Vereeniging
Tuinbouwbelang
Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier
No. 21 TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 63. DONDERDAG 19 FEBRUARI 1931
40e Jaargang
NIEUWE
LANGEDIJKER COURANT
DPZE COURANT VERSCHIJNT
DINSBAG DONDERDAG
en ZATERDAG.
Abonnmentsprij s
per 3 maanden 1.15.
Ilitpave: firma I. H. KEIZER. - Redacteur 1. H. KEIZER. Bureel Hoordscharwoyde.C
ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 75 cent;
elke regel meer 15 cent
GROOTE LETTERS
NAAR PLAATSRUIMTE.
Maandagavond, half 7, hield bovengenoemde tuin-
Douwvereeniging hare jaarvergadering ten lokale
t»an den heer J. de Bakker te Zuidscharwoude.
Aanwezig waren 100 leden.
De voorzitter, de heer G. Barten, zegt, dat het tra-
litioneele kwartiertje is verstreken en wenscht over
,e gaan tot het openen der vergadering.
Door de huidige omstandigheden (als ziekten»
uilen verschillende leden wel absent blijven.
Spreker memoreert, op de vergadering van de
Boerenleenbank te hebben gezegd, niet veel van den
;oestand van den tuinbouw te zullen zeggen, om wat
neer te kunnen spreken op deze vergadering, daar
leze meer het karakter heeft, om daarover nader te
:unnen uitweiden. Meer dan eens is opgemerkt, dat
Ie toestand nog nooit is geweest als thans. Als zoo
ets wordt gezegd door menschen van 60-70 jaar,
lan weet men toch werkelijk niet, hoe of het er
lan toe is. Zeker is het, dat de toestand wel zal
-erkeeren, doch steeds zal het „kool" blijven.
Voorts memoreert spreker, dat de tijden zeer ver-
inderd zijn. Zoo was het vroeger, dat men op 9-ja-
igen leeftijd voldoende had geleerd en werd op 16-
arigen leeftijd den spreker door zijn vader gevraagd
vat er met de kool gedaan moest worden. Toen werd
lesloten, de kool zelf te verladen welke toen in
Duitschland en Brabant aan den man werd ge-
iracht.
Ook nu hangt het af, hoe het buitenlandsche
;ewas en de weersgesteldheid is. Met dit laatste is
iet thans zeer slecht getroffen. Ook de draaihartig-
ïeifd komt zeer sterk voor en wel in sterke mate.
'elfs zoo erg, als nooit te voren. Spreker heeft door
leskundigen hooren beweren dat deze bacil nooit
vordt gedood door vorst, al vriest het neg zoo sterk,
naar wel door veel water (hilariteit). Als er ooit
reel water is gevallen, aldus spreker, dan is het toch
ieker wel dit jaar. Met dit alles wijst spreker er op,
lat .een ieder weet, dat er goede en slechte jaren
lijn.
Spreker gaat terug tot het 1886, toen er ook geen
;eld was en dat velen zich er toch doorheen hebben
;eslagen. Ook toen en latere jaren kwam het veel-
ruldig voor, dat de kool op het land bleef. Maar het
mitenland heeft nog meerdere manieren voor het
lehoud van eigen kool dan tariefmuren en kunst,
r wordt getracht de eigen kool te behouden.
Voorts wijst spreker er op, dat vroeger de tijden
og moeilijker waren, toen er geen boerenleenban-
en, geen stormramp-comité's bestonden. Doch met
it alles moet het hoofd koel worden gehouden.
Een eerste vereischte is de levensstandaard te ver
gen, want de laatste jaren heeft men geleefd in
eeldetoestanden. De gemakkekijkheden van toen
oeten gewijzigd worden en zeker zullen er
etere omstandigheden komen.
Spreker hoopt, dat er gezellig zal worden verga-
lerd en na een woord van hartelijk welkom aan de
len, den burgemeester van Noordscharwoude, den
...elachtb, heer Jhr. A. L. van Spengler, den verte-
lenwoordigers van de pers, verklaart spreker de
ergadering voor geopend.
Hierna worden de notulen der vorige vergadering,
_a voorlezing door den secretaris, den heer J. Klif-
|en, onder dankzegging aan den samensteller, onge-
ijzigd goedgekeurd.
