Til BI ZM9 28 lit 1931
Rechtzaken
FÉÖÏLLETOl»
Een bedriegelijk masker
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK
TE ALKMAAR,.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Adrianus I., plumveehouder te 'Bergen, opz.
beschadigen van een hem niet toebehoorende
hond, f40 boete of 40 dagen.
Jch. Adr. T., Egmond aan Zee, mishandeling
f 10 boete of 10 dagen.
Gerrit V. boerenknecht, Westwoud, diefstal
f 50 boete of 50 dagen.
Gerrit St., koopman, Broek 'op Langendijk,
misdr. art. 247 wetb. van strafrecht, vrijgespro
ken.
Cornelis B., autobusondernemer te Bergen,
hooger bèroep vonnis art. '11 spoorwegreglement
vonnis vernietigd, opnieuw veroordeeld tot 25
gulden boete of 25 dagen.
j Diefstal of oplichting van een rijwiel.
De 33-jarige Petrus G., te Schoorl geboren,
doch zwervende en thans gedetineerd in het huis
van bewaring te Alkmaar, stond terecht op
grond van het feit, dat hij op Zaterdag 20 Aug.
van het vorige jaar zijn toenmaligen kostbaas,
Joh. Swidde te Alkmaar diens rijwiel afhandig
had gemaakt met het smoesje, dat hij ten behoe
ve van de Alkm. ijzer en metaalgieteHj een op
dracht had met betrekking tot een sluitstuk).
Verdachte was echter reeds ontslagen bij de fa
briek én het was 'zijn doel er op het rijwiel tus-
schen uit te trekken, om ander werk te zoeken.
De verdachte verklaarde thans! aangedaan, dat
het zijn oprechte bedoeling was geweest, het
karretje terug te brengen b ijzijn kostbaas, die
hem steeds goed had behandeld. Hij was echter
in gebreke gebleven dit loffelijk voornemen ten
uitvoer te brengen, welke nalatigheid hem op
ernstige wijze in aanraking bracht met den,
strafrechter. Het staat echter wel vast dat ver
dachte geestelijk minderwaardig is. Door dr.
Hoenevcld psychiater en zenuwarts, werd aan
gedrongen op een althans voorwaardelijke be
schikking stelling der regeering en plaatsing in
het „Groote Woudhuis" De heer officier 'kon zich
met dit voorstel niet geheel vereenigen omdat hij
zulks niet in heb belang achtte van verdachte,
noch van de maatschappij. Gerequireerd werd
alzoo een dag gev. met aftrek van 1 dag voor
arrest en ter beschikking stelling der regeering,
doch onvoorwaardelijk. Mr. Eecen, verdediger v.
verdachte noemde het oogmerk wel niet bewe
zen doch refereerde zich overigens aan het re
quisitoir. L
Elqcn minnaar van het edele stroopersvermaak hij
natuur maar ook bij kunstlicht.
Op 30 Januari anno domini 1930 Verscheen
voor den kantonrechter te Alkmaar de 21-jarige
boerenwerkman Jan B. te Egmond Binnen, een
struische knaap met bruisend stroopersbloed,
aan wien ten laste was gelegd, dat hij zich in den
avond van 18 December had bevonden in het
jachtveld, gewapend met een fel licht gevende
carbtdlantaarn, vermoedelijk met het doel zich
meester te maken van de uit hun zoete rust ge
stoorde konijntjes. De jachtopzieners Joop van
den Berg was echter ook op zijn qui vive, en zat
met volharding den vluchtenden lichtbakstroo-
per achter de vodden. Hoewel het hem niet ge
lukte Jan B. aan te houden en de lantaarn in be
slag te nemen, was hij hem tocli dicht genoeg op
de hielen om hem te herkennenen proces ver
baal op te maken. Bij de -eerste behandeling was
de verbalisant niet alsi getuige gedagvaard en
werd de zaak naar aanleiding van de bewering
van verdachte dat hij daar nooit geweest was,
aangehouden tot 6 Februari, ten einde alsnog
dezen jachtopziener te hooren. Deze verklaarde
dan bij de voortgezette behandeling, daf hij den
verdachte pertinent had herkend. Deze stond
trouwens bekend als een hartstochtelijk strooper
en hÉj gebruikte soms zelfs den hond van de
weduwe Valkering, bij wie hij dienstbaar was,
Ebba luisterde schier beseffeloos. Haar hart
dreigde stil te staan. Haar gelaat was weder
duodelijk bleek, maar er lag tevens een verhevene
kalmte, een diepe, ernstige smart- op uitgebreid,,
die den vermetele scheen te vragen hoe hij het
wagen durfde zoo tot haar te spreken. Zij be
schouwde hem met een blik zoo rein, zoo vrij
van elk gevoel vani toorn of beleedigden trots,
dat geen woorden noodig waren om hem te
doen verstaan hoe zij zich veel te hoog boven
hem verheven achtte dan dat zijn woorden haar
zouden kunnen treffen.
