TOELICHTING OP DE EXPLOITATIEREKENING OVER HET BOEKJAAR 1930 Salarissen In 1930 werd betaald aan: J. Ootjers f 2000.00 Penningmeester - 500.00 Secretaris - 300.00 Voorzitter - 175.00 J. de Boer - 25.00 J. Schenk - 500.00 S. Groeneveld - 1500.00 P. Hemke - 900.00 A. Keeman - 125.50 Leuring - 400.00 Werkster - 172.50 Gratificatie Pers - 80.00 f 6678.00 Balanspost nog te betalen: S. Groeneveld f 125.00 P. Hemke - 75.00 f 200.00 f 6878.00 Telefoonkosten: In 1930 betaald f 367.86 Electra: In 1930 betaald - 354.64 Contributies en Abonnementen: Betaald werd aan: Kamer van Koophandel f 30.00 Abonnement „Tuinderij" f 29.25 Abonnement Handelsbelangen - 3.30 Contributie Centraalbureau - 2218.48 Contributie Prov. Cie - 1109.24 Reclamefonds - 2218.48 Contributie Volkenbond en Vrede - 10.00 Contr. Plantenziektenkundigend. - 33.00 Contributie U. C. B- 10.00 f 1240.25 Reis- en Vergaderkosten: In 1930 betaald - 1128.25 In '31 nog te betalen ten laste '30 - 112.00 f 5661.75 Verzekeringen In 1930 betaald voor sociale verzekeringen f 307.82 Belastingen: In 1930 betaald f 365.98 Diverse onkosten: In 1930 betaald aan diverse kleine onkosten f 325.90 Assuranties: In 1930 betaald f 131.80 Onderhoudskosten In 1930 betaald diverse onderhoudskosten 1080.86 Drukwerk en Kantoorbehoeften: In 1930 werd betaald - 593.40 IJsopenmaker In 1930 werd betaald f 65.10 1/4 Marktgeld Vereeniging: In 1930 werd aan de aangesloten vereenigingen uitgekeerd f 2070.66 Advertenties: In 1930 betaald voor diverse geplaatste advertenties f 210.88 Zegelkosten Statuten: In 1930 betaalde zegelkosten f 200.00 Terugontvangen van de betrok ken vereenigingen - 175.00 f 25.00 Gratificatie Opmaken Statuten: In 1930 werd betaald - 100.00 Terugontvangen van de betrok ken Vereenigingen - 60.00 f 40.00 Intrest: In 1930 betaald aan de Boerenleenbank f 1148.57 Gemeente Noordscharwoude - 468.00 f 1616.57 Steun Comité Hagelschade: In 1930 betaald - 500.00 Subsidies: In 1930 betaald subsidies 7 vereenigingen Proeftuin Alkmaar f 75.00 TOELICHTING OP DE CREDITZIJDE DER EXPLOITATIE REKENING OVER HET BOEKJAAR 1930. Marktgeld Afgedragen Marktgeld door den Betaalmeester - 21469.90 Keuringsboete: Ontvangen in 1930 - 185.37 Entree Veilinggebouwen: In 1930 geinde entreegelden - 905.90 Pacht Zitplaatsen: In 1930 geinde pacht als vorig jaar „Koophandel" - 150.00 Pakhuispacht In 1930 ontvangen van: Pa. Kramer f 53.60 G. Kooi f 41.60 P. Greeuw - 60.00 P. Jes - 15.00 P. Beers - 15.00 J. Kuiper - 41.60 f 226.80 Contributies: In 1930 ontvangen van: Waarland 51 leden f 5.10 Harenkarspel 91 leden - 9.10 Noordscharwoude 180 leden - 18.00 H. Hugowaard 233 leden - 23.30 Nieuwe Niedorp 130 leden - 13.00 Waarland N. 138 leden - 13.80 H. Hugowaard 165 leden - 16.50 Zuidscharwoude 160 leden - 16.00 St. Maarten 146 leden - 14.60 Oudkarspel 200 leden - 20.00 149.40 Bruto Voordeelig Saldo 1930: Öet bruto voordeelig saldo 1930 bedroeg f 1375.65 Wélk bedrag werd aangewend voor Afschrijving op Gebou wen' eri Terreinen. A. SWAGER Az., Oudkayspej. Penningmeester. De eindcontrole over het boekjaar 1930 heeft plaats gehad op 23 Januari j.l. door den accountantsdienst van het Centraal Bureau van de Veilingen. Uit dit rapport blijkt dat de boekhouding, welke aan een specifiek onderzoek werd onderworpen, beantwoordde aan de overgelegde bescheiden en bewijststukken. Zonder op- of aanmerkingen worde de rekening goedgekeurd. M. H. de Voorzitter, Geachte Vergadering, Als ik ooit schromelijk ben afgeweken van de getrouwe tradi tie, om op onze Jaarvergaderingen u een overzicht te verstrek ken, waarin de werkzaamheden van ons veilingswezen in het gescheiden jaar werden vastgelegd, dan is het wel dezen keer. Niet alleen dat dit overzicht niet in druk is verschenen gelijk met de agenda voor dezen dag, waarvoor toestemming was ver kregen, maar mijn vrijmoedigheid is bijna grenzeloos geworden, en zoo