NIEUWE 1 - JAARVERGADERING Langedijker Groentecentrale Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier No. 30 40e Jaargang Een stukje oude geschiedenis PUROL Sprutol Bij alle Drogisten TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. DONDERDAG 12 MAART 1931 LANGIDIJKËB COURANT DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. Abonnmentspry s per 3 maanden 1.15. IlilHie: firn I. iKEIZER. - Macteui I. H. KIM - Bureel Naordscharwoude. ADVERTENTIEN Van 15 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. Op gezag van Tactltus en Pllnlus, de meest geloof waardige geschiedschrijvers, moeten de gewesten, reeds voor aan West-Friesland zijn naam kon wor den gegeven, zijn bewoond. Dicht bevolkt kunnen zij, met het oog op den bodem, niet geweest zijn Maar bij het begin onzer jaartelling werd deze streeks reeds bewoond. De oude West-Friezen woon den verspreid op hoogten, terpen (dorpen) genaamd Wat men verhaalt omtrent groote steden, moet al zeer onwaarschijnlijk worden geacht, waarbij de ver beelding ongetwijfeld een groote rol speelt. Wie van Alkmaar met de bus naar den Langendijk vertrekt, gaat, zoo het heet, te Sint Pancras over een stukje klassieken bodem. Onder de overleveringen noemen wy in de eerste plaats die, welke ons Vroonen af schilderen als West-Frieslands oude hoofdstad. Zou daar later Sint Pancras voor in de plaats zyn geko men, nadat de stad Vroonen was verwoest' Nog in het midden der veertiende eeuw deden sommige schrijvers het voorkomen, of Vroonen een koopstad was van het grootste gewicht. Dichters en rij- melaars geraakten zelfs in vuur by het aanschou wen van zoo'n grootheid en zulk een verval. Ook de stichting gaf stof. „Was Vroonen, die haer roem en eere draegen wou „Te komen van de Stam en Koningen der Vriesen „Van Friso, die alhier zyn woonstad ging verkiesen „En noemde haar Vrouw Geest na zijn beminde Vrouw.1 Na de stichting kwamen de Romeinen die de plaats versterkten, om eene vesting te hebben aan den Rynmond. zy nam in bloei toe, doch ziet „De stadt eenmael op 't hoogst van haer geluck nomen. „Soo t elders wel geschiet; maer siet op eenen dach „Gingh alle macht te grond De vernietiging van Vroonen wordt op rekening gesteld van de laatste der graven uit het Hol- landsch Huis, Jan I. Latere onderzoekingen hebben aangetoond, dat die „groote koopstad" nooit meer is geweest dan een klein dorp, dat lag, ter plaatse waar men nu Sint Pancras vindt. Het feit, dat Vroonen, evenals de dorpen Warmond, Egmond en Slooten in het 1088 slechts een kapel bezat, zou een dergeiyke verkla ring wettigen, wyk by Duurstede had omstreeks 900 reeds vijftig kerspelkerken. Ook andere steden vond men hier in die tyden nog niet. Wel hadden sommige dorpen handvesten ge kregen, waarom ze steden genoemd werden. Zoo bv. het dorp Grootebroek, waarvan de bewoners poor ters ii 0eheeten; het maakte in dien tyd met Bovenkarspel, Lutjebroes: en noogkarspel „eene ste de" uit, onder den naam Grootebroek. Bezat alle stedeiyke voorrechten, had een haven (Broeker haven) vier burgemeesters en verscheen ter alge- meene dagvaart van 's Lands Staten. Wat Medemblik betreft, de stichting dezer plaats verliest zich in de grijze oudheid. De overlevering schrijft die toe aan Diederik, zoon van Radboud en kleinkind van Asconius, den eersten hertog van Friesland, wy moeten dit voor rekening van de oude geschiedschryvers laten, eveneens het beweren, dat Radboud daar zyn zetel heeft gehad en den doop geweigerd heeft. Het dorp Hoogwoud maakt ook op eer aanspraak. In de kerk aldaar vertoont men nog het zoogenaamde Radboud doopvond. Het eenige bewys voor de mogehjkheid van een verbiyf van hem te Medemblik, geeft een op het Radboudhuis berustend schilderij, in 1870 door den burgemeester Stellingwerf te 's-Gravenhage gekocht. Van welken tyd de stichting ook dateert, Me demblik heeft eerst in 1288 het poortersrecht ver kregen van Floris V, in een uitgebreid handschrift verleend. Niet alleen werd door hem de burcht vernieuwd, maar ook de muntplaats van West- Friesland werd van Uurshem (Ursem) naar Me demblik