Til BI ZM9 28 lit 1931 Rechtzaken FÉÖÏLLETOl» Een bedriegelijk masker ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ALKMAAR,. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Adrianus I., plumveehouder te 'Bergen, opz. beschadigen van een hem niet toebehoorende hond, f40 boete of 40 dagen. Jch. Adr. T., Egmond aan Zee, mishandeling f 10 boete of 10 dagen. Gerrit V. boerenknecht, Westwoud, diefstal f 50 boete of 50 dagen. Gerrit St., koopman, Broek 'op Langendijk, misdr. art. 247 wetb. van strafrecht, vrijgespro ken. Cornelis B., autobusondernemer te Bergen, hooger bèroep vonnis art. '11 spoorwegreglement vonnis vernietigd, opnieuw veroordeeld tot 25 gulden boete of 25 dagen. j Diefstal of oplichting van een rijwiel. De 33-jarige Petrus G., te Schoorl geboren, doch zwervende en thans gedetineerd in het huis van bewaring te Alkmaar, stond terecht op grond van het feit, dat hij op Zaterdag 20 Aug. van het vorige jaar zijn toenmaligen kostbaas, Joh. Swidde te Alkmaar diens rijwiel afhandig had gemaakt met het smoesje, dat hij ten behoe ve van de Alkm. ijzer en metaalgieteHj een op dracht had met betrekking tot een sluitstuk). Verdachte was echter reeds ontslagen bij de fa briek én het was 'zijn doel er op het rijwiel tus- schen uit te trekken, om ander werk te zoeken. De verdachte verklaarde thans! aangedaan, dat het zijn oprechte bedoeling was geweest, het karretje terug te brengen b ijzijn kostbaas, die hem steeds goed had behandeld. Hij was echter in gebreke gebleven dit loffelijk voornemen ten uitvoer te brengen, welke nalatigheid hem op ernstige wijze in aanraking bracht met den, strafrechter. Het staat echter wel vast dat ver dachte geestelijk minderwaardig is. Door dr. Hoenevcld psychiater en zenuwarts, werd aan gedrongen op een althans voorwaardelijke be schikking stelling der regeering en plaatsing in het „Groote Woudhuis" De heer officier 'kon zich met dit voorstel niet geheel vereenigen omdat hij zulks niet in heb belang achtte van verdachte, noch van de maatschappij. Gerequireerd werd alzoo een dag gev. met aftrek van 1 dag voor arrest en ter beschikking stelling der regeering, doch onvoorwaardelijk. Mr. Eecen, verdediger v. verdachte noemde het oogmerk wel niet bewe zen doch refereerde zich overigens aan het re quisitoir. L Elqcn minnaar van het edele stroopersvermaak hij natuur maar ook bij kunstlicht. Op 30 Januari anno domini 1930 Verscheen voor den kantonrechter te Alkmaar de 21-jarige boerenwerkman Jan B. te Egmond Binnen, een struische knaap met bruisend stroopersbloed, aan wien ten laste was gelegd, dat hij zich in den avond van 18 December had bevonden in het jachtveld, gewapend met een fel licht gevende carbtdlantaarn, vermoedelijk met het doel zich meester te maken van de uit hun zoete rust ge stoorde konijntjes. De jachtopzieners Joop van den Berg was echter ook op zijn qui vive, en zat met volharding den vluchtenden lichtbakstroo- per achter de vodden. Hoewel het hem niet ge lukte Jan B. aan te houden en de lantaarn in be slag te nemen, was hij hem tocli dicht genoeg op de hielen om hem te herkennenen proces ver baal op te maken. Bij de -eerste behandeling was de verbalisant niet alsi getuige gedagvaard en werd de zaak naar aanleiding van de bewering van verdachte dat hij daar nooit geweest was, aangehouden tot 6 Februari, ten einde alsnog dezen jachtopziener te hooren. Deze verklaarde dan bij de voortgezette behandeling, daf hij den verdachte pertinent had herkend. Deze stond trouwens bekend als een hartstochtelijk strooper en hÉj gebruikte soms zelfs den hond van de weduwe Valkering, bij wie hij dienstbaar was, Ebba luisterde schier beseffeloos. Haar