Op een toon, die geen zweem van aandoening
verried, antwoordde zij:
„Uw woorden, al hebben ze mij diep getroffen,
zijn toch een weldaad geweest voor mijn hart.
Ik weet dat er éen dag zal komen, waarop gij)
alles zult terugnemen, weit beleedigend voor mij
was."
„Dat betwijfel ik. Tweemaal lijden mijn gevoe
lens geen schipbreuk.
,%JHet zijn ook niet uwe gevoelens die ik ver
lang te herwinnen." antwoordde Ebba. „Het iq
slechts uwe achting en deze zult ge gedwongen,
worden mij weder te schenken. De liefde die ge
mij gewijd hadt, is volgens uwe meening een ge
voel geweest waarover ge u als over een zwak
heid schamen moet en ik ben er de persoon niet
naar om zulk een aalmoes te ontvangen. Schenk
die aan een vrouw men minder aanmatiging,
die daarbij uwer wellicht meer waardig is. Een
liefde toch, die mij geschonken wordt zonder
voort te vloeien uit ware achting, zou mij slechts
een beleediging toeschijnen."
„iEn zulk een beleediging behoeft ge voortaan
niet meer te vreezen" sprak te ritmeester, terwijl
hij zich heenboog over zijn paard en het werk- j
tuigelijk den nek streelde.
tegen haar wensch en zonder toestemming op
zijn strooptochten.
Niettemin bleef Jan hardnekkig ontkennen,
doch de ambtenaar hield zich aan den jachtop
ziener en vorderde 40 gulden boete of 40 dagen
De kantonrechter sneed echter de kaas wel niet
in zulke dikke hompen, maar legde Jan B. toch
een boete op van 30 gulden subsidiair 15 dagen
gratis pension in hotel de Houten Leepl, be
nevens 4 gulden boete of 4 dagen bij niet inle
vering van de gebruikte carbidlantaadn.
Die stevige correctie viel echter blijkbaar niet
in den smaak van de veroordeelde, die vermoe
delijk de meening was) toegedaan, dat men van
het goede ook te veel kon genieten en kwam hij
alzoo van het vonnis in hooger beroep, dat he
den door de meervoudige strafkamer behandeld
werd. Door appellant was meegebracht een ge
tuige a decharge, genaamd A. Hopman.
De jachtopziener hield zich aan het door hem
t opgemaakte proces verbaal, verdachte) had twee
honden en ook nog een ander persoon bij zich.
Verdachte noemde het proces verbaal een bij el
kaar geraapt zoodje, over welke zonderlinge cri-
tiek de president verdachte een terechtwijzing toe
diende. De verdachte verklaarde toen meer par
lementair op het moment der bekeuring bij Hop
man in huis te hebben gezeten, zoodat de ver
klaring van deh verbalisant^ geen waarheid be
vatte. Hierop werd gehoord de getuige a de
charge, de 37-jarige tuinbouwer A. Hopman, wist
den dtutti niet, doch kon met zekerheid zeg
gen dat verdachte dien avond voortdurend in
zijn woning had vertoefd en zeer zeker van half
elf tot hatl twaall. Getuige wist echter niet of
verdachte dien avond soms met zijn broeder had
gestroopt.
Hierop insinueerde verdachte datl de jachtop- j
ziener dien avond had gefuifd en dronken was.
De heer officier hield zich zorgvuldig aan het
proces verbaal en koesterde geen bewondering
voor het verdedigingssysteem van verdachte, die
niet anders deed dan den jachtopziener zwart te
maken. Deze methode noemde de officier zeer
onsympathiek en vorderde in afwijking met het
vonnis van den kantonrechter "30 gulden boete
of 30 dagen en 4 gulden boete of 4 dagen voor
de niet. in beslag genomen lantaarn. De verdach
te verkreeg het laatste woord en bleef volharden
aan heit feit onschuldig; te zijn.
