Hike Breijer's Vakkundige bediening Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier Wat zeggen de wenkbrauwen ons 40e Jaargang Een stukje oude geschiedenis Arpad Moldovan te Nosrd^chaiwoude van de Week Speciaal Corsetten - Magazijn Oostelijk mal No. 31 telefoon intercommunaal no.5,^ ZATERDAG 14 MAART 1931 NIEUWE L4IGËDUKËR courant DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG D®NDERDAG en ZATERDAG. - Abonnmentsprijs per 3 maanden f 1.15. llilgavi: firma I. H. KEIZER. Redacteur I. H. KEIZER. Bureel Noordscharwoude. ADVERTENTIEN Van 15 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. De vrijheidslievende geest der West-Friezen was een natuurlijk gevolg van de omstandigheid, waar onder ze leefden. In hoevele opzichten toch, hadden men. Volgens Lavater verraden soms de wenkbrau wen alleen reeds het karakter van den mensch, getuige de portretten van Tasso, Boileau, Turenne, Newton e.a. Horizontale, gevulde wenkbrauwen wijzen op ver stand, een krachtig, mannelijk karakter, maar op een koud hart. Wenkbrauwen, die half horizontaal, half gebo gen loopen, duiden een gelukkige vereeniging van Sifh JSÏÏÏfï dln gr°nd waar°P verstand en hart aan. Zacht gebogen wenkbrauwen ze zich gevestigd hadden en die hun lief was ge worden te behouden. Nu eens aangevallen door Deen of Noor, dan weder in strijd met de woedende elementen, die dikwijls geheele dorpen in 't niet deden verzinken, werden ze gehard in den zwaren strijd voor levensbehoud en betoonden ze zich hunnen naam waardig. Die oude naam Frisiabones wordt volgens bevoegden afgeleid van Fri, dat is vrij en Bona of Buna, boer of dorpsbewoner. (Den stam van dit laatste woord vindt men nog terug in ons tegenwoordig „bunder"). In tegenstelling met hunne belagers, van moord of roof levend, waren ze tevreden met hetgeen landbouw en vischvangst hun opbrachten. Werden ze echter aangetast, in wat ze hun recht noemden, dan grepen ze naar het zwaard, dan rustten ze niet voor de aanvaller ver jaagd was, of zij, door overmacht gedwongen, zich in eene tijdelijke onderwerping schikten. Hun strijd tegen de Hollandsche graven bewijst dit voldoende. Toen Dirk I, in 963door zijn zoon, den tweeden van dien naam, werd opgevolgd, weigerden de West- Friezen dezen als heer te erkennen, daar ze buiten de grenzen van zijn graafschap woonden en in hem een overweldiger zagen. Hij had het geluk hen ten onder te brengen, maar zijn overwinning was een tijdelijke, want een jaar later stonden ze weder tegen hem op. Zij plunderden en verbrand den Alkmaar, verwoestten het klooster te Egmond, bewoond door nonnen van de Orde van den hei ligen Benedictus, rukten op naar Leiden, maar werden door den Graaf bij Rijnsburg aangevallen en geslagen. Op de plek, waar het gevecht plaats greep, stichtte Dirk een kerk, ook het verwoestte klooster van Egmond, vroeger van hout, werd weder door hem en nu ven steen opgetrokken. De rust scheen hersteld. Na den dood van den Graaf in 988 stonden de West-Friezen echter weder op, veertien jaren lang weerstonden zij de aanvallen van den nieuwen heerscher. Deze, hen door een beslissende slag wil lende onderwerpen, verzamelde een groot leger en trok zegevierend op tot Winkelmade, het tegen woordige Winkel. Gebrek aan drinkwater, gevolgd van den moerassigen met zeewater doortrokken bodem, kwelde zijn manschappen meer, dan den achter rietbosch en struik verscholen vijand. Hen willende aanvallen, gaat hij door enkelen gevolgd vooruit; plotseling omsingeld, trof hem een pijl. Arnoud, Hollands derde graaf, kleurde den grond met zijn bloed. West-Friesland had gezegevierd. Onder de volgende graven wisselden opstand en onderwerping elkaar af. In 