Ontsmettingsprpeven met Uienzaad
Bij Kiespijn
Rechtzaken
Een bedriegelijk masker
In een der jaarverslagen uitgebracht op de laatst
gehouden vergadering der tuinbouwvereeniging te
Noordscharwoude „Tuinbouwbelang" is meegedeeld,
dat in 1930 een proef is genomen met het ontsmetten
van uienzaad. Wij vonden den heer IJ. Kaan bereid
(eigenlijk ging van hem het plan uit) een proef te
nemen.
Het per,ceel was drie snees groot.
Op het eerste deel van 1 snees, werd uienzaad ge
zaaid, dat ontsmet was met germisan. De sterkte
der oplossing was een kwart procent, de tijd van
onderdompeling een half uur.
Het tweede deel van 1 snees ontving zaad, dat be
handeld was met uspulun (droog.) Daartoe werd per
pond ongeveer 4 gram uspulun gevoegd bij 1 pond
zaad, hetwelk door goed schudden flink met het
onsmettingsmiddel werd gemengd.
Het derde deel van 1 snees werd met onbehandeld
zaad bezaaid.
Het behandelde zaad kwam best op en gdurende
de groeiperiode waren duidelijke verschillen waar te
nemen in het voordeel van het germisan en uspulun
perceel. Bij het oogsten konden de volgende cijfers
worden vastgesteld:
Perceel I: 113 manden uien en 75 kilogram drie
lingen en 55 kilogram nep.
Perceel II, 109 mandenuien, en 75 kilogram drie
lingen en 42 kilogram nep.
Deze resultaten waren schitterend. Besloten werd
hieraan een bewaringsproef te verbinden om na te
gaan, hoe de uien zich zou gedragen na het oogsten.
Van elk perceel werden wtee hoopen samenge
steld (totaal duse 6 hoopen) van elk perceel werd
1 hoop uitgezocht op 10 December 1930, de restee-
rende op 12 Jaunari 1931. De resultaten van deze
proef zijn de volgende:
Perceel 1, 862 kilogram uien, 169 kilogram afval.
Perceel 2, 823 kilogram uien, 255 kilogram afval.
Perceel 3, 791 kilogram uien, 239 kilogram afval.
Wij ontveinzen ons niet te verklaren, dat wij
de laatste cijfers gaarne meer sprekend hadden ge
zien. Ten einde met groote zekerheid de werking
van germisan en uspulun te kunnen nagaan, is be
sloten in 1931 op verschillende plaatsen de proef te
herhalen. Enkele correspondenten van den Planten-
ziektenkundigen dienst verklaarden zich reeds be
reid de leding op zich te nemen. Van de zijde der
tuinders mag toch zeker wel op voldoende mede
werking worden gerekend?
N. S. 16 Maart '31. L. M.
Plaatselijk
Nieuws
—ZUIDSCHARWOUDE.
Damlut alhier speelde een wedstrijd tegen de Alk-
maarsche damclub met als uitslag 2412 in het
voordeel van Alkmaar.
—BROEK OP LANGENDIJK:
Gevonden voorwerpen:
Vijf portemonnaies waarvan een paar met inhoud
een handschoen, twee slingers van een auto.
Inlichtingen zijn te bekomen bij den gemeente
veldwachter.
maat maar ook op dat der confectie heeft deze fir- als belast met het rijkstoezicht op de naleving van de
ma zich een reputatie verworven, die een waordige motor- en rijwielwet en alsnu tegen hem proces ver
plaats inneemt in het tegenwoordige zakenleven. baal opmaakte. De ovtrtreder stond da,n ook heden
Wii wenschen de firma Spaander in de komende terecht doch het gelukte hem zoo goed den indruk te
jaren een gestagen bloei in hare zaken toe. vestigen dat hij volokmen te goeder trouw had ge-
KRABBENDAM handeld en van eenig opzet geen sprake was, dat
Dezer dagen werd alhier ouderavond gehouden, te slechts f 3 boete of 3 dagen werd opgelegd,
vens jaarvergadering van de vereeniging voor ger.
-- - - Remmengebreken kunnen voor den bestuurder nood
lottig zijn.
schoolonderwijs. De opkomst was niet groot.
