Ontsmettingsprpeven met Uienzaad Bij Kiespijn Rechtzaken Een bedriegelijk masker In een der jaarverslagen uitgebracht op de laatst gehouden vergadering der tuinbouwvereeniging te Noordscharwoude „Tuinbouwbelang" is meegedeeld, dat in 1930 een proef is genomen met het ontsmetten van uienzaad. Wij vonden den heer IJ. Kaan bereid (eigenlijk ging van hem het plan uit) een proef te nemen. Het per,ceel was drie snees groot. Op het eerste deel van 1 snees, werd uienzaad ge zaaid, dat ontsmet was met germisan. De sterkte der oplossing was een kwart procent, de tijd van onderdompeling een half uur. Het tweede deel van 1 snees ontving zaad, dat be handeld was met uspulun (droog.) Daartoe werd per pond ongeveer 4 gram uspulun gevoegd bij 1 pond zaad, hetwelk door goed schudden flink met het onsmettingsmiddel werd gemengd. Het derde deel van 1 snees werd met onbehandeld zaad bezaaid. Het behandelde zaad kwam best op en gdurende de groeiperiode waren duidelijke verschillen waar te nemen in het voordeel van het germisan en uspulun perceel. Bij het oogsten konden de volgende cijfers worden vastgesteld: Perceel I: 113 manden uien en 75 kilogram drie lingen en 55 kilogram nep. Perceel II, 109 mandenuien, en 75 kilogram drie lingen en 42 kilogram nep. Deze resultaten waren schitterend. Besloten werd hieraan een bewaringsproef te verbinden om na te gaan, hoe de uien zich zou gedragen na het oogsten. Van elk perceel werden wtee hoopen samenge steld (totaal duse 6 hoopen) van elk perceel werd 1 hoop uitgezocht op 10 December 1930, de restee- rende op 12 Jaunari 1931. De resultaten van deze proef zijn de volgende: Perceel 1, 862 kilogram uien, 169 kilogram afval. Perceel 2, 823 kilogram uien, 255 kilogram afval. Perceel 3, 791 kilogram uien, 239 kilogram afval. Wij ontveinzen ons niet te verklaren, dat wij de laatste cijfers gaarne meer sprekend hadden ge zien. Ten einde met groote zekerheid de werking van germisan en uspulun te kunnen nagaan, is be sloten in 1931 op verschillende plaatsen de proef te herhalen. Enkele correspondenten van den Planten- ziektenkundigen dienst verklaarden zich reeds be reid de leding op zich te nemen. Van de zijde der tuinders mag toch zeker wel op voldoende mede werking worden gerekend? N. S. 16 Maart '31. L. M. Plaatselijk Nieuws —ZUIDSCHARWOUDE. Damlut alhier speelde een wedstrijd tegen de Alk- maarsche damclub met als uitslag 2412 in het voordeel van Alkmaar. —BROEK OP LANGENDIJK: Gevonden voorwerpen: Vijf portemonnaies waarvan een paar met inhoud een handschoen, twee slingers van een auto. Inlichtingen zijn te bekomen bij den gemeente veldwachter. maat maar ook op dat der confectie heeft deze fir- als belast met het rijkstoezicht op de naleving van de ma zich een reputatie verworven, die een waordige motor- en rijwielwet en alsnu tegen hem proces ver plaats inneemt in het tegenwoordige zakenleven. baal opmaakte. De ovtrtreder stond da,n ook heden Wii wenschen de firma Spaander in de komende terecht doch het gelukte hem zoo goed den indruk te jaren een gestagen bloei in hare zaken toe. vestigen dat hij volokmen te goeder trouw had ge- KRABBENDAM handeld en van eenig opzet geen sprake was, dat Dezer dagen werd alhier ouderavond gehouden, te slechts f 3 boete of 3 dagen werd opgelegd, vens jaarvergadering van de vereeniging voor ger. -- - - Remmengebreken kunnen voor den bestuurder nood lottig zijn. schoolonderwijs. De opkomst was niet groot. Jaarverslagen van secretaris en penningmeester kwam aan de orde, terwijl de voorzitter de heer Visser met 21 van de 