Hooger beroep overtreding winkelsluiting te
v Zuidscharwoude.
In hooger beroep werd behandeld een zaak
tegen den heer L. H. O., winkelier te Zuidschar- j
woude, die op Zondag 21 December gelegenheid
had gegeven tot het beoefenen van een kansspel,
met gebruikmaking van een windbuks. De kan
tonrechter had verdachte ontslagen van rechts
vervolging. De officie echter een andere meening
toegedaan zijnde vorderde vernietiging en ver
oordeeling tot 10 gulden boete of 10 dagen.
Een dergelijke zaak uit Bergen,
Ook de heer H. J. St. te Bergen was ontslagen
van rechtsvervolging wegens overtreding der
winkelsluiting te Bergen. Als in de vorige zaak,
10 gulden boete of 10 dagen.
(Opzettelijke brandstichting en misdrijf artikel
249 wetboek van strafrecht gepleegd te Bergen
Geen onbevoegden tot de bijwoning dezer zaak
toegelaten.
Als verdachte verscheen voor de rechtbank de
38-jarige te Amsterdam geboren kellner Dirk
Willem B., laatstelijk in betrekking te Bergen en
thans gedetineerd in het huis van bewaring te
Alkmaar. 'Hem was bij dagvaarding ten laste
gelegd, dat hij op 30 September 1925 opzettelijk
had brand gesticht in het gebouw van de Rusten
de Jager te Bergen met gebruikmaking van hooi,
hout en oude rommel, waardoor gevaar voor per
sonen en goederen viel te duchten. Voorts had
hij in de maand Januari 1929 eveneens opzette
lijk brand gesticht in het fotografisch atelier van
den heer A. Schoen te Bergen.
Eindelijk had hij in de jaren 19301931 niet
nader aan te duiden handelingen gepleegd met
zijn dochtertje beneden den leeftijd van 16 ja
ren W. D'. B. Als getuigen in deze zaak waren
gedagvaard de heeren G. N. Th. Diesveld, A.
Schoen, dr. ter Kaa, zenuwarts aan het prov.
gesticht te Bakkum en bovengenoemd meisje W.
D'. B. Mét het oog op het zedekwetsende element
in deze zaak werd; op verzoek van den officier
mr. van der Eeen de Lille de behandeling met
gesloten deuren voortgezet.
Met de verdediging van verdachte had zich be
last mr. van Loockeren Campagne.
Deen andere strafzaken werden daarna meer
behandeld.
Plaatselijk
Nieuws
- NOORDfcuHARWOUDE.
Bond van hegrafenisverecnigingen.
Donderdagavond vergaderde de bond van be-
grafeuisvereenigingen in het gebouw „voncordia"
Noordscharwoude in tegenwoordigheid van tien
der elf aangesloten afdeelingen.
De voorzitter, de heer P. Kramer opent deze
vergadering met welkom aan de opgekomen be
stuursleden en afgevaardigden. Spr. hoopt dat -de
discussies van aangenamen aard mogen zijn, en
dit tot voordeel zullen, heoben, dat men weder
van elkander zal hebben geleerd, om op den in
geslagen weg voort te gaan en verbeteringen aan
te brengen. Na nog een woord van welkom aan
de pers, wordt aan den secretaris, den heer Li. Mo
lenaar gelegenheid gegeven, tot het voorlezen der
'notulen, welke zonder op- of aanmerkingen wor
den goedgekeurd en heeft hij een woord van dank
van den voorzitter in; ontvangst te nemen.
Ingekomen stukken, geene.
Door den heer Jb. Kramer wordt hierna als
penningmeester rekening en verantwoording ge
daan, die vooraf een woord van dank brengt aan
den lieer Kroon voor het uitbrengen van het fi-
nantieel overzicht in de vorige jaarvergadering.
Dan zegt hij, dat het vorig jaar voor de verze
kering van het personeel was uitgegeven 100.25
terwijl van de afdeelingen! was terugontvangen
een bedrag van f89.60. Dit vind* zijn oorzaak in
het feit, dat aan de afdeelingen een duplicaatpolis
is uitgereikt van 111 per stuk, welk bedrag niet
van de adeelingefi wa^ teruggevorderd.
De ontvangsten hebben bedragen f 258.75 de
uitgaven'daarentegen f229.05 zoodat de rekening
sluit met een voordeeligf saldo van f29'.70, ge
voegd bij het bezit geeft een totaal bezit aan van
272.80.