Door den heer C. Keeman wordt verslag uitge-
racht omtrent de rekening, waaruit blijkt, dat de
tvangsten hebben bedragen f 1351.69, de uitgaven
„arentegen f 1281.68, alzoo een batig saldo van
70.01. De exploitatierekening van de poterbewaar-
laats vermeldt aan ontvangsten f 17982. 66 aan uit-
,ven f 17967.32, alzoo een batig saldo van f 15.34.
Namens de commissie tot het nazien der rekening,
jstaande uit de heeren K. Zeeman, G. de Geus en
B. Koter, brengt eerstgenoemde als rapporteur ver
slag uit en deelt mede, dat alles in orde is bevonden
jn adviseert tot goedkeuring.
Aldus wordt besloten.
I De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor
et volgend jaar zal bestaan uit de heeren K. Wage-
aar, K. v. Nienes en G. Bakker.
Vervolgens wordt aan den secretaris gelegenheid
egeven tot het uitbrengen van het jaarverslag, het-
elk van den volgenden inhoud is:
Mijne Heeren,
Als gewoonlijk wordt U op onze Algemeene Ver-
dering verslag gedaan van de werkzaamheden
n onze organisatie welke eenigermate hebben bij-
:edragen tot ons aller welzijn.
Deze taak zou mij ook deze keer niet zoo heel
/aar vallen als ik mij enkel bepaalde tot een op-
.mming der werkzaamheden van hetgeen er in
,et afgeloopen jaar in het belang van onze Vereeni-
"ng is gedaan en in dat der leden in het bijzonder.
Maar er wordt tevens van Uw Bestuur, waarvan
idergeteekende deel van uitmaakt als Uwe Se-
etaris, iets meer verwacht en- zeer terecht!
Er mag van hen, die met de leiding van een orga-
isatie als de onze, uwe Vakvereeniging, dan ook
rwacht worden dat er ook werkelijk leiding gege-
n wordt.
Nu is het niet altijd even gemakkelijk om doel
treffende leiding te geven, vooral in tijden waarin
we nu verkeeren is het wel een zeer moeilijken taak.
Als ons geheele economische leven ontwricht wordt
door een inzinking van schier eiken tak van be
drijf en niet het minst den land- en tuinbouw een
geduchten terugslag moet doorworstelen, zoo; dat de
grootst economische aangelegde personen nog zoe
ken en tasten naar een uitweg welk een oplossing
hiervan in uitzicht zou stellen.
Nog zwaarder wordt deze taak, als er, zooals we
den laatsten tijd mogen mee maken, af en toe per
sonen en vooral persoontjes zich zelf komen aanmel
den als dé menschen die het in deze troebele dagen
nu wel eens zullen uitmaken welken kant het uit
moet.
M. H.
Alvorens ik hier verder over uit zal weiden, wil
ik eerst even met U nagaan wat er in het ge
scheiden jaar, door bemiddeling van onze organi
satie is verricht, wellicht zal mij hierna gelegenheid
worden geboden om er een soort algemeene be
schouwing aan toe te voegen om onze zienswijze over
den huidigen toestand waarin we verkeeren aan U
voor te leggen, hopende U eenig licht in de duis
ternis te verschaffen.
Allereerst zij U dan gemeld; dat er in samen
werking met de plaatselijke Tuinbouwvereeniging
„De Eendracht" te Oudkarspel een drietal vergade
ringen belegd werden, men zou dit z.g. praatavonden
kunnen noemen.
In deze bijeenkomsten werden verschillende on
derwerpen behandeld welke rechtstreeks verband
houden met onzen tuinbouw. Deze bijeenkomsten,
waarvan er nu twee gepasseerd zijn, zijn steeds
voor een ieder toegankelijk en waar er steeds naar
gestreefd wordt een bekwaam inleider te laten op
treden, met een onderwerp dat onze volle belang
stelling verdiend, ma<g aangenomen worden dat
hiervan een goede kracht zal uitgaan.
Ik noem u van deze onderwerpen: de bloembol
lenteelt, toegelicht met lichtbeelden, onze bemes
ting, de erfelijkheidsleer in ons plantenrijk enz. enz.
Het organiseeren van deze avonden is voor de be
trokken vereenigingen een waar succes, wijl ze allen
zeer goed bezocht werden.