1255 wilde Willem II de weerspannige bewoners van dit gewest geheel ten onder brengen, het slechte weer dwong hem echter tot den terugtocht en hij moest wachten totdat de winter slooten en poelen met ijs hadden bevloerd. Trotsch op zijn overmacht, rukte hij nog maals op, het kasteel Toornenburg dekt hem in den rug. Zonder tegenstand te ontmoeten, trekt hij voor uit. Vroonen voorbij, zonder ergens een spoor van den vijand te ontdekken. Ongeduldig, beveelt hij een troep ruiters hem te volgen en laat het voetvolk achter. Te Hoogwoud ontwaart hij den gehaten tegenstander. Onstuimig, rijdt hij voort, doch valt in den hem gespannen strik. De licht gewapende West-Friezen hadden hem op een zwake plek ge lokt; hij zakt door het ijs en de ridderlijke Willem II, als Roomsch Koning bestemd eenmaal de Duitsche keizerskroon te dragen, werd op den 21 Januari 1256 door een hoop landvolk doodgeslagen. Nog heden houdt het Koningspad de herinnering levendig aan het tragisch einde van hem, die onder de vorsten van zijn tijd zulk een groote plaats innam. Een kind van twee jaar aanvaardde de erfenis van zijn roemruchtigen vader. Een kind versierd met den graven wrong! De kans der West-Friezen stond schoon. En toch was dat kind bestemd niet alleen als wreker op te treden, maar tevens als hervormer. Zoo de West-Friezen ooit op zichtbare wijze zich zullen kwijten van een daad van piëteit aan de nagedachtenis van een hunner weldoeners;, dan moet het beeld van „der keerlen God" daarvan de uiting zijn. I Floris regeerde nog onder voogdij van zijn Oom, toen er een gevaarlijk oproer uitbrak, waarvan men den omvang kan berekenen, wanneer men nagaat, dat Kennemers, West-Friezen en Waterlanders on- derlinge veten vergeten zijnde, een verbond hadden j gesloten. Het doel was niet minder, dan 't verdrijven i van alle edelen uit deze gewesten. Vele adellijke sloten werden aangevallen en vernield. Waar de bewoners hun kans schoon zagen, vluchtten ze naar Haarlem. De bondgenooten namen hier echter geen vrede mee en vielen in Amstelland. Gijsbrecht heer van Amstel zag wel in, dat 't hem onmogelijk was aan den aanval weerstand te bieden; hij sloot zich dus bij de woeste bende aan en wist het zelfs zoover te brengen, dat hij tot haar hoofd werd ge kozen. Om het oorlogsveld buiten zijn gebied te houden en ook omdat hij daar nog met een paar vijanden had af te rekenen, wist Gijsbrecht er zijn volgelingen toe te brengen, om een inval in Utrecht te doen. Na vruchteloos Vreeland belegerd te hebben, trok men naar de hoofdstad van het Sticht, waar men door een verbond zijn doel wist te bereiken. De voornaamste edelen werden verjaagd en dit voorbeeld werd door Amersfoort en Eemland gaan samen met bescheidenheid en eenvoud. Bij groote wiskunstenaars vormt de wenkbrauw een scherpen hoek naar buiten boven het oog. Bij groote musici zetten ze zich in 't midden zeer duidelijk uit. Dicht bij elkaar komende, zware wenkbrauwen geven vatbaarheid tot nadenken en een verheven geest te kennen. Bij bekrompen menschen daaren tegen zijn de wenkbrauwen plat, ver van elkaar verwijderd en hoog boven de oogen. Dikke, goed geteekende wenkbrauwen, die boven de oogen een soort van luifel vormen, zijn altijd het bewijs van een rijpen, krachtigen geest; terwijl nauwelijks zichtbare, onregelmatig gegroeide wenk brauwen, zwakte, flegma, zachtheid en timiditeit aanduiden. Dichtbegroeide wenkbrauwen, waarvan de haren regelmatig liggen, beloven een gezond oordeel, een zin voor recht en billijkheid. Zij zijn altijd een teeken van een onhandelbaar, levendig karakter, als de haren in wanorde zijn. Kortharige wenkbrauwen van geringe afmeting, hoog boven de oogen