Vereeniging Tuinbouwbelang Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier No. 21 TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 63. DONDERDAG 19 FEBRUARI 1931 40e Jaargang NIEUWE LANGEDIJKER COURANT DPZE COURANT VERSCHIJNT DINSBAG DONDERDAG en ZATERDAG. Abonnmentsprij s per 3 maanden 1.15. Ilitpave: firma I. H. KEIZER. - Redacteur 1. H. KEIZER. Bureel Hoordscharwoyde.C ADVERTENTIEN: Van 15 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. Maandagavond, half 7, hield bovengenoemde tuin- Douwvereeniging hare jaarvergadering ten lokale t»an den heer J. de Bakker te Zuidscharwoude. Aanwezig waren 100 leden. De voorzitter, de heer G. Barten, zegt, dat het tra- litioneele kwartiertje is verstreken en wenscht over ,e gaan tot het openen der vergadering. Door de huidige omstandigheden (als ziekten» uilen verschillende leden wel absent blijven. Spreker memoreert, op de vergadering van de Boerenleenbank te hebben gezegd, niet veel van den ;oestand van den tuinbouw te zullen zeggen, om wat neer te kunnen spreken op deze vergadering, daar leze meer het karakter heeft, om daarover nader te :unnen uitweiden. Meer dan eens is opgemerkt, dat Ie toestand nog nooit is geweest als thans. Als zoo ets wordt gezegd door menschen van 60-70 jaar, lan weet men toch werkelijk niet, hoe of het er lan toe is. Zeker is het, dat de toestand wel zal -erkeeren, doch steeds zal het „kool" blijven. Voorts memoreert spreker, dat de tijden zeer ver- inderd zijn. Zoo was het vroeger, dat men op 9-ja- igen leeftijd voldoende had geleerd en werd op 16- arigen leeftijd den spreker door zijn vader gevraagd vat er met de kool gedaan moest worden. Toen werd lesloten, de kool zelf te verladen welke toen in Duitschland en Brabant aan den man werd ge- iracht. Ook nu hangt het af, hoe het buitenlandsche ;ewas en de weersgesteldheid is. Met dit laatste is iet thans zeer slecht getroffen. Ook de draaihartig- ïeifd komt zeer sterk voor en wel in sterke mate. 'elfs zoo erg, als nooit te voren. Spreker heeft door leskundigen hooren beweren dat deze bacil nooit vordt gedood door vorst, al vriest het neg zoo sterk, naar wel door veel water (hilariteit). Als er ooit reel water is gevallen, aldus spreker, dan is het toch ieker wel dit jaar. Met dit alles wijst spreker er op, lat .een ieder weet, dat er goede en slechte jaren lijn. Spreker gaat terug tot het 1886, toen er ook geen ;eld was en dat velen zich er toch doorheen hebben ;eslagen. Ook toen en latere jaren kwam het veel- ruldig voor, dat de kool op het land bleef. Maar het mitenland heeft nog meerdere manieren voor het lehoud van eigen kool dan tariefmuren en kunst, r wordt getracht de eigen kool te behouden. Voorts wijst spreker er op, dat vroeger de tijden og moeilijker waren, toen er geen boerenleenban- en, geen stormramp-comité's bestonden. Doch met it alles moet het hoofd koel worden gehouden. Een eerste vereischte is de levensstandaard te ver gen, want de laatste jaren heeft men geleefd in eeldetoestanden. De gemakkekijkheden van toen oeten gewijzigd worden en zeker zullen er etere omstandigheden komen. Spreker hoopt, dat er gezellig zal worden verga- lerd en na een woord van hartelijk welkom aan de len, den burgemeester van Noordscharwoude, den ...elachtb, heer Jhr. A. L. van Spengler, den verte- lenwoordigers van de pers, verklaart spreker de ergadering voor geopend. Hierna worden de notulen der vorige vergadering, _a voorlezing door den secretaris, den heer J. Klif- |en, onder dankzegging aan den samensteller, onge- ijzigd goedgekeurd. Door den heer C. Keeman wordt verslag uitge- racht omtrent de rekening, waaruit blijkt, dat de tvangsten hebben bedragen f 1351.69, de uitgaven „arentegen f 1281.68, alzoo een batig saldo van 70.01. De exploitatierekening van de poterbewaar- laats vermeldt aan ontvangsten f 17982. 