zal u geen verslag van dit verloopen jaar worden aange boden, omdat: ten eerste, deze dag voor ons in een bijzonder teeken zal staan, en wel, in het teeken van een heengaan van onzen beminden voorzitter, en mede-oprichter van de vellings- vereeniging waarvoor we hier samen zijn. onzen Noordermarkt- bond. Een scheiding waaraan we in onze gedachten nog maar niet kunnen gewennen. Een scheiding, waarvoor ik aanstonds nog gelegenheid hoop te vinden, hierop met een paar enkele woorden terug te komen Ten tweede: is het door de eigenaardige samenstelling van onze organisatie, dat er nogal eens een dubbelganger valt op te merken. Zoo zou ik kunnen worden aangeduid als zijnde den dubbelganger van den Secretaris der Commissie van Beheer van de markt, of te wel de na-aper van denzelfde. Deze toch heeft u reeds zoo'n duidelijk overzicht gegeven van het finantieele gedeelte der veiling, en van de aangevoerde producten, alsmede van den nieuwbouw van het Betaalkantoor de waardeerende woorden, gericht tot het personeel, en tenslotte de weersgesteldheid van dezen verstreken zomer, welke zijn in vloed op ons veilingswezen geducht liet gelden, kortom, dit verslag is zoo overzichtelijk dat een napleiten hiervan, voor de zen keer zonder storing, wel achterwege gelaten mag worden. Liever zou ik voor u een soort van causerie, voor deze gelegen heid, houden, al zal het dan in bescheiden vorm zijn, van de ontwikkeling van onze veiling, vanaf de stichting, waarin onze Voorzitter zoo'n groot aandeel heeft gehad. Nu bestaat de mogelijkheid, dat mijn vrijmoedigheid zal wor den aangeduid, als zijnde niet in den haak, maar ik hoop, dat het vandaag geen dag zal zijn om standjes uit te deelen en al- lesminst vrees ik het dezen keer van den voorzitter. Mijne Heeren, Voor zoover u daartoe in staat zal zijn, wil dan met mij in gedachten even terug gaan naar het jaar 1911, het jaar bij uitnemendheid voor den geheelen Nederlandschen tuinbouw, en wel in het bijzonder voor de tuinders aan den Langendijk en omgeving. In dit jaar, hier zoo juist genoemd, was hier een groote bedrij vigheid waar te nemen omdat de teelt der producten, gerekend per oppervlakte, volop was en tengevolge der enorme droogte in het buitenland de prijzen een ongekende hoogte konden bereiken in die jaren. Toch werd er, zoowel te Heerhugowaard als bij ons, al jaren een groot gemis gevoeld, nl, een toevoerlijn, of liever een af- voerlijn der spoorwegen met een centraal veilingspunt. Belde bestaande kleine veilinkjes, zoowel te Heerhugowaard als te Noordscharwoude, leden aan bloedarmoede, en elke poging door menschen van goede inzichten en wille mislukten en stuitten op de kortzichtigheid van de bestaande corporaties, wier mede werking onmisbaar geacht mag worden. Toen was het onze energieke voorzitter, die een handig ge bruik wist te maken vanhet juiste tijdstip, waarvoor hem het jaar 1911 wel het geschiktste leek. Hij, als voorzitter van zijn vereeniging „Nieuw Leven" welke naam zoo juist gekozen werd, heeft toem voeling gehouden met enkele vooraanstaanden uit de vereeniging „Tuinbouwbelang" waarbij de namen genoemd mogen worden van de heeren G. Barten en J. Ootjers, om de handen ineen te slaan, nogmaals een poging te wagen tot stichting van den toevoerlijn en het op richten van den „Noordermarktbond" waarin heel de omgeving zou kunnen worden opgenomen en van dezelve zouden kunnen profiteeren. Deze toegestoken hand werd dankbaar aanvaard. Nu kwam het er maar op aan de tuinders in deze streek in beweging te brengen voor zijn groot plan en mede door het bezielend woord, op den juisten tijd uitgesproken, werd al spoedig steun verkregen bij meerdere tuinbouwvereenigingen, Gemeenten en Polderbesturen en waren we overtuigd van de goede wil welke bij velen voorzat. Als steeds was het ook hier, dat niet alles op rolletjes liep, de tegenwerking van bepaalde zijdé