overgebracht. De eerste munt aldaar ge slagen vertoont aan de eene zyde een manshoofd, met het randschrift „Floris, Graaf van Holland" en aan de keerzyde een kruis, waaronder gegrift: „Munt van Medemblik." Is Medemblik een der oudste plaatsen van West- Friesland, ook Schagen dient te worden genoemd. In de zestiende eeuw is een steen gevonden, waarop te lezen was: Sckagen plaizand In 't noord holland Is gelegen Een dorp zeer oud Is al gebouwd Doen men 884 (1384?) schreven. samen met een spottenden mond, dan wyzen zy op een doordringenden geest, op veel smaak en nauw gezetheid en op een neiging tot spaarzaamheid en gierigheid. Kleine, scherpe, blauwe oogen getuigen van voor zichtigheid, achterdochtigheid en trots; in het al gemeen behooren ze by een koud, hardvochtig ka rakter. By dwepende menschen bestaat een by'zondere ontwikkelign der bovenste rechteroogspier, wier sa mentrekking zich daardoor openbaart, dat de boven ste rand des oogappels door het bovenste ooglid bedekt is, terwyi van onderen een gedeelte van het witte vlies van het oog zichtbaar is. By sommige menschen echter is het onderste ooglid van nature zoo concaaf uitgesneden, dat er tusschen het lid en den appel een deel van het witte vlies zichtbaar is, waardoor dus een schynbare uitdrukking van dweepzucht ontstaat. Teekent het ooglid zich byna horizontaal op het oog af en snydt het den oogappel diametrisch door, dan kan men scherpzinnigheid en handigheid ver wachten. Ook de beweging der oogeleden hebben waarde geest boeit, dan schittert zyn blik en gloeit zyn oog van hetzelfde vuur, dat zyn ziel verwarmt. Zoo zag men Mirabeau's doffen blik achteloos over de vergadering zweven; eerst sprak hij lang zaam en onsamenhangend, nauweiyks verstaanbare frases, maar van lieverlede, opgewonden door zyn eigen gedachten of het geluid van zyn stem, kwam er leven in het doode lichaam; zyn oog fonkelde en hartstochteiyk meeslepend vloeiden de woorden als een woudstroom van zijn lippen. Uit het oog spreekt in de allereerste plaats de mate van geest en gevoel die een mensch bezit; gy kunt gerust wanhopen aan het hart van hem wiens oog droog of uitdrukkingloos biyft bij het verhaal van een groote ramp of een nobele daad. Het oog van een dom mensch heeft by na altyd dezelfde uitdrukking. Twintig blikken van zulk een persoon zyn even onbeteekened als honderd woor den van zyn lippen. De tranen staan, zooals men weet, speciaal den vrouwen ten dienste. Men voelt beter, dan men het kan uitdrukken wat aan den blik de uitdrukking van verstand verleent. De oogen van een intelligent mensch nemen in een on?mezien de uitdrukking aan, die in OTereenstem dat geslepen, listige menschen voor gewoonte hebben dikwijls één oog, soms twee half te sluiten, ook kan deze beweging wantrouwen aanduiden. Oogen met zwakke, dunne wenkbrauwen en lange, gebogen oogharen, gaan geRaard aan een zacht, somber, flegmatiek gestel. Oogen van buitengewoon heldere kleur behooren in het algemeen aan zachtaardige .beschroomde, maar tevens scherpzinnige en geestige menschen. Blauwe oogen getuigen dikwijls van verwyfd ge stel. Bruine of zwarte spreken over het geheel meer van kracht, moed en energie. Driftige menschen hebben zelden blauwe, meestal bruine of groenachtige oogen. De laatste verkon digen dikwyis moed en levendigheid. Menschen met roode oogen, zooals de Albino's, zyn zwak naar lichaam en geest. Van alle physionomische kenteekenen die de oogen ons verschaffen, is er geen zoo belangryk als de uit drukking, de blik. Een trage, doch tevens vaste blik wyst op een rustig denkvermogen; een snelle, rustelooze blik is veelal het bewys van een vluchtigen geest en licht zinnigheid. Een schitterend levendig oog behoort meestal uit sluitend aan een intelligent geestig mensch; zyri blik zyn, zyn ook weinig uitdrukkend, maar, let eens op wanneer hy ovèr uites spreekt, dat zyn hart of zyn ming is met het gesprek of met de personen in wier midden hy zich bevindt. De van verstand en geest verstokene behoudt een onzekeren, vagen blik, welks uitdrukking byna altyd in disharmonie is met dat discours of