66 aan uit- ,ven f 17967.32, alzoo een batig saldo van f 15.34. Namens de commissie tot het nazien der rekening, jstaande uit de heeren K. Zeeman, G. de Geus en B. Koter, brengt eerstgenoemde als rapporteur ver slag uit en deelt mede, dat alles in orde is bevonden jn adviseert tot goedkeuring. Aldus wordt besloten. I De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor et volgend jaar zal bestaan uit de heeren K. Wage- aar, K. v. Nienes en G. Bakker. Vervolgens wordt aan den secretaris gelegenheid egeven tot het uitbrengen van het jaarverslag, het- elk van den volgenden inhoud is: Mijne Heeren, Als gewoonlijk wordt U op onze Algemeene Ver- dering verslag gedaan van de werkzaamheden n onze organisatie welke eenigermate hebben bij- :edragen tot ons aller welzijn. Deze taak zou mij ook deze keer niet zoo heel /aar vallen als ik mij enkel bepaalde tot een op- .mming der werkzaamheden van hetgeen er in ,et afgeloopen jaar in het belang van onze Vereeni- "ng is gedaan en in dat der leden in het bijzonder. Maar er wordt tevens van Uw Bestuur, waarvan idergeteekende deel van uitmaakt als Uwe Se- etaris, iets meer verwacht en- zeer terecht! Er mag van hen, die met de leiding van een orga- isatie als de onze, uwe Vakvereeniging, dan ook rwacht worden dat er ook werkelijk leiding gege- n wordt. Nu is het niet altijd even gemakkelijk om doel treffende leiding te geven, vooral in tijden waarin we nu verkeeren is het wel een zeer moeilijken taak. Als ons geheele economische leven ontwricht wordt door een inzinking van schier eiken tak van be drijf en niet het minst den land- en tuinbouw een geduchten terugslag moet doorworstelen, zoo; dat de grootst economische aangelegde personen nog zoe ken en tasten naar een uitweg welk een oplossing hiervan in uitzicht zou stellen. Nog zwaarder wordt deze taak, als er, zooals we den laatsten tijd mogen mee maken, af en toe per sonen en vooral persoontjes zich zelf komen aanmel den als dé menschen die het in deze troebele dagen nu wel eens zullen uitmaken welken kant het uit moet. M. H. Alvorens ik hier verder over uit zal weiden, wil ik eerst even met U nagaan wat er in het ge scheiden jaar, door bemiddeling van onze organi satie is verricht, wellicht zal mij hierna gelegenheid worden geboden om er een soort algemeene be schouwing aan toe te voegen om onze zienswijze over den huidigen toestand waarin we verkeeren aan U voor te leggen, hopende U eenig licht in de duis ternis te verschaffen. Allereerst zij U dan gemeld; dat er in samen werking met de plaatselijke Tuinbouwvereeniging „De Eendracht" te Oudkarspel een drietal vergade ringen belegd werden, men zou dit z.g. praatavonden kunnen noemen. In deze bijeenkomsten werden verschillende on derwerpen behandeld welke rechtstreeks verband houden met onzen tuinbouw. Deze bijeenkomsten, waarvan er nu twee gepasseerd zijn, zijn steeds voor een ieder toegankelijk en waar er steeds naar gestreefd wordt een bekwaam inleider te laten op treden, met een onderwerp dat onze volle belang stelling verdiend, ma<g aangenomen worden dat hiervan een goede kracht zal uitgaan. Ik noem u van deze onderwerpen: de bloembol lenteelt, toegelicht met lichtbeelden, onze bemes ting, de erfelijkheidsleer in ons plantenrijk enz. enz. Het organiseeren van deze avonden is voor de be trokken vereenigingen een waar succes, wijl ze allen zeer goed bezocht werden. Vervolgens, als uitvloeisel van een dezer bijeen komsten, waarin door den heer Mallekote het inte ressante onderwerp werd behandeld van de erfelijk heidsleer, worden er thans proeven uitgevoerd dooi; de vereeniging „De Eendracht" en de onze, om zoo mogelijk te komen tot een nog betere soort roode bewaarkool welke tegen alle mogelijke invloeden beter bestand zullen blijken. 