hart dreigde stil te staan. Haar gelaat was weder duodelijk bleek, maar er lag tevens een verhevene kalmte, een diepe, ernstige smart- op uitgebreid,, die den vermetele scheen te vragen hoe hij het wagen durfde zoo tot haar te spreken. Zij be schouwde hem met een blik zoo rein, zoo vrij van elk gevoel vani toorn of beleedigden trots, dat geen woorden noodig waren om hem te doen verstaan hoe zij zich veel te hoog boven hem verheven achtte dan dat zijn woorden haar zouden kunnen treffen. Op een toon, die geen zweem van aandoening verried, antwoordde zij: „Uw woorden, al hebben ze mij diep getroffen, zijn toch een weldaad geweest voor mijn hart. Ik weet dat er éen dag zal komen, waarop gij) alles zult terugnemen, weit beleedigend voor mij was." „Dat betwijfel ik. Tweemaal lijden mijn gevoe lens geen schipbreuk. ,%JHet zijn ook niet uwe gevoelens die ik ver lang te herwinnen." antwoordde Ebba. „Het iq slechts uwe achting en deze zult ge gedwongen, worden mij weder te schenken. De liefde die ge mij gewijd hadt, is volgens uwe meening een ge voel geweest waarover ge u als over een zwak heid schamen moet en ik ben er de persoon niet naar om zulk een aalmoes te ontvangen. Schenk die aan een vrouw men minder aanmatiging, die daarbij uwer wellicht meer waardig is. Een liefde toch, die mij geschonken wordt zonder voort te vloeien uit ware achting, zou mij slechts een beleediging toeschijnen." „iEn zulk een beleediging behoeft ge voortaan niet meer te vreezen" sprak te ritmeester, terwijl hij zich heenboog over zijn paard en het werk- j tuigelijk den nek streelde. tegen haar wensch en zonder toestemming op zijn strooptochten. Niettemin bleef Jan hardnekkig ontkennen, doch de ambtenaar hield zich aan den jachtop ziener en vorderde 40 gulden boete of 40 dagen De kantonrechter sneed echter de kaas wel niet in zulke dikke hompen, maar legde Jan B. toch een boete op van 30 gulden subsidiair 15 dagen gratis pension in hotel de Houten Leepl, be nevens 4 gulden boete of 4 dagen bij niet inle vering van de gebruikte carbidlantaadn. Die stevige correctie viel echter blijkbaar niet in den smaak van de veroordeelde, die vermoe delijk de meening was) toegedaan, dat men van het goede ook te veel kon genieten en kwam hij alzoo van het vonnis in hooger beroep, dat he den door de meervoudige strafkamer behandeld werd. Door appellant was meegebracht een ge tuige a decharge, genaamd A. Hopman. De jachtopziener hield zich aan het door hem t opgemaakte proces verbaal, verdachte) had twee honden en ook nog een ander persoon bij zich. Verdachte noemde het proces verbaal een bij el kaar geraapt zoodje, over welke zonderlinge cri- tiek de president verdachte een terechtwijzing toe diende. De verdachte verklaarde toen meer par lementair op het moment der bekeuring bij Hop man in huis te hebben gezeten, zoodat de ver klaring van deh verbalisant^ geen waarheid be vatte. Hierop werd gehoord de getuige a de charge, de 37-jarige tuinbouwer A. Hopman, wist den dtutti niet, doch kon met zekerheid zeg gen dat verdachte dien avond voortdurend in zijn woning had vertoefd en zeer zeker van half elf tot hatl twaall. Getuige wist echter niet of verdachte dien avond soms met zijn broeder had gestroopt. Hierop insinueerde verdachte datl de jachtop- j ziener dien avond had gefuifd en dronken was. De heer officier hield zich zorgvuldig aan het proces verbaal en koesterde geen bewondering voor het verdedigingssysteem van verdachte, die niet anders deed dan den jachtopziener zwart te maken. Deze methode noemde de officier zeer onsympathiek en vorderde in afwijking met het vonnis van den kantonrechter "30 gulden boete of 30 dagen en 4 