22 stemmen werd herkozen als bestuurslid. De heer Turkstra, hoofd der school, leverde een referaat met als onderwerp „Iets over fantasie" De heer Visser sprak over „Een brandende en een lich tende roeping." Tenslotte bracht de heer J. Bier steker nog ten gehoore een stukje over ouden school strijd. Een en ander werd afgewisseld door een zang en orgelnummertje, terwijl ververschingen werden rondgediend. KRABBENDAM. Voor belangstellenaden deelen wij nog mede, dat a s Woensdag morgen alhier onder leiding van den heer van Herwijnen weder gelegenheid bestaat tot het ontsmetten van koolzaad. Ongetwijfeld zullen ve len van deze gelegenheid gebruik maken en ziek door gevatte koude, alsmede bij pijnen van velerlei aard, zullen een van de hieronder genoemde Mijnhardt's Poeders U spoedig helpen: Mijnhardt's Grieppoe- ders - Hoofdpijnpoeders. - Verkoudheids- poeders. - Kiespijnpoeders. - Hoestpoe ders. - Maagpoeders. Rheumatiekpoe- ders. Op poeders en doos staat de naam Mijnhardt. Let bij het koopen hierop! Prijs per poeder 8 ct. en per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw drogist. ff De Wandelaar' Uit den Omtrek ALKMAAR. 25-JARIG JUBILEUM DER N.V. KLEEDINGMAGA- ZIJNEN VOORHEEN A. SPAANDER CO. TE ALKMAAR. Gisteren werd door de fa. Spaander en Co. het feit herdacht waarop zij voor 25 jaar hare zaak te Hoorn vestigde. Deze zaak opgericht door den heer Spaander, omvatte toen 8 man personeel. In 1915 werd het filiaal geopend in het perceel Langestraat tegenover de firma M. Meijer en Zoon, gelegen. Was het toen alreeds een zaak die op velen een voornamen indruk maakte, in 1921 verrees het pand naast den ingang van het hotel „de Burg" eveneens in de Langestraat. Inmiddels was de zaak een N. V. geworden, waar van directeuren waren de heeren Spaander en Nor- demann, die het iniatief namen om een zoo groot- sche zaak op het gebied van Heere-en Jongeheeren- kleeding van zulk omvang in te richten. Dank zij de voortvarendheid en doorzicht dezer heeren, ontplooide deze zaak zich tot één der eer ste van Alkmaar. Het personeel telt o.m. 2 coupeurs en 28 kleermakers, hetgeen wel een sprekend be wijs is van den voortdurenden bloei en vooruit gang, die nog gestadig voortduurt. Niet alleen op het gebied van de kleeding naar Zooeven verscheen bij den uitgever A. G. Schoon- derbeek te Laren de Maart-aflevering van „De Wandelaar", maandblad, gewijd aan natuurstudie, natuurbescherming, heemschut, geologie, folklore, buitenleven en toerisme. B. Hendriks is er als camera-jager op uitgetogen en op onbloedige wijze heeft hij daarbij tal van interessante vogels buit gemaakt. Chr. A. C. Nell gaat in den breede na, wat er aan is van de be wering, dat de maan invloed heeft op het weer en A. Joman staat stil bij een boeiend lentever schijnsel: den katjesbloei. Jan van Mourik vraagt aandacht voor allerhande kinderrijmpjes, terwijl B. Stoffel ons de schoonheid van een Brabantsch bosch voor oogen toovert en H. Tiesing met ons wandelt door de rustige Drentsche dreven. x Over het aantrekkelijke van klimplanten in onze tuinen weidt H. W. Wiegman uit; met Henk Vmk brengen wij een laatste bezoek aan de natuurpracht van de Biesbosch, terwijl dr. H. van Capelle ons weer naar het wonderland van Ollioules in Zuid- Frankrijk leidt. Ook ditmaal bevat de rubriek „Van en voor de lezers" (natuurhistorisch allerlei) weer een groote verscheidenheid van korte mededeelingen: de re dacteur, Rinke Tolman, roert o.a. verschillende on derwerpen aan: het voedsel van de kruisbekken, de aanwezigheid van nachtvlinders op