NIEU WE DE Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier No. 19 TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 52. ZATERDAG 14 FEBRUARI 1931 40e Jaargang Brief van Krelis RESTANTEN CORSETTEN BUSTEHOUDERS lMedijkgr curium DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. Abonnmentsprijs: per 3 maanden 1.15. Uitgave: firma I. H. KEIZER. Redacteur 1. H. KEIZER. Bureel Noordscharwoude ADVERTENTIEN: Van 15 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. De middelen tot voortbeweging werden in ons land vermeerderd, uitgebreid en versneld in eene mate, die de met de scherpste toekomstbrillen ge wapende menschen zich bezwaarlijk hebben kun nen voorstellen. De behoefte aan en de gewoonte van voortbeweging namen hierdoor in alle volks klassen op reusachtige schaal toe. Het reizen - snelle gemakkelijke, veilige en betrekkelijk goedkoope voortbeweging - werd binnen aller bereik gebrachr,. In 1849 hadden wij onder zeil naar Indië drie of vier maanden werk; in 1898 doen wij er door middel van de stoom acht en twintig dagen over. In 1849 sukkelen wij per trekschuit, per raderboot, per dili gence, of, bij de gratie, hier en daar langs een eindje spoorweg, van de eene naar de andere stad. - Vijftig jaar later snorren wij op gladde, voortreffelijk aan gelegde banen in 'alle denkbare richtingen heen, binnen onze eigen grenzen geen noemenswaardige afstanden meer. In 1849 was een buitenlandsche vacantiereis eene onderneming, tot welke slechts weinigen de kosten, den tijd en den moed bijeen konden krijgen; - een halve eeuw verder mag men wel zeggen, dat ook onder de beslist niet bemiddel den de minderheid bestaat uit hen, die zich niet minstens eenmaal in hun leven een uitstapje veroor loofden naar het buitenland. In 1849 had de burger tusschen woning en kantoor gebruik te maken van zijn beenen - wat wel gezond was, maar hem dwong zijn uitstapjes vooral niet te ver uit te strekken. - in 1898 vergunt hem de alomtegenwoordige tram zijn roosjes te kweeken en zijn kippen te houden achter een half rustieke buitenwoning in een frissche om geving. Wat kon men voorheen een ophef maken van groote wandelingen, - een voettochtje bijv. van Den Helder naar Alkmaar en terug - thans springt men op de fiets, trappelt zich in zeven dagen door alle elf provinciën heen en komt weer thuis, zoo kalm en leuk alsof men even om een zakje sigaren is geweest. Het reizen een ding voor allen, in bezigheid en tot genot. Ieder bij machte om - al gebeurt het ook niet alle dagen - eens een luchtje te scheppen daar, waar niet zijn eigen dialect of taal gesproken wordt, - zijn eigen klokketoren klept, zijn eigen koetjes grazen, zijn eigen peentjes groeien, - als aan den Langendijk - zijn eigen baantje hem vasthoudt in den sleurgang tusschen bakermat en kerkhof. Vakgenooten - am bachtslieden - onderwijzers - kunstenaars - artsen - predikanten - industrieelen - in staat gesteld door mondelinge gedachtenwisseling, collegiaal overleg en behartiging van gemeenschappelijke belangen. Binnen den tijd van een dag kan thans een koop man uit Alkmaar zijn zaken gaan afdoen te Maas- stricht en weer thuis zijn. Friezen met Zeeuwen, - Limburgers met Zaankanters, - elkaar de broeder hand reikend over een tafeltje in Krasnapolsky, zaken met elkaar besprekend, als man met man, elk in zijn eigen tongval. Nederlanders uit verschil lende plaatsen van Nederland met elkander, Neder- ders ook met buitenlanders in steeds nauwer aan raking gebracht. De blik verruimd, vooroordeelen weggevaagd, eigen dunk getemperd - niet altijd - de rechtmatige waardeering