PUROL Buitenlandsche Brieven IKt den Omtrek Ziek* In Duitschland is dat anders. En zoo wij nu in ons land kregen een actieve handelspolitiek met een vechttariefe wat zouden dan daarvan de gevolgen zijn? Wanneer dat in toepassing werd gebracht zouden we niet meer kunnen vasthouden aan de meestbe- gunstiging. Dan zouden daarmede alle gunstige bepalingen voor ons vervallen. Dan zullen we maar moeten zien wat we van de rest terecht brengen om bepaalde gunstige bepalin gen voor ons te krijgen. Nu zal men zeggen, dat Duitschland toch ook be lang heeft bij uitvoer naar Nederland en dus mis schien Iets voor Nederland zal willen doen. Maar dan moeten we goed voor oogen stellen dat Duitschland geen maatregelen neemt om spe ciaal ons te treffen of om ons onaangenaam te zijn, maar meent uit eigen belang er mede gebaat te zijn. De bepalingen van het Vredesverdrag van Ver sailles en de economische toestand dwingen Duitsch land tot deze harde noodzakelijkheid terwille van eigen productie. Bij het voeren van een actieve handelspolitiek heeft men wel degelijk rekening te houden met de daaraan voor ons verbonden bezwaren. Het is geen gevoelskwestie maar een belangen kwestie. Met het onderhandelingstarief hebben wij door Zwitserland al heel veel ervaring opgedaan. En wanneer wij nu een vergelijking maken tus- schen Zwitserland en ons land, dan vraag ik den voorstanders hiervan om duidelijk te maken da't het in Zwitserland beter is dan hier. Nederland maakt inderdaad nog een goed figuur. Wij staan thans midden in de grootste econo mische crisis, die de wereld ooit heeft beleefd. Een wanneer men dit alles overweegt dan komt men tot een andere conclusie. Niet een onderhandelingstarief begint men met een laag tarief, maar op den duur gevoelt men behoefte aan verhooging. En ook op dit gebied heeft Zwitserland ons veel geleerd. Men komt in structuur tenslotte dicht bij een land dat in wegen de protectionistische politiek voert. En wanneer ik dit alles overzie, dan kan ik niet inzien dat langs dezen weg iets noemenswaards valt te bereiken. Zoo dus dergelijk maatregelen niet leiden tot ver betering, dan mag men ook die richting niet uitgaan. Er zijn misschien tal van maatregelen door de regeering te nemen, om de moeilijkheden te beven te komen. En wanneer men een groot aantal maatregelen kan noemen, dan wordt zeker ook iets bereikt. Eén van de belangrijkste is zeker wel Na de prijzen op zoo'n laag peil zijn gekomen leggen de hooge spoorvrachten een te zwaren druk op den tuinbouw. Toen wij bij de begrooting aandrongen op verla ging, wilde de regeering daar niet aan. Zij meende de gestie van de spoorwegen te moeten bekijken van het standpunt van goede bedrijfsvoering. Maar aan den anderen kant worden wel lagere tarieven berekend voor het doorvoerverkeer. Een wagon buitenlandsch fruit van Rotterdam naar Maastricht, doet minder aan vracht dan een wagon Nederlandsch fruit in omgekeerde richting. Wanneer dit verbeterd kan worden, moet men ook trachten verbetering te krijgen. Ook andere tarieven zijn te hoog. B. v. die op de keuring van vleesch, bij den uit voer van vee, die bij den uitvoer van tuinbouwpro ducten (aardappelen). De tarieven voor de telefoon zijn ook voor ver betering vatbaar. Maar de regeering kan ook nog op andere wijze helpen. Door ons is voorgesteld afschaffing van den vleeschaccijns, afschaf fing van de opcenten op de Grondbelasting. Terwijl dit laatste bij motie van Mr. Oud werd aangenomen, en door den' minister overgenomen. Of er iets van zal komen zullen we moeten af wachten. Ook hebben wij bij de regeering aangedrongen op Hierbij wil ik er op wijzen dat de ontwikkeling van den tuinbouw aan de volksvertegenwoordiging en aan de