Vervolgens, als uitvloeisel van een dezer bijeen
komsten, waarin door den heer Mallekote het inte
ressante onderwerp werd behandeld van de erfelijk
heidsleer, worden er thans proeven uitgevoerd dooi;
de vereeniging „De Eendracht" en de onze, om zoo
mogelijk te komen tot een nog betere soort roode
bewaarkool welke tegen alle mogelijke invloeden
beter bestand zullen blijken.
't Spreekt wel van zelf dat deze proeven veel
zorg eischen van de uitvoerders en niet minder van
onzen Penningmeester. Thans is deze aangelegenheid
in een stadium gekomen dat er voor de verdere uit
werking hiervan steun verzacht en verkregen is van
de om ons heen liggende veilingen, welke op haar
beurt weer pogingen zullen aanwenden om van het
geld, dat door de Regeering voor het nemen van
proeven wordt beschikbaar gesteld, een bijdrage te
verzoeken voor de verdere werkzaamheden hieraan
verbonden.
Vervolgens werd in samenwerking met de Tuin-
bouwvereenigingen afd. L.T.B., Langedijk, De Een
dracht en Tuinbouwbelang een commissie in het
leven geroepen welke tot taak had te onderzoeken
in hoeverre de enorme regenval van 12 Juni haar
nadeelige invloed had doen gelden.
Dank zij de invloed dezer organisaties had deze
commissie wel is waar geen gemakkelijken taak,
maar ze heeft het werk zien beloond door een scha
deloosstelling van de meest getroffenen.
In samenwerking met onze naburige Tuinbouw-
vereen. „De Toekomst" en „De Eendracht" heeft ook
onze Vereen, een cursus in het leven geroepen waar
in de teelt van bloembollen wordt behandeld. Deze
cursus wordt door een 60-tal cursisten bezocht,
waarvan vrijwel de helft uit onze leden-en zoons
van leden.
We vernemen dat deze lessen met de meeste be
langstelling worden gevolgd en hopen zeer dat dit
voor de deelnemers goede vruchten zal mogen af
werpen. De beide schoollokalen te Oudkarspel en
hier ter plaatse werden hiervoor, verwarmd en ver
licht, gratis beschikbaar gesteld, waarvoor een woord
van dank aan deze beide Gemeente Besturen niet
onthouden mag worden, 't Werkt ook voor ons zoo
bemoedigend als hiervoor de behulpzame hand toe
gestoken wordt.
De 'inventarisatie onzer stapelproducten heeft nu
zoo'n burgerrecht verkregen dat niemand, althans
niet met opzet, op het appel mankeerde, integendeel,
ziet elk verlangend uit naar de cijfers hiervan.
Waar deze cijfers dit jaar beduidend lager waren
als de voorgaande jaren, geeft dit wel een bedroe
vend beeld van den slechten oogst der koolsoorten,
temeer, komt dit nog naar voren als we in aan-
merking nemen, dat minstens de helft der opgesla-
gen producten geteeld werd in polders buiten de
onze om.
Laat ons hopen dat de zoo gevreesde ziekte, de
draaihartigheid, in de toekomst overwonnen mag
worden, hetzij, dat de natuur ons te hulp komt
of dat de wetenschap het eenmaal zoover zal weten
te brengen dat er een afdoend middel aan de hand
kan worden gedaan dat als tegenweer met succes
toegepast kan worden. We kunnen, zonder op de
rapporten vooruit te loopen, U reeds mededeelen dat
hieraan de meest mogelijke aandacht aan geschon
ken wordt en dat er reeds verschillende proeven ge
nomen worden door den Plantenziektekundigen-
dienst en hare ijverige correspondenten.
Onze aardappelpoterbewaarplaats is dit jaar niet
zoo vol bezet als het voorgaande, deels omdat de
uitkomsten hiermee verkregen niet aan de gestelde
verwachtingen beantwoordde en ander deels omdat
onze leden, tegenvolge der slechten kooloogst vol
doende ruimte in eigen bergplaatsen te over hadden.
Hierdoor is uw bestuur genoodzaakt een iets hooger
bedrag per bak te heffen om de rekening van onzen
penningmeester toch nog sluitend te maken.
Uw bestuur heeft gemeend, gezien de vele be
moeiingen voor onzen Penningmeester hieraan ver
bonden, hem eenigszins geldelijk tegemoet te moe
ten komen, omdat dit tenvolle wordt verdiend. Ver
volgens meent uw bestuur dat door de meerdere
ruimte en het daardoor meerdere licht dat kan bin
nen dringen, onze aardappelen een goede plaats
hebben gevonden.
