestuur antwoord waar de verga
dering zal gehouden worden en de regeling derzeive.
Van dezelfde een schrijven aangaande indiening
voorstellen voor de alg. vergadering.
Van de Rijks-Waterstaat antwoord betreffende
oponthoud v. d. Heerik bij de Friesche brug te Alk
maar.
Van de banne Warmenhuizen aangaande verbod
voor het liggen der schepen bij de sluis te Schoorl-
dam.
Van de gemeente Noordscharwoude aangaande
plaatsing meerpalen.
Van het Hoofdbestuur een voorloopig schema voor
de alg. vergadering.
In verband hiermede werd mededeeling gedaan
van de voorbereidende werkzaamheden der com
missie en bestuur, wat er alzoo op het programma
staat voor deze vergadering, welke gehouden zal wor
den op Donderdag 16 en Vrijdag 17 April 1931, bij
den heer P. Kramer te Zuidscharwoude.
In verband met het 40-jarig voorzittersschap van
den heer Smeenge, leest secretaris een schrijven voor
van het huldigingscomité om een kleine bijdrage ter
aanbieding van een album aan den jubilaris.
Besloten werd een bedrag van f 10 te schenken.
Verder werd mededeeling gedaan dat de vereeni-
ging „de Koophandel", de Markt- en Gemeente
besturen uitgenoodigd zullen worden ter vergauering,
opdat door dezen ook een beeld gekregen worde van
het streven en werken van Schuttevaer.
Eveneens ligt het in de bedoeling een Langedijker
motor te pavoiseeren bij de Kromme brug en te pro-
beeren des avonds deze te verlichten met de nieuwe
verlichting van Philips en dan tevens een demon
stratie te houden met flikkerlicht.
Voorstellen algemeene vergadering.
Voorzitter stelt voor dat de afd. Langendijk haar
dank uitspreekt aan Schuttevaer voor hetgeen door
haar is gedaan wat betreft de West-Friesche Kana
lisatie en tevens dat ze ook deligent blijft aangaande
het kanaal Alkmaar-Hoorn.
Toegelicht wordt dat deze verplichting op haar
rust, door in deze steun te geven aan de andere af-
deelingen. Spr. is er voor dat het nut hiervan op de
alg. vergadering besproken wordt.
Secretaris zegt dat zulks geen voorstel is maar het
kan naar voren gebracht worden als mededeeling.
Over het al of niet nuttige der kanalisatie ontspon
eenige discussie, betreffende de kleine schippers,
welke in het gedrang komen met hun laadruimte,
terwijl weer anderen de meening toegedaan zijn,
hoe meer toegangswegen tot een plaats, hoe beter
het is.
Eveneens werd nog naar voren gebracht onthef-
fing der Kaai- en Marktgelden. Werd geantwoord
dat dit een lokale aangelegenheid is.
Door H. v. d. Heerik werd voorgesteld langere
openstelling der kleine sluis te Zaandam en elektri
ficatie der groote sluis.
Door w. v. d. Heerik werd voorgesteld betere
verlichting der groote sluis te Spaarndam.
Door Jb. Berends werd bepleit verlichting van het
Molletjesveer te Knollendam.
Al deze voorstellen zullen op de agenda geplaatst
worden der algemeene vergadering.
Tot afgevaardigden werden benoemd de heeren
H. v. d. Heerik en C. v. Schoorl Jz. en als plaatsver
vanger de heer Bras te Schagen.
Bij de gehouden bestuursverkiezing werd de heer
Jn Kramer met bijna algemeene stemmen herkozen.
Vervolgens werd eene verloting gehouden van
eenige scheeps-artikelen, waarbij de heer J. Hoog
land kreeg een stokdweil, C. v. Schoorl Sr., kraan
kwast, Jn. Krammer, luiwagen, G. v. d. Oord, boen-
kwast en C. Stam, puts.