honingdauw, en.Als steeds is ook deze aflevering kwistig geïllu streerd met een keur van illustraties. Zitting van Vrijdag 13 Maart. Daar stond de electrische stoel nog nite voor klaar. Op den 4 Februari reed de heer H. C. L. groente- venter te Akersloot, met zijn vrachtauto langs het N. H Kanaal naar Alkmaar, terwijl in de cabine ook had plaats genomen zekere mej. Agnes Stoelinga, die eveneens van de mooie en goedkoops gelegenheid gebruik maakte de Victoriestad te bezoeken. Weldra kwam echter achterop gereden een personenauto welks bestuurder hoorn en claxon krachtige signalen gaf alse kenteeken dat hij voorbij wenschte te rij den De groentehandelaar echter noch zijn gezellin gaven eenige blijk, deze signalen te hebben waarge nomen zoodat de achterrijdende wagen geruimen tijd moest achterblijven. Toen dan eindelijk voldoqnde werd uitgehaald, bleek de luxe auto te zijn bemand met rijkspolitiemannen, onder meer brigadier Groot, die zich aan den groentehandelaar kenbaar maakte De 22-jarige chauffeur A. V. te Alkmaar, die op Februari met een zwaar beladen vrachtauto van e firma Moerbeek den Kogerdijk onder de gemeente Bergen bereed, veroorzaakte alstoen een ontzettend ongeluk dooraat bij het passeeren van een andere auto een spelend zevenjarig meisje eensklaps ach ter dezen wagen tevoorschijn kwam en door de vrachtauto op zoodanige wijze werd overreden, dat slechts een verminkt lijkje kon worden opgenomen. Den chauffeur trof niet den minsten schuld daar het ongeluk niet kon voorkomen worden, doch een dooi den rijksveldwachter Vermeulen ingesteld onder zoek naar de deugdelijkheid der remmen had tot resultaat, dat beide remmen ondeugdelijk werden bevonden. En ter zake deze overtreding stond de chauffeur dan toch nog terecht en werd hij ver oordeeld tot f 25 boete of 25 dagen. Wel een bewijs dat het aanbeveling verdient, aan den toestand van de remmen steeds de meeste zorg te besteden. Bang voor de bende van Al Capone? I De 38-jarige klinker J. N. van B. te Alkmaar, die zich momenteel in het huis van bewaring bevindt wegens mishandeling en dus deftig onder geuniformd geleide werd gepresenteerd was op 8 Februari in het bezit gevonden van een wapenstok die hij beweer de bij zich te dragen uit vrees voor eventueele over vallen. Aangezien echter zulks wapentuig nief ge oorloofd is, werd de angstige klinker veroordeeld tot f 7 boete of 7 dagen en de wapenstok verbeurd verklaard. Non bis in idem. In de voortgezette baldaad of straatschenderij- zaak tegen de Castricummer heeren C. J. P. en S. van het gemeentelijk aanplakbordje en afscheuren M J P. welke aangelegenheid betrof het beschadigen van officieele bekendmakingen, kwam onomstootelijk vast te staan, dat deze heeren die alreeds Maandag door de politierechter terzake vernieling tot f 15 boe te 'of 15 dagen waren veroordeeld, tweemaal voor de zelfde zaak werden vervolgd, hetgeen juridisch niet is toegelaten. De heer ambtenaar zag zich dan ook verplicht, zelf te moeten verzoeken, niet ontvanke lijk te worden verklaard, welke niet ontvankelijkheid dan ook onmiddellijk werd uitgesproken. Een aan sporing voor heeren verbalisanten bij dergelijke ge vallen de wet eens te raadplegen, waardoor wordt voorkomen dat het openbaar ministerie een mal fi guur slaat. Het alibi was niet bepaald 18 karaats. Een paardenhandelaar uit Amsterdam, de heer C V., die d evorige week terecht had gestaan wegens het rijden zonder licht met een aangespannen voer tuig op den Schermerweg onder Alkmaar in den avond van 30 April 1930 en alstoen ook nog een