regeering een groote taak heeft opgelegd, - in welke richting wij het bedrijf kunnen en moe ten stuwen. Nu het buitenland bezig is met het nemen van proeven om in eigen behoeften te voorzien, daar is voor ons een aanleiding in gelegen om te komen tot veredeling van onze producten, tot verbetering van de kwaliteit. Want het is nog immer een bewezen feit dat de beste producten de hoogste prijzen geven. En daarmede heeft Nederland een grooten voor sprong op het buitenland. In het buitenland verkeert men nog in het begin stadium, terwijl ons land ver vooruit is. Wanneer wij kunnen en willen klagen dan moeten wij onze producten opvoeren in sorteering en ver pakking. Daarin is een groote kracht gelegen. En moeten wij ons daarom nu laten ontmoedigen. Wij moeten voortgaan in ons streven om de pro ducten op te voeren, zoowel in kwaliteit als in kwan titeit, en mogen dan ook van de regeering eischen dat zij ons met alle mogelijke middelen steunt. (Applaus) Spr. wil het voor hedenavond voorloopig hierbij laten, waarna het woord gegeven wordt aan Mr. Oud voor het uitspreken van zijn rede. Rede van Mr. P. J. Oud. Spr. begint met te zeggen dat ook hij niet kan beoordeelen wat nu precies de oorzaak van de we reldcrisis is. Spr. gelooft dat niemand dit zal kun nen zeggen, daar het een Internationaal verschijnsel is. Door regeeringsmaatregelen is dit ook niet op te lossen, daar wij menschen hier machteloos tegenover staan. Als oorzaak denkt spr. dat het de naweeën van den wereldoorlog zijn, welke de crisis veroor zaakt hebben. Door den wereldoorlog is een vernie tiging van kapitaal en menschen ontstaan, wat leid de tot een algeheele verarming. Er is nu een te veel aan goed hoewel millioenen menschen gebrek leiden. Overproductie beteekent dat er geen afzet gebied is en geen loonende opbrengst. Door den wereldoorlog hebben de landen schulden gekregen en wijst spr. daarbij op Duitschland, dat een groo ten schuldenlast heeft. Hierdoor is de koopkracht verminderd. Rusland overstroomde de markt met zijn prducten, daartoe in staat gesteld door de weinige productie kosten, wat o.m. door dwangarbeid bereikt wordt. China verkeert door de vele troebelen in moeilijk heden. De geleerden noemen als een andere oorzaak, dat de hoeveelheid goud, wat als waarde dienst moet doen te gering in voorraad is, wat als gevolg heeft dat de prijzen dalen. Van groot belang is dat de geheele wereld tot stabilisatie komt. Ook hierin is een taak voor den Volkenbond weggelegd. De han delspolitiek speelt hierbij een rol, n.l. de vrijhandel of bescherming door invoerrechten. Het is een alge meen voorkomend verschijnsel de laatste 100 jaar, dat men in tijden van depressie om bescherming roept, teneinde een loonende prijs te verkrijgen. In het buitenland nu zien wij niet anders dan dat de tariefmuren zijn verhoogd. Zij die zich hiertegen verzetten oet nmmen dogmatisch. Wij, Vrijz. De mocraten, zegt spr. willen niets weten van dogma's. Wij verwerpen godsdienstige en politieke dogma's. Is nu het vrijhandelstandpunt een dogma? Wij zijn bereid al is het morgen aan den dag ons standpunt te laten varen, als overtuigend wordt bewezen dat bescherming beter is voor het geheele Nederlandsche volk. Kan bescherming voor een bepaald bedrijf wel eens goed zijn, dan nog is de vraag of dit in het algemeen belang is. Het schoenenwetje dat 7 jaar geleden op voorstel van Minister Aalberse werd ge nomen en waar de geheele linkerzijde tegen was, had tot gevolg dat de Nederl. bevolking duurdere schoenen koopen. Een verzoek van de aardewerk fabrikanten werd gelukkig verworpen, daar dit' anders ongetwijfeld weer door andere aanvragen ge volgd zou zijn. Het levensonderhoud zou hier duur der worden