I
De Vrouw en de IWode
lische boerinnen door de nauwe straten en ver
toefden uren lang in de bazars.
Norah kocht in het geheim buitenlandsche
kranten en droomde er van filmster te worden.
Ach, ik begreep maar al te goed haar opstandig
heid tegen de barbaarsche wetten van haar va
derland, doch ik waagde het toch niet haam
avontuurlijke plannen te ondersteunen.
'Op zekeren dag werden wij voor de toren van
de stad aangeroepen door twee Amerikaansehe.
automobilisten, die een panne hadden. En ter
wijl ik den weg wees naar een reparatie-inrich
ting was de andere op Norah toegetreden. Hij
verzocht haar haar sluier weg te doen, doch toen
hij een verduidelijkend gebaar naar haar gelaat
maakte, stootte zij een verschrikten kreet uit
rende van ons vandaan.
wier pmet een energiek gebaar haar sigaret in
den aschbak. Ik zal hem trouwen, ten eerste
omdat ik 16 jaar ben en tot nu toe altijd gedaan
heb wat ik wilde en ten tweede omdat mijn va-
der het mij verbiedt en ten derde omdat Harry
geen besluit kan nemen." j
,.Ja, maar houd je dan van hem?"
„Van hem houden? Ach, 'dat weet ik niet.
Het is een aardige jongen, nietwaar én dan zeer
correct... hij verdient heel goed, maar ik heb
meer geld 'dan hij.... j
„Jij bent, een dwaas kind, Grace, jij zult j
op'dezelfde manier een man trouwen als dat I
je als kind een verboden spel speelde. Dat is
eenvoudig dwaas."
Dwaas? Hoe kom je daarbij? Ik ben zeer ver
standig, ik weet alles, wat een meisje van mijn
eigen vier muren zijn, en het dan omwisselen
voor een gemakkelijk huispakje van „zich maar
laten gaan?"
;Moge onze gedragslijn zich dan ook al wijzigen
naar de plaats, waar wij ons bevinden, een wel
willende, vriendelijke toon in huis zoowel als
daar buiten, zal de ware innerlijk beschaafde
mensch steeds kenmerken.
En ik moest glimlachen over dit oostelijke leeftijd behoort te weten
meisje, dat er van droomde om eenmaal een
tweede Mary Pickford te worden en door een j
doodelijken schrik werd bevangen wanneer een j
man een poging deed om haar gelaat te aan-
schouwen.
Up het zwarte zand lieten onze naakte voeten
diamanten sporen na. Wij hadden onze piroge
op het strand getrokken en ons in de schaduw
van een boom gelegd, terwijl rond om ons heen
de zon brandde.
Turia lag naast mij, gehuld in haar lange ha
ren en haar lichaam toonde de teekenen van een
naderend moederschap.
Plotseling vroeg ik:
„Turia wanneer zul je je kind verwachten?
„Binnen twee manen."
„Ben je blij?"
,Jk zal het aan Tetua geven, ik heb het aan
haar beloofd."
„Ik zei niets. Ik heb nimmer het. gebruik
der inwoners van Tahiti kunnen begrijpen, 'die
hun kinderen weggeven.
Turia's voeten speelden met het heete zand.
Wanneer jij weg bent," zei ze heel zacht.,
„zal heel bedroefd zijn. Em ik zal geen geld
meer hebben om naar den Chinees te gaan en
mooie dingen te koopen. Misschien zal ik 'dan
een zoon aannemen."
Maar Turia behoud je dan niet je eigen land
„Neen, dat heb ik aan Tetua beloofd. Ik
zal het van Hoo noemen."
Turia droomde met open oogen in de verte.
Etn ik dacht er aan of zij wel wist, dat dit ge
voel van teederheid voor een vreemd kind van
haar eigen kind afkomstig is, dat haar onver
schillig is..
Kejiku 3m.
Voor Kejiku liggen zee en hemel uitgestrekt.
Zooals altijd bij haar kort, oponthoud in Naga
saki droomt zij ook thans lange uren in haar
Japansche tuin, een kleine beschilderde pop uit
een Nippekast.
Kójiku is een wonderbaarlijke danseres, gebo
ren op een van die dichtbevolkte eilanden, die
in de Pacific liggen uitgestrekt als een handvol
rijstckorrels.
'Langen tijd geleien heeft men haar uit haar
vaderland verbannen en thans is zij na een lange
reeks van triomf jaren in New York en Europa
er weer teruggekeerd en met het hoofd der fa
milie, haar oudsten broeder enkele geldzaken
te regelen.
