TB Si 1! NA 1931 Rechtzaken Het witte doek VOOR DEN POLITIERECHTER TE ALKMAAR. Zitting van Maandag 16 Maart. Eindelijk het slotbedrijf. Deze zitting was bestemd voor de derde en zoo wij hartelijk nopen, de aandacht te besteden aan de mishandeimgszaak van den heer Nic. Gr land bouwer te Bovencarspel, die in den nacht van 9 op 10 Nov. zekeren heer J. N. Out in de Hoofdstraat had afgetroefd, zoo hij zeide uit wraak, omdat Out zijn zuster onbehoorlijk had bejegend. Thans werd alsnog gehoord de rijksveldwachter Laagland, die het procesverbaal had ingeleverd en de vorige maal door griep ongemakken was verhinderd. De ver dachte, wier belangstelling in zijn zaak niet kan ontzegd worden voigens den heer Laagland had hij het feit zelfs 2 maai erkend. Ook thans bleef Nico- laas opnieuw ontkennen. De neer officier, net doopceel van den verdachte nog eens extra belichtenden, wat ook al niet in zijn voordeel srekte, vorderde een stevige geldboete en wel t 5U boete of 5u dagen, waarop de politie rechter, die niet .ai te veei achter wilde blijven in waardeering voor oe verdiensten van verdachte, vor- oordeeiae nem tot f 35 boete of 35 dagen en betaling van f8.35 aan den beschadigden heer Out, Nolens volens nam de veroordeelde met dit vonnis genoe gen. Een ongelikte autobestuurder. De 20-jarige beroepiooze heer Cornells B. te H. H. Waard, had aldaar in den avond van 28 Januari jj., toen hij zich onledig hield met het besturen van een auto, met zooveel geweld tegen een afsluit boom van oen overweg der Ned. Spoorwegen bij Kilometerpaai no. 8781 reeji, dat die boom midden door brak. De spoorwegarbeider A. de Boer maakte van dat vandalisme procesverbaal op en stond de automobilis heden terecht. Hij beweerde door de lichten van een aankomenden auto verblind te zijn geworden. De politierechter wees hem vaderlijk op zijn roekeloosheid. Hij ontving van zijn vader 1 guldbn Zonoagsgeld. De officier wees op het ge vaar dat kan ontstaan door het ontbreken van een dergelijken boom en vorderde f 15 boete of 15 dagen, zoo weinig omdat verdachte zoo gunstig be kend stond. Uitspraak f 7 boete of 7 dagen. Een onderwijzer mishandeld. De verdachte Gerrit N. was niet, aanwezig, en had zich te verantwoorden ter zake het feit dat hij op 5 December te Hoorn den heer Sjoerd de Vries, on derwijzer te Enkhuizen had mishandeld. In den trein viel een kerel een juffrouw lastig om geld, waarop.de heer Nieboer als beschermer van die dame optrad. Een andere snuiter, die op een bank lag uitgestrekt en later verdachte bleek te zijn, bemoeide zich toen ook met de kwestie en diende den heer de Vries een kaakslag toe. Gevorderd werd tegen N., die alreeds wegens he ling 'werd veroordeeld f 25 boete of 25 dagen. Vonnis f zu boete of 20 dagen. Berouw komt na de zonde. Den rijksveldwachter beleedigd. De niet verschenen verdachte E. v. O. te Schagen schold op 7 Februari te Schagen den rijksveldwach ter Marskamp op zeer onhebbelijke wijze uit. Hij scheen thans berouw te hebben gekregen en zich diep te schamen. De beleedigde was op grond van een ondergane mishandeling niet aanwezig. Eisch en vonnis f 15 boete of 15 dagen. Een niet al te hoffelijke Urker. Een te Helder wonende visscher, met name Lub bert P., niet ter terechtzitting aanwezig, voegde op 23 Jan. e Helder den visscherijopzichter, O. J. de Vlieger, die hem betrapte op het aanwezig heb ben van ondermaatsche bot, het niet bijzonder vleiende woord „ploert" toe, toen de opzichter hem een bekeuring toezegde. Deze beleediging werd geuit aan boord van