en ook het bedrijfsleven zwaarder be last worden. Wel kan getracht worden de lasten op te heffen, welke op de bedrijven drukken. Spr. noemt hierbij verlichting der Sociale lasten. Het gevolg van beschreming is nog meer lasten op de bevolking. De tuinbouw welke voornamelijk op export is aangewezen is met bescherming niet ge baat. Zoo goedkoop mogelijk moet geleverd worden en nu zullen de kosten der producten juist door de beschermende rechten stijgen. Om tegenmaatregelen te nemen, een actieve handelspolitiek, is voor een klein land veel moeilijker dan voor een groot land, Ook omdat wij op het buitenland zijn aangewezen. Bij het schoenenwetje heeft men concessie's moeten doen, daar Tsjecho-Slowakije dreigde den invoer van Nederl. groenten te'verbieden. Dit is een dui delijk voorbeeld wat ons te wachten staat bij een actieve handelspolitiek. De ervaring heeft geleerd dat men hier niet mede bereikt, maar er hoe langer hoe dieper inkomt. Er ontstaat een tarievenoorlog. De wereld kan alleen profiteeren als er een afbraak komt van de hooge tarieven en de Internationale vrijhandel wordt toegepast. In Duitschland, dat den oorlog verloren heeft en in Amerika, die den oorlog gewonnen heeft, twee tegenstellingen dus, is ge bleken dat de toestand door bescherming niet ver beterd is. Deze landen zijn door de economische crisis nog dieper getroffen als Nederland. In Amerika gaan nu al stemmen op om een andere richting in te slaan, n.l. die van den vrijhandel. In Geneve zijn de besprekingen begonnen tusschen de verschillende landen om een andere richting uit te gaan, niet de te voeren handelspolitiek. Ook zijn kortelings in Den Haag hierover besprekingen gehouden tus schen Duitschland en Nederland, zoodat geconsta teerd kan worden dat er een nieuw beginsel begint baan te breken. Spr. wijst hierbij nog op de meest begunstigings-clausule waarvan ook door den heer Ebels reeds een en ander is gezegd. Het spr. vaste overtuiging dat men de belangen van het bedrijfs leven niet dient met protectie. Wat er dan wel ge daan moet worden in het belang van den land- en tuinbouw noemt spr. een taak voor de regeering en volksvertegenwoordiging, waarbij spr. zich af vraagt of de Min. van Binnenl. Zaken wel de noo- dige aandacht aan het vraagstuk van den landbouw kan schenken, aar ook de Directeur van den land bouw uit zijn functie is ontheven. Spr. noemt als verbetering welke tot stand zou kunnen komen o.m. afschaffen van vleeschaccijns, een herziening der vrachttarieven, een andere bedrijfspolitiek bij de spoorwegen, waarbij het maken van winst niet de hoofdzaak mag zijn enz. Dit alles kan het econo mische leven van de bevolking verbeteren, ook door het overschot van 300 millioen dat van 1925-1929 door onze regeering meer ontvangen is dan uitge geven. Gedurende die jaren hebben wij een steun in den rug gekregen om de moeilijkheden te overwin nen. Tenslotte het vraagstuk van de sociale lasten, waarbij niet uitsluitend zij die in loondienst zijn behooren te profiteeren, doch ook zij die in het vrije bedrijf werken. Spr. noemt in verband ook de verzorging van de Ouden van dagen, die nog veel te wenschen overlaat. Men moet rekening houden met de draagkracht der bedrijven als een eisch van Sociale rechtvaardigheid bij het heffen der sociale lasten. Spr. eindigt met dezelfde opwekking als vo rige spreker n.l. om den moed niet te laten zakken, daar de crisis niet eeuwig zal duren. Wij moeten niet wanhopen aan den toekomst, doch onze schou ders er onder zetten. Applaus. Hierop volgt een aangename gedachtenwisseling, waaraan verscheidene bezoekers deelnemen. Nadat beide spr. van antwoord gediend hebben volgt slui ting door den voorzitter van deze geanimeerde