Hike Breijer's
Vakkundige bediening
Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier
Wat zeggen de wenkbrauwen ons
40e Jaargang
Een stukje oude geschiedenis
Arpad Moldovan te Nosrd^chaiwoude
van de Week
Speciaal Corsetten - Magazijn
Oostelijk mal
No. 31
telefoon intercommunaal no.5,^ ZATERDAG 14 MAART 1931
NIEUWE
L4IGËDUKËR courant
DEZE COURANT VERSCHIJNT
DINSDAG D®NDERDAG
en ZATERDAG. -
Abonnmentsprijs
per 3 maanden f 1.15.
llilgavi: firma I. H. KEIZER.
Redacteur I. H. KEIZER. Bureel Noordscharwoude.
ADVERTENTIEN
Van 15 regels 75 cent;
elke regel meer 15 cent
GROOTE LETTERS
NAAR PLAATSRUIMTE.
De vrijheidslievende geest der West-Friezen was
een natuurlijk gevolg van de omstandigheid, waar
onder ze leefden. In hoevele opzichten toch, hadden
men. Volgens Lavater verraden soms de wenkbrau
wen alleen reeds het karakter van den mensch,
getuige de portretten van Tasso, Boileau, Turenne,
Newton e.a.
Horizontale, gevulde wenkbrauwen wijzen op ver
stand, een krachtig, mannelijk karakter, maar op
een koud hart.
Wenkbrauwen, die half horizontaal, half gebo
gen loopen, duiden een gelukkige vereeniging van
Sifh JSÏÏÏfï dln gr°nd waar°P verstand en hart aan. Zacht gebogen wenkbrauwen
ze zich gevestigd hadden en die hun lief was ge
worden te behouden. Nu eens aangevallen door
Deen of Noor, dan weder in strijd met de woedende
elementen, die dikwijls geheele dorpen in 't niet
deden verzinken, werden ze gehard in den zwaren
strijd voor levensbehoud en betoonden ze zich
hunnen naam waardig. Die oude naam Frisiabones
wordt volgens bevoegden afgeleid van Fri, dat is
vrij en Bona of Buna, boer of dorpsbewoner. (Den
stam van dit laatste woord vindt men nog terug in
ons tegenwoordig „bunder"). In tegenstelling met
hunne belagers, van moord of roof levend, waren
ze tevreden met hetgeen landbouw en vischvangst
hun opbrachten. Werden ze echter aangetast, in wat
ze hun recht noemden, dan grepen ze naar het
zwaard, dan rustten ze niet voor de aanvaller ver
jaagd was, of zij, door overmacht gedwongen, zich
in eene tijdelijke onderwerping schikten. Hun strijd
tegen de Hollandsche graven bewijst dit voldoende.
Toen Dirk I, in 963door zijn zoon, den tweeden
van dien naam, werd opgevolgd, weigerden de West-
Friezen dezen als heer te erkennen, daar ze buiten
de grenzen van zijn graafschap woonden en in
hem een overweldiger zagen. Hij had het geluk
hen ten onder te brengen, maar zijn overwinning
was een tijdelijke, want een jaar later stonden
ze weder tegen hem op. Zij plunderden en verbrand
den Alkmaar, verwoestten het klooster te Egmond,
bewoond door nonnen van de Orde van den hei
ligen Benedictus, rukten op naar Leiden, maar
werden door den Graaf bij Rijnsburg aangevallen en
geslagen. Op de plek, waar het gevecht plaats greep,
stichtte Dirk een kerk, ook het verwoestte klooster
van Egmond, vroeger van hout, werd weder door
hem en nu ven steen opgetrokken. De rust scheen
hersteld. Na den dood van den Graaf in 988 stonden
de West-Friezen echter weder op, veertien jaren
lang weerstonden zij de aanvallen van den nieuwen
heerscher. Deze, hen door een beslissende slag wil
lende onderwerpen, verzamelde een groot leger en
trok zegevierend op tot Winkelmade, het tegen
woordige Winkel. Gebrek aan drinkwater, gevolgd
van den moerassigen met zeewater doortrokken
bodem, kwelde zijn manschappen meer, dan den
achter rietbosch en struik verscholen vijand. Hen
willende aanvallen, gaat hij door enkelen gevolgd
vooruit; plotseling omsingeld, trof hem een pijl.
Arnoud, Hollands derde graaf, kleurde den grond
met zijn bloed.
West-Friesland had gezegevierd.