van den vreemdeling toegenomen, de wereldkennis verrijkt, de gemeen schapszin verbreed, het humaniteitsbegrip verhoogd, natie tegenover natie een schrede nader gebracht tot de stemming, die daar jubelt uit het Seid umschlungen, Millionen! Diesen Kuss der ganzen Welt! Alles het werk der spoorwegen. De spoorwegen echter, terwijl zij dien hoorn vol goeds over ons uitstortten, maakten ons uitlandig, deden ons min of meer tot kosmopolitisme neigen, verlokten om het schoon der natuur en het zoet der ontspanning bij voorkeur in het buitenland te smaken, geringschattend wat er bloeit en rijpt in onzen tuin. Dit was een der excessen in de tegen overgestelde richting van den vroegeren kikvorsch- geest, die ons aan den rand van ons slootje den lof deed kwaken van ons poldert je. Welnu, het rijwiel heeft deze fout gecorrigeerd. De fiets, ons heenvoerend langs allerlei binnenwegen, nooit betreden voorheen, heeft ons het eigenaardige en vertrouwelijke lief en mooi van den eigen bodem eerst recht geopenbaard - heeft ons tot het inzicht geleid, dat onze groene, vochtige vlakten, minder misdeeld van schoon toch niet onderdoen voor de wulpsche heuvelen en de trotsche wouden en de machtige bergen zooals zij in de vreemde ons deden gelooven - dat ons Holland voor zijn kinderen al thans eene liefelijkheid bezit, stil fluisterend tot het gemoed - éénig - innig en echt! - „Holland, mijn Holland, ik vind je zoo mooi!" Ik zeg en ik blijf beweren, dat het pas uitkomt wat een wethouder beteekent, wanneer de burge meester op eene gemeenteraadszitting afwezig is. - In de meeste gevallen zullen zij eene houding aan nemen, die zooveel wil zeggen: „Wij weten 't!" - maar het kan ook zijn, - in de meeste gevallen wellicht, - dat hun houding verklaart of open baart: „Wij hadden er 'ons toch wel wat beter mogen inwerken." - Even heb ik gelachen bij het lezen van het jongste raadsverslag van Oudkarspel. - Maar niet luid. - Ik ontving zoo waarlijk ook nog een veegje uit de pan, - en toen bedekte het schaam rood mijn wangen. Ik voelde mij als een lapje zwart laken, dat op handige wijze door het oog van de schaar was gehaald. - Het had echter nog erger kunnen zijn. - Verbeeld u eens, geachte lezer, dat ik met het persijzer was bewerkt! - Ik kwam er heusch nogal genadig af! - Ik ontving de krant uit handen van mijn werkvrouw, die met een hoog roode kleur op de wangen binnenkwam, van wege het standje, dat zij aan den postbode had toegediend, omdat hij met zijn vuile laarzen, van het nogal drassige erf op het straatje voor de deur was gaan staan. „Och, Trui", zei ik, „die man moet nog zooveel huizen bezoeken, - hij moet door alle weer en wind zorgen, dat de bestelling zijn gang gaat." - „Er wordt zooveel gemodderd tegenwoordig," - voegde ik nog aan toe. - Maar Trui was al weer weg - Ik zette mij rustig neer. - Mist, - alweer mist, dacht ik, toen ik naar buiten keek, - Maar het was in de krant even „modderig" en „mistig". - De menschen verstaan elkaar niet meer. - Over veelal nietige zaken wordt geboomd of er de grootste belangen van afhangen. - De voorzitter van den Raad van Koedijk sloot de laatste zitting met dank voor de „aangename" dis cussies. - Nou, denk ik, burgemeester Kikkert springt dan toch zeker over al het onaangename heen. Het was weer de wijkverpleging! De heer Hart wierp de knuppel in het hoender hok. Geen samenwerking meer met Sint Pancras. - Hij zat weer op zijn stokpaardje en wekte het zelf- standigheidsgevoel waarlijk bij de andere edelacht bare heeren op. - Dit muzikale gedeelte, het praelu- dium van de