ver gadering. BRIEF UIT BERLIJN. (van onzen correspondent.) BERLIJN, Februari 1931. Het verdrag van Versailles heeft Duitschland o.a. de verplichting opgelegd, de algemeene dienstplicht af te schaffen en zijn leger uitsluitend samen te stellen uit vrijwilligers, die zich moesten verplichten tot een diensttijd van 12 jaar. De militaire dienst geeft er dus velen een levensbestaan, doch voor de betrokkenen zelf is er het nadeel aan verbonden, dat zij na den vastgestelden tijd onherroepelijk weer moeten opgeven en dan maar moeten zien, hoe zij als burgers op een andere manier hun brood kunnen verdienen. Wat zouden de gevolgen kunnen zijn? Deze bepaling zou zonder meer tengevolge kunnen hebben, dat het leger langzaam maar zeker ontaard de in een tuchtelooze bende, waarin slechts f vontu- riers zouden willen dienst nemen, menschen die niets te verliezen hebben en van de hand in de tand leven zonder zich om de toekomst te bekommeren. 7,oo'n leger zou onmogelijk een eenheid kunnen normen met de regeering en het volk, die het heet te die nen. Om deze ontreddering van het leger te voorko men en de goede elementen der bevolking, die gewil lig en aan tucht gewend zijn tot dienstname te biwe gen, moest de Duitsche regeering uit den aard der zaad alles in het werk stellen om de soldaten gelogen held te geven zich grondig voor te bereiden cp het een of andere beroep, dat zij later in de burgarmnat schappij zouden moeten uitoefenen. Opleiding van soldalen. Het betrokken ministerie heeft de moeilijkheden, die aan het vraagstuk verbonden waren, ten volle onderkend en daarom wordt er in geen enkel ander land ter wereld zooveel gedaan voor de verders ontwikkeling der soldaten ,n voor het onderbrengen der ontslagen soldaten in een burgerlijk beroep. De verdere ontwikkeling wordt bereikt door drie soor ten vakscholen, die resp. opleiden voor kantoor werkzaamheden, voor technische beroepen en ver schillende ambachten en voor het boeren bedrijf, j De soldaten worden in een van de drie groepen in- gedeeld, waarbij voor elk persoonlijk met zijn levens omstandigheden rekening wordt gehouden. Landbouwers. De opleiding voor het boerenbedrijf is het interes- santste en tevens het minst bekend, hoewel toch j landbouwers gekweekt worden, die hun vaderland eenmaal groote diensten zullen kunnen bewijzen, j Het merkwaardige bedrijf bevindt zich twee uur spo ren svan Berlijn op een stuk grond, dat toebehoort aan de school voor artilleristen te Juterborg. Men zou zich wanen op een groote boerderij, wanneer niet alle deturen en ramen wijd open stonden, ter- wijl al het werk in de stallen en op het land gedaan j wordt door soldaten. De akkers zijn 60 ha. groot, j de weiden 12 ha. De soldaten zijn gebruind door de zon en krachtig van gestalte. Zij verrichten met bij- na kinderlijk pleizier het heusch niet lichte werk i en toone met zichtbaren trots hun veestapel: 3 af ge dankte legerpaarden, 2 koeien, 1 vaars, l stier, l kalfje, 10 zeugen, 12 beren een kippenfokkerij van Roedlander en Wyandottes, ganzen, duiven, kortom alles wat men op een boerderij van 60 ha. vinden j kan. Het bedrijf is dus ongeveer hetzelfde als wat de j soldaten na hun ontslag zullen vinden op de voor hen afgezonderde kolonies in Oost Duitschland., Mecklenburg en Brandenburg. Zij worden theoretisch en practisch onderricht in alle werkzaamheden, die j zij later op hun stukje eigendomsgrond moeten kun- nen verrichten. Zij moeten melken, veevoer koken, ploegen, maaien en dorschen, met dezelfde techni- j sche hulpmiddelen, die zij later ook tot hun beschik- king zullen hebben. Aneder scholen. Er zijn nog meer van zulke landbouwscholen in Duitschland, en de exploitatie ervan is niet eens