die personen. Om rijk aan uitdrukking te kunnen zyn, moet het oog bewegelyk wezen, maar een byzondere be- weegiykheid duidt een rusteloozen, grilligen, dik wyis een kranken, verstoorden geest aan. Een schitterend vochtig oog, met half gesloten leden, is het kenmerk van een zinnelijk temperament Op deze wijze drukken liefde en verlangen zich uit. Schtitterende oogen geven vermaak te kennen; matte, doffe oogen, droefheid; onrustige oogen vrees; neergslagen oogen, eerbied, schaamte; uitpuilende oogen, verlangen; zachte, pathetische oogen, teederheid; wydgeopende, fonkelende oo gen, toorn, woede. Menschen met levenlooze oo gen, wier bilkken niets zeggen, verraden de ledigheid van hun geest, de koudheid hunner ziel. Winterhanden Wintervoeten j SpPOOTCfl komen vroeg in het siuiiiCiiu aan een 111 ucingcin, geeaug mensen, zyn oilK i kan daarom gewoonlijk wel afgetrokken en zwervend voorjaar, koop tijdig een pot van de Woensdag 11 Maart j.l. werd door bovengenoemde vereeniging hare Algemeene vergadering gehouden ten lokale van den heer P. Kramer te Zuidschar- woude. Behoudens een groot aantal afgevaardigden waren mede aanwezig de Edelachtbare heeren P. Slot Az„ Burgemeester van Broek op Langendyk, tevens voor zitter van het Marktbestuur, Jhr. A. L. van Speng- ler, burgemeester van Zuidscharwoude, de heer Ha- zeloou, rykstuinbouwconsulent, de heeren C. Wage- anar en Jn. Kramer als afgevaardigden van de Groothandelarenvereeniging „De Koophandel," de heer Dirkmaat, betaalmeester en de heer van Die, keurmeester. Opening. Het aanvangsuur, gesteld op 10.30 is al ruim schoots overschreden, als de voorzitter, de heer S. de Boer Kz., alvorens de openingsrede uit te spre ken zyn genoegen uit, dat de afgevaardigde van de af deeling Koedyk zy het dan ook laat, toch aan wezig zyn. Het wachten op deze heeren is de oorzaak, dat de vergadering zoo laat aanvangt. Hierna vangt spreker met de openings aan, die aldus luidt: Myne Heeren, Thans rust weer op my de taak om uwe verga dering heden te leiden. Het is in die enkele jaren dat ik voorzitter ben voor my steeds een genoegen geweest dit te mogen doen, daar ik steeds zeer dank baar kon zyn voor de besprekingen die op de ver gaderingen gehouden werden en ik steeds een geest kon waarnemen, dat al waren wy het niet altyd eens over sommige punten, van groote saomhoorigheid en eensgezind willen. Wanneer dat in een vereeniging bestaat, dan is het een genot om eens een dag met elkaar te samen j te zyn om met elkaar onze belangen te bespreken. Ook dezen dag hoop en vertrouw ik dat in het zelfde teeken zal staan. Pieter Janszoon Twisck geeft deze regels in zijn kropiek. Beroemd was eens het slot te Schagen.In de groote zaal onder de voorste hoeken van den schoorsteen bevonden zich twee pilaren, die naar men beweerde, een van de heeren van Schagen, die aan een kruistocht had deelgenomen, uit de gen deel te nemen of deze te volgen. puinhoopen van Carthago had meegebracht. De - Amsterdamsche professor Barlaeus, heeft die ko lommen in de taal der geleerden bezongen. Als jonge tuinder lag ik met een mede-tuinder met een schuit bloemkool te wachten op lossing. Wy hadden in de veiling een hoogen prys gemaakt voor onze bloemkool, dus waren wy daar over aan het opscheppen. Een oude tuinder hoorde die praatjes van ons aan en zei tenslotte: jongelui steek het geld maar in je vestje en past er goed op, want je kunt het volgend jaar wel eens erg noodigi hebben. Wy dachten natuurlyk, nou zulke oude men schen zien nou altyd beeren en leeuwen, maar het was toch zoo erg waar, ons bedryf is zoo riskant dat wy steeds voorbereid moeten zyn op een paar slechte jaren. Wy kunnen echter ons bedryf niet vergeiyken met dat van 25 jaar geledtn, toen kostte ons bedrijf veel minder, arbeidsloonen waren laag, sociale wet ten waren er niet, en de levensstandaard was veel lager. Dat wy in den vorigen zomer den slechten toe stand in ons bedryf besproken hebben, werd ter dege de vraag gesteld, wat moeten wy doen? Wat moeten wy doen om ons bedryf weer meer stabieler te maken. Dat is wel zeer moeiiyk omdat de