't Spreekt wel van zelf dat deze proeven veel zorg eischen van de uitvoerders en niet minder van onzen Penningmeester. Thans is deze aangelegenheid in een stadium gekomen dat er voor de verdere uit werking hiervan steun verzacht en verkregen is van de om ons heen liggende veilingen, welke op haar beurt weer pogingen zullen aanwenden om van het geld, dat door de Regeering voor het nemen van proeven wordt beschikbaar gesteld, een bijdrage te verzoeken voor de verdere werkzaamheden hieraan verbonden. Vervolgens werd in samenwerking met de Tuin- bouwvereenigingen afd. L.T.B., Langedijk, De Een dracht en Tuinbouwbelang een commissie in het leven geroepen welke tot taak had te onderzoeken in hoeverre de enorme regenval van 12 Juni haar nadeelige invloed had doen gelden. Dank zij de invloed dezer organisaties had deze commissie wel is waar geen gemakkelijken taak, maar ze heeft het werk zien beloond door een scha deloosstelling van de meest getroffenen. In samenwerking met onze naburige Tuinbouw- vereen. „De Toekomst" en „De Eendracht" heeft ook onze Vereen, een cursus in het leven geroepen waar in de teelt van bloembollen wordt behandeld. Deze cursus wordt door een 60-tal cursisten bezocht, waarvan vrijwel de helft uit onze leden-en zoons van leden. We vernemen dat deze lessen met de meeste be langstelling worden gevolgd en hopen zeer dat dit voor de deelnemers goede vruchten zal mogen af werpen. De beide schoollokalen te Oudkarspel en hier ter plaatse werden hiervoor, verwarmd en ver licht, gratis beschikbaar gesteld, waarvoor een woord van dank aan deze beide Gemeente Besturen niet onthouden mag worden, 't Werkt ook voor ons zoo bemoedigend als hiervoor de behulpzame hand toe gestoken wordt. De 'inventarisatie onzer stapelproducten heeft nu zoo'n burgerrecht verkregen dat niemand, althans niet met opzet, op het appel mankeerde, integendeel, ziet elk verlangend uit naar de cijfers hiervan. Waar deze cijfers dit jaar beduidend lager waren als de voorgaande jaren, geeft dit wel een bedroe vend beeld van den slechten oogst der koolsoorten, temeer, komt dit nog naar voren als we in aan- merking nemen, dat minstens de helft der opgesla- gen producten geteeld werd in polders buiten de onze om. Laat ons hopen dat de zoo gevreesde ziekte, de draaihartigheid, in de toekomst overwonnen mag worden, hetzij, dat de natuur ons te hulp komt of dat de wetenschap het eenmaal zoover zal weten te brengen dat er een afdoend middel aan de hand kan worden gedaan dat als tegenweer met succes toegepast kan worden. We kunnen, zonder op de rapporten vooruit te loopen, U reeds mededeelen dat hieraan de meest mogelijke aandacht aan geschon ken wordt en dat er reeds verschillende proeven ge nomen worden door den Plantenziektekundigen- dienst en hare ijverige correspondenten. Onze aardappelpoterbewaarplaats is dit jaar niet zoo vol bezet als het voorgaande, deels omdat de uitkomsten hiermee verkregen niet aan de gestelde verwachtingen beantwoordde en ander deels omdat onze leden, tegenvolge der slechten kooloogst vol doende ruimte in eigen bergplaatsen te over hadden. Hierdoor is uw bestuur genoodzaakt een iets hooger bedrag per bak te heffen om de rekening van onzen penningmeester toch nog sluitend te maken. Uw bestuur heeft gemeend, gezien de vele be moeiingen voor onzen Penningmeester hieraan ver bonden, hem eenigszins geldelijk tegemoet te moe ten komen, omdat dit tenvolle wordt verdiend. Ver volgens meent uw bestuur dat door de meerdere ruimte en het daardoor meerdere licht dat kan bin nen dringen, onze aardappelen een goede plaats hebben gevonden. Nog zij U medegedeeld