gezinsverplegingssymphonie, geschre ven uitsluitend voor blaasorkest, stond in majeur of groote tertstoonladder, en nu mocht hier en daar wat aan de maat haperen, den heer Hart mijn compliment over de wijze waarop hij zijn partij blies en rekening hield met het aangegeven alle gro, dat zelfs tot een allegro con moto aanzwelde. Wie zoo zijn partij weet te blazen is een toonkun stenaar, die begrip heeft van muzikale nuanceering en van het „C'est le ton qui fait la musique!" - Stil - binnen de muren van het magistraatsgebouw te Sint Pancras wordt er naar de vertolking geluisterd. - Heeft u daar radio, burgemeester? - Het klonk zoo mooi door - Zonder atmosferische storingen. - Wat zegt U? - Heb ik goed verstaan? - Sie hören -all' dem schwadronieren zu und strei, che lachelnd Ihren Bart? - Neen, maar! - U heeft toch waarlijk geen muzikaal gevoel. - Was dat een dissonant, zegt U? - Kom, kom! - Neen, dan vond de heer Hart meer bij-1 val bij den heer W. Visser, die verheugd was dien toon te hooren en de voorzitter „stemde" volkomen daarmede in, door te zeggen, dat hij met genoegen dien toon had beluisterd! Ik vind den Raad van Koedijk nogal opgewekt. Hij weet een compositie in mineur in majeur om te zetten! - De gemeente geeft nog f 300 en de zuster woont in uwe gemeente, Edel achtbare! - Mijn visitekaartje! - Voor één jaar dan. - U raakt de zuster of de f 300 kwijt. - Wellicht dat U en uw collega van Koedijk elkaar op het nieuwe fietspad door de Daalmeer nog wel eens vriend schappelijk zullen ontmoeten. - Maar de wethouders moeten thuis blijven. - Als die elkaar ontmoeten wordt het hard (t) kampen. En de vredesduif zou gaan klapwieken. - U kent toch het Duitsche spreek woord: „Wo es mod' ist, da ritt' man auf Bullen tau Stadt! - Goed succes dus maar, burgemeester! Buitenland DE PAPAGAAIENZIEKTE. De papegaaienziekte die verleden jaar zoo wel in I Amerika als in Europa een aantal slachtoffers heeft gemaakt, is opnieuw uitgebroken te Brooklyn, waar I eenige gevallen zijn geconstateerd. Eén dier patiën ten is reeds overleden. Op het oogenblik zijn vier andere gevallen in behandeling. 17 PAARDEN EN 77 RUNDEREN BIJ EEN BRAND OMGEKOMEN. Bij den brand in de stallen van het landgoed New- Dargelin te Baehrenhoff (Duitschland) zijn 17 paar den en 77 runderen in de vlammen omgekomen. DE RAMP OP NIEUW ZEELAND. Uit Wellington wordt gemeld, dat Napier opnieuw door een zeer krachtige aardbeving is geteister. De schokken zouden zelfs nog sterker zijn geweest dan de vorige maand. Alle verbindingen zijn ver broken en men heeft nog geen bericht uit het ten Noorden van Waipukura gelegen gebied. Ook te Dunedin op het Zuidelijke eiland is groote schade aangericht. Omtrent het aantal slachtoffers is nog niets bekend. SNEEUWSTORM. In den Boven-Harz. Sedert Donderdagavond woedt in de Boven-Harz een hevige sneeuwstorm, waardoor groote massa's sneeuw opéén worden gedreven en het verkeer drei gen te belemmeren. Op het traject Goslar-Klausthal- Zellefeld was de storm zóó hevig, dat de auto's in de nabijheid van Auerhahn in den sneeuw bleven steken. Met sneeuwploegen en sneeuwruimers kon men een gedeelte van den weg weer vrij maken. NIEUWE AARDBEVINGEN NIEUW-ZEELAND. Reuter-telegrammen maken melding van een nieuwe aardbeving op Nieuw Zeeland niet alleen in het gebied der vorige aardbeving, aan de oostkust van het noordelijke eiland, maar aan de westkust van dit eiland en in het zuiden van het zuidelijke eiland. Uit Napier wordt gemeld dat de hevigste schok sedert dien welke de stad verwoestte, daar gevoeld werd. Er stortten wederom een gedeelte van den