Jaarverslagen van secretaris en penningmeester
kwam aan de orde, terwijl de voorzitter de heer
Visser met 21 van de 22 stemmen werd herkozen als
bestuurslid.
De heer Turkstra, hoofd der school, leverde een
referaat met als onderwerp „Iets over fantasie" De
heer Visser sprak over „Een brandende en een lich
tende roeping." Tenslotte bracht de heer J. Bier
steker nog ten gehoore een stukje over ouden school
strijd.
Een en ander werd afgewisseld door een zang
en orgelnummertje, terwijl ververschingen werden
rondgediend.
KRABBENDAM.
Voor belangstellenaden deelen wij nog mede, dat
a s Woensdag morgen alhier onder leiding van den
heer van Herwijnen weder gelegenheid bestaat tot
het ontsmetten van koolzaad. Ongetwijfeld zullen ve
len van deze gelegenheid gebruik maken
en ziek door gevatte koude, alsmede bij
pijnen van velerlei aard, zullen een van de
hieronder genoemde
Mijnhardt's Poeders
U spoedig helpen: Mijnhardt's Grieppoe-
ders - Hoofdpijnpoeders. - Verkoudheids-
poeders. - Kiespijnpoeders. - Hoestpoe
ders. - Maagpoeders. Rheumatiekpoe-
ders. Op poeders en doos staat de naam
Mijnhardt. Let bij het koopen hierop!
Prijs per poeder 8 ct. en per doos 45 ct.
Verkrijgbaar bij Uw drogist.
ff
De Wandelaar'
Uit den Omtrek
ALKMAAR.
25-JARIG JUBILEUM DER N.V. KLEEDINGMAGA-
ZIJNEN VOORHEEN A. SPAANDER CO.
TE ALKMAAR.
Gisteren werd door de fa. Spaander en Co. het
feit herdacht waarop zij voor 25 jaar hare zaak
te Hoorn vestigde.
Deze zaak opgericht door den heer Spaander,
omvatte toen 8 man personeel.
In 1915 werd het filiaal geopend in het perceel
Langestraat tegenover de firma M. Meijer en Zoon,
gelegen.
Was het toen alreeds een zaak die op velen een
voornamen indruk maakte, in 1921 verrees het pand
naast den ingang van het hotel „de Burg" eveneens
in de Langestraat.
Inmiddels was de zaak een N. V. geworden, waar
van directeuren waren de heeren Spaander en Nor-
demann, die het iniatief namen om een zoo groot-
sche zaak op het gebied van Heere-en Jongeheeren-
kleeding van zulk omvang in te richten.
Dank zij de voortvarendheid en doorzicht dezer
heeren, ontplooide deze zaak zich tot één der eer
ste van Alkmaar. Het personeel telt o.m. 2 coupeurs
en 28 kleermakers, hetgeen wel een sprekend be
wijs is van den voortdurenden bloei en vooruit
gang, die nog gestadig voortduurt.
Niet alleen op het gebied van de kleeding naar
Zooeven verscheen bij den uitgever A. G. Schoon-
derbeek te Laren de Maart-aflevering van „De
Wandelaar", maandblad, gewijd aan natuurstudie,
natuurbescherming, heemschut, geologie, folklore,
buitenleven en toerisme.
B. Hendriks is er als camera-jager op uitgetogen
en op onbloedige wijze heeft hij daarbij tal van
interessante vogels buit gemaakt. Chr. A. C. Nell
gaat in den breede na, wat er aan is van de be
wering, dat de maan invloed heeft op het weer
en A. Joman staat stil bij een boeiend lentever
schijnsel: den katjesbloei.
Jan van Mourik vraagt aandacht voor allerhande
kinderrijmpjes, terwijl B. Stoffel ons de schoonheid
van een Brabantsch bosch voor oogen toovert en H.
Tiesing met ons wandelt door de rustige Drentsche
dreven. x
Over het aantrekkelijke van klimplanten in onze
tuinen weidt H. W. Wiegman uit; met Henk Vmk
brengen wij een laatste bezoek aan de natuurpracht
van de Biesbosch, terwijl dr. H. van Capelle ons
weer naar het wonderland van Ollioules in Zuid-
Frankrijk leidt.