pry zen van onze producten zoo zeer aan schom melingen onderhevig zyn. Maar toch, wanneer wy onze bedryven goed bestudeeren, dan moeten wy tot de overtuiging komen, dat zooveel als thans het bedryf kost, de producten steeds een goeden prys moeten opbrengen wil ons bedryf loonend zijn. Dat is voor ons in den tegenwoordigen tyd, nu wij door den landbouw zoo buitengewoon, al is het dan ook daar noodgedwongen, beconcurreerd worden en ook dat de tuinbouw zich in de omliggende landen sterk uitbreidt, zoodat wy ook van daar sterke concurrentie ondervinden en dan daarenboven de hooge toltarieven die onze export buitengewoon bemoeilyken, dan is dat thans voor ons wel een angstig gevoel. In die bespreking over den toestand was er een die meen de dat wy de verbetering in het kleine i moesten zoeken en dat is zeker waar. Wy moeten Namens het bestuur heet ik u allen harteiyk wel- i "aar sterven dat de kosten van ons bedryf van kom. Het doet ons genoegen dat allen weer met i a.ar£i z'Jn, dat het met redely ke pry zen goed loo volle getallen zyn opgekomen om aan de besprekin- :u ucci uc uoucu Maar het is de vraag, hoe komen wy daartoe. Dat In het by zonder wil ki welkom heeten de genoodig is ook alweer moeiiyk. Maar daarvoor moet ieder De Oogen En wat ze ons leeren den, die voor zoover mogelyk hier tegenwoordig zyn, wat wy zeer op prys stellen. De pers hier vertegenwoordigd wil ik ook als onze gasten het welkom toeroepen, Haar wacht een moei- lyke dag om de besprekingen zoodanigte volgen, dat zy het in hunne couranten kunnen weergeven. Myne Heeren, wy hebben een moeiiyk jaar achter den rug Een jaar dat wy zeker allen lang zullen onthouden, want zulke jaren zullen wy hopen, dat wy niet meer zullen krijgen. Zulke jaren strekken wel tot leering en dringt het tot ons door dat wy in de zeven vette jaren wel Menschen met kleine, zwarte, doorborende oogen, [he zich schynen te verschuilen onder zwarte wenk- - brauwen, kenmerken zich gewooniyk door een geest zorgen moeten om ook een paar magere jaren door veelal het geval is, moet een hoogen huurprys heb- van intrige, list en sluwheid. Gaan deze oogen niet te worstelen. ben omdat er toch rente voor het geld moet zyn en voor zich een oplossing vinden. Eén punt is echter, hetgeen ik hier naar voren wil brengen en waar wy allen aan kunnen medewerken en dat is de koop- en huurprys van ons land. Het land in ons kleine Nederland is in hooge mate een handelsartikel. Verkoopingen worden gehouden met strijk- of opgelden, d.w.z. die het laatste bod doet krijgt een cadeau in den vorm van rijksdaalders, dat lokmiddel is veelal oorzaak dat het land te duur verkocht wordt. Diegene die met dat land blijft zit ten, als het dan niet voor eigen gebruik is, wat zoodoende krijgt dan de werker een strop De openbare verhuringen by opbod, maken ook dat er veel te hooge huren beloofd worden ten gevolge van landgebrek. Wanneer wy deze toestan den konden verbeteren, zou zeker een zegen wezen voor onze tuin- en landbouwende bevolking. Wat moeten wy doen, was de vorige zomer de vraag. Het bleek wel dat er veel behoefte was aan geld en dat teekent den toestand in het by zonder. By andere gevallen kwam de behoefte aan geld in het voorjaar, als onze producten weg waren en wil het land weer moesten klaar maken voor den nieu wen oogst. Dan was er tekort voor de producten ontvangen om het klaar maken van den akker en al wat daar by komt, te kunnen bekostigen, Maar nu was het midden zomer ,een tyd dat ieder toch wat pro ducten te verkoopen heeft of reeds verkocht had, zoodat wy het dan meestal, zooals dat genoemd wordt, etende houden, maar nu was dat niet het geval. Die met zyn aardappelen laat geweest was, had groote schade door ziekten, vroege kool bracht geen geld op, was veel dagen onverkoopbaar en zoo was het met alle producten, er was geen geld te maken. Zoodoende kwam in die crisisvergaderingen, als ik ze zoo noemen mag, al was het dan schuchter, naar voren de idee om te trachten een renteloos voorschot te krijgen. Ik zeg, dit idee kwam schuchter naar voren, omdat na 1923, toen ook tuinderscredieten