heuvel bij de stad en muren in. Eenige mannen, werkend in het verwoeste gebied, werden licht gewond. De werkzaammheden voor het herstellen der stad zijn tijdelijk gestaakt. Te Wanganoei (aan de Westkust van het noor delijke eiland) werd voort lichte schade aangericht. Verder werd in het geheele district Otago, in het Zuiden van het zuidelijke eiland, een aardbe ving waargenomen, afwisselend in hevigheid. Te Queenstown vielen schoorsteenen om. Ook te Dune din werd een schok gevoeld. (Hbld.). INGEZONDEN BEROOVING IN EEN BIOSCOOP. Te Kopenhagen heef een brutale berooving plaats gehad in het kantoor van een der bioscopen midden in het centrum der stad. Het was ongeveer midder nacht, toen plotseling twee gewapende en gemas kerde mannen in het privékantoor van den direc teur binnen traden en hem een revolver voorhielden, waarna zij hem op een stoel vastbonden. Daarna namen zij hem de sleutels af en openden de brand kast, waaruit zij een bedrag van circa Kr. 6000 na men. Een signalement kon de directeur niet opge ven, aangezien zijn kantoor op dat moment slechts spaarzaam verlicht was. Onmiddellijk na hun ver trek maakte hij wel alarm, doch toen waren de on- genoode gasten reeds lang verdwenen. De politie tast op het oogneblik nog in het duister. EEN BELANGRIJKE BUIT, MAAR WAARDELOOS. Op een Unionstation te Washington hebben ban dieten, die met revolvers aan aantal spoorweg be ambten in bedwang hielden 840.000 dollar aan bank biljetten buitgemaakt. Jammer voor de bandieten echter, bestond de geldzending uit voor vernietiging bestemde en door de New Yorksche Federal Reserve bank aan de circulatie onttrokken oude en ver minkte bankbiljetten, die bovendien nog in tweeën waren gescheurd, omdat de bank ten behoeve van- haar registratie het gedeelte van het bankbiljet, waarop de registernummers staan, in haar bezit had gehouden, om deze nummers af te schrijven. Plaatselijk Nieuws BROEK OP LANGENDIJK. Donderdagavond werd de jaarvergadering van den Chr. Nat. Werkmansbond gehouden. Uit het verslag van den secretaris over den toe stand der afdeeling bleek, dat deze geleidelijk in ledental toenam. Uit het verslag van den penning meester bleek dat de rekening slot met een ruim batig slot. Deze avond werd opgeluisterd door een keur van voordrachten en mooie referaten over principieele sociale onderwerpen, wat wil men nog meer? Dat velen, arbeiders in allerlei bedrijf, patroons in allerlei werk, zich bij deze afdeeling aansluiten! Het zal hun niet berouwen! De jaarvergadering, waaraan een feestelijk karak ter was gegeven, kenmerkte zich door een gezelligen geest. Ds. Van Balen, eere-voorzitter, had dezen avond de leiding. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. M. de Redacteur. Vergun mij een klein plaatsje in uw blad, naar aanleiding van het schrijven van den heer Wage naar, in het no. van Donderdag, 't Staat er zoo een voudig: „als de uien goed zijn uitgezocht zijn ze immers goed!" Ja zeker, ja, ja, dat is zoo, maar wit bepaalt, wanneer het goed is? Aanvoerder niet, kooper niet, Veilingleider niet (de keurmeester was ongesteld) want, dezen keurden de partij mooi en best; maar de U. C. B.