Ook ditmaal bevat de rubriek „Van en voor de
lezers" (natuurhistorisch allerlei) weer een groote
verscheidenheid van korte mededeelingen: de re
dacteur, Rinke Tolman, roert o.a. verschillende on
derwerpen aan: het voedsel van de kruisbekken,
de aanwezigheid van nachtvlinders op honingdauw,
en.Als steeds is ook deze aflevering kwistig geïllu
streerd met een keur van illustraties.
Zitting van Vrijdag 13 Maart.
Daar stond de electrische stoel nog nite voor klaar.
Op den 4 Februari reed de heer H. C. L. groente-
venter te Akersloot, met zijn vrachtauto langs het N.
H Kanaal naar Alkmaar, terwijl in de cabine ook
had plaats genomen zekere mej. Agnes Stoelinga,
die eveneens van de mooie en goedkoops gelegenheid
gebruik maakte de Victoriestad te bezoeken. Weldra
kwam echter achterop gereden een personenauto
welks bestuurder hoorn en claxon krachtige signalen
gaf alse kenteeken dat hij voorbij wenschte te rij
den De groentehandelaar echter noch zijn gezellin
gaven eenige blijk, deze signalen te hebben waarge
nomen zoodat de achterrijdende wagen geruimen tijd
moest achterblijven. Toen dan eindelijk voldoqnde
werd uitgehaald, bleek de luxe auto te zijn bemand
met rijkspolitiemannen, onder meer brigadier Groot,
die zich aan den groentehandelaar kenbaar maakte
De 22-jarige chauffeur A. V. te Alkmaar, die op
Februari met een zwaar beladen vrachtauto van
e firma Moerbeek den Kogerdijk onder de gemeente
Bergen bereed, veroorzaakte alstoen een ontzettend
ongeluk dooraat bij het passeeren van een andere
auto een spelend zevenjarig meisje eensklaps ach
ter dezen wagen tevoorschijn kwam en door de
vrachtauto op zoodanige wijze werd overreden, dat
slechts een verminkt lijkje kon worden opgenomen.
Den chauffeur trof niet den minsten schuld daar het
ongeluk niet kon voorkomen worden, doch een dooi
den rijksveldwachter Vermeulen ingesteld onder
zoek naar de deugdelijkheid der remmen had tot
resultaat, dat beide remmen ondeugdelijk werden
bevonden. En ter zake deze overtreding stond de
chauffeur dan toch nog terecht en werd hij ver
oordeeld tot f 25 boete of 25 dagen. Wel een bewijs
dat het aanbeveling verdient, aan den toestand van
de remmen steeds de meeste zorg te besteden.
Bang voor de bende van Al Capone?
I De 38-jarige klinker J. N. van B. te Alkmaar, die
zich momenteel in het huis van bewaring bevindt
wegens mishandeling en dus deftig onder geuniformd
geleide werd gepresenteerd was op 8 Februari in
het bezit gevonden van een wapenstok die hij beweer
de bij zich te dragen uit vrees voor eventueele over
vallen. Aangezien echter zulks wapentuig nief ge
oorloofd is, werd de angstige klinker veroordeeld
tot f 7 boete of 7 dagen en de wapenstok verbeurd
verklaard.
Non bis in idem.
In de voortgezette baldaad of straatschenderij-
zaak tegen de Castricummer heeren C. J. P. en S.
van het gemeentelijk aanplakbordje en afscheuren
M J P. welke aangelegenheid betrof het beschadigen
van officieele bekendmakingen, kwam onomstootelijk
vast te staan, dat deze heeren die alreeds Maandag
door de politierechter terzake vernieling tot f 15 boe
te 'of 15 dagen waren veroordeeld, tweemaal voor de
zelfde zaak werden vervolgd, hetgeen juridisch niet
is toegelaten. De heer ambtenaar zag zich dan ook
verplicht, zelf te moeten verzoeken, niet ontvanke
lijk te worden verklaard, welke niet ontvankelijkheid
dan ook onmiddellijk werd uitgesproken. Een aan
sporing voor heeren verbalisanten bij dergelijke ge
vallen de wet eens te raadplegen, waardoor wordt
voorkomen dat het openbaar ministerie een mal fi
guur slaat.
Het alibi was niet bepaald 18 karaats.