gulden boete of 4 dagen voor de niet. in beslag genomen lantaarn. De verdach te verkreeg het laatste woord en bleef volharden aan heit feit onschuldig; te zijn. Hooger beroep overtreding winkelsluiting te v Zuidscharwoude. In hooger beroep werd behandeld een zaak tegen den heer L. H. O., winkelier te Zuidschar- j woude, die op Zondag 21 December gelegenheid had gegeven tot het beoefenen van een kansspel, met gebruikmaking van een windbuks. De kan tonrechter had verdachte ontslagen van rechts vervolging. De officie echter een andere meening toegedaan zijnde vorderde vernietiging en ver oordeeling tot 10 gulden boete of 10 dagen. Een dergelijke zaak uit Bergen, Ook de heer H. J. St. te Bergen was ontslagen van rechtsvervolging wegens overtreding der winkelsluiting te Bergen. Als in de vorige zaak, 10 gulden boete of 10 dagen. (Opzettelijke brandstichting en misdrijf artikel 249 wetboek van strafrecht gepleegd te Bergen Geen onbevoegden tot de bijwoning dezer zaak toegelaten. Als verdachte verscheen voor de rechtbank de 38-jarige te Amsterdam geboren kellner Dirk Willem B., laatstelijk in betrekking te Bergen en thans gedetineerd in het huis van bewaring te Alkmaar. 'Hem was bij dagvaarding ten laste gelegd, dat hij op 30 September 1925 opzettelijk had brand gesticht in het gebouw van de Rusten de Jager te Bergen met gebruikmaking van hooi, hout en oude rommel, waardoor gevaar voor per sonen en goederen viel te duchten. Voorts had hij in de maand Januari 1929 eveneens opzette lijk brand gesticht in het fotografisch atelier van den heer A. Schoen te Bergen. Eindelijk had hij in de jaren 19301931 niet nader aan te duiden handelingen gepleegd met zijn dochtertje beneden den leeftijd van 16 ja ren W. D'. B. Als getuigen in deze zaak waren gedagvaard de heeren G. N. Th. Diesveld, A. Schoen, dr. ter Kaa, zenuwarts aan het prov. gesticht te Bakkum en bovengenoemd meisje W. D'. B. Mét het oog op het zedekwetsende element in deze zaak werd; op verzoek van den officier mr. van der Eeen de Lille de behandeling met gesloten deuren voortgezet. Met de verdediging van verdachte had zich be last mr. van Loockeren Campagne. Deen andere strafzaken werden daarna meer behandeld. Plaatselijk Nieuws - NOORDfcuHARWOUDE. Bond van hegrafenisverecnigingen. Donderdagavond vergaderde de bond van be- grafeuisvereenigingen in het gebouw „voncordia" Noordscharwoude in tegenwoordigheid van tien der elf aangesloten afdeelingen. De voorzitter, de heer P. Kramer opent deze vergadering met welkom aan de opgekomen be stuursleden en afgevaardigden. Spr. hoopt dat -de discussies van aangenamen aard mogen zijn, en dit tot voordeel zullen, heoben, dat men weder van elkander zal hebben geleerd, om op den in geslagen weg voort te gaan en verbeteringen aan te brengen. Na nog een woord van welkom aan de pers, wordt aan den secretaris, den heer Li. Mo lenaar gelegenheid gegeven, tot het voorlezen der 'notulen, welke zonder op- of aanmerkingen wor den goedgekeurd en heeft hij een woord van dank van den voorzitter in; ontvangst te nemen. Ingekomen stukken, geene. Door den heer Jb. Kramer wordt hierna als penningmeester rekening en verantwoording ge daan, die vooraf een woord van dank brengt aan den lieer Kroon voor het uitbrengen van het fi- nantieel overzicht in de vorige jaarvergadering. Dan zegt hij, dat het vorig jaar voor de verze kering van het personeel was uitgegeven 100.25 terwijl van de afdeelingen! was terugontvangen een bedrag van f89.60. Dit vind* zijn oorzaak in het feit, dat aan de afdeelingen een duplicaatpolis is uitgereikt van 111 per stuk, welk bedrag niet van de adeelingefi wa^ teruggevorderd. De ontvangsten