Hierna feliciteert hij den voorz. nogmaals met
zijn huwelijksjubileum en hoopt dat hij nog vele
jaren zijn krachten aan den bond mag geven.
De rekening is nagezien door de afdeelingen)
Broek op Langendijk en Zuidscharwoude, door
welke commissie wordt verklaard alles in volko
men orde te hebben bevonden, en besluit de ver
gadering tot goedkeuring der rekening, terwijl
de penningmeester een woord van dank ontvangt
voor zijn gehouden beheer.
Door den secretaris wordt hierna het Jaarver
slag gelezen, dat een duidelijk overzicht gaf
van den voor- en achteruitgang der verschillende
aangesloten vereenigingen.
Door den bond zijn gehouden een bestuurs- en
1 algemeene vergadering.
Klachten van bijzonderen aard kwamen bij den
bond niet in.
Wat het ledetal der verschillende afdeelingen
betreft het volgende:
SSint Pancras in 1929 1202 in 1930 1192 ach
teruitgang 10. Broek op Langendijk 913840
achteruitgang 73. Zuidscharwoude 534526 ach
teruitgang 8. Noordscharwoude 4044201 voor
uitgang 16. Oudkarspel 688722 vooruitgang 34
Nieuwe Niedorp 856849 achteruitgang 7.
Schoorl 738751 vooruitgang 13. Hensbroek
217220 vooruitgang 3. St. Maartensbrug 1168
1152 achteruitgang 16. Heerhugowaard 536
540 vooruitgang 4. Wieringerwaard 360360.
Totaal aantal leden in 1929 7628 in 1930 7572
Er werden in totaal 170 begrafenissen uitge
voerd waarvan St. Pancras 22 verdeeld over 15
leden en 7 nietleden. Broek op Langendijk 16
9—'7. Zuidscharwoude 112—9. Noordscharwou
de 1257. Oudkarspel 21129. Nieuwe Nie-
Er volgde een pauze.
Na eenige oogenblikken hervatte de ritmeester
op zijn gewonen schertsenden toon
„Zie kapitein Stuart eens. Wat heeft hij het
druk met Mathilde. Wees op uw hoede, want ge
hebt in haar een gevaarlijke mededingster, die
moeilijk te overwinnen zou zijn, ingeval zij u
de zege wilde betwisten."
Zoo sprekende beschouwde hij Ebba met uit-
vorschenden blik en schrikte bijna over de uit
drukking van bittere smart, die zich bij deze woor
den op haar gelaat vertoonde. Een oogenblik la
ter evenwel strekte dit slechts om hem toornig
te maken, bedenkende hoe zij met rustig en ef
fen voorhoofd al zijn beleedigende uitvallen had
aangehoord en reeds door, de eenvoudige toespe
ling op het verlies van Stuarts liefde smartelijk
scheen te worden aangedaan. Waar de mensch
door ijverzucht beheerscht wordt, daar is hij
meestal wreed. Zoo ging het ook hier den rit-
,JZoo ge wilt zullen wij hen inhalen, opdat ik
Stuart mijn plaats naast u kan aanbieden" sprak
hij.
„Neen, Karei, daarvan wensch ik verschoond
te blijven" antwoordde Ebba met onvaste en tril
lende stem.
„Gij bemint hem wel vurig" merkte Karei
aan, keerde zich daarop tot den luitenant en
riep dezen toe: „Hoa is het Fries ,hebt gij uw
dame voor goed verlaten?"
Tegelijk hield hij zijn paard in, zoodat de lui
tenant zijn plaats kon» innemen.
VIER EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
De avond verspreidde zijn tooverachtig sche
merlicht over ons gezelschap,/ dat in het saloon,
van Ljungstahof zat uit te rusten van "de aan
gename vermoeienissen van den dag. Men sprak
over onverschillige zaken.
Mathilde, die zich wel eenigszins ongerust be
gon te maken over de hardnekkigheid, waarme
de de graaf zich op een afstand hield, trad met
betooverenden glimlach op hem toe, terwijl hij
alleen bij een der vensters stond.
„Wat moet ik toch van die koelheid denken?"
?sprak zij met teederen blik.
„(Mathilde ik bemin u te zeer dan dat ik met
onverschilligheid kon aanzien, hoe ge mij ver
geet ter wille van de vleiende hulde van een
vreemdeling.