staande, behooren aan ge slepen menschen, begaafd met een sterk geheugen. Een groote afstand tusschen de wenkbrauwen duidt een kalme ziel en een gemakkelijk karakter aan. Hoe meer de wenkbrauw het oog nadert, hoe ernstiger over het algemeen het karakter is. Donkere, zeer dichte wenkbrauwen, naar de sla pen gebogen, en die schijnen te drukken op diep liggende oogen, welke zij overschaduwen, gaan ge woonlijk gepaard met een vouw in de wang. Bij de geringste aanleiding drukt die trek minachting, trots of verachting uit. In 't algemeen gaan de wenkbrauwen naar be neden of fronsen ze zich onder de invloeden van droefheid of haat. Gaan ze in 't midden omlaag, dan wijst dit op lichamelijk lijden; de mond trekt in dit geval bij de hoeken naar beneden. Verwijderen de wenkbrauwen zich van elkaar ri gaan ze naar boven, dan drukt deze beweging wel willendheid of vreugde uit. 't Lijken kleurplaten. „Oostelijk mal" zou Huygens zeggen. Maar ook de mannen doen mee. Met de „permanent wave", zelfs blijven zij bij de dames niet achter. En gelaatsverf kleurt ook hun tronie's. 't Is hier, ook in eigenlijken zin, waar: „Waarom weegt gij uw geld uit voor datgene, wat geen brood is, en uwen arbeid, voor datgene, wat niet verzadigen kan." En dat in den tijd van wereldnood. Hoeveel honderdduizenden werkloozen telt Duitschland niet! En dan, wat geringe verdiensten bij de poote massa! Berlijn telt 3.000.00 huisvaders, die minder dan f 18.— per week verdienen, en Hamburg 600.000. Het Duitsche volk heeft, voor ruim 43 een lager in komen dan f 75.per maand. Trek daar van af de enorme belastingen! Maar er is ook wereld weelde! Neem maar weer Berlijn. Deze stad heeft volgens de coalitie. Minister de Geer hield een rede, waarin Z. Exc. van finantien toegaf, dat er voor 1932 en 1933 gevaar voor groote tekorten kan gaan dreigen. Hij voorspelde dat de raming van middelen voor 1931 wel een 15 millioen 4 ton te hoog zou kunnen blijken. Verwacht wordt voorts voor 1932 zeer be langrijke daling van belastlng-inkimsten. Van nieu- we uitgaven in dezen tijd van crisis en malaise kan dus voorloopig geen sprake zijn. Wij blijven helaas vrijwel nog op elk gebied leven m het teeken der crisis. Zeer hard klinken o.m de noodkreeten onzer beroeps-musici, die feile concur rentie moeten voeren met de buitenlandsche krach ten tegen welke zooals de regeering ook nog pas in den Senaat heeft verkondigd tenslotte met zoo heel veel valt te doen. Ook In deze moet men bedacht zijn op mogelijke repressaille-maatre- gelen In de oude Paleis-Raadhuiskwestie in de hoofd- verdieatiSti6F 1k°°R persone"'n^e f 2^°Ö Per ma°ariïï van AmsTe^dam^ebbende^egeerta^fnoverwëgtng verdienen Fn Kenlen n™ mnn gegeven de hoofdstad een nie°w raadhuis te bJor verdienen. En Keulen nog 1000, De eene helft der bevolking baadt zich in groote overvloed, de andere helft heeft armode. Dat er bezinning kome; bezinning in alle krin gen! Dat de volken te zamen leeren, wat recht is. En ieder persoonlijk, hoofd voor hoofd, zich wachte voor dwaasheden, die zedenverslappend en geldverspillend werken. Ook in onze omgeving! Want 't kwaad zit ook hier! „Oostelijk mal" komt ons in ieder opzicht, finan cieel en geestelijk duur te staan; daar kunnen we zeker op aan. Weeldezucht draagt beslist de straf in zich zelve reeds mee! Neen, daar gaat niets van af. Het fotografisch Atelier van is geopend: 's Woensdags van I tot 6 uur. 's Zondags van 10 tot 12 uur. Revue Misnt 17 Alkmaar Iel, 526 Vertrouwd adres voor: goedfsasseude Buikbanden Elastieken Kousen Rechtbouders en Rechthouder- Corsetten Const. Huygens, de dichter van „Oostelijk mal" leefde in de zeventiende eeuw. Wat hekelde hij in dit gedicht de dwaze mode van zijn tijd. Heel veel van wat hij daarin satyriek be handelt, leeft nog voort in onze dagen. Maar onze tijd is ernstiger, veel ernstiger dan „de gouden eeuw van Fredirik Hendrik." 