Een paardenhandelaar uit Amsterdam, de heer
C V., die d evorige week terecht had gestaan wegens
het rijden zonder licht met een aangespannen voer
tuig op den Schermerweg onder Alkmaar in den
avond van 30 April 1930 en alstoen ook nog een
valschen naam had opgegeven, zou nu volgens belof
te met een schitterend alibi op de proppen komen.
Ten dien einde had hij ook nog als getuige a de
charge meegebracht de heer Willem Smeets, een op
paardenmarkten zeer gewaardeerd assistent met
krachtige vuisten en een stevige maag.
Het verloop van de voortgezette behandeling kon
echter voor den heer V. geen onverdeeld succes
worden genoemd. Het eenige wat dan misschien in
zijn voordeel kon worden aangemerkt was wel, dat
hij dien avond ietwat angeheistert was geweest
en bij zijn vriend Beets te Schermerhorn snert had
gegeten. De heer Smeets kon alleen verhalen dat
hij ter gelegenheid van een paardenmarkt met het
dresseerkarretje van verdachte was meegereden en
hij een knol achter den wagen had bevestigd. De
heer B. had persoonlijk een gemakkelijke positie
ingenomen op den bodem van de kar. Een andere
inzittende had gestuurd en men was door geeir agent
aangehouden. Op welken dag dit nu zoo 'precies was
geweest, wist de getuige a decharge ook niet te zeg
gen. Het einde va nh'et verwarde lied, dat ooa nog
langdradig dreigde te worden, was dat de heer B.
werd schuldig geacht aan beied feiten en veroordeeld
tot f4 boete of 4 dagen wegens lichtverduistering
en tot f 20 boete of 20 dagen terzake het ijdel gebrul
ken van een andermans naam.
FEUILLETON
De luitenant schertste met Ebba en den ritmeester
fluisterde op bijna biddenden toon tot Marie:
„Laat mij uw cavalier zijn. Op het smalle bosch-
pad moeten wij toch twee aan twee rijden
Eenigszins verrast zag Marie haren neef aan en ant-
woordde toen glimlachend:
„Gij zïjt de eenige die zich daartoe aanbood bij mij
en' dus ben ik wel gedwongen u aan te nemen." i
„Dat geschiedt alzoo uit gebrek aan beter en niet
ter wille van mijnen wensch?"
„Gij hebt juist geraden" antwoordde Marie, terwijl
zij' zijn hand aannam en te paard steeg.
„Wij zullen den terin openen," verklaarde nu de rit
meester en gaf zijn paard de sporen.
Het tweetal draafde de laan af, de anderen voor
uit. Toen zij een eindweegs hadden voortgereden
vroeg Karei geheel ohverwachts:
„Wanneer en waar toch werd Ebba van haren
man gescheiden?"
Bij die onverhoedsche vraag ontstelde Marie en
wierp een schuwen blik eerst naar de achter haar
rijdende Ebba en daarna op Karei.
Mijn God!" vroeg zij nu met angstig gelaat,
„hoe hebt gij dit geheim ontdekt.?"
Marie ik heb u een vraag gedaan antwoordde
Karei. „Wees zoo goed deze eerst te beantwoorden,
vervolgens zal ik u dezelfde dienst bewijzen."
„Neen," sprak Marie op vasten toon, „ik spreek niet
voor gij mij geantwoord hebt"
„Om een uitvlucht te vinden voor de rechtstreek-
sche waarheid niet waar?"
„Gij weet immers dat uw pijlen mij niet treffen.
Verspil dus uw satire niet aan iemand die daarvoor
zoo ongevoelig blijft."
Karei zweeg eenige oogenblikken, daarna begon
haren man gescheiden en dus geen weduwe is zoo als
zij voorgeeft."
„Mathilde heeft u dat gezegd?" nep Marie uit en
bleef Karei met onafgewenden blik aanstaren. „Zij
zou het gewaagd hebben dat te zeggen? Neen, neen,
gij schertst, het is niet mogelijk dat zij zoo
„Oprecht geweest is" wilt gij zeggen. Ja, bij mijn
eer en zij heeft mij dit zelf gezegd in tegenwoordig
heid van Ebba's vroegeren minnaar."
„Ebba's vroegeren minnaar Wat raaskalt ge nu?
„Houdt u maar niet dom, lieve Marie. Hoe goed
en edelmoedig gij uw rol van heilige tracht vol
.te houden, bij mij richt ge daarmede hoegenaamd
niets uit."