het vaartuig van verdachte. Door verschillende andere aanwezigen op het vaartuig was ontkend dat de schipper het woord „ploert" had gebezigd, doch getuige bleef bij zijn proces verbaal. Hy had direct het woord ploert genoteerd. Eisch f 20 boete of 20 dagen. Vonnis f 10 boete of 10 dagen. Een niet „welbespraakt" jongmensch. De verdachte Petrus J., die geen blijk van aanwe zigheid gaf, had volgens dagvaarding op 27 Januari niet alleen zijn collega, melkventer en dorpsgenoot L. J. Pater een maar liever niet nader te noemen scheldwoord toegebruld, doch een dergelijke qualifi- catie ook uitgedeeld aan den kruidenier N. Elders, welke heer tevens knecht is bij den melkleverancier C. J. Pater. Volgens laatstgenoemde moest het onbe leefde optreden van den heer Petrus J.> hetwelk ge beurde op de Hoofdstraat, zijn toe te schrijven aan jaloezie de metier oftewel broodnijd. Gevorderd werd voor beide feiten f 25 boete of 25 dagen. Vonnis f 15 boete of 15 dagen, wat een zeer billijke bereke ning mag genoemd worden. ARRONDISSEMENTS RECHTBANK TE ALKMAAR. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 17 Maart. Uitspraken vorige zitting. Jan L. 63 jaar, arbeider te Barsingerhorn, thans gedetineerd. Diefstal van een reiskoffertje, waarin kindergoed en geld in specie, gepleegd op 25 Decem ber te Kolhorn. 6 maanden gevangenisstraf. Geen overtuigd lid der dierenbescherming. De heer Adrianus L., die den leeftijd van 38 jaar heef bereikt en houder is van een hoenderpark te Bergen, verscheen als eerste verdachte voor de meer voudige strafkamer, aangezien hem was ten laste gelegd beschadiging van een hem niet toebehooren den hond, maar eigendom was van Mej. Anna Cor nelia Aghlna, welke hond hij op 4 Januari j.l. op een schot hagel had getrakteerd. Een in de nabijheid wonende kunstschilder, de heer Weyland, bevond zich op dat moment in de badkamer, doch had bui ten den kippenhouder op zijn erf een geweer aan den schouder zien brengen en hoorde direct daarop een hand janken. De heer Weyland had verdachte later daarover intergepelleerd en toen had hij het feit stilzwijgend .toegegeven. Thans echter toonde re verdachte niet de minste neiging het feit te erkennen, hoewel hij den heer Weyland had, gezegd, dat hij veel last had in zijn bedrijf van honden. Alles echter wat de heer Weyland dienaangaande aanvoerde, werd door verdachte bestreden. Hij was niet in 't bezit van een vuurwapen en hij had niet geschoten. Indien de getuige dit bleef beweren, legde hij een valschen eed af. De heer Weyland had nog de moeite geno men een situatieteekening te vervaardigen die hij nader toelichte. Die teekening noemde verdachte evenmin als s heeren Weyland's verklaringen juist. Detweede getuige, de 50-jarige heer Dirk Honing, een bedrijfsconfrater van verdachte, wonende nabij verdachte, had op den bewusten Zondagmorgen hoo- ren schieten en zag verdachte, met iets dat op een geweer geleek, onder zijn arm, bij zijn kippenloods staan. Hij bespeurde voorts een hondje dat hinkend den weg op naar zijn tehuis vluchten. Verdachte deelde nog mede, veel last te hebben van honden die zijn kuikens doodbijten. De heer officier, het feit wettig en overtuigend bewezen achtende, releveerde nog dat de hond zich bevond op het erf van verdachte, doch op den openbaren weg, requireerde f40 boete of 40 dagen. Verdachte hield nog een lang betoog om aan te toonen dat hij vuurwapens mocht bezitten en hij meermalen op verzoek van de politie, had gewaakt tegen bloeddorstige schapen belagende honden, waarop de