't Is nu overal crisis! Doch hoevelen zien het nog niet, en doen alsof de hemel helder is. En dan gaan onze gedachten altijd terug naar Duitschland; inzonderheid wij; wij hebben met dit land heel veel te maken; en Duitschlands ellende is mede onze druk; Duitschland bloedt uit duizend wonden; de overwinnaars hebben zich vermaakt in de slagen die ze den overwonnenne toebrachten; hiermede deukten ze evenwel ook onze welvaart. 't Is haast ongelooflijk, maar een Duitsch blad, in Berlijn uitgegeven vertelt het: Duitschland voert leder jaar 560000 Kg. lippenstiften in. Deze verte genwoordigen een waarde van 4.250.000 gulden. Die som wordt daar ieder jaar voor deze prullen naar andere landen gezonden. Is 't niet heel erg? Wat men daarmede doet? Och, veel dames verven tegenwoordig de lippen rood. Ge kunt ze ook hier zien zitten in den trein; ze halen stift en rouge voor den dag, benevens een zakspiegeltje en nog meerdere ingrediënten. En ze gaan haar toilet volmaken in uw bijzijn. Haarkam men, nagels vijlen en polijsten, iets wat nu zeker niet in 't openbaar behoort. De lippen en binnenneusvleugels worden helder rood gekleurd; de wenkbaruwen en wimpers zwart geverfd; de oogen soms ingespoten met een vocht, dat de pupillen verwijdert, en de wangen worden Na de oneen kenmerken de wenkbrauwen in de bepoederd. En de neus, bij de ooghoeken, eeniger- eerste plaats het gelaat; zij leveren de schaduw in mate donkerblauw getint. Zoo loopen er in Berlijn "e schilderij, doen kleuren en vormen beter uitko- Wij willen veronderstellen, dat onze lezeressen in hoofdzaak, maar dat ook onze lezers met belang stelling de beide artikelen over „De oogen en wat ze ons leeren" hebben gelezen. Wie zou nu niet gaarne eens weten, omdat het zoo moeilijk is zichzelf te beoordeelen, welk karakter men heeft, of men ver standig fs of dom, geleerd of minder ontwikkeld, in het kort welke karaktereigenschappen ons kenmer ken? De taal der oogen heeft een tipje van dien sluier opgelicht. Wij willen het nu eens 'hebben over de wenkbrau wen. 10 Maart. Dat Maart ervan houdt haar „staart te roeren" zooals het oude Hollandsche spreekwoord luidt, men ervaart het in den jare 1931 wel in zeer ster ke mate. De kwakkelwinter werd de vorige week plotseling vervangen door een daling van het kwik in de thermometer, dewelke zelfs angst deed rijzen dat we een „da capo" zouden krijgen van het win tertje dat nu twee jaren achter ons ligt En de bespiegelingen der meteorologen geven weinig aanleiding om op zeer korten termijn beduidende verandering in de richting van zoeler temperatuur te verwachten. Het ijsvermaak is in vrijwel het gansche land ontwaakt. Tevens kwam* het bericht dat te Utrechtde eerste aardbeien ter markt zijn gebracht en voor 40 tot 46 cents per stuk werd verhandeld. De eerste lenteboden! Terwijl het vriest dat het kraakt! Zonderlinge, voor sommigen, tijd van scherpe contrasten. Die hier en daar zelfs de angstwekkende vraag doet rijzen, of de Amerikaan, van wien de bladen vermelden dat hij druk bezig is een Arke te bou wen, daar hij de dagen van Noach, van den zondvloed, nabij acht, het allicht niet b- het rechte einde zou kunnen hebben. De beide takken onzer Volksvertegenwoordiging waren in de afgeloopen week gestaag aan den ar beid, in openbare zitting en in de afdeelingen. De Eerste Kamer wijdde vele, vele uren aan het „groot politiek-debat" oftewel Algemeene Beschuo- wingen over het Rijksbudget 1931. In ons Lager huis werd de Indische