„Ik baat hem, zei zij, zonder de uitdrukking
vari haar gelaat te veranderen. Hij heeft een
vraatzuchtige geest als de visschen in het zwarte
water. Zijn kijk op het leven is begrensd als de
muren van zijn stad. Hij is onwetend en hard.
Thans, nu ik eenmaal met de zeden van uw
vrije leven in aanraking ben geweest, zou ik
nimmer meer in Japan kunnen leven. Ik zal Taro
San toonen wat het. beteekent: een vrije onaf
hankelijke vrouw. Haar broeder treedt naderbij.
Nauwelijks verwaardigt, hij met zijn blikken de
kleine, gestalte van zijn zuster.
Op de knieën voor hem beroert zij met haar
voorhoofd den grond voor hem en murmelt met,
monotome stem de woorden der begroeting, van
eerbied, van onderwerping.
Houehaf ferine.
Waarachtig zij was schoon, de kleine prinses
■Mouchafferine, die ik langen tijd geleden in
Ispahan leerde kennen. Zoo schoon, dat, de jon
ge 'mannen uit verre vreemde landen niet meer
naar hun vaderland terug willen gaan.
En op zekeren sehoonen dag in Mei. op het
uur dat de roode rozen in den tuin bijna een
diep zwarte kleur vertoonen, weende de kleine
prinses heete tranen. Ik streelde haar hand en
vroeg niet ve^l daar ik de oorzaak van haar
verdriet meende te kennen.
Het was het plotseling vertrek van een jong
attaché van het Emgelsche gezantschap die on
verwachts naar Engeland was teruggeroepen om
„complicaties van sentimenteelen aard, die de
grenzen der moraliteit overschrijden" te voor
komen.
De kleine Houchafferine leek mij een beeld
van troostelooze smart, doch zij bleef niet bij
haar smart neerzitten. Het, lukte haar om met
behulp van haar zwarten dienaar het land te
ontvluchten en van de opbrengst van haar sie
raden zwierf zij geheel Europa door, om. m
Londen aangekomen, te ervaren, dat haar vriend
getrouwd is....
Thans leeft Houchafferine ver van haar va
derland, dat haar verstooten heeft,. Zij danst in
een groote variété en wanneer men met haar
over haar vaderland spreekt, waar haaf zusters
achter dikke muren een droomerig, onwerkelijk,
en omsluierd leven lijden, dan krijgen haar schoo-
ne oogen een weemoedigen, verlangenden glans.
Graee.
„Ik verzeker je Darling, ik zal Harry trou
wen 1"
Grace had haar Slanke beenen gekruist en
..Ja, maar een huwelijk, mijn beste kind, dat
is iets heel belangrijks. Weet je wel zeker, dat.
Harry van jou houdt?"
„Harry Ach, dat weel ik niet. Hij houdt
van mij en Beatrice en Lillian. Maar ik zal voor
hem de beslissing nemen. Vanavond neem ik
hein mee naar een partij. En dan waarneer hij een
beetje gedronken heeft-, rijd ik hem naar Was
hington, dat beteekent naar een anldere staat. En
dan moet hij mij trouwen."
„Maar?" i
„Nu ja, het is nu eenmaal de gewoonte, dat,
wanneer een jonge man een meisje over de gren-
zen van een staat vervoert, hij dit weer goad
nioet maken. Dan heeft hij haar geeompromit-
leerd, begrijp je? D'us moet hij met haar trou- j
wen .nietwaar? E«i zoo zal ik morgen Mrs. Har-
ry Livewell zijn. Good bye D;arling.
Onder mijn venster gonsde een motor. Grace
sprong in haar auto, ik hoorde haar wegrijden...
een jong meisje, dat met een jongen man wil
de trouwen, niet oni'dat zij van hem hield, doch
omdat zij eenvoudig haar onafhankelijkheid wil
de bewijzen.
D»e goede toon thuis
s Morgens tegen kantoortijd. Een heer zit in
een volle tram en leest zijn ochtendblad; tram
houdt stil en een dame stapt in, niet zoo heel
jong, maar knap; de heer vouwt zijn courant
toe en staat vlug op en biedt hoffelijk zij in.
plaats aan.
'sAvonds zien wij iienzelfden heer thuis; hij
heeft zich behagelijk in een fauteuil neergevleid
en leest zijn avondblad. Eenige oogenblikken
daarna komt zijn vrouw de kamer binnen, die na
een dag van inspannenden arbeid, verlangend een
rustige en gemakkelijke plaats wil innemen, in
den tegenovergestelden armstoel
Och, mag ik even voorbij
Haar man behoeft slechts even zijn uitgestrekte
beenen in te trekken, maar doet dit niet. Een
gebrom van achter de courant: „Loop liever
even om!" Zij doet het, maar moét. nu eerst
een zware tafel opzij schuiven vóór zij gaat zit
ten, haalt zij eerst nog de schemerlamp iets
naar zich toe. „Zoo kan ik niets zien, schuif
je stoel dan dichterbij!" Zij doet het, doch zegt
tegelijkertijd: „Je bent niet erg voorkomend!'