bleef niet uit, maar, hoe hardnekkig deze ook scheen, ze bleek niet bestand te zijn tegen de sterke overtuiging en het groote doorzettingsvermogen van diegenen, die zich in die jaren bijna geheel aan deze, vrij willig opgenomen taak gingen wijden, soms ten koste van eigen bedrijf en inkomsten, en niet dan na eindelooze en vaak nach telijke bijeenkomsten waren tenslotte de grootste moeilijkheden overwonnen, dank zdj de krachtige en royale medewerking van u, die hier met ons samen zijn. Nadat eerst een N. L. Vennootschap was opgericht, voor een te leggen spoorlijn, werd dan onze veilingsvereeeniging gesticht en na aankoop van water en terreinen kon met den bouw wor den begonnen, om daarna in het jaar 1915 op den 16en Juni de eerste veiling te houden van den Noordermarktbond des namiddags te 3.30 uur. Vol verwachting klopte ons hart en zeer benieuwd waren we. of de geraamde omzet, welke gechat was op een half millioen gulden gehaald zou kunnen worden in een geheel seizoen. Dit toch zou noodzakelijk zijn om, zooals door zwartkijkers v/erd voorspeld, de te gewaagde onderneming gaande te kunnen houden. Bijervaring wisten we, dat ons tuinbouwbedrijf een zeer ris kant bedrijf i,s aan vele schommelingen onderhevig, en reeds toen begrepen we, dat de omzét aan onze veiling zooveel be- teekende als zijnde de thermometer der tuinders. Welnu, de stand .dezer thermometer opgenomen na afloop van het seizoen 19151916 overtrof onze stoutste verwachtingen, ze wees niet aan het geraamde half millioen, doch was reeds in het eerste seizoen gestegen tot f 2.452.309.34. Bij den uitslag hiervan was het of alles bij tooverslag was gewonnen en er moet dan ook wel een rilling gegaan zijn dooi/ de gelederen van hen welke een mislukking hadden voorspeld. Vanaf dezen dag groeide ons ledental en met dien eveneens de aanvoer en het omzetcijfer, want reeds een jaar later in het seizoen 1916—1917 gaf onze thermometer f4.115.806.42 aan. Hiermede was ons pleit gewonnen en ons bestaansrecht ver zekerd en nog zie ik onzen hooggeachten voorzitter glunderen als hem deze cijfers werden voorgelegd. Deze laatste omzet kon in de eerstvolgende jaren ruim gehaald worden, tot in het sejzoen 1918—1919 de thermometer steeg tot bijna 5 milioen, of wel juist f 4.862.501.84. Nadien kwam er een merkbare inzinking, niet omdat ook maar één de veiling on trouw was geworden, maar blijkbaar door een terugslag va# het wereldschokkende gebeuren „de oorlog." De inflatie van het Duitsche rijk, onzen grootsten afnemer, was zoodanig, dat de koopkracht met het jaar minder werd, met als gevolg, een daling van onze thermometer in de nu eerstkomende 3 jaren tot een gemiddelde van 2.75 millioen gul den en in het seizoen 1922—1923 bleef onze getrouwe jammerlijk staan op f 1.413.183.69. Hiermee was tegelijkertijd aangegeven de stand van eiken tuinder persoonlijk en de groote wisselvalligheid van ons bestaan vastgelegd. Even als nu, viel er door deze inzinking een zwaarmoedigheid onder ons tuindersvolk waar te nemen, welke zulke afmetingen begon aan te nemen dat sommigen de situatie bijna hopeloos toescheen. 't Is evenwel, als door de jaren heen is gebleken, dat het zich ook weer even spoedig herstellen, kan, want slechts één jaar later, in het seizoen 1923/24 rees onze thermometer tot een vrij normale stand f3.363.204.52 om in het seizoen 1927/28 weer te stijgen tot f4.589.348.77, om in het hierop volgende jaar 1928/29 haar hogtepunt te bereiken en wel f5.172.143.62. Met dit cijfer was onze veiling komen te staan in de aller- voorste rijen der Nederlandsche veilingen en volgens de be trouwbare statistiek van ons Centraal Bureau van Veilingen in Nederland mochten we in de laatst genoemde twee jaren, ons er op beroepen, te zijn dé veiling in Nederland, met op één na den grootsten omzet cijfers. In de hier genoemde jaren, was het de Veilingsvereenlging „Rotterdam