Onder de volgende graven wisselden opstand en
onderwerping elkaar af. In 1255 wilde Willem II
de weerspannige bewoners van dit gewest geheel
ten onder brengen, het slechte weer dwong hem
echter tot den terugtocht en hij moest wachten
totdat de winter slooten en poelen met ijs hadden
bevloerd. Trotsch op zijn overmacht, rukte hij nog
maals op, het kasteel Toornenburg dekt hem in den
rug. Zonder tegenstand te ontmoeten, trekt hij voor
uit. Vroonen voorbij, zonder ergens een spoor van
den vijand te ontdekken. Ongeduldig, beveelt hij een
troep ruiters hem te volgen en laat het voetvolk
achter. Te Hoogwoud ontwaart hij den gehaten
tegenstander. Onstuimig, rijdt hij voort, doch valt
in den hem gespannen strik. De licht gewapende
West-Friezen hadden hem op een zwake plek ge
lokt; hij zakt door het ijs en de ridderlijke Willem II,
als Roomsch Koning bestemd eenmaal de Duitsche
keizerskroon te dragen, werd op den 21 Januari 1256
door een hoop landvolk doodgeslagen.
Nog heden houdt het Koningspad de herinnering
levendig aan het tragisch einde van hem, die onder
de vorsten van zijn tijd zulk een groote plaats
innam.
Een kind van twee jaar aanvaardde de erfenis van
zijn roemruchtigen vader. Een kind versierd met
den graven wrong!
De kans der West-Friezen stond schoon.
En toch was dat kind bestemd niet alleen als
wreker op te treden, maar tevens als hervormer.
Zoo de West-Friezen ooit op zichtbare wijze zich
zullen kwijten van een daad van piëteit aan de
nagedachtenis van een hunner weldoeners;, dan
moet het beeld van „der keerlen God" daarvan de
uiting zijn. I
Floris regeerde nog onder voogdij van zijn Oom,
toen er een gevaarlijk oproer uitbrak, waarvan men
den omvang kan berekenen, wanneer men nagaat,
dat Kennemers, West-Friezen en Waterlanders on-
derlinge veten vergeten zijnde, een verbond hadden j
gesloten. Het doel was niet minder, dan 't verdrijven i
van alle edelen uit deze gewesten. Vele adellijke
sloten werden aangevallen en vernield. Waar de
bewoners hun kans schoon zagen, vluchtten ze
naar Haarlem. De bondgenooten namen hier echter
geen vrede mee en vielen in Amstelland. Gijsbrecht
heer van Amstel zag wel in, dat 't hem onmogelijk
was aan den aanval weerstand te bieden; hij sloot
zich dus bij de woeste bende aan en wist het zelfs
zoover te brengen, dat hij tot haar hoofd werd ge
kozen. Om het oorlogsveld buiten zijn gebied te
houden en ook omdat hij daar nog met een paar
vijanden had af te rekenen, wist Gijsbrecht er
zijn volgelingen toe te brengen, om een inval in
Utrecht te doen. Na vruchteloos Vreeland belegerd
te hebben, trok men naar de hoofdstad van het
Sticht, waar men door een verbond zijn doel wist
te bereiken. De voornaamste edelen werden verjaagd
en dit voorbeeld werd door Amersfoort en Eemland
gaan samen met bescheidenheid en eenvoud.
Bij groote wiskunstenaars vormt de wenkbrauw
een scherpen hoek naar buiten boven het oog.
Bij groote musici zetten ze zich in 't midden zeer
duidelijk uit.
Dicht bij elkaar komende, zware wenkbrauwen
geven vatbaarheid tot nadenken en een verheven
geest te kennen. Bij bekrompen menschen daaren
tegen zijn de wenkbrauwen plat, ver van elkaar
verwijderd en hoog boven de oogen.
Dikke, goed geteekende wenkbrauwen, die boven
de oogen een soort van luifel vormen, zijn altijd
het bewijs van een rijpen, krachtigen geest; terwijl
nauwelijks zichtbare, onregelmatig gegroeide wenk
brauwen, zwakte, flegma, zachtheid en timiditeit
aanduiden.
Dichtbegroeide wenkbrauwen, waarvan de haren
regelmatig liggen, beloven een gezond oordeel, een
zin voor recht en billijkheid. Zij zijn altijd een
teeken van een onhandelbaar, levendig karakter,
als de haren in wanorde zijn.
Kortharige wenkbrauwen van geringe afmeting,
hoog boven de oogen staande, behooren aan ge
slepen menschen, begaafd met een sterk geheugen.