behandeling der zaak werd gesloten ere de uitspraak bepaald op a.s. week. Dit was weer geen kindervriend. De naam van den heer Joh. Adr. T., wiens wel- klinke naam vergeefsch door den heer deurwaarder was afgeroepen, moest dus verondersteld worden dat hij hoewel hem zulks uit den aard van zijn beroep niet vrijstond zich op den spoorbaam had begeven hoewel een trein in aantocht was en hij aldus gevaar had veroorzaakt op een weg gebezigd voor het verkeer door stoomveremogen. Op 7 November stond de heef Bellekom voor dit feit terecht voor het kantongerecht te Alkmaar en werd hij bijgestaan als gemachtigde, raadsman en verdediger, door den bondsadvocaat, mr. Polack uit Groningen. De heer Bellekom, hoewel toegevende, dat hij dit maal, in tegenstelling van zijn gewoonte, niet voor den overweg had gestopt, verklaarde destijds per tinent geen bel- noch fluitsignaal te hebben ge hoord, welke omstandigheid hem aanleiding gaf, zonder verwijl door te rijden, daar hij in de stellige meening verkeerde, dat de spoorweg veilig was. Het uitzicht op den spoorweg was heel slecht. De 9-jarige Joopie Baltus, onder vele andere op geroepen als getuige gehoord, beweerde eveneens geen signalen te hebben opgemerkt. Zij had er wel op gelet, zooals zij ook direct aan haar vader, die deeld ZUlkS speciaal had afsevraagd, had meege- De heer Tamminga, gemeente veldwachter, er kende dat het uitzicht destijds slecht was. Na'dien werd onder toestemming van den eigenaar, een gedeelte van het ter plaatse groeiend struikgewas verwijderd en is de toestand zéér verbeterd, zooals nu door ieder automobilist moet worden toege geven. Wat de machinist betreft, deze verklaarde perti nent dat hij door belsignaal en een lange fluit toon de komst van den trein had aangekondigd. Hij had onmiddellijk voor de aanrijding de auto bus nog even gezien en onmiddellijk geremd met niet aanwezig te zijn ea werd derhalve de zaak bij alle ten dienste staande middelen, doch de aanrij- verstek behandeld. Hem was dan ten laste gelegd J!~ i y dat hij op 14 Januari op het zeestrand te Egmond aan Zee den 14-jarigen scholier Pieter Denken, die hem naar zijn meening 'n beetje voor den gek hield, met een wandelstok op zijn neus geslagen, waardoor het ventje bloedend werd verwond. De 10-jarige Job van den Pol, die schelpen liep te zoeken, had gezien dat zijn kameraadje door verdachte geslagen werd en had Piet's bloedend reukorgaan afgeveegd. De heer officier was van meening dat de daad wel een beetje was uitgelokt door het gedrag van Pietje en vorderde f 15 boete of 15 dagen, daarbij ook nog in zijn voordeel in aanmerking nemende, dat hij zelf later het jongetje nog hulp had betoond, welk hulpbetoon als reden kon worden aangenomen, dat hij het zóó kwaad niet had gemeend. Voor 90 onnoozele centen zich leelijk in de put gewerkt. De behoorlijk ter zitting gedagvaarde heer Gerrit V., 'n boerenknecht uit Westwoud was niet versche nen. De officier had echter mededeeling ontvangen, dat de man reeds eenigen tijd leelijk overstuur was geweest en ten slotte zulk een zenuwtoeval had gekregen, dat het hem niet mogelijk was ter zitting te verschijnen, zoodat van zijn advocaat, mr. van Giffen eveneens geen gelegenheid kreeg, zijn mai denspeech op de strafzitting af te steken. Bovengemelden heer Gerrit V. had op 12 Januari uit een in de woning van den heer Jan Karsten, veehouder te Westwoud, alwaar hij dienstbaar was, uit een sigarenkistje weggenomen een bedrag van 90 cent. Men verdacht hem reeds te voren van lange vin gers te