dat de verschillende com missies het hare er toe hebben bijgedragen om het belang der leden te helpen bevorderen. Het spreekt dat de eene een meer dankbare taak heeft als den ander, maar allen mogen zich verheugen in onze belangstelling hetgeen U aanstonds zal blijken uit hunne diverse verslagen. Er is dit jaar niet druk vergaderd, slechts twee leden- en vier Bestuursvergaderingen zijn gehou den. Volgens ons oude reglement, waren we ver plicht in de maand October nog een ledenvergade ring ..uit te schrijven, hetgeen dit jaar niet is ge beurd, ten eerste: omdat er volgens uw bestuur geen aanleiding was voor het uitschrijven hiervan en ten tweede: omdat onze gewijzigde statuten dit niet meetfverplichtend stellen, bovendien is het de mee- ningïvan ondergeteékende dat er nu niet bepaald gezocht moet worden naar veel vergaderen. Een paar maal in een jaar zien we heel graag onze leden eens onder de oogen om dan eens naar voren te brengen wat ons op het hart zou liggen. Overigens geen overdrijving hierin, men kan ook hierin voorzichtig zijn en voorkomen, dat men beter thuis is op een vergadering als in eigen bedrijf, dit zien we nogal eens samengaan ep is een glibberig pad. Ons ledental is ook dit jaar vrij stationair ge bleven, het overlijden van een paar getrouwe leden werd weer aangevuld door eenige jongeren, zoodat ons ldental thans juist 200 bedraagt. Mijne heeren. Ik geloof dat ik hiermee de voor naamste verrichtingen heb weergegeven, vergjun me nu nog om een algemeene beschouwing te hou den over wat thans leeft in onze tuinbouwkringen in verband met den terugslag waarvan de gevolgen op ons drukken. In verschillende toonaarden is U dit reeds van verschillende kanten bezongen den laatsten tijd en het lijkt me dan ook een gewaagde poging om op den juisten knop te drukken welke ons in het volle licht zou kunnen plaatsen. Er wordt in dagen als we nu doormaken van leidende personen door sommigen een boven men- schelijke daad verwacht,/een eisch welke als onrede lijk mag worden aangemerkt! Een oplossing hiervan te verwachten, ik moet het U al dadelijk en ruiter lijk erkennen, zal U ook door hen niet aan de hand kunnen worden gedaan. Een geheel andere vraag is het: of we niet in staat zullen blijken te zijn U een richting aan te gevest welke U tot kracht en steun zal kunnen zijn in deze moeilijke dagen. Deze vraag durf ik in bevestigenden zin te beantwoorden. Het zal U, met ons, niet ontgaan zijn dat, hoe beroerd de toestand ook ten deze wezen mag, er ook hier den laatsten tijd van overdrijving gesproken moet wor den wat op zich zelf al zeer mis gezien is. Dat de toestand ernstig is weten we, dat we hier aan ons aller aandacht moeten schenken, hiervan zijn we wel terdege doordrongen, maarwe moe ten het niet doen voorkomen alsof de laatste adem der tuinbouw in aantocht is, dat, mijne vrienden gaat den verkeerden kant uit en ik verheug me er dan ook over dat ik deel uitmaak van een BestuuiJ dat deze meening niet is toegedaan, hiervoor is trouwens onze ervaring te groot. Als een der lichtpunten die ik nog wel zie is deze: dat het door de jaren heen in ons vak gebleken is dat onze balans geen jaarbalans kan zijn welke ieder jaar sluitend kan worden gemaakt, vaak hebben we hiervoor noodig 3, soms 4 jaren om tot een bevredi gende uitkomst te komen. De jongeren onder ons weten dat nog niet zoo goed en juist voor hen valt deze terugslag zoo dub bel zwaar omdat zij nog geen goede jaren hebben meegemaakt, welke als dekking dienst konden doen voor de jaren welke zij nu hebben door te maken. Hen zou ik willen toeroepen; laat dezen tijd U niet al te veel beïnvloeden en doe hierom geen dingen waarvan U later berouw zou kunnen hebben, door bijvoorbeeld van uw land af te loopen