Een groote afstand tusschen de wenkbrauwen
duidt een kalme ziel en een gemakkelijk karakter
aan.
Hoe meer de wenkbrauw het oog nadert, hoe
ernstiger over het algemeen het karakter is.
Donkere, zeer dichte wenkbrauwen, naar de sla
pen gebogen, en die schijnen te drukken op diep
liggende oogen, welke zij overschaduwen, gaan ge
woonlijk gepaard met een vouw in de wang. Bij de
geringste aanleiding drukt die trek minachting,
trots of verachting uit.
In 't algemeen gaan de wenkbrauwen naar be
neden of fronsen ze zich onder de invloeden van
droefheid of haat. Gaan ze in 't midden omlaag,
dan wijst dit op lichamelijk lijden; de mond trekt
in dit geval bij de hoeken naar beneden.
Verwijderen de wenkbrauwen zich van elkaar ri
gaan ze naar boven, dan drukt deze beweging wel
willendheid of vreugde uit.
't Lijken kleurplaten.
„Oostelijk mal" zou Huygens zeggen.
Maar ook de mannen doen mee.
Met de „permanent wave", zelfs blijven zij bij
de dames niet achter. En gelaatsverf kleurt ook hun
tronie's. 't Is hier, ook in eigenlijken zin, waar:
„Waarom weegt gij uw geld uit voor datgene, wat
geen brood is, en uwen arbeid, voor datgene, wat
niet verzadigen kan."
En dat in den tijd van wereldnood.
Hoeveel honderdduizenden werkloozen telt
Duitschland niet! En dan, wat geringe verdiensten
bij de poote massa!
Berlijn telt 3.000.00 huisvaders, die minder dan
f 18.— per week verdienen, en Hamburg 600.000. Het
Duitsche volk heeft, voor ruim 43 een lager in
komen dan f 75.per maand.
Trek daar van af de enorme belastingen!
Maar er is ook wereld weelde!
Neem maar weer Berlijn. Deze stad heeft volgens
de coalitie. Minister de Geer hield een rede, waarin
Z. Exc. van finantien toegaf, dat er voor 1932 en
1933 gevaar voor groote tekorten kan gaan dreigen.
Hij voorspelde dat de raming van middelen voor
1931 wel een 15 millioen 4 ton te hoog zou kunnen
blijken. Verwacht wordt voorts voor 1932 zeer be
langrijke daling van belastlng-inkimsten. Van nieu-
we uitgaven in dezen tijd van crisis en malaise kan
dus voorloopig geen sprake zijn.
Wij blijven helaas vrijwel nog op elk gebied leven
m het teeken der crisis. Zeer hard klinken o.m de
noodkreeten onzer beroeps-musici, die feile concur
rentie moeten voeren met de buitenlandsche krach
ten tegen welke zooals de regeering ook nog
pas in den Senaat heeft verkondigd tenslotte
met zoo heel veel valt te doen. Ook In deze moet
men bedacht zijn op mogelijke repressaille-maatre-
gelen
In de oude Paleis-Raadhuiskwestie in de hoofd-
verdieatiSti6F 1k°°R persone"'n^e f 2^°Ö Per ma°ariïï van AmsTe^dam^ebbende^egeerta^fnoverwëgtng
verdienen Fn Kenlen n™ mnn gegeven de hoofdstad een nie°w raadhuis te bJor
verdienen. En Keulen nog 1000,
De eene helft der bevolking baadt zich in groote
overvloed, de andere helft heeft armode.
Dat er bezinning kome; bezinning in alle krin
gen! Dat de volken te zamen leeren, wat recht is.
En ieder persoonlijk, hoofd voor hoofd, zich
wachte voor dwaasheden, die zedenverslappend en
geldverspillend werken. Ook in onze omgeving!
Want 't kwaad zit ook hier!
„Oostelijk mal" komt ons in ieder opzicht, finan
cieel en geestelijk duur te staan; daar kunnen we
zeker op aan.
Weeldezucht draagt beslist de straf in zich zelve
reeds mee! Neen, daar gaat niets van af.
Het fotografisch Atelier van
is geopend:
's Woensdags van I tot 6 uur.
's Zondags van 10 tot 12 uur.
Revue
Misnt 17 Alkmaar Iel, 526
Vertrouwd adres voor:
goedfsasseude
Buikbanden
Elastieken Kousen
Rechtbouders en Rechthouder-
Corsetten
Const. Huygens, de dichter van „Oostelijk mal"
leefde in de zeventiende eeuw.