„Ik geloof waarlijk dat ge ijverzuchtig zijt",
vervolgde Mathilde en fronste het voorhoofd.
„Pit zou mij sterk mishagen, daar het twijfel ver
raadt aan mijn genegenheid."
„Zoo al niet daaraan dan toch aan mijn eigen
vermogen om ware liefde in te boezemen, Ma
thilde" sprak de graaf en leunde het hoofd te
gen een der vensterglazen. „Ik heb u lief met
geheel mijn ziel, Ikj lijd te zeer dan dat ik ge-
I duldig zou kunnen aanzien hoe gij met mijn ge-
1 voelens speelt, of hoe anderen zich vermeten om
op kosten van mijn geluk te hopen. Nog dezen
i avond zeg ik daaroml uw vader dat ge mij uw
hancf hebt toegezegd."
„,En onze overeenkomst" vroeg Mathilde mét
ongerusten blik.
„Deze moet, zoo ge mij waarlijk lief hebt, ver
broken worden."
„Maar als ik dat niet wil."
,.,iMathilde" riep de graaf op dreigenden toon;
„Henning, hebt ge mij lief
Mathilde was, terwijl zij dit zeide, met vlei
ende stem, betooverend schoon.
,p, hoe kunt ge zoo vragen?" antwoordde de
graaf met dwependen blik.
jjNu," zoo zult gei mij gehoorzamen, en allesi
laten zooals het is, tot ik zélve een ander besluit!
geonmen heb."
In dit oogenblik viel het oog van den graaf
op kapitein Stuart, die hem en Mathilde gade
sloeg en alsof het gezicht van dien man en de
herinnering aan zijn hardnekkigheid, de toover-
macht van Mathilde's woorden plotseling ver
nietigde, zei hij op vasten toon:
„Nu of nimmer zal ik voor allen hier verza
meld optreden als de man, wien ge liefde en
dorp 1073. Schoorl 1688. Hensbroek 3
<J—3. St. Maartensbrug 33—19—14. Heerhu
gowaard 11—3—8. Wieringerwaard 15—6—9.
Totaal 86 voor leden en 84 voor nietleden.
In 1929 waren totaal 205 begrafenissen uitge
voerd.
Over het finantieel resultaat der verschillende
vereenigingen kan het volgende worden medege
deeld
St. Pancras in 1929 f335.56 in 1930 f533.08.
Broek op Langendijk 1615 51—1789.87. Zuid
scharwcude 4667.444790.70. Noordscharwoude
alzoo een achteruitgang van 56 leden, hetgeen
hoofdzakelijk moet worden toegeschreven aan
verhuizing van leden, naar gemeenten waar geen
of geen bij den bond aangesloten afdeelingen
zijn gevestigd.
955.64—1132.12. Oudkarspel 1604,52—1551.15. -
Nieuwe Niedorp 1846.51—2184.52. Hensbroek
256.481-11.13. St. Maartensbrug 59742723.10
Heerhugowaard 634.31969.67. Wieringerwaard
621.85—787.24. Schoorl in 19301 421.—.
Het totaal bezit der aangesloten afdeelingen
in 1929 bedroeg f 13113.39 in 1930 f 14993.58 al
zoo een vooruitgang van f 1880.99.
Het verslag eindigt met de beste wenschen voor
den bond en voor de afdeelingen in het bij
zonder.
Naar aanleiding van het finantieel overzicht
zegt de heer Gunder van Hensbroek dat zijn afJ
deeling het vorig jaar een schuld had van ruim
f 200, dat deze geheel is weggewerkt en het be
zit der vcreeniging bovendien nog f 110 is.
Door den heer A. Swager wordt namens Oud
karspel voorgesteld, dat iedere afdeeling een vol
ledige balans, verlies- en winstrekening opmaakt
omdat men dan een zuiver beeld der finantien
krijgt. Oogenschijnlijk is Oudkarspel achteruit
gaan, maar het tegenovergestelde is waar, omdat
een paar nieuwe pakken, zijn aangeschaft, waar
door het bezit is verhoogd. t
Verschillende afgevaardgiden, die zich ontpop
pen als voor- of tegenstanders voeren hierover het
woord, welke discussie tot' resultaat heeft, dat
iedere afgevaardigde het voorstel in zijn eigen
afdeeling zal bespreken.
Voor het nazien van de nieuwe rekening wor
den aangewezen de afdeelingen Broek en Oud
karspel.