„Ik moet den geheelen dag op kantoor al
tegenover zoovelen vriendelijk en voorkomend
zijn. Thuis moet ik mij tenminste kunnen la
ten gaan," is het mopperende antwoord.
Ziehier eens even een houding geschetst van
zoovelen onzer, zoowel mannen als vrouwen en
ook zelfs van vele oudere kinderen, een houding,
die zij bewust of onbewust aannemen.
Hoe vaak gebeurt het niet, dat een vrouw haar
man op een eenvoudige vraag een onaangenaam
en bits antwoord geeft, en eenige oogenblikken
daarna bijna Diet te herkennen is, als zij haar
masten allerliefst én vriendelijk ontvahgt.
Ook gebeurt het vaak, dat een man op een af
gesproken uur gereed is om uit te gaan en soms
meer dan een kwartier lang gekleed wacht op
zijn vrouw, die anders bij afspraken met haar
vriendinnen zoo stipt op tijd is.
Oneindig zijn de voorbeelden, die elk onzer
met betrekking tot dit thema zou kunnen aan
voeren.
Men opent galant de depr van een concertzaal
voor een wildvreemde dame, terwijl men thuis
doodrustig op zijn stoel blijft zitten, als een der
huisgenooten met een volgeladen blad in de hand
de deur zelf tracht te openen en men is zich
niet van de minste nalatigheid bewust.
Tot op zekere hoogte zal men zich begrijpelij
ker wijze in eigen omgeving, tegenover zijn
huisgenooten, anders gedragen, dan buitenshuis;
wij bedoelen hiermede, dat men thuis meer vrij
uit met elkander spreekt, dan wanneer men er
gens anders is. maar laten wij dan toch vooral
trachten, dit op niet minder vriendelijke, wijze
te oden, dan elders. Is men op een gegeven oogen-
blik druk met iets bezig en roept men ons van
het werk af, laten wwij dan niet dadelijk uitva
ren, maar een vriendelijke vraag om „een oogen
blikje geduld te willen hebben", zal beide par-
1 ijen bevredigen!
Is men overmoe en wordt men gevraagd om
mee uit te gaan, dan niet dadelijk een bits: Neen,
dank je, ik heb geen zin, ik ben te moe! maar
laten wij ons zelf even trachten te overwinnen
door te vragen, het liever een half uurtje uit te
stellen.
Al deze kleine tegemoetkomingen kosten ons
niet meer, dan even de moeite van het terugdrin
gen van een paar onvriendelijke woorden.
Wanneer wij trachten de weinige huiselijke
voorkomendheid- psychologisch nader te analy
seeren, blijft er weinig goeds voor ons over.
Men wil zich thuis voordoen zooals men nu een
maal is.
Willen wij daarbij dan te kennen geven, dat
een zich hoffelijk gedragen jegens anderen ons
niet van nature is aangeboren?
Trekken wij dit dan slechts als officieel ge
waad aan, dat wij afleggen als wij binnen onze
Het voorjaarshoed je.
De eerste dames zien tegen het naderen van'
het voorjaar al verlangend uit, naar hetgeen de
mode zal brengen, de modetijdschriften worden
grondig bestudeerd en etalages met de nieuw
ste snufjes uit en te na bekeken, om vooral dat
gene te bemachtigen wat flatteus staat en toch
ook niet ons budget te boven gaat. Het laatste
is een ding van belang, want hoe vaak' gebeurt
het niet, dat wij in de verzoeking komen meer
te koopen, dan oorspronkelijk het, plan was, het
is ook zoo verleidelijk al dat moois! Het beste is
daarom een bedrag vast te stellen, dat men be
steden wil en 'daar niet boven te gaan en nog een
voorname factor bij te koopen, die van niet wei
nig belang is, het gekochte dadelijk te betalen,
daar men er dan niet toe komt meer te koopen,
dan men kan. Een standpunt dat ons niet anders
dan ten goede kan komen.
Fi\ nu over onze behoeding! Waren het eerst
hoedjes die bijna geheel over het voorhoofd ge
dragen wenden, nu zien wij hupsche kleine dop
jes, die het achterhoofd omsluiten.