Wat hekelde hij in dit gedicht de dwaze mode van
zijn tijd. Heel veel van wat hij daarin satyriek be
handelt, leeft nog voort in onze dagen.
Maar onze tijd is ernstiger, veel ernstiger dan „de
gouden eeuw van Fredirik Hendrik." 't Is nu overal
crisis! Doch hoevelen zien het nog niet, en doen
alsof de hemel helder is.
En dan gaan onze gedachten altijd terug naar
Duitschland; inzonderheid wij; wij hebben met dit
land heel veel te maken; en Duitschlands ellende is
mede onze druk; Duitschland bloedt uit duizend
wonden; de overwinnaars hebben zich vermaakt
in de slagen die ze den overwonnenne toebrachten;
hiermede deukten ze evenwel ook onze welvaart.
't Is haast ongelooflijk, maar een Duitsch blad,
in Berlijn uitgegeven vertelt het: Duitschland voert
leder jaar 560000 Kg. lippenstiften in. Deze verte
genwoordigen een waarde van 4.250.000 gulden. Die
som wordt daar ieder jaar voor deze prullen naar
andere landen gezonden. Is 't niet heel erg?
Wat men daarmede doet?
Och, veel dames verven tegenwoordig de lippen
rood.
Ge kunt ze ook hier zien zitten in den trein; ze
halen stift en rouge voor den dag, benevens een
zakspiegeltje en nog meerdere ingrediënten. En ze
gaan haar toilet volmaken in uw bijzijn. Haarkam
men, nagels vijlen en polijsten, iets wat nu zeker
niet in 't openbaar behoort.
De lippen en binnenneusvleugels worden helder
rood gekleurd; de wenkbaruwen en wimpers zwart
geverfd; de oogen soms ingespoten met een vocht,
dat de pupillen verwijdert, en de wangen worden
Na de oneen kenmerken de wenkbrauwen in de bepoederd. En de neus, bij de ooghoeken, eeniger-
eerste plaats het gelaat; zij leveren de schaduw in mate donkerblauw getint. Zoo loopen er in Berlijn
"e schilderij, doen kleuren en vormen beter uitko-
Wij willen veronderstellen, dat onze lezeressen in
hoofdzaak, maar dat ook onze lezers met belang
stelling de beide artikelen over „De oogen en wat ze
ons leeren" hebben gelezen. Wie zou nu niet gaarne
eens weten, omdat het zoo moeilijk is zichzelf te
beoordeelen, welk karakter men heeft, of men ver
standig fs of dom, geleerd of minder ontwikkeld, in
het kort welke karaktereigenschappen ons kenmer
ken? De taal der oogen heeft een tipje van dien
sluier opgelicht.
Wij willen het nu eens 'hebben over de wenkbrau
wen.
10 Maart.
Dat Maart ervan houdt haar „staart te roeren"
zooals het oude Hollandsche spreekwoord luidt,
men ervaart het in den jare 1931 wel in zeer ster
ke mate. De kwakkelwinter werd de vorige week
plotseling vervangen door een daling van het kwik
in de thermometer, dewelke zelfs angst deed rijzen
dat we een „da capo" zouden krijgen van het win
tertje dat nu twee jaren achter ons ligt
En de bespiegelingen der meteorologen geven weinig
aanleiding om op zeer korten termijn beduidende
verandering in de richting van zoeler temperatuur
te verwachten. Het ijsvermaak is in vrijwel het
gansche land ontwaakt. Tevens kwam* het bericht
dat te Utrechtde eerste aardbeien ter markt
zijn gebracht en voor 40 tot 46 cents per stuk werd
verhandeld. De eerste lenteboden! Terwijl het vriest
dat het kraakt!
Zonderlinge, voor sommigen, tijd van scherpe
contrasten.
Die hier en daar zelfs de angstwekkende vraag
doet rijzen, of de Amerikaan, van wien de bladen
vermelden dat hij druk bezig is een Arke te bou
wen, daar hij de dagen van Noach, van den
zondvloed, nabij acht, het allicht niet b- het
rechte einde zou kunnen hebben.
De beide takken onzer Volksvertegenwoordiging
waren in de afgeloopen week gestaag aan den ar
beid, in openbare zitting en in de afdeelingen.