valschen naam had opgegeven, zou nu volgens belof te met een schitterend alibi op de proppen komen. Ten dien einde had hij ook nog als getuige a de charge meegebracht de heer Willem Smeets, een op paardenmarkten zeer gewaardeerd assistent met krachtige vuisten en een stevige maag. Het verloop van de voortgezette behandeling kon echter voor den heer V. geen onverdeeld succes worden genoemd. Het eenige wat dan misschien in zijn voordeel kon worden aangemerkt was wel, dat hij dien avond ietwat angeheistert was geweest en bij zijn vriend Beets te Schermerhorn snert had gegeten. De heer Smeets kon alleen verhalen dat hij ter gelegenheid van een paardenmarkt met het dresseerkarretje van verdachte was meegereden en hij een knol achter den wagen had bevestigd. De heer B. had persoonlijk een gemakkelijke positie ingenomen op den bodem van de kar. Een andere inzittende had gestuurd en men was door geeir agent aangehouden. Op welken dag dit nu zoo 'precies was geweest, wist de getuige a decharge ook niet te zeg gen. Het einde va nh'et verwarde lied, dat ooa nog langdradig dreigde te worden, was dat de heer B. werd schuldig geacht aan beied feiten en veroordeeld tot f4 boete of 4 dagen wegens lichtverduistering en tot f 20 boete of 20 dagen terzake het ijdel gebrul ken van een andermans naam. FEUILLETON De luitenant schertste met Ebba en den ritmeester fluisterde op bijna biddenden toon tot Marie: „Laat mij uw cavalier zijn. Op het smalle bosch- pad moeten wij toch twee aan twee rijden Eenigszins verrast zag Marie haren neef aan en ant- woordde toen glimlachend: „Gij zïjt de eenige die zich daartoe aanbood bij mij en' dus ben ik wel gedwongen u aan te nemen." i „Dat geschiedt alzoo uit gebrek aan beter en niet ter wille van mijnen wensch?" „Gij hebt juist geraden" antwoordde Marie, terwijl zij' zijn hand aannam en te paard steeg. „Wij zullen den terin openen," verklaarde nu de rit meester en gaf zijn paard de sporen. Het tweetal draafde de laan af, de anderen voor uit. Toen zij een eindweegs hadden voortgereden vroeg Karei geheel ohverwachts: „Wanneer en waar toch werd Ebba van haren man gescheiden?" Bij die onverhoedsche vraag ontstelde Marie en wierp een schuwen blik eerst naar de achter haar rijdende Ebba en daarna op Karei. Mijn God!" vroeg zij nu met angstig gelaat, „hoe hebt gij dit geheim ontdekt.?" Marie ik heb u een vraag gedaan antwoordde Karei. „Wees zoo goed deze eerst te beantwoorden, vervolgens zal ik u dezelfde dienst bewijzen." „Neen," sprak Marie op vasten toon, „ik spreek niet voor gij mij geantwoord hebt" „Om een uitvlucht te vinden voor de rechtstreek- sche waarheid niet waar?" „Gij weet immers dat uw pijlen mij niet treffen. Verspil dus uw satire niet aan iemand die daarvoor zoo ongevoelig blijft." Karei zweeg eenige oogenblikken, daarna begon haren man gescheiden en dus geen weduwe is zoo als zij voorgeeft." „Mathilde heeft u dat gezegd?" nep Marie uit en bleef Karei met onafgewenden blik aanstaren. „Zij zou het gewaagd hebben dat te zeggen? Neen, neen, gij schertst, het is niet mogelijk dat zij zoo „Oprecht geweest is" wilt gij zeggen. Ja, bij mijn eer en zij heeft mij dit zelf gezegd in tegenwoordig heid van Ebba's vroegeren minnaar." „Ebba's vroegeren minnaar Wat raaskalt ge nu? „Houdt u maar niet dom, lieve Marie. Hoe goed en edelmoedig gij uw rol van heilige tracht vol .te houden, bij mij richt ge daarmede hoegenaamd niets uit." „Er is hier geen sprake van het goed of slecht spe len mijner rol. Het geldt Ebba. Wie zou dan haar minnaar geweest zijn?" „Kapitein