met de som bere gedachten dat het wel nooit meer terecht zal komen. j In dit verband wil ik U er op wijzen, dat het reeds in de tachtiger jaren van de vorige eeuw eveneens, na jaren van hoogconjunctuur, tot een inzinking kwam, welke zoodanig was, dat sommigen even als nu meenden dat het met de bouwerij ge daan was. Menschen, die even als dit nu met enkelen het geval is, het bijltje er maar bij neer lagen en zich in loondienst stelden, zij hebben het natuurlijk hiermee nooit verder kunnen brengen, bovendien zal hier het gevolg van zijn dat dit de arbeidsmarkt zoodanig zal drukken dat ook deze vooruitzichten evenmin rooskleurig zullen zijn. Evenwel is het ook toen gebleken dat we weer heele goede jaren tegemoet gingen en zij, die de druk der tijden doorstaan hebben, konden later van dit zelfden land, in de hierop volgende jaren zelfs meer dan brood verdienen. Zoo is het ook na de tachtiger jaren steeds eb en vloed in ons tuinbouwleven geweest en zoo zal het ook denkelijk nog wel jaren blijven gaan. En als we nu eens onbevooroordeeld, want dit moeten we toch zijn, om ons heen zien, dan kunnen we getui gen dat in de hier genoemde jaren, welke ons scheiden van de tachtiger, een heel geslacht In dien tak van bedrijf zich een goed en onafhankelijk be staan hebben weten te veroveren. En waarom zou dat nu niet meer kunnen? Zijn de vooruitzichten dan zooveel ongunstiger als in dien tijd denkt men? Ik geloof dat we aan deze gedachte niet moeten toegeven, integendeel, geloot ik veel eerder dat ons veel meer middelen aan de hand worden gedaan als waarop de ouderen onder ons zich mochten beroepen. Toen toch stond elk op zich zelf en was een ieder enkel hierop aange wezen, terwijl we nu allen vereenigd zijn, wat een groot voordeel beteekent dit niet? Dit heeft ons in staat gesteld ons verkoopsysteem zoodanig in te richten dat we hierdoor steeds in staat worden ge steld om voor de producten welke we willen, of moeten afzetten, marktwaarde krijgen. Ik wil hiermee zeggen: dat we van een vraag naar ons product veel meer en gauwer profiteeren als in de jaren toen men wel genoodzaakt was alles maar op goed geluk mede te geven, waardoor meenig extraatje de zakken der tuinders misliepen. Even eens viel er vroeger niet aan te denken dat er door bemiddeling der organisaties een reddende hand werd uitgestoken om de moeilijkheden het hoofd te bieden want zonder organisatie, dit kunnen we gerust aannemen, zou dit nimmer kunnen plaats hebben. Hier heb ik op het oog de behulpzame hand die ons wordt toegestoken door onze Provinciale en Ge meentebesturen, al moeten we ook direct hieraan toevoegen, dat het niet in de aard der doorsnee tuinder ligt om tegen de Overheid aan te leunen, kan dit toch een middel zijn om op de been te blijven en zou ik een ieder kunnen aanraden, als hij meent hiervoor in aanmerking te komen, er een dankbaar gebruik van te maken al mag zoo iets nooit een middel zijn om het hier in de vervolge op aan te sturen, dit zou enkel kunnen leiden tot ver slapping, een houding welke de rechte tuinder niet waardig kan zijn. Een ander lichtpunt zie ik in de tegemoetkomende houding onzer Regeering tegenover den akkerbouw, we hopen dat het verruiming zal geven en dat graan en bietenbouw hierdoor weer loonend zal kunnen worden, wat tevens in zich sluit dat ook dit een verruiming zal geven in den tuinbouw welke juist hierdoor de laatste jaren wel wat geforceerd werd. Als een lichtpunt mag ook genoemd worden het meer en meer in cultuur brengen van bloembollen, glas en dergelijken wat de trefkansen grooter maakt; langzamerhand en op bescheiden schaal hieraan te beginnen lijkt me geen kwaad idee. En tenslotte; zou ik een ieder willen aanraden om elkander een beetje levenslust