„Er is hier geen sprake van het goed of slecht spe
len mijner rol. Het geldt Ebba. Wie zou dan haar
minnaar geweest zijn?"
„Kapitein Stuart. Dit weet gij even goed als ik
Maria's oogen spraken de grootste verbazing uit
en zag Karei aan met een uitdrukking als twijfelde
zij aan zijn verstand.
„En nu Marie, heb ik u wel meer dan een dozijn
vragen beantwoord, van u heb ik daarentegen nog
niets vernomen."
„Waarom vraagt gij Ebba zelve niet?
Omdat die mij de waarheid niet zeggen zou.
Integendeel. Ebba zou u met de waarheid ant
woorden. Ik heb daartoe het recht niet. Overigens
zou ik meenen, dat uw kieschheid u moest gebieden
zulke teedere snaren niet aan te raken vooral
daar Ebba, als wij anderen, voor u niets meer dan
een levende leugen uwe gewine definitie voor
vrouwen en dus zaken haar betreffende u volko
men onverschillig moeten zijn." Zoo sprekende hield
Marie den blik onverpoosd op den ritmeester geves-
Ügij' vergeet dat Ebba en ik een weddenschap, of lie
ver een strijd hebben aangegaan over de deugd
der vrouwen. Gij zult dus bevinden dat zelfs hare
gebreken in mijn hand een voortreffelijk wapen
tegen haar worden."
„Wanneer gij rekent de zege te zullen behalen door
Ebba's vermeende zwakheden, dan bereikt gij uw
doel waarschijnlijk nooit. Want ik geloof niet dat
De volle aandacht achter het stuur mag nimmer
verflauwen.
De chauffeur van een vrachtauto de heer Jan m
uit Dirkshorn reed op 26 November te Noordschar
woude door den dorpsweg en lette vermoedelijk
niet voldoende op een aldaar ter zijde staande aan
gespannen melkwagen, want hoewel er voldoende
ruimte was om te passeeren reed hij dezen wagen
met kracht van achter aan, zoodat voor f 150 aan
materiaal en consumptie werd vernield, terwijl het
paard door de ondervonden emotie werd bedorven
en grootendeels ongeschikt om in het verkeer als
trekpaard te worden gebezigd. Daar elke schadere
geling achterwege bleef, maakte de benadeelde melk
handelaar, de heer H. G. van Rijn er werk van met
gevolg, dat heden de niet verschene chauffeur werd
gij- in haar geheel verleden een enkele fout zult
weten te ontdekken. Doch laat ons nu van iets
anders spreken. Ik heb geen plan verder een enkele
uwer vragen meer te beantwoorden" zeide Marie
terwijl zij haar blik naar elders richtte.
De ritmeester zweeg.
DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Mathilde en Stuart waren slechts weinige schreden
van den ritmeester en Marie verwijderd.
„Gij hebt zeer veel op het spel gezet, Mathilde
door in mijn tegenwoordigheid Ebba aan te vallen
en een geheim te verraden, dat gij in uw eigen be
lang behoordet te laten rusten. Of gelooft gij wel
licht op mijn gemoed nog denzelfden invloed te
kunnen uitoefenen als voorheen?" sprak Stuart in
het Engelsch.
„Ik geloof niets, ik vrees niets en heb slechts een
waarheid gezegd" antwoordde Mathilde fier. „En zoo
ik voldaan heb aan uw verlangen om mij eenige
woorden onder vier oogen te zeggen, dan is dit vol
strekt niet geschied uit vrees voor u, maar uiti
nieuwsgierigheid om te hooren wat gij mij toch wel
zoudt te zeggen hebben."
„Gij spreekt geen waarheid Mathilde. Gij vreest
mij als uw boos geweten. Maar hoor nu wat ik van
u eisch."
„Gij eischt mijnheer?" antwoordde Mathilde.
„Waarlijk de zaak begint belachelijk te worden
De kapitein vervolgde met fonkelenden blik:
„Neem u in acht Mathilde. Ik zou u kunnen week
maken als was."
„Beproef het. Bedreigingen zijn machtelooze wape
nen, slechts geschikt om zwakke zielen te verschrik
ken. Ik beef niet voor groote woorden of holle klan
ken."