laboreeren en had meh hem een valletje gezet met gevolg dat hij op heeterdaad door den baas, die zich verdekt in alcoof in gezelschap van zekeren J. Bisseling had opgesteld, werd betrapt. Deze heer, wien het afleggen eener verklaring een waar genot scheen te zijn, zóó opgewekt beloofd hij de waarheid en niets dan de waarheid te zeggen, deelde mede met zijn vriend Karsten te hebben meegewerkt om den dief te ontmaskeren. Toen men had gedreigd de politie te zullen waar schuwen, riep de betrapte Gerrit jammerend: Doe dat toch niet! Ik zal het wel 'n beetje maken. De officier verdacht hem van meerdere diefstallen al werden die hem niet ten laste gelegd, noemde het een zeer ernstig feit en vorderde ten slotte f 50 boete of 50 dagen. Een zedeszaakje uit Broek op Langendijk. De 64-jarige koopman Pieter St. te Broek op Lan gendijk had zich in den loop van 1930 schuldig ge maakt aan niet nader te qualificeeren handelingen met de nog geen 16-jarigen J. A. K., In deze zaak waarin als raadsman en verdediger opponeerde mr. A. Schenkeveld, werden als getuigen gehoord J. A. Klein. B. Wiering, A. Schoon, H. Wiering en T. Wiering, terwijl voorts behandeling met het oog op het zedekwetsende buiten tegenwoordigheid van pu bliek behandeld. Hierna werd gepauzeerd tot 2 uur. Ernstige aanrijding tusschen locaaltrein en autobus te Bergen. In den avond van 20 Augustus 1930 had omstreeks 8.30 uur te Bergen in de Komlaan op den overweg een aanrijding plaats tusschen een autobus en het locaal treint je op weg naar Bergen aan Zee, die zich gelukkig bepaalde tot ernstige materieele schade aan de aangereden autobus, doch gelukkig geen persoon lijke ongelukken veroorzaakte. De autobusondernemer en bestuurder van de bus die van Bergen een dienst vervult op de Egmon- den, de 36-jarige heer Cornelis Bellekom, kwam in dien avond in tamelijk snelle vaart, wat door den aan de Eeuwige Laan wonenden Kantonrechter, Mr. D. Bastert Was opgemerkt, van uit de richting Egmond Binnen aangereden en moest alstoen, om de standplaats der autobussen te kunnen bereiken, bedoelde Komlaan en overweg berijden. En bevond zich, wat hoogst gelukkig genoemd mag worden, behalve den chauffeur, slechts één passagier in de autobus en wel de 9-jarige Johanna Maria Baltus, welk aanvallig meisje aanvankelijk achter in de bus zat doch met de beweeglijkheid, de jeugd eigen, weldra een plaats voor in de bus bezette, aan welke ingeving de kleine zonder twijfel het behoud van haar leven te danken had. Op het moment toch dat Bellecom, die blijkbaar de naderende locaaltrein niet had bespeurd, ook omdat destijds het uitzicht op het treinbaantje door bosch en struikgewas zeer onvoldoende mocht hee- ten, den overweg overstak, was ook het treintje ter plaatse genaderd. De heer Bellecom, die het doodsgevaar bemerkte, trachtte nog door meer gas te geven, aan de botsing te ontkomen. Dit gelukte hem nog in zooverre, dat de bus ongeveer in het midden werd geraakt, waardoor althans zijn leven en dat van den 9-jarige Joopie Baltus werd ge spaard en beiden er zonder lichamelijk letsel af kwamen. Maar niet kon worden verhinderd, dat bus, hoewel de machinist Absel onmiddellijk krachtig met behulp van de Westinghouserem en vacum rem de en trachtte den trein tot stilstand te brengen, Door de nog wel pl.m. 50 meter doorschuivende ma chine werd medegesleurd en grooten deels vernield werd. De slag was natuurlijk hevig en van alle zij den kwamen ontstelde menschen aansnellen ook den Kantonrechter, mr. Bastert, was al heel spoedig ter plaatse