Stuart. Dit weet gij even goed als ik Maria's oogen spraken de grootste verbazing uit en zag Karei aan met een uitdrukking als twijfelde zij aan zijn verstand. „En nu Marie, heb ik u wel meer dan een dozijn vragen beantwoord, van u heb ik daarentegen nog niets vernomen." „Waarom vraagt gij Ebba zelve niet? Omdat die mij de waarheid niet zeggen zou. Integendeel. Ebba zou u met de waarheid ant woorden. Ik heb daartoe het recht niet. Overigens zou ik meenen, dat uw kieschheid u moest gebieden zulke teedere snaren niet aan te raken vooral daar Ebba, als wij anderen, voor u niets meer dan een levende leugen uwe gewine definitie voor vrouwen en dus zaken haar betreffende u volko men onverschillig moeten zijn." Zoo sprekende hield Marie den blik onverpoosd op den ritmeester geves- Ügij' vergeet dat Ebba en ik een weddenschap, of lie ver een strijd hebben aangegaan over de deugd der vrouwen. Gij zult dus bevinden dat zelfs hare gebreken in mijn hand een voortreffelijk wapen tegen haar worden." „Wanneer gij rekent de zege te zullen behalen door Ebba's vermeende zwakheden, dan bereikt gij uw doel waarschijnlijk nooit. Want ik geloof niet dat De volle aandacht achter het stuur mag nimmer verflauwen. De chauffeur van een vrachtauto de heer Jan m uit Dirkshorn reed op 26 November te Noordschar woude door den dorpsweg en lette vermoedelijk niet voldoende op een aldaar ter zijde staande aan gespannen melkwagen, want hoewel er voldoende ruimte was om te passeeren reed hij dezen wagen met kracht van achter aan, zoodat voor f 150 aan materiaal en consumptie werd vernield, terwijl het paard door de ondervonden emotie werd bedorven en grootendeels ongeschikt om in het verkeer als trekpaard te worden gebezigd. Daar elke schadere geling achterwege bleef, maakte de benadeelde melk handelaar, de heer H. G. van Rijn er werk van met gevolg, dat heden de niet verschene chauffeur werd gij- in haar geheel verleden een enkele fout zult weten te ontdekken. Doch laat ons nu van iets anders spreken. Ik heb geen plan verder een enkele uwer vragen meer te beantwoorden" zeide Marie terwijl zij haar blik naar elders richtte. De ritmeester zweeg. DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Mathilde en Stuart waren slechts weinige schreden van den ritmeester en Marie verwijderd. „Gij hebt zeer veel op het spel gezet, Mathilde door in mijn tegenwoordigheid Ebba aan te vallen en een geheim te verraden, dat gij in uw eigen be lang behoordet te laten rusten. Of gelooft gij wel licht op mijn gemoed nog denzelfden invloed te kunnen uitoefenen als voorheen?" sprak Stuart in het Engelsch. „Ik geloof niets, ik vrees niets en heb slechts een waarheid gezegd" antwoordde Mathilde fier. „En zoo ik voldaan heb aan uw verlangen om mij eenige woorden onder vier oogen te zeggen, dan is dit vol strekt niet geschied uit vrees voor u, maar uiti nieuwsgierigheid om te hooren wat gij mij toch wel zoudt te zeggen hebben." „Gij spreekt geen waarheid Mathilde. Gij vreest mij als uw boos geweten. Maar hoor nu wat ik van u eisch." „Gij eischt mijnheer?" antwoordde Mathilde. „Waarlijk de zaak begint belachelijk te worden De kapitein vervolgde met fonkelenden blik: „Neem u in acht Mathilde. Ik zou u kunnen week maken als was." „Beproef het. Bedreigingen zijn machtelooze wape nen, slechts geschikt om zwakke zielen te verschrik ken. Ik beef niet voor groote woorden of holle klan ken." „Waralijk niet? Welnu behoud uw overtuiging: maar ik beloof u dat gij die spoedig genoeg zult op geven. Ik wensch voor het oogenblik niets