hebben bedragen f 258.75 de uitgaven'daarentegen f229.05 zoodat de rekening sluit met een voordeeligf saldo van f29'.70, ge voegd bij het bezit geeft een totaal bezit aan van 272.80. Hierna feliciteert hij den voorz. nogmaals met zijn huwelijksjubileum en hoopt dat hij nog vele jaren zijn krachten aan den bond mag geven. De rekening is nagezien door de afdeelingen) Broek op Langendijk en Zuidscharwoude, door welke commissie wordt verklaard alles in volko men orde te hebben bevonden, en besluit de ver gadering tot goedkeuring der rekening, terwijl de penningmeester een woord van dank ontvangt voor zijn gehouden beheer. Door den secretaris wordt hierna het Jaarver slag gelezen, dat een duidelijk overzicht gaf van den voor- en achteruitgang der verschillende aangesloten vereenigingen. Door den bond zijn gehouden een bestuurs- en 1 algemeene vergadering. Klachten van bijzonderen aard kwamen bij den bond niet in. Wat het ledetal der verschillende afdeelingen betreft het volgende: SSint Pancras in 1929 1202 in 1930 1192 ach teruitgang 10. Broek op Langendijk 913840 achteruitgang 73. Zuidscharwoude 534526 ach teruitgang 8. Noordscharwoude 4044201 voor uitgang 16. Oudkarspel 688722 vooruitgang 34 Nieuwe Niedorp 856849 achteruitgang 7. Schoorl 738751 vooruitgang 13. Hensbroek 217220 vooruitgang 3. St. Maartensbrug 1168 1152 achteruitgang 16. Heerhugowaard 536 540 vooruitgang 4. Wieringerwaard 360360. Totaal aantal leden in 1929 7628 in 1930 7572 Er werden in totaal 170 begrafenissen uitge voerd waarvan St. Pancras 22 verdeeld over 15 leden en 7 nietleden. Broek op Langendijk 16 9—'7. Zuidscharwoude 112—9. Noordscharwou de 1257. Oudkarspel 21129. Nieuwe Nie- Er volgde een pauze. Na eenige oogenblikken hervatte de ritmeester op zijn gewonen schertsenden toon „Zie kapitein Stuart eens. Wat heeft hij het druk met Mathilde. Wees op uw hoede, want ge hebt in haar een gevaarlijke mededingster, die moeilijk te overwinnen zou zijn, ingeval zij u de zege wilde betwisten." Zoo sprekende beschouwde hij Ebba met uit- vorschenden blik en schrikte bijna over de uit drukking van bittere smart, die zich bij deze woor den op haar gelaat vertoonde. Een oogenblik la ter evenwel strekte dit slechts om hem toornig te maken, bedenkende hoe zij met rustig en ef fen voorhoofd al zijn beleedigende uitvallen had aangehoord en reeds door, de eenvoudige toespe ling op het verlies van Stuarts liefde smartelijk scheen te worden aangedaan. Waar de mensch door ijverzucht beheerscht wordt, daar is hij meestal wreed. Zoo ging het ook hier den rit- ,JZoo ge wilt zullen wij hen inhalen, opdat ik Stuart mijn plaats naast u kan aanbieden" sprak hij. „Neen, Karei, daarvan wensch ik verschoond te blijven" antwoordde Ebba met onvaste en tril lende stem. „Gij bemint hem wel vurig" merkte Karei aan, keerde zich daarop tot den luitenant en riep dezen toe: „Hoa is het Fries ,hebt gij uw dame voor goed verlaten?" Tegelijk hield hij zijn paard in, zoodat de lui tenant zijn plaats kon» innemen. VIER EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. De avond verspreidde zijn tooverachtig sche merlicht over ons gezelschap,/ dat in het saloon, van Ljungstahof zat uit te rusten van "de aan gename vermoeienissen van den dag. Men sprak over onverschillige zaken. Mathilde, die zich wel eenigszins ongerust be gon te maken over de hardnekkigheid, waarme de de graaf zich op een afstand hield, trad met betooverenden glimlach op hem toe, terwijl hij alleen bij een der vensters stond. „Wat moet ik toch van die koelheid denken?" ?sprak zij met teederen blik. „(Mathilde ik bemin u te zeer dan dat ik met onverschilligheid kon aanzien, hoe ge mij ver