Nog zij U medegedeeld dat de verschillende com
missies het hare er toe hebben bijgedragen om het
belang der leden te helpen bevorderen. Het spreekt
dat de eene een meer dankbare taak heeft als den
ander, maar allen mogen zich verheugen in onze
belangstelling hetgeen U aanstonds zal blijken uit
hunne diverse verslagen.
Er is dit jaar niet druk vergaderd, slechts twee
leden- en vier Bestuursvergaderingen zijn gehou
den. Volgens ons oude reglement, waren we ver
plicht in de maand October nog een ledenvergade
ring ..uit te schrijven, hetgeen dit jaar niet is ge
beurd, ten eerste: omdat er volgens uw bestuur geen
aanleiding was voor het uitschrijven hiervan en
ten tweede: omdat onze gewijzigde statuten dit niet
meetfverplichtend stellen, bovendien is het de mee-
ningïvan ondergeteékende dat er nu niet bepaald
gezocht moet worden naar veel vergaderen. Een paar
maal in een jaar zien we heel graag onze leden eens
onder de oogen om dan eens naar voren te brengen
wat ons op het hart zou liggen. Overigens geen
overdrijving hierin, men kan ook hierin voorzichtig
zijn en voorkomen, dat men beter thuis is op een
vergadering als in eigen bedrijf, dit zien we nogal
eens samengaan ep is een glibberig pad.
Ons ledental is ook dit jaar vrij stationair ge
bleven, het overlijden van een paar getrouwe leden
werd weer aangevuld door eenige jongeren, zoodat
ons ldental thans juist 200 bedraagt.
Mijne heeren. Ik geloof dat ik hiermee de voor
naamste verrichtingen heb weergegeven, vergjun
me nu nog om een algemeene beschouwing te hou
den over wat thans leeft in onze tuinbouwkringen in
verband met den terugslag waarvan de gevolgen
op ons drukken. In verschillende toonaarden is U
dit reeds van verschillende kanten bezongen den
laatsten tijd en het lijkt me dan ook een gewaagde
poging om op den juisten knop te drukken welke ons
in het volle licht zou kunnen plaatsen.
Er wordt in dagen als we nu doormaken van
leidende personen door sommigen een boven men-
schelijke daad verwacht,/een eisch welke als onrede
lijk mag worden aangemerkt! Een oplossing hiervan
te verwachten, ik moet het U al dadelijk en ruiter
lijk erkennen, zal U ook door hen niet aan de hand
kunnen worden gedaan.
Een geheel andere vraag is het: of we niet in
staat zullen blijken te zijn U een richting aan te
gevest welke U tot kracht en steun zal kunnen
zijn in deze moeilijke dagen. Deze vraag durf ik
in bevestigenden zin te beantwoorden. Het zal U,
met ons, niet ontgaan zijn dat, hoe beroerd de
toestand ook ten deze wezen mag, er ook hier den
laatsten tijd van overdrijving gesproken moet wor
den wat op zich zelf al zeer mis gezien is.
Dat de toestand ernstig is weten we, dat we hier
aan ons aller aandacht moeten schenken, hiervan
zijn we wel terdege doordrongen, maarwe moe
ten het niet doen voorkomen alsof de laatste adem
der tuinbouw in aantocht is, dat, mijne vrienden
gaat den verkeerden kant uit en ik verheug me er
dan ook over dat ik deel uitmaak van een BestuuiJ
dat deze meening niet is toegedaan, hiervoor is
trouwens onze ervaring te groot.
Als een der lichtpunten die ik nog wel zie is deze:
dat het door de jaren heen in ons vak gebleken is
dat onze balans geen jaarbalans kan zijn welke ieder
jaar sluitend kan worden gemaakt, vaak hebben we
hiervoor noodig 3, soms 4 jaren om tot een bevredi
gende uitkomst te komen.
De jongeren onder ons weten dat nog niet zoo
goed en juist voor hen valt deze terugslag zoo dub
bel zwaar omdat zij nog geen goede jaren hebben
meegemaakt, welke als dekking dienst konden doen
voor de jaren welke zij nu hebben door te maken.