meer dan dat g iju verbindt Ebba nimmer met een enkel woord te zullen benaderen of het verleden te zullen aanroeren. In he oog van uwen neef, den ritmeester moet gij Ebba doen voorkomen zoo als gij weet dat veroordeeld tot f 35 boete of 35 dagen, ongeacht de civiele actie die den in gebreke gebleven comparant nog dreigt. Drei maal getoeterd en nog op den bon. De chauffeur en de groentehandelaar W. J. K. te Warmenhuizen is oogenschijnlijk geen door het ge luk begunstigd autobestuurder Reeds eenige malen werd hij te Schoorl door den actie van den burgerva der in hoogst dezelfs eigen persoon wegens over- terding der verkeerswetten en regelen gecorrigeerd door een proces verbaal en thans moest de arme man weer tercht staan omdat hij op 29 Januari te Alkmaar op den hoek Snaarmanslaan Spoorstraat een door zekeren heer A. Vlessing bestuurden auto van rechtskomend, geen voorrang had verleend, zoodat een aanrijding het gevolg was. De verdachte verklaarde, op deerniswekkenden toon, dat hij tijdig wel driemaal getoeterd had en geen tegensignaal had gehoord, terwijl het uitzicht op dat punt on mogelijk is. De insinuatie van den geachten ambte naar dat hij maar raak rijdt, was hij echter zoo vrij niet te onderschrijven. Aangezien de eenige getuige ziek en de kantonrechter niet voldaan was, werd be sloten de zaak alsnog aan te houden tot 27 Maart Een bijna belachelijke snijboonenarbeidswetovertre- dingsgeschiedenis. De heeren N. en C. K. leden van een uit drie ge broeders bestaande firma te Zuidscharwoude, die al daar een zuurkoolfabriek en groentenzouterij drij ven, moesten heden terecht staan wegens overtre ding der arbeidswet, op grond dat zij hadden toege laten het insteken van snijboonen door vrouwen insteekgaten die alleen mochten worden gebezigd worden door mannelijke instekers. De heer Corn. K die alleen was verschenen, lichtte zulks nader toe. De kleinere wel toegelaten insteekapparaten bleken wel ruim genoeg te zijn voor snij- doch niet voor de lekkere pronkboonen en daar het bedrijf op straffe van rotting der producten niet kon worden onderbroken, had men van den nood een deugd ge maakt en de vrouwen of liever jonge meisjes doen voortwerken daar mannen voor dezen arbeid niet zijn te krijgen. De kantonrechter die de openhartigheid evenzeer beoefent, als hij die de deugdin de getuigen en ver dachten prijst, kon niet nalaten, het wetelijk onder scheid tusschen mannen en vrouwen belachelijk te noemen, welke meening blijkbaar niet werd ge deeld door den ambtenaar, die den fabrikant dreig de indien hij zoo voortging, met inbeslagname der inteekapparaten. Voorts achtte ZE. het feit zeer erntisg, daar man nen met hun grovere vingers veel minder gevaar loopen dan vrouwen die zooveel teerder zijn van lichaamsbouw en werd gevorderd f30 boete of 30 dagen. De kantonrechter bleef echter in zijn afwijzende houding volharden hoewel hij ambtelijk verplicht was de wet te handhaven. Hij veroordeelde dus de heeren K. wel, doch legde hun consequent geen straf op. De heeren arbeidswetgevers hebben goed praten. De heer P. E. een jonge ambitieuze slager te Alk maar die niets verzuimt om zijn zaak winstgevend en tot bloei te brengen, schijnt ook niet veel mo tieven te hebben de controle op de naleving der ar beidswet hemelhoog te prijzen. Hij was reeds vele malen de pisang en stond nu weer terecht omdat op Donderdag 5 Februari een knecht na 6 uur namiddas in den winkel arbeid had verricht, Dit feit kon niet ontkend worden, doch werd door den heer E. nader aldus verklaard. De knecht is intern