om zich op de hoogte te stellen- van het ongeval. Een Justitieel onderzoek ter beantwoording van de schuldvraag bleef natuurlijk niet achterwege en dit onderzoek had ten gevolge, dat tegen den heer Bellecom een strafvervolging werd ingesteld ter zake overtreding van artikel 11 van het spoorwegregle ment en hem bij dagvaarding werd telaste gelegd, ding niet meer kunnen voorkomen. Verschillende andere getuigen, omwonenden en personen die op 't moment van de aanrijding in de nabijheid vertoefden, verklaarden althans het bel signaal te hebben gehoord. Voorts werd opgemerkt, dat vooral na het ongeval bij den overweg door het treinpersoneel met kracht het fluitsignaal werd gebezigd. Na afloop van het getuigen verhoor bleek de heer Ambtenaar, na een uitgebreid requisitoir overtuigd' te zijn van de schuld van verdachte en werd gere- quireerd f 10 boete subs. 10 dagen hechtenis. De verdediger mr. Polack bestreed het openbaar ministerie uitvoerig en gaf als zijn meening te ken nen, dat verdachte uit den aard zijner betrekking, het uitoefenen van een openbaren dienst, wel dege lijk gerechtigd was den spoorweg over te steken, voorts ontkende pleiter dat waarneembare signalen waren gegeven en eindigde zijn omvangrijk pleidööi met aanhouding te verzoeken, teneinde nog eenige nieuwe getuigen te hooren. In het belang eener goede Justitie bleek van de zijde van Kantonrechter noch ambtenaar bezwaren tegen dit verzoek te bestaan en werd de behandeling der zaak op Vrijdag 5 December voortgezet met het hooren van verschillende nieuwe en reeds gehoorde getuigen, welk verhoor echter over het algemeen voor den verdachte geen bepaald gunstig verloop had, aangezien verschillende dezer getuigen wél bel fluit gehoord hadden. De heer ambtenaar meende dan ook na deze ver- hooren geen aanleiding te hebben zijn overtuiging te wijzigen en persisteerde hij bij zijn genomen re quisitoir. De verdediger ontwikkelde daarentegen nogmaals de gronden van zijn verweer, beriep zich op over macht en concludeerde tot vrijspraak. De kantonrechter wees 14 dagen later, op 17 De cember schriftelijk vonnis en veroordeelde den ver- dacte op de gronden en middelen, door het openbaar ministerie naar voren gebracht, overeenkomstig eisch tot f 10 boete subsidiair 10 dagen hechtenis. De veroordeelde heer Bellekom kon zich echter met deze uitspraak blijkbaar niet vereenigen en v au ii, u vuiuus m iiooger beroep, welk appel zaak in de middagzitting van heden werd berean- deld. Evenals in eerste instantie werd appelland ver dedigt door mr. Polack uit Groningen. Gehoord werden thans als getuigen de machinist Ch. Absel, mep. C. Ambagtsheer, L. A. v. Egmond, J. v. Muyen, C. A. v. d. Steen, J. Tamminga, gemeente- veiawacnter, de 9-jarige jongejuffrouw Joh. Maria Baltus, Mej. N. A. Schmid en H. Wever en de heer Kokx, inspecteur van het vervoer der Ned. Spoor wegen. De verklaring van verdachte week uiteraard niet af van hetgeen hij in eerste instantie had afgelegd. Hij had behoorlijk naar links en rechts gekeken en de motor gedebroulleerd. Midden op de rails zich bevindende, kwam op eens de tram aanrijden en gaf verdachte, ten einde weg te komen, zooveel mogelijk gas, waardoor de aanrijding althans in het miuden der bus plaats had en chauffeur en de kleine passagier werden gespaard. Dat een trein om 7.32 van Bergen vertrok was hem niet bekend. De heer Kokx verklaarde onder meer, dat bedoel de trein met niet grooter maximum snelheid reed dan 35 K.M. per uur. Het waarschuwingsbord waar op het woord „Halt" geeft