waren verstrekt er steeds gezegd werd, wat er ook gebeurt, geen re- geerings- of provinciaal crediet meer, al waren wy es toch ten zeerste dankbaar voor. Want het moet weer terug betaald worden en geeft nogal moei- ïykheden met je andere schulden. Toch was er nu zooveel behoefte aan dat het voorstel werd gedaan om te trachten nogmaal van de provincie crediet te verkrygen. Dit is zou ik haast zeggen van de zyde van Ged. Sstaten spontaan toegetstaan en later door het Pro vinciaal bestuur bekrachtgid. Een woord van dank wil ik hier uitspreken aan onze Prov. Comm. voor haar belnagryke medewer- king, maar ook wil ik hulde brengen aan diegenen uit ons midden, die niet alleen het initiatief geno- men hebben, maar ook vol yver er aan hebben medekewerkt om het crediet te verkrygen. Ook een woord van grooten dank aan het Pro vinciaal bestuur en de gemeentebesturen voor het toestaan van het crediet. Wy willen hopen, dat wy ook ditmaal straks weer kunnen zeggen, datis een mooi werk geweest, want dat heeft velen van ons zyn bedryf doen behouden. Wat er nog meer te doen is om ons bestaan meer zekerheid te geven dat is het sorteeren en verpak ken van onze producten. Dit wordt steeds verkondigd en er zyn er wel onder ons die dat vervelend vinden want die houden zich nog vast aan vraag en aan bod. Is er geen vraag dan geeft onze goede sorteering en verpakking toch ook niet, want dan krygen wy toch geen gelr en is er wel vraag, dan kopen ze alles. Myne Heeren, gelukkig denken de meesten er an ders over, want de tyd is voorbij dat wy ons af hankelijk mogen stellen van vraag en aanbod, neen, wy moeten thans producten op de markten brengen welke de menschen dwingen ze te koopen en een goed product vindt altyd een kooper. Er is door ons hoofdbestuur steeds naar ge streefd om een goede sorteering voor onze uien te verkrijgen. Wy moeten steeds hooren dat de Hol- landsche uien in het buitenland een slechten naam had, met gevolg, dat het product slecht te verkoo pen was. Het U.C.B. heeft tenslotte een sorteering vastgesteld, voor de uien en gaf by de uitvoering daarvan het merk. Dat was wel een goede stap al in de richting, maar de groote uienteelt zit in handen van den landbouw, in handen van het grootbedrijf, dat noch met veilen noch met sorteeren iets te maken wilde hebben. Zoodoende ws het resultaat van het U.C.B. niet groot en werd niet bereikt, wat men verwacht had. Dat er intusschen een landbouwuitvoerwet geko men is, werd noodgedwongen deze zaak by de re geering aan de orde gesteld. De regeering heeft toen in overleg met land- en tuinbouw een regeling etroffen en voorschriften vast gesteld dat de uien onder bepaalde voorwaarden zou mogen geëxporteerd worden. De uitvoering ervan werd in handen gesteld van het U.C.B., waarmede wy thans wel bekend zyn. Wy moeten een woord van dank brengen aan de regeering voor dezen maatregel, want officieus is my bekend, dat de export van onze uien er zeer mee bevorderd is en dat het in het buitenland wel op prys wordt gesteld. Toch wordt er, en voornameiyk hier, hoe het op andere plaatsen is, weet ik niet, nog al tameiyk over de uitvoering gemopperd, zelfs zoo dat wy van een vereeniging een punt op onze agende hebben, di$ eenvoudig maar wil verzoeken om die wet op de uitvoer van uien maar weer in te trekken. Dat er iets kan haperen aan de uitvoering, in hoofdzaak over de controle de keur op onze uien, dat is niet zoo byzonder, want het zou wel iets by- zonders geweest zyn als die uitvoering precies naar den zin der producenten was geweest, maar dat is niet zoo erg want dat kan verbeterd worden en dat zal in de toekomst ook wel verbeterd worden, In de praktyk moeten de gebreken aan het licht ko men en die kunnen aan de hand daarvan verbeterd worden. Ik meen dat wy met de sorteering van onze uien op den goeden weg zyn. wy moeten het niet beschou wen als een massa-artikel in dien zin dat het zoo krap niet steekt hoe het er uit ziet, neen, het is een artikel waar alle zorg aan besteed moet worden, (Zie vervolg pagina 4).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 1