en Omstreken", welke het record wist te boeken. Ik zou in dit overzicht te kort schieten als ik U geen zuievr beeld gaf van den gemiddelden omzet aan onze veiling vanaf de stichting. Als ik hierin volledig wil zijn, moet ik een kleine raming maken van hetgeen er nog geveild zal worden in de laatste dagen welke ons van dit loopende seizoen nog resten en kom dan tot de conclusie, dat we in deze 16 jaren van ons bestaan een totalen omzet hebben bereikt van: f53.042.507.99, waarvan het gemiddelde, per seizoenjaar, bedraagt: f3.315.156.75, waar mee naar ik meen een goed figuur gemaakt wordt in de rij der Nederlandsche veilingen. Geachte vergadering, ik wil met U hopen, en durf het zelfs aannemen, dat er in deze cijfers door U een stuk brood is verdiend. Even wil ik nog stilstaan bij deze en U zeggen dat, bij al het geen in deze twee organisaties, de N. V. der Toevoerlijn en de Veilingsvereeniging, is tot stand gebracht, de Handel hierin ontegenzeggelijk veel tot de verwezenlijking heeft bijgedragen. Zonder deze nijvere tak van bedrijf zouden beiden nooit tot hun recht hebben kunnen komen en het welslagen hiervan is ook voor een groot deel aan hunne energie te danken, en in de door mij genoemde, jaren hebben ook zij een ontwikkeling ontplooid welke onze verwachtingen verre heeft overtroffen, zij toch hebben er voor gezorgd dat er vanaf onze laadplaats in één jaar meer dan 5000 beladen wagons konden worden af en aangevoerd, hiervoor ons Saluut. Vrienden ik heb gemeend, dat een terugblik op genoemde jaren, ook voor ons weieens van nut zou kunnen zijn en haar goede zijde kon hebben en wel speciaal voon onzen Voorzitter voor hem moet het op dit oogenblik wel een groote voldoening zijn, te mogen vernemen, dat zijn wel overdacht plan waaraan zoo'n groote arbeid is verricht, in dienst van anderen, zoo volkomen is geslaagd en dat nu een groote schare van ver wanten dit op hoogen prijs weet te stellen. Vrienden, als we hem aanstonds zullen moeten missen, is het aan ons de taak het werk mede door hem gewrocht, voort te zetten en ligt het dan al niet direct voor de hand om ook even een blik in de toekomst te slaan? Al dadelijk moeten we dan bemerken, dat de vooruitzichten niet in elk opzicht rooskleurig genoemd kunnen worden. In eigen land kunnen we waarnemen dat de cultures, waarin wij ons hoofdbesaan moeten vinden onrustbarend uitbreiden. Wel is waar, zal er door de grasboeren geen land meer worden gescheurd voor deze doeleinden, zij toch hebben hier hun "be. komst wel van, maar aan de andere zijde valt er onder dé akkerbouwers een ongekende toelegging waar te nemen op het beoefenen van de groenteteelt met als hoofdbouw, kool en nog eens kool. Hetzelfde valt in niet mindere mate waar te nemen in het buitenland, voegen we hieraan toe de steun, welke vooral door de Duitsche Regeering hiervoor beschikbaar gesteld en ten slotte: de alles moordende en nog steeds hooger worden tarief- muren welke om ons worden heen getrokken, dan kan het niet anders of deze factoren moeten in het volle licht onzer aandacht staan. In de toekomst ziende, komen er vele en belangrijke vragen in ons op welke op eene beantwoording onzerzijds wachten. In hoeverre zal den Duitschen Rijksminister van landbouw machtiging worden verleend, om maar geheel naar willekeur en eigen inzichten de invoerrechten op onze producten te verhoogen ofwellicht geheel tijdelijk verbieden? Hierbij opgezweept door, de blijkbaar machtige agrarische partij. Of zal de stem der Duitsche industrie, met zijn groote schare van arbeiders, zoodanig klinken dat ze het evenwicht zal weten te bewaren tusschen hare en andere naties? Hoe zal Italië, bij doorvoering van de Duitsche toltarieven haar standpunt bepalen? Zal zij, met zijn machtigen leider aan de spits, zijn krachtdadigen invloed laten gelden, welke zich nu reeds uitt haar officieus orgaan der Regeering. Of