en bevond zich in de kamer om uit te blazen. De vrouw hield zich onledig met het naar bed brengen van de kinderen, terwijl de baas zelf zich onledig hield met worst maken. Toevallig kwam er een klant in den winkel en was was nu natuurlijker dat de knecht die absoluut niets te doen had even in de bocht sprong om dien klant te bedienen.? Echter verscheen op dit critieke oogenblik een controleur en het resultaat daarvan was dat de hernieuwde verschijning des heeren E. voor den kantonrechter volgde. De ambtenaar merkte op dat de heer E. voortdurend in conflict komt met de arbeidswet waarop c.eze re pliceerde dat men hem ook juist altijd scheen te moeten hebben. Een feit is dat door de arbeidswet geen rekening wordt gehouden met de omstandighe den in het bedrijf. Ten einde de waarheid der bewering van vereach te, dat hij steeds de slager is, die de primeur der arbeidswetcontrole geniet, nader tae onderzoexen, besloot de kantonrechter tot aanhouding en zal de verbalisant worden gehoord. Te lang nagekaart. De 22-jarige heer Theodoor H„ een kaasmaker te Egmond Binnen, kon in den avond van 1 Maait nog niet scheiden vah de gezellige kietstafel in ten verloflocaliteit te Egmond aan den Hoef, lux wil net sluitingsuur op 10 uur gesteld, reeds verstrek;n was Dientengevolge verscheen de heer H. voor den kan- tonerecheter bewerende dat hij een eventueele aan maning tot heengaan van den verlofhouder niet had gehoord. Dit was echter een kwestie waarmede de kantonrechter geen rekening kon houden en werd dus de standvastige bezoeker veroordeeld tot fi boete of 2 dagen. zij is rein en vlekkeloos in handel en wandel. want gij hebt een onverdiende schaduw op haar ge worpen. Belooft gij dit nite, dan zal ik Weten te vertellen welk een groote gek gy zeil geweest zijt. Want geen verstandig mensch zal my uwe dwaasheden, of wel uw lage handelwijze tot verwijt kunnen maken." „Gij wilt mij dus de verlangde belofte niet doen.-' „Neen .mijnheer volstrekt niet". „Goed, zoo zult gij uzelven hebben te wijten wat geschieden zal." Laat ons de zaken eens nauwkeurig nagaan mijn heer, en onderzoeken wat gij van mij zeggen kunt. Dat ik van mijnen echtgenoot gescheiden ben weet de geheele wereld. Verder kunt gij zeggen, dat dit om uwentwil is geschied. Maar, lieve God, wie zal zoo iets gaan gelooven, daar allen weten, dat net gekrenkt verstand van mijn man de oorzaak daar van was. Gij bezit niets wat zou kunnen bewijzen dat ik u bemind heb, en gij weet ook zeer goed, dat dit nooit het geval is geweest. Gij kunt u op geen en kel gunstbetoon van mij beroemen. In het kort, gy hebt niets waarmede gij uw woorden zoudt kunnen ondersteunen of een vlek werpen op mijn naam. Gelukkige illusiën. Maar zeg mij welk belang hebt gij er bij om Ebba te bènadeelen, daar zij door uwe schuld reeds zooveel geleden heeft. Ik heb geen plan om u mijn beweegredenen daar toé' mede te deelen. Ebba staat mij in den weg, en daarom tracht ik haar terzijde te schuiven." Dit ge zegd hebbende wendde Mathilde een weinig denteu gel en riep den graaf tot zich. Doch deze verontschui digde zich en kwam niet naderbij. Gij verklaart u alzoo tot Ebba's vijandin? vroeg Stuart terwijl hij de schoone vrouw met dreigenden blik beschuowde. „Ik verklaar mij tot volstrekt niets, maar denk te handelen naar mijn indrukken" antwoordde Mathil de en bracht nu haar paard in galop. Maar hoe zij ook haar best deed, om gedurende den verderen tocht Stuart te ontkomen, telkens was deze haar weder trouw ter zijde. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 4