Bij de gehouden rondvraag werd door den heer
B. Kamp naar voren gebracht, dat waar het meer
malen gebeurde dat de penningmeester wegens druk-
ke werkzaamheden verhinderd was de jaarvergade
ring bij te wonen, er desnoods een vice-penning-
meester te benoemen, welke dan de vergadering me
dedeeling kon doen van de stand van zaken.
De heer J. Kramer vindt het niet noodig dat zulks
geschied, in den vervolge kon hierin wel voorzien
worden, dat bij afwezigheid der penningmeester even
zijn boeken gehaald worden om den stand weer te
geven.
De heer Kamp wenschtte verder dat er een schrij
ven werd gericht aan den Raad, betreffende de
droge plekken in het vaarwater achter bakker de
Gier, om deze te doen opruimen.
De heer C. Stam zegt, dat er omstreeks bij de
2e lichtpaal voorbij de Hengelaar een belemmering
ligt in het vaarwater, welke niet is te onderscheiden
Spr. zou gaarne zien dat ter bevoegder plaats een
adres gericht werd, tot opruiming daarvan.
De heer v. Schoorl Jz. vraagt aangaande het ree-
lingswerk te Noordscharwoude.
Voorzitter zegt dat hij zich ter plaatse heeft over
tuigd en bleek dat het T-ijzer der remming naar bui
ten stak bij-de brug welke loopt van Zuid naar Noord
over den weg bij de laadplaats, hetwelk gebleken is
gevaarlijk te zijn voor de schipperij, daar er beslist
tegen op gestooten wordt, wanneer men er onder
door vaart. Ook werd ter sprake gebracht de droogte
welke daar heerscht.
Eveneens werd nog gevraagd naar de Mosselen-
brug.
Voorzitter zegt, dat deze brug een groot beletsel
is niet alleen voor de scheepvaart maar ook voor
overgang. Spr. wenschtte een gezamentlijk adres te
richten met de vereeniging van autobus-houders.
Over deze brug werd een breedvoerige discussie ge
houden, waarbij bleek dat men lang niet tevreden
was, over de gang van zaken daar ter plaatse, daar
een diepgeladen schuit met geen mogelijkheid door
de brug kan komen. Stemmen gingen op om bij wijze
van protest een diepgeladen schuit er in vast te laten
loopen.
Eveneens werd bepleit een licht te plaatsen op de
brug juist voorbij te sluis. op ae
Zal in dien geest een adres gericht worden aan de
gemeente Alkmaar. Door dezelfde werd eveneens ge
vraagd te willen bevorderen dat schepen welke in
het Noord-Hollands kanaal liggen, 10 meter ten
Westen en Oosten verwijderd blijven van het Ste
vensbruggetje, daar het meermalen voorkomt dat de
schepen met het roer daarvoor liggen en dan is
botsing onvermijdelijk.
Door dezelfde werd naar voren gebracht een adres
te richten aan de gemeente Amsterdam om een be
tere regeling te treffen voor het vervoer der vuilnis-
Verder niets meer aan de orde zijnde, sluit voor
zitter met woorden van dank de vergadering.
De heer v. Schoorl Jz. zou gaarne zien dat er
aandacht aan 'geschonken werd dat geen vaste brug
gen gemaakt worden in de te maken kanalisatie.
Zulks in verband ook met het wegverkeer.
Voorzitter zegt dat het de bedoeling is dat de zij-
kanalen alleen vaste bruggen krijgen en de andere
beweegbare.
Algemeen was men toch de gedachte toegedaan
van overal beweegbare bruggen. Werd toegezegd dat
aan dit punt de noodige aandacht geschonken zal
worden.
De heer van Schoorl Jz. stelt voor, dat overal de
nachttarieven hetzelfde zijn als de dagtarieven en
verlaging der tollen voor de binnenscheepvaart.
Spr. zegt dat overgegaan moet worden tot verla
ging der vrachten maar de tollen blijven even duur.
Een voorbeeld werd gegeven van de brug over de
Gouwe te Waddingsveen, welke jaarlijks eenige dui
zenden guldens overhoudt, hetwelk ten koste gaat
der schipperij. Spr. is van meening dat dit niet goed
is en zou gaarne zien dat het in andere banen ge
leid werd.