geet ter wille van de vleiende hulde van een vreemdeling. „Ik geloof waarlijk dat ge ijverzuchtig zijt", vervolgde Mathilde en fronste het voorhoofd. „Pit zou mij sterk mishagen, daar het twijfel ver raadt aan mijn genegenheid." „Zoo al niet daaraan dan toch aan mijn eigen vermogen om ware liefde in te boezemen, Ma thilde" sprak de graaf en leunde het hoofd te gen een der vensterglazen. „Ik heb u lief met geheel mijn ziel, Ikj lijd te zeer dan dat ik ge- I duldig zou kunnen aanzien hoe gij met mijn ge- 1 voelens speelt, of hoe anderen zich vermeten om op kosten van mijn geluk te hopen. Nog dezen i avond zeg ik daaroml uw vader dat ge mij uw hancf hebt toegezegd." „,En onze overeenkomst" vroeg Mathilde mét ongerusten blik. „Deze moet, zoo ge mij waarlijk lief hebt, ver broken worden." „Maar als ik dat niet wil." ,.,iMathilde" riep de graaf op dreigenden toon; „Henning, hebt ge mij lief Mathilde was, terwijl zij dit zeide, met vlei ende stem, betooverend schoon. ,p, hoe kunt ge zoo vragen?" antwoordde de graaf met dwependen blik. jjNu," zoo zult gei mij gehoorzamen, en allesi laten zooals het is, tot ik zélve een ander besluit! geonmen heb." In dit oogenblik viel het oog van den graaf op kapitein Stuart, die hem en Mathilde gade sloeg en alsof het gezicht van dien man en de herinnering aan zijn hardnekkigheid, de toover- macht van Mathilde's woorden plotseling ver nietigde, zei hij op vasten toon: „Nu of nimmer zal ik voor allen hier verza meld optreden als de man, wien ge liefde en dorp 1073. Schoorl 1688. Hensbroek 3 <J—3. St. Maartensbrug 33—19—14. Heerhu gowaard 11—3—8. Wieringerwaard 15—6—9. Totaal 86 voor leden en 84 voor nietleden. In 1929 waren totaal 205 begrafenissen uitge voerd. Over het finantieel resultaat der verschillende vereenigingen kan het volgende worden medege deeld St. Pancras in 1929 f335.56 in 1930 f533.08. Broek op Langendijk 1615 51—1789.87. Zuid scharwcude 4667.444790.70. Noordscharwoude alzoo een achteruitgang van 56 leden, hetgeen hoofdzakelijk moet worden toegeschreven aan verhuizing van leden, naar gemeenten waar geen of geen bij den bond aangesloten afdeelingen zijn gevestigd. 955.64—1132.12. Oudkarspel 1604,52—1551.15. - Nieuwe Niedorp 1846.51—2184.52. Hensbroek 256.481-11.13. St. Maartensbrug 59742723.10 Heerhugowaard 634.31969.67. Wieringerwaard 621.85—787.24. Schoorl in 19301 421.—. Het totaal bezit der aangesloten afdeelingen in 1929 bedroeg f 13113.39 in 1930 f 14993.58 al zoo een vooruitgang van f 1880.99. Het verslag eindigt met de beste wenschen voor den bond en voor de afdeelingen in het bij zonder. Naar aanleiding van het finantieel overzicht zegt de heer Gunder van Hensbroek dat zijn afJ deeling het vorig jaar een schuld had van ruim f 200, dat deze geheel is weggewerkt en het be zit der vcreeniging bovendien nog f 110 is. Door den heer A. Swager wordt namens Oud karspel voorgesteld, dat iedere afdeeling een vol ledige balans, verlies- en winstrekening opmaakt omdat men dan een zuiver beeld der finantien krijgt. Oogenschijnlijk is Oudkarspel achteruit gaan, maar het tegenovergestelde is waar, omdat een paar nieuwe pakken, zijn aangeschaft, waar door het bezit is verhoogd. t Verschillende afgevaardgiden, die zich ontpop pen als voor- of tegenstanders voeren hierover het woord, welke discussie tot' resultaat heeft, dat iedere afgevaardigde het voorstel in zijn eigen afdeeling zal bespreken. Voor het nazien van de nieuwe rekening wor den aangewezen de afdeelingen Broek en Oud karspel. De contributie voor d«n bond wordt op advies van den penningmeester onveranderd gehand haafd. Waar de uitgenoodigde niet-aangesloten af deelingen niet aanwezig