De Eerste Kamer wijdde vele, vele uren aan het
„groot politiek-debat" oftewel Algemeene Beschuo-
wingen over het Rijksbudget 1931. In ons Lager
huis werd de Indische begrooting voor het loopende
jaar behaneld met een breedvoerigheid, zooals nooit
te voren werd aanschouwd. Ik zou er mij gevoegelijk
toe kunnen bepalen, voor al deze bespiegelingen te
verwijzen naar de; verslagen, in de bladen gepubli
ceerd. Ik teeken aan, dat minister de Graeff Dinsdag
jl. 3 Maart in de Tweede Kamer o.m. verklaarde,
dat de arbeid van de Poenale Sanctie in de Oost ge
leidelijk moet worden vedrongen door den vrijen
arbeid. Z. Exc. van Koloniën betoonde zich voor
stander van eten gestadige uitbreiding der Arbeids
inspectie. In de zitting yan Woensdag 4 dezer kwa
men in de Tweede Kamer vooral ter sprke: de
kwestie der gelijkstelling van de zg. oud-gepension-
neerden (voor 1 Jan. op pensioen gesteldenmet
die van lateren datum. Minister de Graeff verduide
lijkte, dat hiermede vier millioen gulden zoo gemoeid
zijn. Dien extra last kan Staats-bruintje (reeds
meer dan overladen) niet torsen. De regeering be
reidt intusschen een iets' ruimer steunverleening
voor ten gunste van de oude gepensionneerden, die
buiten hun schuld in moeilijkheden verkeer en.
T. o. van het opiumvraagstuk werd nog eens dui
delijk, dat slechts door internationale samenwer
king wezenlijke verbetering in den strijd tegen het
vermaledijde „beulsap" kan worden gebracht.
Het was in de zitting van 4 Maart, dat de Tweede
Kamer bij het opmaken van een nominatie voor
vacture in den Hoogen Raad, als nummer een op
de lijst plaatste mr. Meckmann, die dus met „aan
zekerheid grenzende waarschijnlijkheid" door de
Kroon tot Raadsheer in ons hoogste Rechtscollege
zal worden benoemd. De verschillende hoofdstukken
van de Indische begrooting zijn achtereenvolgens
goedgekeurd, telkens met de stemmen der S. D.
A. P. en van de beide communisten tegen.
Voor de hoog-politieke beschouwingen in den Se- ken
naat gevoerd Vrijdagmiddag op zeer laat uur (de E,
klok wees zeven) is de Eerste Kamer er eindelijk
uitgekomen en toen drong president de Vos van
Steen wijk met den meesten drang op beperking
aan, wil men voor de Stille week gereed kunnenko-
men. t
Minister Ruys de Beerenbrouck heeft Vrijdag jl.
in de Eerste Kamer verklaard, dat gezien de eco
nomische situatie In Europa, het oogenblik nog niet
is aangekomen voor Nederland om tot wijziging van
onze handelspolitiek over te gaan. De regeering
is van oordeel, dat de totdusver gevolgde vrijhandels
politiek voor ons land het beste is. De premier
erkende dat er „zielsverwantschap" bestaat tus
schen het zittend ministerie en de Rechtsche partij j
en. Ik stip hierbij nog aan, dat uit de rechtsche I
sfeer ook thans aandrang kwam tot het herstel van
gen wat het sommetje van 15 millioen zou kosten.
Dan kan vader Staat over Jacob van Campen's ze
vende wonder het Paleis o pden Dam, beschikken.
Sommigen voorspellen dat binnen afzienbaren tijd
„alles bij het oude" zal blijven.
Den loden Maart is de Utrechtsche Jaarbeurs
weer geopend. Of ook zij de teekenen van crisis en
malaise zal vertoonen heeft men af te wachten.
Voorshands lijkt het er niet sterk op.
I n de hofstad is een comité opgericht ter her
denking van den eenmaal vermaarden Willem Bil-
derdijk In het begin der vorige eeuw te Haarlem
verscheiden. Ook te Amsterdam zal een soirée li
téraire ter eere van Bilderdijk's nagedachtenis wor
den gehouden.
Personalia: Dr. Posthuma en dr. Nederbragt heb
ben beide hooge Oostenrijksche onderscheidingen
ontvangen in verband met de voorbereiding van
nieuwe handels-overeenkomsten. De bekende Ameri-
kaansche auto-magnaat Ford vertoefde te Amster
dam voor zijn plannen tot bouw van fabriek nabij
de hoofdstad.
Den 13en a.s. wordt te 's-Gravenhage het zilveren
Plankenland-jubileum gevierd van Luois Gimberg.