Van bestuurszijde werd zulks ten zeerste ontraden,
maar werd voorgesteld een adres te richten aan den
Raad en tegelijkertijd aan Gedep. Staten.
De heer Jb. Arends zegt, dat men om en bij de
sluis te Rustenbeurg niet vast kan komen en zou
gaarne zien dat daarin verandering aangebracht
wordt.
Voorzitter deelt mede dat deze sluis aan slooping
toe is in verband met de nieuwe kanalisatie.
De heer W. v. d. Heerik bepleitte een afzonderlijke
sluis voor het Stevensbruggetje, daar de brugwach
ter, wanneer een stoot gegeven wordt nooit hooren
kan of het voor hem is of voor de Friesche brug.
Besloten werd dat in deze in den vervolge 5 a 6
stooten op den hoorn gegeven zullen worden.
De heer H. Oud, bepleitte opruiming van enkele
boomen te Oudkarspel, welke een belemmering zijn
in het vaarwater. Besloten werd dat de heer Oud
persoonlijk met betrokkenen zal praten om tot oprui
ming over te gaan en zoo zulks niet helpt zal alsnog
een adres aan den Raad gericht worden.
De heer J. Keizer zegt, dat er bij de Oosterbrug,
nabij de Hengelaar losse rietvelden drijven, welke
hinderlijk zijn voor de scheepvaart.
Zal ter bevoegder plaatse een adres gericht worden
met verzoek om opruiming.
De heer G. v. d. Oord vraagt plaatsing van meer
dere meerpalen aan de Sluiskade. Tevens werd er
ook nog de aandacht op gevestigd dat er in de sluis
een stuk der remming los zit aan den binnenkant.
De daarvoor bestaande Commissie zal ter bevoegd
der plaatse daarvan mededeeling doen met verzoek
om verbetering aan te brengen.
De heer v. Schoorl Sr. vraagt of er nog maatre
gelen genomen worden om de afgevaardigde naar de
alg. vergadering af te halen.
De secretaris deelde mede dat de firma Kok en
Tuinman gevraagd zullen worden die dagen vlagge
tjes te voeren met de naam Schuttevaer er op, zodat
men buiten het station te Alkmaar komende, dade
lijk zien kan waar men wezen moet om in te stap
pen. Wenschen er zich een paar leden der vereeni-
ging voor te geven dan kan dat de goedkeuring weg
dragen. In die dagen wordt op aller steun en mede
werking gerekend.
De heer H. v. d. Heerik zou gaarne zien dat de
loopplaats in de polder van de gemeente Broek op
Langendijk uitgediept werd, daar men er haast niet
met een leege schuit niet meer door kan komen.
Werd in handen gesteld van de commissie. Door
dezelfde werd eveneens bepleit verlichting der sluis
bij de Zes Wielen, daar de gewone verlichting té
weinig licht verspreid, zoodat deze een gevaar op
levert wanneer men op de wal moet, daar het zoo
vol ligt met verschillende voorwerpen.
NOORDSCHARWOUDE.
De Revue ,,'t Zal wel Gaan."
Gisteravond waren wij in de gelegenheid de tweede
opvoering bij te wonen van bovengenoemde revue in
het gebouw „Concordia" alhier.
Van heinde en ver was men naar dezen avond op
gekomen, en het groote terrein naast „Concordia"
stond vol met luxe wagens, waaruit zeker sprak de
belangstelling die men in verren omtrek koesterde
voor het optreden van het pas-ontstane gezelschap
E.L.R.G.
Wij zouden na het zien van zooveel moois en goeds
bijna niet weten waar we moesten beginnen en waar
we zouden eindigen.
Behalve dat de voorbereiding ontzettend veel
moeite en opoffering heeft gekost, moest ook door
anderen medewerking worden verleend en die heeft
men op onschatbare en onnavolgbare wijze ontvan
gen.