zijn, wordt van de gele genheid tot toetreding tot den bond geen gebruik gemaakt. In bespreking wordt thans gebracht het con tract met den heer Wolfswinkel. Hierover wordt een tamelijk breedvoerige dis cussie gevoerd, waarbij de afgevaardigden het alle lang niet met elkaar eens zijn. Het slot hiervan is dat een kleine verlaging tot stand komt, waarvoor dei heer Wolfswinkel een woord van dank ontvangt van den voorz. De heer Wolfswinkel spreekt een woord van dank voor de steeds ondervonden steun en mede werking. Nog wordt besloten het contract in het vervolg te doen loopen van Mei tot Mei. In behandeling wordt gebracht een voorstel van de afdeeling Noordscharwoude, waarbij door den verdediger den heer Heitsma wordt verzocht, een commissie in het leven te roepen, die onder zoekt of er vraagstukken zijn te vinden voor be handeling in den bond, waardoor de band steeds sterker kan worden toegehaald. Ook 'hier weer voor- en tegenstanders, én het einde van de hierover gevoerde discissie is, d!at het voorstel wordt verworpen. Nog wordt een bespreking gehouden met den heer Klinkert, eigenaar van de kistenfabriek, waarbij uitgesproken wordt de groote tevreden heid over de afwerking van de kisten, die getui gen van steeds meer aangebrachte verbeteringen Waar men overtuigt is, dat de prijzen absoluut conicurreerend zijn, blijven deze onveranderd ge handhaafd. Bij de nu volgende rondvraag wordt gevraagd of het personeel van de vereeniging ook verzekerd is bij vervoer, waaro pwordt geantwoord, dat de /-ring ingaat, zcodra het personeel eigen woning heeft verlaten voor het verrichten van diensten ten behoeve van de vereeniging. Na nog een paar minder belangrijke dingen, gaat de voorz. tot sluiting over, waarbij hij den afgevaardigden een woord vanj hartelijken dank brengt voor de aangename besprekingen, en voor de wijze waarop de belangen van den bond weder trouw hebt gezworen. Verzet ge u hiertegen, zoo spreek ik nimmer meer een woord over de ze zaak." i „(Welk éen taal, Henning" riep Mathilde en zag haar aanbidder met verbaasde oogen aan. „Het is de taal des gevoels, Mathilde. Men heeft mij tegen u gewaarschuwd, maar ik sloeg daarop geen acht. Men heeft mij gezegd, deze schoone vrouw heeft geen hart, maa rik geloofde het niet. Wilt ge echter het spel voort zetten door tot mij! te zeggen: ik bemin u, ter wijl ge uw oplettendheid uitsluitend verdeelt tusschen Stuart en Fries, zonder eenige gedachte voor de mij gedane belofte, dan zal ik wel ge dwongen worden te gelooven dat ge een onge voelige kokette zijt, en daarmede zou mijn ach ting voor u spoorloos verdwijnen. Nog staat gijl echter zoo hoog, dat het mij een wreede smart zou zijn, zoo ik moest zien hoe de aureool van reinheid verbleekte waarmede mijn verbeelding u heeft gesierd. Moge het nimmer mijn lot zijn uw beeld uit mijn; ziel te moeten rukken." De vrouwen in het algemeen zijn begaafd met een scherpen blik, die haar veel zekerder dan de man in staat stelt om haar stelling en sterkte te berekenen. Geldt dit reeds van het vrouwelijk geslacht in het algemeen, hoeveel te meer dan van een vrouw als Mathilde, die het zich tot een levensstudie gemaakt had om steeds de kracht van haar indruk te meten. Zij zag dus terstond in dat zij de boog te sterk gespannen had en dat nog een enkele drukking haar alle macht over den graaf zou doen verliezen. Er was dus geen andere uitweg dan het ver vullen van zijn wensch. Zij stond hem dus toe om haar vader den volgenden dag bekend te ma ken met hun betrekking. Toen hierop de graaf zich verwijderd had, wendde Mathilde zich ter verstrooiing tot den luitenant. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 3