zal deze Staat zich ook handig aansluiten bij de pas tot stand gekomen krachtmiddelen zullen, althans kunnen worden toegepast op ons kleine landje met zijn groote schare nijvere tuinbouw- bevolking? En tenslotte: wat zullen wij doen tegenover al deze beden kingen? Zullen wij dit alles maar rustig afwachten tot we zooover zijn dat we geen kant meer heen kunnen, of zal het hoognoodig zijn dat de geheelen Nederlandsche tuinbouw als één man middelen tracht te beramen welke onze buren tot nadenken zal stemmen en voor onze Regeering een ruggesteun kan zijn. Zullen het de retorsie-maatregelen zijn, waarvan, nu juist 4 jaar geleden op dezelfde plaats Mr. Niemöller een goed gedocumenteerde rede hield, met welks inzicht we ons toen nog maar moeilijk konden vereenigen, maar waaraan we nadien nog meer dan eens ons zelf de vraag hebben voor gelegd of er in deze richting niet gewerkt dient te worden. Als de tijden veranderen, doet men wijs, de bakens in tijds te verzetten. We behooren niet tot de pessimisten en weten heel goed dat er na duistere dagen spoedig licht ontstoken kan worden hetgeen ik U zoo even heb weergegeven aan de hand onzer thermometer der laatste 16 jaren, het kwik hierin vliegt al hoog en laag vanaf de tachtiger jaren der vorige eeuw, maar met de donkere wolken welke ons nu bedreigen dienen we toch terdege rekening mee te houden. Het zal onze harde koppen niet direct teneer slaan maarer moet toch naar iets goeds gezocht worden uit al deze vraagstukken U hier voorgelegd om althans te verhinderen dat de levensdraad der •Nederlandschen tuinbouw zal worden afgesneden, er moét ons een levenskans over gelaten worden en het ligt aan óns hierin eendrachtig samen te werken, ook al zal het hiervoor noodig zijn dat we, elk op onzen beurt een veer moeten laten van onze politieke of relieuse gevoelens. Als de tijden veranderen moeten we, soms noodwendig de bakens verzetten en het ligt aan U hieraan mede te werken en als een man op den bres te staan om, met onze Landelijken organisatie aan den spits, op te komen voor de belangen van onze Nederlandschen tuinbouw, een der grootste, doch niet het meest bevoorrechte volk van ons Vaderland. Dit verslag wordt met applaus beloond. De voorzitter dankt den secretaris voor het uitgebrachte verslag en zijn causerie. JAARVERSLAG van de COMMISSIE VAN BEHEER van den „NOORDERMAKTBOND" over het jaar 1930. MIJNE HEEREN, Mag ik wederom even uwe aandacht vragen voor mijn jaarverslag, ten einde u een overzicht te geven over de marktaangelegenheden over het afgeloopen jaar. Mocht ik aan het slot van mijn vorig jaarverslag de hoop uitspreken dat het jaar dat voor ons lag een voordeelig jaar mocht zijn, helaas dit heeft niet zoo mogen zijn. Misteelt van onze gewassen, door de vele zware regens, met als gevolg te kleine voorraad, voeg daar bij lage prijzen. Dit laatste zal zijn oorzaak wel hebben door de steeds hoogere optrekking der tarief' muren, en ook de wereldcrisis zal er geen goed aan doen, maar de slotsom is een lage omzet der markt en lage inkomsten. Ik zal u nog even een overzicht geven ter vergelij' king der cijfers der laatste vier jaren. 1927 1928 Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Oct. Nov. Dec. f 194.434.53 f 634.644.48 - 271.349.58 - 817.889.33 - 356.075.99 - 1019.564.51 - 448.040.90 - 409.770.30 - 90.257.94 - 113.021.39 - 417.756.64 - 230.400.65 - 171.932.55 - 184.212.08 65.252.95 67.106.75 253.992.30 333.088.91 1929 f 438.117.30 - 513.846.39 1011.601.74 - 971.683.28 - 261.700.82 - 14.098.30 - 203.821.26 - 289.856.75 - 208.797.44 - 200.568.46 - 181.395.57 - 141.466.68 f 219.007.95 - 354.553.75 - 570.348.19 - 267.963.47 - 69.240.13 - 88.126.56 - 259.33189 - 109.796.56 - 99.168.78 - 146.367.- - 127.851.69 - 70.831.71 f 3.002.386.14 f 4.922.315.66 f 4.436.953.99 f 2.382.587.68

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 4