Het Liberale Tweede Kamerlid Van Kempen is
door aderontsteking genoopt, langdurige rust te
nemen.
Den afgetreden en repatriëerenden vice-president
van den Raad van Indië, de heer Ch. J. M. Weiter,
is het Commandeurskruis in de Oranje-Nassau-
Orde verleend. Het Tweede Kamerlid Mr. Van Wijn
bergen is door ziekte verhindert de zittingen bij
te wonen. De Schout-bij-Nacht, C. J. E. Brutèl de
la Rivière, zal waarschijnlijk opvolger worden van
vice-admiraal Quant als commandant der te Den
Helder. Senator Westerdijk (v. d.) is tweemaal ge
opereerd. Zijn toestand is niet onbevredigend.
Uit de dodenlijst: Mr. A. J. C. Bik, een in Haag-
sche kringen welbekende figuur, op 75-jarigen leef
tijd, Den Haag. Baron A. van Dedem, die gedurende
vele jaren o.a. lid van den Tweede Kamer was, 90
jaar, Dalfsen (Ov.). Mej. H. W. Stegeman, opzlch-
teres van het Office der Koningin, 50 jaar, Den
Haag.
Uit de jongste criminaliteiten teeken ik aan, dat:
te Franeker door een vijand, die uit wraak han
delde, te-water werd geworpen en verdronk. De
dader meldde zich vrijwillig aan.
Wederom tal van inbraken.
De procuratie-houder van een onlangs gefailleer
de Bank te Middelburg is in arrest gesteld, verdacht
van verduistering en valscheid in geschrifte.
Een hotelhouder aan het Rembrandtplein in de
hoofdstraat is vermoedelijk door een 71-jarigen
Hagenaar opgelicht voor een som van c. c. f 3300.
Over de verwoestingen, door den rooden-haan
aangericht, zij vermeld, dat oun. in de hoofdstad
een groot gebouw, waarbij uitgebreid pakhuis aan
den Dordtschen Straatweg in de asch werd gelegd.
Te Tegelen is een rijwiel- en radio-fabriek afge
brand1. De schade is zeer aanzienlijk.
In de serie der ongelukken moet bovenaan wor
den vermeld de vreeselijke ramp „van de IJmuider
treiler „Noordpool 132" op de Schotsche kust," waar
bij elf mannen den dood in de golven vonden. Nog
altijd geldt het sombere: „De visch wordt duur ge-
kocht!"
Een serie verkeers-ongelukken, waaronder zeer
ernstige zijn. Ik noem uit het de lugubere massa:
op de Haagsche Heerengracht werd een broodbe
zorger door een hollend paard doodgetrapt. Te
Somere, bij Sluis, raakte een auto te-water. Een
daarin gezeten echtpaar kon niet meer worden ge
red.
Te Vries (Gr.) vond bij een auto-ongeluk iemand
den dood, terwijl een mede-inzittende zwaar werd
gewond. Te Zevenhuizen (Z.H.) werd een echtpaar
dood gevonden in hun huisje Zij waren door kolen
damp verstikt. In de periode van herleefde vorst
zij men voor de zooveelste maal vermaand. voor
zichtig met „licht en vuur", zooals de klepperman
in tempo tracht uit te roepen.
Ten slotte nog iets uit de niet-sombere rubriek.
De Amsterdamsche Raad heeft de Schouwburg
voordracht, t. a. der bespeling van den Stads
schouwburg c. c. goedgekeurd. Zal deze regeling
iets als een solutie brengen? Over deze vraag
loopen de meeningen zeer uiteen.
Te Delft is een bond opgericht, 300 leden tel
lend, genaamd „Job Gordijn." Deze wil trachten
te geraken in het bezit te komen van een mil-
lioenen-erfenis, dewelke zou zijn nagelaten door
zekeren heer Gordijn, in den jare 1787 te Delft
overleden. De ervaring, met sommige millioenen-
erfenissen in den loop des tijds opgedaan, stemt iet-
wat-sceptisch. Intusschen men kan niet weten!
De Amsterdamsche kantonrechter heeft den ho
tel-directeur, die vervolgd was wegens het in eigen
keukens doen bakken van broodjes, die bij het
ontbijt konden geserveerd worden, vrijgespro-
Er is dus behoudens vonnis in hooger beroep,
een heerlijk perspectief geopend voor de 's ochtends
naar croquante, zoo-uit-de-oven gekomen broodjes
hunkerende logeer-gasten!