zoo bijzonder kostbaar. Zoo zijn de stallen en schuren te Juterborg voornamelijk door de soldaten zelf opgetrokken van oud materiaal, dat de school der artilleristen nog bezat. Uit de opbrengst van de melk en het varkensvleesch bestrijdt men de aan schaffing van landbouwwerktuigen en de regeering stelt den grond kosteloos ter beschikking. De eenige extra-onkosten worden gevormd door de salarissen der beide landbouwleeraren, die de soldaten niets meer, maar ook niets minder moeten bijbrengen dan wat zij later op hun eigen kleine boeredijren noodig zullen hebben. Ontwikkelingscursussen. Theoretisch leeren de soldaten veel meer: schei- kunde, plantkunde, het fokken va ndieren, het plan- ten en veredelen van vruchtboomen, natuurkunde, Duitsch en landbouwkundige boekhouding. Er zijn vijf klassen voor soldaten die resp. in hun 8e, 9e, 10e 11e en 12e dienstjaar zijn. Elke cursus duurt drie maanden en wordt dan weer agewisseld door 9 maan den dienen bij de troep. In het laatste dienstjaar duurt de cursus zelfs 9 maanden en blijven er maar 3 maanden over voor den militairen dienst. Voor het volgen der cursussen worde nde soldaten over geplaatst naar Juterborg en vrijgesteld van bijna alle militaire werkzaamheden. Zij worden boven dien nog eenigszins op de hoogte gehouden van landmeten, zakenverkeer, warenkennis, kennis boek houdkunde, enz. Na het doorloopen der 5 klassen leg gen zij een theoretisch en practisch examen af, en pas daarna volgt de plaatsing op een kolonie. Nu vraagt men zich allicht af hoe een ontslagen soldaat aan het geld komt om een boerderij van 50 of 60 ha. te krijgen met het noodige vee en om er een huis op te bouwen. Om te beginnen krijgt elke soldaat die niet voor kantoorwerkzaamheden wordt opgeleid, bij zijn ontslag een bedrag van 9000 mark in handen. Als hij in aanraking komt voor een plaat sing als kolonist, geeft de regeering hem een cre- diet van 90 procent van de waarde, der door hem aangekochte gronden, enz. Hij betaalt een rente van 3.5 procent en moet jaarlijks 2 procent van het geleende kapitaal aflossen. Hierdoor is het een goed landbouwer en handige koopman mogelijk binnen 36 jaar van alle schulden af te zijn, later vermindert nl. het geleende bedrag en daarmede de rente, zoodat hij desgewenscht meer kan aflossen. De resultaten der opleiding. De ervaringen die men tot dusver met de soldaten kolonies heeft opgedaan bewijzen, dat een soldaat die in een der landbouwscholen van het leger is op geleid, volkomen in staat is een boerderij van gemid delde grootte met succes te leiden. Ook economisch gezien is Duitschland ten zeerste gebaat door deze opleiding en kolonisatie der gewezen soldaten en het leger is voor de jongere boerenzoons, die in Duitsch land niet een boerderij van hun vader kunnen erven en natuurlijk toch een boerderij wenschen te bezit ten, het middel om hun wensch te vervullen. Boven dien hebben de boerenarbeiders hier een geheel eenige kans om een hoogeren trap op den maat- schappelijken ladder te bereiken, en zich op te wer ken tot grondbezitters. Deze vooruitgang, die vit het leger mogelijk wordt gemaakt, is in de geheele geschiedenis zonder voorbeeld. Hier worden op groo te schaal soldaten tot landbouwers, landarbeiders tot zelfstandige boeren gemaakt - een geheel nieuw economisch experiment dat tot dusver uitstekend OUDE NIEDORP. Op Woensdag 18 Febr. j.l. werd alhier in den kolf baan van den heer J. J. A. Balk een stemming gehouden ter verkiezing van een Hoofdingeland der Banne in plaats van den heer Jb. Rootjes die be noemd is tot lid van het Dagelij ksch Bestuur. Met algemeene stemmen (58) werd benoemd de heer J. Nagelhout. Wonden huiduitslag, springen de handen, kloven, win