begrooting voor het loopende jaar behaneld met een breedvoerigheid, zooals nooit te voren werd aanschouwd. Ik zou er mij gevoegelijk toe kunnen bepalen, voor al deze bespiegelingen te verwijzen naar de; verslagen, in de bladen gepubli ceerd. Ik teeken aan, dat minister de Graeff Dinsdag jl. 3 Maart in de Tweede Kamer o.m. verklaarde, dat de arbeid van de Poenale Sanctie in de Oost ge leidelijk moet worden vedrongen door den vrijen arbeid. Z. Exc. van Koloniën betoonde zich voor stander van eten gestadige uitbreiding der Arbeids inspectie. In de zitting yan Woensdag 4 dezer kwa men in de Tweede Kamer vooral ter sprke: de kwestie der gelijkstelling van de zg. oud-gepension- neerden (voor 1 Jan. op pensioen gesteldenmet die van lateren datum. Minister de Graeff verduide lijkte, dat hiermede vier millioen gulden zoo gemoeid zijn. Dien extra last kan Staats-bruintje (reeds meer dan overladen) niet torsen. De regeering be reidt intusschen een iets' ruimer steunverleening voor ten gunste van de oude gepensionneerden, die buiten hun schuld in moeilijkheden verkeer en. T. o. van het opiumvraagstuk werd nog eens dui delijk, dat slechts door internationale samenwer king wezenlijke verbetering in den strijd tegen het vermaledijde „beulsap" kan worden gebracht. Het was in de zitting van 4 Maart, dat de Tweede Kamer bij het opmaken van een nominatie voor vacture in den Hoogen Raad, als nummer een op de lijst plaatste mr. Meckmann, die dus met „aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid" door de Kroon tot Raadsheer in ons hoogste Rechtscollege zal worden benoemd. De verschillende hoofdstukken van de Indische begrooting zijn achtereenvolgens goedgekeurd, telkens met de stemmen der S. D. A. P. en van de beide communisten tegen. Voor de hoog-politieke beschouwingen in den Se- ken naat gevoerd Vrijdagmiddag op zeer laat uur (de E, klok wees zeven) is de Eerste Kamer er eindelijk uitgekomen en toen drong president de Vos van Steen wijk met den meesten drang op beperking aan, wil men voor de Stille week gereed kunnenko- men. t Minister Ruys de Beerenbrouck heeft Vrijdag jl. in de Eerste Kamer verklaard, dat gezien de eco nomische situatie In Europa, het oogenblik nog niet is aangekomen voor Nederland om tot wijziging van onze handelspolitiek over te gaan. De regeering is van oordeel, dat de totdusver gevolgde vrijhandels politiek voor ons land het beste is. De premier erkende dat er „zielsverwantschap" bestaat tus schen het zittend ministerie en de Rechtsche partij j en. Ik stip hierbij nog aan, dat uit de rechtsche I sfeer ook thans aandrang kwam tot het herstel van gen wat het sommetje van 15 millioen zou kosten. Dan kan vader Staat over Jacob van Campen's ze vende wonder het Paleis o pden Dam, beschikken. Sommigen voorspellen dat binnen afzienbaren tijd „alles bij het oude" zal blijven. Den loden Maart is de Utrechtsche Jaarbeurs weer geopend. Of ook zij de teekenen van crisis en malaise zal vertoonen heeft men af te wachten. Voorshands lijkt het er niet sterk op. I n de hofstad is een comité opgericht ter her denking van den eenmaal vermaarden Willem Bil- derdijk In het begin der vorige eeuw te Haarlem verscheiden. Ook te Amsterdam zal een soirée li téraire ter eere van Bilderdijk's nagedachtenis wor den gehouden. Personalia: Dr. Posthuma en dr. Nederbragt heb ben beide hooge Oostenrijksche onderscheidingen ontvangen in verband met de voorbereiding van nieuwe handels-overeenkomsten. De bekende Ameri- kaansche auto-magnaat Ford vertoefde te Amster dam voor zijn plannen tot bouw van fabriek nabij de hoofdstad. Den 13en a.s. wordt te 's-Gravenhage het zilveren Plankenland-jubileum gevierd van