De contributie voor d«n bond wordt op advies
van den penningmeester onveranderd gehand
haafd.
Waar de uitgenoodigde niet-aangesloten af
deelingen niet aanwezig zijn, wordt van de gele
genheid tot toetreding tot den bond geen gebruik
gemaakt.
In bespreking wordt thans gebracht het con
tract met den heer Wolfswinkel.
Hierover wordt een tamelijk breedvoerige dis
cussie gevoerd, waarbij de afgevaardigden het
alle lang niet met elkaar eens zijn.
Het slot hiervan is dat een kleine verlaging tot
stand komt, waarvoor dei heer Wolfswinkel een
woord van dank ontvangt van den voorz.
De heer Wolfswinkel spreekt een woord van
dank voor de steeds ondervonden steun en mede
werking.
Nog wordt besloten het contract in het vervolg
te doen loopen van Mei tot Mei.
In behandeling wordt gebracht een voorstel
van de afdeeling Noordscharwoude, waarbij door
den verdediger den heer Heitsma wordt verzocht,
een commissie in het leven te roepen, die onder
zoekt of er vraagstukken zijn te vinden voor be
handeling in den bond, waardoor de band steeds
sterker kan worden toegehaald.
Ook 'hier weer voor- en tegenstanders, én het
einde van de hierover gevoerde discissie is, d!at
het voorstel wordt verworpen.
Nog wordt een bespreking gehouden met den
heer Klinkert, eigenaar van de kistenfabriek,
waarbij uitgesproken wordt de groote tevreden
heid over de afwerking van de kisten, die getui
gen van steeds meer aangebrachte verbeteringen
Waar men overtuigt is, dat de prijzen absoluut
conicurreerend zijn, blijven deze onveranderd ge
handhaafd.
Bij de nu volgende rondvraag wordt gevraagd
of het personeel van de vereeniging ook verzekerd
is bij vervoer, waaro pwordt geantwoord, dat de
/-ring ingaat, zcodra het personeel eigen
woning heeft verlaten voor het verrichten van
diensten ten behoeve van de vereeniging.
Na nog een paar minder belangrijke dingen,
gaat de voorz. tot sluiting over, waarbij hij den
afgevaardigden een woord vanj hartelijken dank
brengt voor de aangename besprekingen, en voor
de wijze waarop de belangen van den bond weder
trouw hebt gezworen. Verzet ge u hiertegen,
zoo spreek ik nimmer meer een woord over de
ze zaak." i
„(Welk éen taal, Henning" riep Mathilde en
zag haar aanbidder met verbaasde oogen aan.
„Het is de taal des gevoels, Mathilde. Men
heeft mij tegen u gewaarschuwd, maar ik
sloeg daarop geen acht. Men heeft mij gezegd,
deze schoone vrouw heeft geen hart, maa rik
geloofde het niet. Wilt ge echter het spel voort
zetten door tot mij! te zeggen: ik bemin u, ter
wijl ge uw oplettendheid uitsluitend verdeelt
tusschen Stuart en Fries, zonder eenige gedachte
voor de mij gedane belofte, dan zal ik wel ge
dwongen worden te gelooven dat ge een onge
voelige kokette zijt, en daarmede zou mijn ach
ting voor u spoorloos verdwijnen. Nog staat gijl
echter zoo hoog, dat het mij een wreede smart
zou zijn, zoo ik moest zien hoe de aureool van
reinheid verbleekte waarmede mijn verbeelding
u heeft gesierd. Moge het nimmer mijn lot zijn
uw beeld uit mijn; ziel te moeten rukken."
De vrouwen in het algemeen zijn begaafd met
een scherpen blik, die haar veel zekerder dan de
man in staat stelt om haar stelling en sterkte te
berekenen. Geldt dit reeds van het vrouwelijk
geslacht in het algemeen, hoeveel te meer dan
van een vrouw als Mathilde, die het zich tot
een levensstudie gemaakt had om steeds de
kracht van haar indruk te meten. Zij zag dus
terstond in dat zij de boog te sterk gespannen had
en dat nog een enkele drukking haar alle macht
over den graaf zou doen verliezen.
Er was dus geen andere uitweg dan het ver
vullen van zijn wensch. Zij stond hem dus toe
om haar vader den volgenden dag bekend te ma
ken met hun betrekking.
Toen hierop de graaf zich verwijderd had,
wendde Mathilde zich ter verstrooiing tot den
luitenant. Wordt vervolgd.