terteenen, dadelijk ver zachten en verzorgen met AKKER't KL0OSTERBALSEM but niet! ,Geen goad zoo goed. spieren de beroemde KLOOSTERBALSEM Rheumatiek pijn is te KKER KLOOSTERBALSEM zoo goed. Plaatselijk Nieuws W ARMENHUIZEN. In memoriam J. B. Reinders. Na een ziekte van eenige dagen is in de ochtend van den dertienden Februari 1.1. alhier overleden de heer J. B. Reinders, die een lange reeks van jaren belast was met de leiding van het postkantoor ter plaatse. Bijna 40 jaar terug vestigde de overle dene zich in deze gemeente als manufacturier, en leidde hij de zaak, thans eigendom van den heer H. Kauw in het zuidelijke deel van Warmenhuizen. In 1908 werd de heer Reinders aangesteld als post bode; in 1910 als kantoorhouder, hij wist door het aanbouwen van een klein lokaal, afgezonderd van zijn manufacturierzaak, het toen nog kleine poste- rijenbedrijf aan het zuideinde der gemeente geves tigd te houden. Doch met de uitbreiding van bedrijf, vermeerderd nog met werkzaamheden, verbonden aan telegrafie en telefonie, zag de overledene zich genoodzaakt het manufacturier bedrijf op te geven en zich geheel te wijden aan het postkantoor-werk. Hij bouwde in 1913 weer in het centrum van de gemeente het huidige hulppostkantoor op door de gemeente in erfpacht afgestane gronden. Daar heeft de heer Reinders nog 15 jaar mogen werken aan den bloei van het postwezen; ik beschik niet over cijfers maar toch ben ik er zeker van dat dit bedrijf is uitgegroeid tot een hoogte, welke niemand ooit maar heeft kunnen vermoeden. Het zich steeds vernieuwende en uitbreidende posterijenbedrijf stelde groote eischen en het is merkwaardig hoe de heer Reinders de moeilijkheden, die vooral voor hem die van huis uit geen postman was, zeer groot wa ren, wist te overwinnen. Hij deed dit in groote ijver en plichtsbetrachting, hij was voorkomend voor een ieder die zijn hulp noodig had, en hij bood gaarne meer hulp dan hij strikt genomen moest bieden. Welverdiend nam hij 1 Juni 1928 ontslag. Maandag 1.1. had de plechtige uitvaart plaats. Zijn vele kinderen en behuwdkinderen volgen in diepen rouw het lijk naar de R. K. Kerk. Veel belangstel ling was er langs den weg en in de kerk, wij merkten op zijn oud-collega van Burgerbrug en Schoorl, de heer Gerritsen en Stenneberg, de kan toorhouder van Noordscharwoude, de heer Groot, terwijl bij het postkantoor, waar als teeken van rouw de gordijnen waren neergelaten, zich bij de stoet aansloten de bestellers die jaren lang met den overledene hadden samengewerkt, de heeren Nocolai en Praat. De van vele zijden ontvangen bewijzen van me deleven in deze droeve uren moet voor de treurende nabestaanden wel het bewijs zijn hoe haar man en vader in hoog aanzien stond bij de bevolking van Warmenhuizen, het zal hun troosten. De grootste troost moge echter voor hen zijn het geloof dat God hem reeds gaf het loon van zijn aardsche werken, den Hemel. door gevatte koudeen bij pijnen van velerlei aard, zullen een der hieron der genoemde Mijnhardt's Poeders U spoedig helpen: Mijnhardt's Grieppoe- ders - Hoofdpijnpoeders. - Verkoudheids- poeders. - Kiespijnpoeders. - Hoestpoe ders. - Maagpoeders. - Rheumatiekpoe- ders. Op poeders en doos staat de naam Mijnhardt. Let bij het koopen hierop! Prijs per poeder 8 ct. en per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw drogist. ZUIDSCHARWOUDE. Uitslag derverkooping te Zuidscharwoude gehou den door Johann W. C. Kroon, Notaris te Zuidschar woude op Donderdag 19 Februari 1931, des avonds 6.30 uur, in het café „De Roode Leeuw" te Zuid scharwoude. Onder Zuidscharwoude: 1. Een Huis, Boet en Erf, aan de Oostzijde van de straat, groot 2.25 A.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 4