De algemeene leider de heer G. Deutekom, verkeer
de thans in de gelukkige omstandigheid, bij den
aanvang niet voor het voetlicht te moeten komen,
om de clementie van het publiek in te roepen ten
opzichte van hen, die de plaatsen moesten vervullen
van zieken, welke niet aanwezig konden zijn.
De Comm. ère was weer op haar post en de pianiste
kon ook weder haar taak vervullen, waardoor de
bekwame dirigent, de heer H. J. Zaal al zijn aan
dacht kon schenken aan orkest en koren.
Het orkest bestond uit een flink geroutineerd ge
zelschap en de ontwerpers van de Revue beschik
ken over koren van uitnemend stemmateriaal, waar
door het geheel een uiterst beschaafd karakter
droeg.
De inhoud was geheel van toepassing op gebeurte
nissen aan den Langendijk en waren op een aller
fijnste wijze in het geheel verwerkt.
Wanneer wij alles thans zouden willen beschrijven,
kwamen wij plaatsruimte tekort, en stellen daarom
een meer algemeene en uitgebreide bespreking uit
tot direct na de laatste opvoering, en bepalen ons
daarom nu tot een algemeen overzichtje.
Ensceneering en monteering van de revue getuig
den van den meest verfijnden smaak en kunstzin en
wij waren met de andere aanwezigen vol bewon
dering voor het ontworpen geheel.
Maar naast de onbetaalbere zetten en grappen van
Kobus en Tinus, die tintelden van gezonden humor,
kwamen ook meer ernstige momenten voor, die fijn
gevoeld en geteekend waren.
Zij spraken van ernstige doordachtheid en gaven
een diepere en waardevolle beteekenis aan het ge
heel.
Voordat het scherm opgaat wordt door het orkest
de inleiding gespeeld, bestaande uit alle wijsjes en
melodiën die worden gezongen.
Wij worden gevoerd naar Olympus' top, waar Zeus
met de zijnen zetelt, en worden Venus (de Commère)
en Tinus naar de aarde gezonden om Zeus rapport
uit te brengen van hun bevindingen daar.
Wij keeren weer terug naar de aarde met hen bei
den, en beleven met hen de gebeurtenissen aan den
Langendijk en slaan wij tevens een blik in de toe
komst.
Het is een aaneenschakeling van tafereelen, die
ons door kleurijkheid, pracht en looverschittering
als het ware doen verblijven in een sprookjesland.
De tafereelen zullen wij in onze beschrijving aan
de hand van het tekstboekje eveneens bespreken en
vermelden
Als een kaleidescoop trekken de beelden aan ons
voorbij, en van minuut tot minuut blijft de aandacht
gespannen en wordt de bewondering steeds hooger
opgevoerd.
Men laat ons de helden zien uit vroeger dagen,
maar ook de helden der Zee worden opgeroepen door
den grooten overleden Doris Rijkers weer voor ons te
doen leven, en de declamator, de heer H. Slikker,
had met zijn declamatie een groot succes
Maar niet minder was dit het geval met het ern
stig woord om niet te versagen, maar moedig voort
te arbeiden, wanneer de Commère heeft verzocht
meer te hooren naar den Noordermarkbond.
Met den een te noemen zouden wij dan ander te
kort doen en daarom willen wij nu reeds hulde bren
gen aan allen, die hun krachten aan de revue heb
ben gegeven.
De balletten waren in één woord af.
Het slot waarbij de verschillende landen werden
voorgeleid, waarheen de groente wordt gezonden, de
gemeenten, die bij den Noordermarktbond zijn aan
gesloten, en de gemeente Noordscharwoude, was van
koninklijke gratie, en van onnavolgbare waardigheid.
Geen wonder, dat meermalen het applaus opklonk,
voordat de koren soms waren uitgezongen, en hieruit
sprak zeker de grootste en diepste bewondering voor
het gepresteerde.
Wij zijn ervan overtuigd thans nog veel, zeer veel
niet te hebben genoemd, maar dit korte overzichtje
moge een beelde geven van den rijken inhoud en
schoonheid van deze revue.
Nogmaals wij komen hierop nader terug.