geen wettelijke verplich ting op die plaats te stoppen, indien de trein nadert. Volgens art. 51 moet de machinist, indien zulks noo- dig wordt geacht, het belsein géven. Een fluitseiti is niet reglementair voorgeschreven. De heer Ch. Absel, de machinist van bewuste tram No. 87, verklaarde ook thans tijdig bel- en fluitsig naal te hebben gegeven, overigens was zijn verkla ring overeenkomstig in eerste instantie afgelegd. Verdachte bleef bij zijn opgaaf, de bel die hij trouwens nóóit hoort, ook nu niet te hebben waar genomen, hoewel de zijraampjes open staan. Het fluitsein is beslist niet gegeven, beweerde verdachte. De schilder van de Steen had den trein zien nade ren en ook belsignalen, doch geen fluitsein ge hoord. Ook zag hij de bus in geringe vaart naderen. De trein reed harder. Gem. veldwachter Tamminga verklaarde als in eerste instantie. Het uitzicht was niet volkomen vrij-, later is het bosch je wat uitge dund. De 9-jarige Joh. Maria Baltus gaf evenals voor den Kantonrechter te kennen, dat zij geen bel len of fluiten had gehoord, alsmede een -schor en sissend geluid, later was het fluiten 'n beetje har der. Het verhoor der getuigen Mej. Ambagtsheer, van Egmond, marcheerde in vlug tempo. De leerling machinist H. Wever, thans'te Elburg, die zich des tijds op den trein bevond verklaarde als in eersten aanleg, dat gebeld en langerekt gefloten was. Ten slotte getuigen van Muiden, de opzichter machinist der Ned,. Spoorwegen, welke heer zich eveneens op den trein had bevonden en mededeelde, dat er ge beld en matig lang gefloten was. Er werd onmid dellijk geremd, toen het ongeval plaats greep. Hierop verkreeg de officier het woord tot het nemen van zijn requisitoir, welke vertegenwoordiger van het Openbaar ministerie beslist ontkende, dat verdachte uit den aard zijner betrekking vrijheid had den spoorbaan over te rijden. Spreker noemde het een ellendigen overweg die de uiterste xoorzich- tigheid eischte en de officier betwijfelde of verdach te die uiterste voorzichtigheid wel had betracht. Zooals door het O. M. meer uitvoerig werd aange toond. De spoorwegmaatschappij is verplicht te bel len en de passant evenzeer om op te letten. Ver dachte had geen extra maatregelen moeten nemen, wat hij verzuimd heeft. Siomma Summorum vorderde de officier bevesti ging van het gewezen vonnis, doch verzwaring der straf tot f 25 boete of 25 dagen. Mr. Polack werd alstoen in de gelegenheid gesteld tot het houden van zijn pleidooi, welke pleitrede In dertijd meer uitvoerig is gereleveerd, zoodat we ons kunnen bepalen met te melden de conclusie van pleiter, die van oordeel zijnde dat verdachte als ondernemer van een openbaar middel van vervoer en alzoo gerechtigd was den spoorbaan te berijden, voor hem ontslag van rechtsvervolging, subsidiair vrijspraak verzocht, ook grondde pleiter zijn conclu- siën op overmacht en dankte hij den president voor zijn minitieus en onpartijdig onderzoek. Op verschillende punten leverde de officier repliek en werd natuurlijk door verdediger beantwoord. Hierop sluiting der behandeling en bepaling dat de uitspraak volgende week zal plaats hebben. De Noordhollandsche Cinema „Universal-film." VAN EEN VOLK. Groot familiedrame in 7 Acten. Na de vertooning van de film „Showboat" komen de ondernemers tnans met de firm „z,onen van een Volk" eveneens een proauct van dezexiae lilmmaat- scnappij. Een product van grootsche opzet en van schitte rende regie. Als een kaleidoscoop trekken de beelden aan het oog