-controleur, Nadere inlichtingen hieromtrent, kunnen worden verstrekt aan de opslagplaats der firma K. Wage naar Gz. te Broek op Langendijk. Nu heeft deze firma gewoonlijk wel zóóveel in voorraad, dat kleine bestellingen direct kunnen wor den uitgevoerd, maar iemand, die koopt, om het dadelijk te verzenden, kan voor zoo'n opvatting, van wat „goede uien" zijn mogelijk is, zijn ./agen laten staan, of verzenden zonder bestelde uien. En dan, ik had gespot met de uitvoer maatregelen der Italiaansche Regeering. Geen denken aan; maar wat ik wel bespottelijk vind? Dat het in de offi- cieele stukken precies omschreven wordt als bij on(j, daarvan kan men lezen, „en wat de beteekenis van deze wet verhoogt, is wel, dat het voorstel daartoe is uitgegaan, van handelaren en tuinbouwers." En bij ons zelf, de heer Wagenaar schrijft, „ik kan den heer Slot de verzekering geven, dat deze wet is tot stand gekomen, met algeheele instemming van de vertegenwoordigers der uien-bouwers uit die streek (Zuid-Holl. en Zeeuwsche eilanden). Dit trek ik ook geen oogenblik in twijfel, want in de Landbouwuitvoerwet 1929 staat onder meer: „De vaststelling van de eischen waaraan een uit te voeren product moet voldoen, zal eerst geschieden, nadat eerst, de producenten van deze artikelen zijn gehoord, waardoor dus het gevaar wordt voorkomen dat lastige, onpractische of ondoelmatige bepalingen vastgehecht zouden worden!" En als zijnl Exc. de Minister, dan, gehoord .heeft de voormannen der organisatie's, dat is het dagelijksch bestuur dier ver- eeniging, dan kan met recht geschreven worden: „de Minister, gelet op Artgehoord, de organisatie besluit enz. Dat is ook de schuld van de haast onmogelijke goede uien-uitzoekerij, niet te wijten aan de wet, maar aan hen, die de omschrijving hebben gegeven van eischen waaraan goede uiën moeten voldoen, eischen, strenger bijkans dan van goud, dat, naar het spreekwoord, niet is zonder schuim. Volkomen1 ben ik het met U eens, dat slecht goed geen reclame is voor onze groenten, en het'zou toe te juichen zijn, als iedere tuinder, het niet bewaar- bare wat spoediger ter markt aanvoerde, omdat het dan nog best de reis van een dag of wat kan ma ken, en men ongeveer er de volle marktprijs voor ontvangt. Broek op Langendijk, 13 Februari 1931. O. SLOT Kzn. P. S. Heer Stemmingsbeelder, ik had nooit gedacht, dat gij in uw eenvoudige pennevruchten, zoo goed, de meeningen weer gaaft van mannen als Dr. Colijn, den heer Schouten en Dr. Lovinck en anderen, 'k Hoog er voortaan meer aandacht aan te wijden! Mijnheer de Redacteur. Bij voorbaat mijn dank voor de mij toegestane plaatsruimte. Toen ik j.l. Donderdag in uw blad het ingezonden stuk van den heer Wagenaar las, dacht ik bij deze woorden n.m.l. alsof hij tot den heer Slot zegt: „uien die behoorlijk zijn uitgezocht zijn immers goed", was dit maar waar! Ik zal u een geval vertellen, dat mij zelf de vorige week overkwam. Ik kwam bij den heer Wagenaar met uien. Nauwelijks was ik daar, of door een van zijn arbeiders werd mij toegevoegd, dat hij practisch geen uien kon ontvangen, den vorigen dag was er door hem nog een naar huis gestuurd met goede uien. Nu geloof ik den heer Wagenaar graag, alv hij zegt, dat de tegenwoordige controle den uien- handel ten goede komt, maar ik vind dat men rede lijk moet blijven. Hier mankeert het bij sommige controleurs wel eens aan. Want ik geloof ook, dat ieder uien-bouwer tegen woordig zijn best doet, om zijn uien zoo goed moge lijk te krijgen. Hiervoor worden tijd noch kosten gespaard; nu, dat vind ik een heele prestatie bij d.e tegenwoordige prijzen. En met dezen goeden wil wordt zoo weinig rekening gehouden, dat het soms gaat lijken op wat men in de wandeling „negeren" noemt. Ik geloof, dat hiermee uien-handel en uien-bouw niet gebaat is. M. d. R„ eigenlijk heb ik nog geen stem in den raad, maar neemt U mij niet kwalijk, dit moest mij van het hart. Jn. BALDER Jnz. Broek op Langendijk, 13 Febr. 1931.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 1