Luois Gimberg. Het Liberale Tweede Kamerlid Van Kempen is door aderontsteking genoopt, langdurige rust te nemen. Den afgetreden en repatriëerenden vice-president van den Raad van Indië, de heer Ch. J. M. Weiter, is het Commandeurskruis in de Oranje-Nassau- Orde verleend. Het Tweede Kamerlid Mr. Van Wijn bergen is door ziekte verhindert de zittingen bij te wonen. De Schout-bij-Nacht, C. J. E. Brutèl de la Rivière, zal waarschijnlijk opvolger worden van vice-admiraal Quant als commandant der te Den Helder. Senator Westerdijk (v. d.) is tweemaal ge opereerd. Zijn toestand is niet onbevredigend. Uit de dodenlijst: Mr. A. J. C. Bik, een in Haag- sche kringen welbekende figuur, op 75-jarigen leef tijd, Den Haag. Baron A. van Dedem, die gedurende vele jaren o.a. lid van den Tweede Kamer was, 90 jaar, Dalfsen (Ov.). Mej. H. W. Stegeman, opzlch- teres van het Office der Koningin, 50 jaar, Den Haag. Uit de jongste criminaliteiten teeken ik aan, dat: te Franeker door een vijand, die uit wraak han delde, te-water werd geworpen en verdronk. De dader meldde zich vrijwillig aan. Wederom tal van inbraken. De procuratie-houder van een onlangs gefailleer de Bank te Middelburg is in arrest gesteld, verdacht van verduistering en valscheid in geschrifte. Een hotelhouder aan het Rembrandtplein in de hoofdstraat is vermoedelijk door een 71-jarigen Hagenaar opgelicht voor een som van c. c. f 3300. Over de verwoestingen, door den rooden-haan aangericht, zij vermeld, dat oun. in de hoofdstad een groot gebouw, waarbij uitgebreid pakhuis aan den Dordtschen Straatweg in de asch werd gelegd. Te Tegelen is een rijwiel- en radio-fabriek afge brand1. De schade is zeer aanzienlijk. In de serie der ongelukken moet bovenaan wor den vermeld de vreeselijke ramp „van de IJmuider treiler „Noordpool 132" op de Schotsche kust," waar bij elf mannen den dood in de golven vonden. Nog altijd geldt het sombere: „De visch wordt duur ge- kocht!" Een serie verkeers-ongelukken, waaronder zeer ernstige zijn. Ik noem uit het de lugubere massa: op de Haagsche Heerengracht werd een broodbe zorger door een hollend paard doodgetrapt. Te Somere, bij Sluis, raakte een auto te-water. Een daarin gezeten echtpaar kon niet meer worden ge red. Te Vries (Gr.) vond bij een auto-ongeluk iemand den dood, terwijl een mede-inzittende zwaar werd gewond. Te Zevenhuizen (Z.H.) werd een echtpaar dood gevonden in hun huisje Zij waren door kolen damp verstikt. In de periode van herleefde vorst zij men voor de zooveelste maal vermaand. voor zichtig met „licht en vuur", zooals de klepperman in tempo tracht uit te roepen. Ten slotte nog iets uit de niet-sombere rubriek. De Amsterdamsche Raad heeft de Schouwburg voordracht, t. a. der bespeling van den Stads schouwburg c. c. goedgekeurd. Zal deze regeling iets als een solutie brengen? Over deze vraag loopen de meeningen zeer uiteen. Te Delft is een bond opgericht, 300 leden tel lend, genaamd „Job Gordijn." Deze wil trachten te geraken in het bezit te komen van een mil- lioenen-erfenis, dewelke zou zijn nagelaten door zekeren heer Gordijn, in den jare 1787 te Delft overleden. De ervaring, met sommige millioenen- erfenissen in den loop des tijds opgedaan, stemt iet- wat-sceptisch. Intusschen men kan niet weten! De Amsterdamsche kantonrechter heeft den ho tel-directeur, die vervolgd was wegens het in eigen keukens doen bakken van broodjes, die bij het ontbijt konden geserveerd worden, vrijgespro- Er is dus behoudens vonnis in hooger beroep, een heerlijk perspectief geopend voor de 's ochtends naar croquante, zoo-uit-de-oven gekomen broodjes hunkerende logeer-gasten!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 1