voorbij. Leven, dood, liefde, haat, man, vrouw, wreedheid, barmhartigheid, scneiuing, terugkeer het is een bonte mengeling van een gebeuren in een Russische familie, die uit het land der steppen is geemigreerd naar het voor velen zijnde droomland van den machtigen dollar. New-Vork de smeltkroes van de wereld, waarin velen zich storten om hun dage- lijksch brood te verdienen. De metropolie waar blank en bruin geloof en ongeloof ernaar ont moeten. Waar velen, niets en niemand ontziende zich willen verheffen, om zich een toekomst te ver zekeren. Den blik gewend naar het witte doek. Wat zal het eerste beeld zijn dat u door het scneppingsvermo- gen der fantasmagorie op het witte doek wordt ge- tooverd? Opgelet het spel gaat beginnen! De korte inhoud. Het hoofd dezer Russische familie, had voor zijn kinderen iets beters bedacht dan hem zelve was beschoren, zijn zwoegen had maar één doel. om zijn kinderen een goede toekomst te verschaffen. Maar de kinderen ontgroeiden hun omgeving en schamen zich hun vrienden en bekenden in de ouderlijke woning binnen te leiden. Na een heftige woordenwisseling met haar vader verlaat de dochter het huis en neemt haar in trek bij een vriendin. De groote strijd in de oude wereld wordt ontke tend en met de vele vrijwilligers uit het land van Uncle Sam gaat ook de zoon uit de Russische famiüe naar de hel van vuur en ijzer, waar hij zijn leven laat met het redden van dat van zijn officier, die de neef blijkt te zijn van de vriendin van Betty*uit de Russische familie voorwien zij liefde heeft opge vat. Vader en moeder dragen den dood van hun zoon met moeite, maar Betty keert terug naar hen om het verlies van den zoon te verzachten. Bij den terugkeer hoort de officier dat het den Russischen zoon is geweest die hem het leven redde. Veel volgt er dan nog, dat de aandacht onver flauwd boeit, en dat men door aanschouwing zal te weten komen. Nog steeds volgt het eene beeld het andere. Nog steeds blijft de zaal in donker, totdat, de lichten u uit uw zoete spanning wekken en nog toeven wij bij 't einde van de film, dat met 'n even schitterend licht wordt bestraald. RHEUMATIEK. Rheumatiek is een lastige kwaal. Noordenwind en nat mistig weer geven aan rheumatieklijders d<* grootste kwellingen. Wil men het rheumatiek gevaar zooveel mogelijk bestrijden, dan houde men volgens het .Handels blad" rekening met de volgende wenken: In een nieuwe woning stoke men reeds zoo lang mogelijk voor of zoodra men haar betrekt teneinde het vocht te verwijderen. Des zomers stake men In die huizen met de ramen en deuren open. Als men last van rheumatiek heeft, verlate men een vochtig huis. Kille, vochtige lakens vormen een groot gevaar, zij trekken het vocht het ergste aari. Men verwarme zijn geheele bed (niet alleen met een kruik aan het voeteinde) of men slape zonder lakens in de wol. Rheumatische personen moeten niet met open ra men slapen. Men plaatse zijn bed nooit tegen een buitenmuur. Kan het bed niet anders gezet worden, dan moet men met behulp van tegen den muur aangebrachte matten of wollen dekens direct contact met den muur vermijden. In een nieuw huis moeten dames pyama's dragen, geen nachtponnen met korte mouwen. Des winters flanellen pyama's. Men neme om zoo paraat mogelijk tegen de rheu matiek te zijn, veel lichaamsbeweging. Jaeger en wol vormen voor personen van mid delbaren leeftijd die rheumatischen aanleg hebben, een aanbevelenswaardige kleeding. Een sober dieet verdient tegen het 50e jaar vooral voor vrouwen aanbeveling.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 3