Hen zou ik willen toeroepen; laat dezen tijd U niet
al te veel beïnvloeden en doe hierom geen dingen
waarvan U later berouw zou kunnen hebben, door
bijvoorbeeld van uw land af te loopen met de som
bere gedachten dat het wel nooit meer terecht zal
komen. j
In dit verband wil ik U er op wijzen, dat het
reeds in de tachtiger jaren van de vorige eeuw
eveneens, na jaren van hoogconjunctuur, tot een
inzinking kwam, welke zoodanig was, dat sommigen
even als nu meenden dat het met de bouwerij ge
daan was. Menschen, die even als dit nu met enkelen
het geval is, het bijltje er maar bij neer lagen en
zich in loondienst stelden, zij hebben het natuurlijk
hiermee nooit verder kunnen brengen, bovendien
zal hier het gevolg van zijn dat dit de arbeidsmarkt
zoodanig zal drukken dat ook deze vooruitzichten
evenmin rooskleurig zullen zijn.
Evenwel is het ook toen gebleken dat we weer
heele goede jaren tegemoet gingen en zij, die de druk
der tijden doorstaan hebben, konden later van dit
zelfden land, in de hierop volgende jaren zelfs meer
dan brood verdienen.
Zoo is het ook na de tachtiger jaren steeds eb en
vloed in ons tuinbouwleven geweest en zoo zal het
ook denkelijk nog wel jaren blijven gaan. En als
we nu eens onbevooroordeeld, want dit moeten we
toch zijn, om ons heen zien, dan kunnen we getui
gen dat in de hier genoemde jaren, welke ons
scheiden van de tachtiger, een heel geslacht In dien
tak van bedrijf zich een goed en onafhankelijk be
staan hebben weten te veroveren.
En waarom zou dat nu niet meer kunnen? Zijn
de vooruitzichten dan zooveel ongunstiger als in
dien tijd denkt men? Ik geloof dat we aan deze
gedachte niet moeten toegeven, integendeel, geloot
ik veel eerder dat ons veel meer middelen aan de
hand worden gedaan als waarop de ouderen onder
ons zich mochten beroepen. Toen toch stond elk
op zich zelf en was een ieder enkel hierop aange
wezen, terwijl we nu allen vereenigd zijn, wat een
groot voordeel beteekent dit niet? Dit heeft ons in
staat gesteld ons verkoopsysteem zoodanig in te
richten dat we hierdoor steeds in staat worden ge
steld om voor de producten welke we willen, of
moeten afzetten, marktwaarde krijgen.
Ik wil hiermee zeggen: dat we van een vraag naar
ons product veel meer en gauwer profiteeren als in
de jaren toen men wel genoodzaakt was alles maar
op goed geluk mede te geven, waardoor meenig
extraatje de zakken der tuinders misliepen. Even
eens viel er vroeger niet aan te denken dat er door
bemiddeling der organisaties een reddende hand
werd uitgestoken om de moeilijkheden het hoofd
te bieden want zonder organisatie, dit kunnen we
gerust aannemen, zou dit nimmer kunnen plaats
hebben.
Hier heb ik op het oog de behulpzame hand die
ons wordt toegestoken door onze Provinciale en Ge
meentebesturen, al moeten we ook direct hieraan
toevoegen, dat het niet in de aard der doorsnee
tuinder ligt om tegen de Overheid aan te leunen,
kan dit toch een middel zijn om op de been te
blijven en zou ik een ieder kunnen aanraden, als
hij meent hiervoor in aanmerking te komen, er een
dankbaar gebruik van te maken al mag zoo iets
nooit een middel zijn om het hier in de vervolge op
aan te sturen, dit zou enkel kunnen leiden tot ver
slapping, een houding welke de rechte tuinder niet
waardig kan zijn.
Een ander lichtpunt zie ik in de tegemoetkomende
houding onzer Regeering tegenover den akkerbouw,
we hopen dat het verruiming zal geven en dat graan
en bietenbouw hierdoor weer loonend zal kunnen
worden, wat tevens in zich sluit dat ook dit een
verruiming zal geven in den tuinbouw welke juist
hierdoor de laatste jaren wel wat geforceerd werd.