„Waralijk niet? Welnu behoud uw overtuiging:
maar ik beloof u dat gij die spoedig genoeg zult op
geven. Ik wensch voor het oogenblik niets meer dan
dat g iju verbindt Ebba nimmer met een enkel
woord te zullen benaderen of het verleden te zullen
aanroeren. In he oog van uwen neef, den ritmeester
moet gij Ebba doen voorkomen zoo als gij weet dat
veroordeeld tot f 35 boete of 35 dagen, ongeacht de
civiele actie die den in gebreke gebleven comparant
nog dreigt.
Drei maal getoeterd en nog op den bon.
De chauffeur en de groentehandelaar W. J. K. te
Warmenhuizen is oogenschijnlijk geen door het ge
luk begunstigd autobestuurder Reeds eenige malen
werd hij te Schoorl door den actie van den burgerva
der in hoogst dezelfs eigen persoon wegens over-
terding der verkeerswetten en regelen gecorrigeerd
door een proces verbaal en thans moest de arme
man weer tercht staan omdat hij op 29 Januari
te Alkmaar op den hoek Snaarmanslaan Spoorstraat
een door zekeren heer A. Vlessing bestuurden auto
van rechtskomend, geen voorrang had verleend,
zoodat een aanrijding het gevolg was. De verdachte
verklaarde, op deerniswekkenden toon, dat hij tijdig
wel driemaal getoeterd had en geen tegensignaal
had gehoord, terwijl het uitzicht op dat punt on
mogelijk is. De insinuatie van den geachten ambte
naar dat hij maar raak rijdt, was hij echter zoo vrij
niet te onderschrijven. Aangezien de eenige getuige
ziek en de kantonrechter niet voldaan was, werd be
sloten de zaak alsnog aan te houden tot 27 Maart
Een bijna belachelijke snijboonenarbeidswetovertre-
dingsgeschiedenis.
De heeren N. en C. K. leden van een uit drie ge
broeders bestaande firma te Zuidscharwoude, die al
daar een zuurkoolfabriek en groentenzouterij drij
ven, moesten heden terecht staan wegens overtre
ding der arbeidswet, op grond dat zij hadden toege
laten het insteken van snijboonen door vrouwen
insteekgaten die alleen mochten worden gebezigd
worden door mannelijke instekers. De heer Corn.
K die alleen was verschenen, lichtte zulks nader
toe. De kleinere wel toegelaten insteekapparaten
bleken wel ruim genoeg te zijn voor snij- doch niet
voor de lekkere pronkboonen en daar het bedrijf op
straffe van rotting der producten niet kon worden
onderbroken, had men van den nood een deugd ge
maakt en de vrouwen of liever jonge meisjes doen
voortwerken daar mannen voor dezen arbeid niet
zijn te krijgen.
De kantonrechter die de openhartigheid evenzeer
beoefent, als hij die de deugdin de getuigen en ver
dachten prijst, kon niet nalaten, het wetelijk onder
scheid tusschen mannen en vrouwen belachelijk te
noemen, welke meening blijkbaar niet werd ge
deeld door den ambtenaar, die den fabrikant dreig
de indien hij zoo voortging, met inbeslagname der
inteekapparaten.
Voorts achtte ZE. het feit zeer erntisg, daar man
nen met hun grovere vingers veel minder gevaar
loopen dan vrouwen die zooveel teerder zijn van
lichaamsbouw en werd gevorderd f30 boete of 30
dagen.
De kantonrechter bleef echter in zijn afwijzende
houding volharden hoewel hij ambtelijk verplicht
was de wet te handhaven. Hij veroordeelde dus
de heeren K. wel, doch legde hun consequent geen
straf op.
De heeren arbeidswetgevers hebben goed praten.