in te blazen. Weg met al die zwartgalligheid, welke niet anders kan leiden dan tot verslapping van het beste wat een mensch bezit, onze eigen energie en hoop! Weg, met al dat geschetter over de slechte Maatschappij, alsof het leven hierin geen leven meer is, dit kan slechts leiden tot futloosheid waarmee we in ieder geval deze crisis niet te boven zullen komen. Weg, met het gesputter tegen de leiding in onze hoofd organisaties en geen zijdelingsche trappen uitge deeld naar hen die dat niet aan ons verdiend heb ben, om dit tenslotte ten eigen bate aan te wenden, hetzij bewust of onbewust. Dit kan niet anders dan een funeste uitwerking hebben op- onze onmisbare organisatie. Vrienden, ik zou U willen toeroepen: Weest op Uw hoede! Sluit zorgvuldig uwe vensters als de storm om U heen loeit en een wolk van stof doet opwaaien, want ge loopt gevaar er in te verstikken! Het leekt me veeleer een geboden plicht, om juist nu schouder aan schouder te staan en ons als tuin ders aaneen te sluiten. In den eersten plaats zal het dan noodig zijn onze politieke en relieuze gevoelens niet steeds op den voorgrond te plaatsen, maar veel eer ons tuinderhart te laten spreken en als we dan eens waren bezield met deze ééne gedachte en die gansche eenheid zich eens uitte tot een grootheid van ons tuindersvolk, dan zou er alle reden zijn om een vreugde bedrijf aan te gaan als waarvan gewag wordt gemaakt in de praatjes van Jah de Ploeger, door Spurgeon, wanneer hij dicht: Als alle zeeën eens waren één zee, wel wat een zee zou dat zijn, Als alle boomen eens ware één boom wel wat een boom zou dat zijn, Als alle bijlen eens waren één bijl, wel wat een bijl zou dat zijn, En als alle mannen eens waren één man, wel wat een man zou dat zijn. En als die groote man dan kwam En hij dien g'rooten slagbijl nam En hiew daarmee dien grooten stam; Zoodat hij met één enkele snee, Nederplofte in 't hart dier groote zee, Als dat gebeurde ach jeminemijn, Dat zou me nog eens een plof plaf zijn! Welnu mijne vrienden, laten we allen, zonder onderscheid, zorgen dat die groote plof plaf binnen niet al te langen tijd gehoord mag worden, eerst dan, en dan alleen, zal er iets van belang te berei ken zijn en ons bedrijf weer hoopvolle dagen tege moet kunnen gaan. Dat het zoo worden mag! Ik dank U. De voorzitter brengt een woord van hartelijken dank aan den secretaris voor zijn uitgebreid ver slag. Vervolgens worden door de betrokken rapporteurs de diverse verslagen uitgebracht. Kunstmest. Rapporteur de heer K. van Dijk. Mijne Heeren, Wederom vraag ik even uw aandacht voor het verslag onzer commissie over het afgeloopen jaar. Kon ik in vorige verslagen steeds gewagen van vooruitgang en bloei, den keer kan ik dit helaas niet. De slechte toestand in ons bedrijf is oorzaak dat er nu een tamelijke teruggang is. De volgende vergelijking zal het u doen blijken. In 1929 betrokken 61 leden 288050 Kg. ten bedrage van f 22301.79, terwijl in 1930 54 leden 23358 Kg. be trokken ten bedrage van f 17713.84. Enkel de leve ring voor bollenveld was grooter dan verleaen jaar; alle andere leveringen kleiner. 22 Monsters werden van diverse partijen getrok ken waarvan 1 met onvoldoend gehalte. Het betrof weer een partijtje Ureum, waarop f 1.56° per 100 Kg. gekort moest worden. Moeilijkheden van beteekenis deden zich dit jaar niet voor. Alleen met de levering voor bollenveld voldeed de super niet, waarop het grootste gedeelte hiervan door de betrokken firma is fijn gemaakt en overgehaald. De 5 leveringen hadden, behalve de eerste, weer op den gewonen tijd plaats. De eerste is met het oog op de vorig jaar opgedane ervaringen iets vervroegd en geschied nu in 't laatst van Februari.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 1