Als een lichtpunt mag ook genoemd worden het
meer en meer in cultuur brengen van bloembollen,
glas en dergelijken wat de trefkansen grooter
maakt; langzamerhand en op bescheiden schaal
hieraan te beginnen lijkt me geen kwaad idee. En
tenslotte; zou ik een ieder willen aanraden om
elkander een beetje levenslust in te blazen. Weg
met al die zwartgalligheid, welke niet anders kan
leiden dan tot verslapping van het beste wat een
mensch bezit, onze eigen energie en hoop! Weg,
met al dat geschetter over de slechte Maatschappij,
alsof het leven hierin geen leven meer is, dit kan
slechts leiden tot futloosheid waarmee we in ieder
geval deze crisis niet te boven zullen komen. Weg,
met het gesputter tegen de leiding in onze hoofd
organisaties en geen zijdelingsche trappen uitge
deeld naar hen die dat niet aan ons verdiend heb
ben, om dit tenslotte ten eigen bate aan te wenden,
hetzij bewust of onbewust. Dit kan niet anders dan
een funeste uitwerking hebben op- onze onmisbare
organisatie.
Vrienden, ik zou U willen toeroepen: Weest op
Uw hoede! Sluit zorgvuldig uwe vensters als de
storm om U heen loeit en een wolk van stof doet
opwaaien, want ge loopt gevaar er in te verstikken!
Het leekt me veeleer een geboden plicht, om juist
nu schouder aan schouder te staan en ons als tuin
ders aaneen te sluiten. In den eersten plaats zal het
dan noodig zijn onze politieke en relieuze gevoelens
niet steeds op den voorgrond te plaatsen, maar veel
eer ons tuinderhart te laten spreken en als we dan
eens waren bezield met deze ééne gedachte en die
gansche eenheid zich eens uitte tot een grootheid
van ons tuindersvolk, dan zou er alle reden zijn om
een vreugde bedrijf aan te gaan als waarvan gewag
wordt gemaakt in de praatjes van Jah de Ploeger,
door Spurgeon, wanneer hij dicht:
Als alle zeeën eens waren één zee, wel wat een zee
zou dat zijn,
Als alle boomen eens ware één boom wel wat een
boom zou dat zijn,
Als alle bijlen eens waren één bijl, wel wat een bijl
zou dat zijn,
En als alle mannen eens waren één man, wel wat
een man zou dat zijn.
En als die groote man dan kwam
En hij dien g'rooten slagbijl nam
En hiew daarmee dien grooten stam;
Zoodat hij met één enkele snee,
Nederplofte in 't hart dier groote zee,
Als dat gebeurde ach jeminemijn,
Dat zou me nog eens een plof plaf zijn!
Welnu mijne vrienden, laten we allen, zonder
onderscheid, zorgen dat die groote plof plaf binnen
niet al te langen tijd gehoord mag worden, eerst
dan, en dan alleen, zal er iets van belang te berei
ken zijn en ons bedrijf weer hoopvolle dagen tege
moet kunnen gaan. Dat het zoo worden mag!
Ik dank U.
De voorzitter brengt een woord van hartelijken
dank aan den secretaris voor zijn uitgebreid ver
slag.
Vervolgens worden door de betrokken rapporteurs
de diverse verslagen uitgebracht.
Kunstmest.
Rapporteur de heer K. van Dijk.
Mijne Heeren,
Wederom vraag ik even uw aandacht voor het
verslag onzer commissie over het afgeloopen jaar.
Kon ik in vorige verslagen steeds gewagen van
vooruitgang en bloei, den keer kan ik dit helaas
niet. De slechte toestand in ons bedrijf is oorzaak
dat er nu een tamelijke teruggang is. De volgende
vergelijking zal het u doen blijken.
In 1929 betrokken 61 leden 288050 Kg. ten bedrage
van f 22301.79, terwijl in 1930 54 leden 23358 Kg. be
trokken ten bedrage van f 17713.84. Enkel de leve
ring voor bollenveld was grooter dan verleaen jaar;
alle andere leveringen kleiner.
22 Monsters werden van diverse partijen getrok
ken waarvan 1 met onvoldoend gehalte. Het betrof
weer een partijtje Ureum, waarop f 1.56° per 100 Kg.
gekort moest worden. Moeilijkheden van beteekenis
deden zich dit jaar niet voor. Alleen met de levering
voor bollenveld voldeed de super niet, waarop het
grootste gedeelte hiervan door de betrokken firma
is fijn gemaakt en overgehaald.
De 5 leveringen hadden, behalve de eerste, weer
op den gewonen tijd plaats. De eerste is met het oog
op de vorig jaar opgedane ervaringen iets vervroegd
en geschied nu in 't laatst van Februari.