De heer P. E. een jonge ambitieuze slager te Alk
maar die niets verzuimt om zijn zaak winstgevend
en tot bloei te brengen, schijnt ook niet veel mo
tieven te hebben de controle op de naleving der ar
beidswet hemelhoog te prijzen. Hij was reeds vele
malen de pisang en stond nu weer terecht omdat
op Donderdag 5 Februari een knecht na 6 uur
namiddas in den winkel arbeid had verricht, Dit
feit kon niet ontkend worden, doch werd door den
heer E. nader aldus verklaard. De knecht is intern
en bevond zich in de kamer om uit te blazen. De
vrouw hield zich onledig met het naar bed brengen
van de kinderen, terwijl de baas zelf zich onledig
hield met worst maken. Toevallig kwam er een
klant in den winkel en was was nu natuurlijker dat
de knecht die absoluut niets te doen had even in
de bocht sprong om dien klant te bedienen.? Echter
verscheen op dit critieke oogenblik een controleur
en het resultaat daarvan was dat de hernieuwde
verschijning des heeren E. voor den kantonrechter
volgde.
De ambtenaar merkte op dat de heer E. voortdurend
in conflict komt met de arbeidswet waarop c.eze re
pliceerde dat men hem ook juist altijd scheen te
moeten hebben. Een feit is dat door de arbeidswet
geen rekening wordt gehouden met de omstandighe
den in het bedrijf.
Ten einde de waarheid der bewering van vereach
te, dat hij steeds de slager is, die de primeur der
arbeidswetcontrole geniet, nader tae onderzoexen,
besloot de kantonrechter tot aanhouding en zal de
verbalisant worden gehoord.
Te lang nagekaart.
De 22-jarige heer Theodoor H„ een kaasmaker
te Egmond Binnen, kon in den avond van 1 Maait
nog niet scheiden vah de gezellige kietstafel in ten
verloflocaliteit te Egmond aan den Hoef, lux wil net
sluitingsuur op 10 uur gesteld, reeds verstrek;n was
Dientengevolge verscheen de heer H. voor den kan-
tonerecheter bewerende dat hij een eventueele aan
maning tot heengaan van den verlofhouder niet
had gehoord. Dit was echter een kwestie waarmede
de kantonrechter geen rekening kon houden en werd
dus de standvastige bezoeker veroordeeld tot fi
boete of 2 dagen.
zij is rein en vlekkeloos in handel en wandel.
want gij hebt een onverdiende schaduw op haar ge
worpen. Belooft gij dit nite, dan zal ik
Weten te vertellen welk een groote gek gy zeil
geweest zijt. Want geen verstandig mensch zal my
uwe dwaasheden, of wel uw lage handelwijze tot
verwijt kunnen maken."
„Gij wilt mij dus de verlangde belofte niet doen.-'
„Neen .mijnheer volstrekt niet".
„Goed, zoo zult gij uzelven hebben te wijten wat
geschieden zal."
Laat ons de zaken eens nauwkeurig nagaan mijn
heer, en onderzoeken wat gij van mij zeggen kunt.
Dat ik van mijnen echtgenoot gescheiden ben weet
de geheele wereld. Verder kunt gij zeggen, dat dit
om uwentwil is geschied. Maar, lieve God, wie zal
zoo iets gaan gelooven, daar allen weten, dat net
gekrenkt verstand van mijn man de oorzaak daar
van was. Gij bezit niets wat zou kunnen bewijzen
dat ik u bemind heb, en gij weet ook zeer goed, dat
dit nooit het geval is geweest. Gij kunt u op geen en
kel gunstbetoon van mij beroemen. In het kort, gy
hebt niets waarmede gij uw woorden zoudt kunnen
ondersteunen of een vlek werpen op mijn naam.
Gelukkige illusiën. Maar zeg mij welk belang hebt
gij er bij om Ebba te bènadeelen, daar zij door uwe
schuld reeds zooveel geleden heeft.
Ik heb geen plan om u mijn beweegredenen daar
toé' mede te deelen. Ebba staat mij in den weg, en
daarom tracht ik haar terzijde te schuiven." Dit ge
zegd hebbende wendde Mathilde een weinig denteu
gel en riep den graaf tot zich. Doch deze verontschui
digde zich en kwam niet naderbij.
Gij verklaart u alzoo tot Ebba's vijandin? vroeg
Stuart terwijl hij de schoone vrouw met dreigenden
blik beschuowde.
„Ik verklaar mij tot volstrekt niets, maar denk te
handelen naar mijn indrukken" antwoordde Mathil
de en bracht nu haar paard in galop.
Maar hoe zij ook haar best deed, om gedurende
den verderen tocht Stuart te ontkomen, telkens
was deze haar weder trouw ter zijde.
Wordt vervolgd.