Men ziet aardige kleine strooien jioedjes met
een rand van bloemen, zijden hoedjes met een
bandgarneering, vilt hoeden, die inzetstukjes van
glimmend stroo laten zien en ook wel een een
voudig fluweelen bandje met een platten strik;
weer andere zijn van grof glimmend stroo en!
vragen alleen een aardige gesp voor versiering!
in allerlei vorm zien wij deze hoedjes, die vaak
een flatteerende omlijsting zijn voor zwarte, blon
de of rossige lokken en het voorhoofd en de
oogen geheel vrij 'laten.
Vaak worden er nog kleine voorhoofdvoil.es
op gedragen, wat een ware uitkomst zal zijn voor
veel oudere dames om de kleine rimpeltjes ,die
zich daar mochten bevinden, weg te moffelen.
De groote vraag is echter of het een blijvende
mode zal blijken te zijn, daar wij met de warme
zonnige zomerdagen toch zeker wel de voorkeur
zullen geven aan een cloche-model en zoo'n klein
dopje aardig is om er bij te hebben.
Die overwinning van den eenvoud.
Het parool van de mode luidt: geraffineerde
eenvoud! Daarom zijn de wollen stoffen ook zoo
populair over de heele linie. Eenigszins ten koste
van het tweed, waarin minder variatie van kleur
mogelijk is variatie is voor de mode een le
vensvoorwaarde. De nieuwe wollen stoffen zijn
ook voor 'het warme jaargetijde uitstekend ge
schikt,enkele zijn zoo doorzichtig als tulle.
De jersey's zijn zoo soepel en licht, dat er zelfs
avondjaponnen van worden gemaakt. Wij zien
ook wollen kant en veel geruite stoffen in har
monische kleuren. Ze worden gebruikt voor de
zoo moderne korte jasjes, voor shawls en muts
jes. dikwijls worden zij met een effen kleur ge
combineerd.
Door handige kleurencombinaties kan men ook
met geringe middelen goed gekleed gaan zonder
de eentoonigheid, die vooral voor de betrokkene
zelf het gevolg is van het kiezen der garderobe
in een, hoogstens twee kleuren. Geel, dat door
zijn ietwat opvallend karakter altijd chic staat,
kan in kleine hoeveelheden met practiseh elke
kleur gecombineerd worden. Vermoedelijk is dit
de reden, dat het dit jaar zoo in de mode gekomen
is. Die onvermijdelijke eenvoud dwingt ons er toe,
een te bescheiden garderobe met kleine listen
op te fleuren. Diezélfde gedwongen eenvoud heeft
de wollen japon, die voor zooveel verschillende
geegenlieden kan worden gedragen, zoo populair
gemaakt. De heerschappij van de wollen japon
wordt haar op het oogenblik zelfs niet door de
zijden betwist.
Gekleed ensemble van crêpe de chine. Het
rechte jakje is met smalle plooitjes gegarneerd
en wordt op een crêpe de chine blouse gedragen,
die eveneens smalle plooitjes heeft. Het. geplis-
seerde rokje is afgewerkt met een ceintuurtje
van dezelfde stof.
Een origineel geheel geeft ons fig. 2. De blouse
kan voor jongens zoowel als voor meisjes ge
maakt: worden, voor de eersten is het rechte glad
de broekje op de blouse geknoopt, terwijl voor
kleine meisjes het rokje, dat door twee stolp
plooien (aan den voor- en achterkant) lie noodige
ruimte krijgt, op de blouse geknoopt wordt..
Het pakje wordt- van een soepele wollen stof
gemaakt.
Kleine wenken.
De nieuwste parasols hebben een rand in een
effen kleur, die zoo mogelijk .past bij de japon.
Franjes zijn zeer modern, vooral 's avonds.
Dan worden zij gedragen langs rokken, blouses en
mouwen. Het is een beetje onpraetisch. maar
origineel.
Voor beroepfakleeding komen donkere en ge
dekte tinten het meest in aanmerking. Men kan
echter een blouse van een lichtere kleur dragen
onder een mouwlooze over japon.
's Avonds worden veel vesten van wit. moiré
gedragen met blinkende knoopen. Bij japonnen
van satijn of lamé draagt men daarentegen bij
voorkeur zwartfluweelen vesten met gekleurde
knoopen, een dracht, die wij niet kunnen bewon-
Als kraag of pelerine uitmunten door een ori- j
gineelen vorm, ziet men deze soms herhaald in
den vorm van het 'bijpassende kapje of mutsje.
Mozaikborduursel langs hals en mouwen en op
het taschje is het nieuwste snufje. Men knipt
eenvoudig stukje3 uit overgeschoten goed en stikt
ze op met gouddraad.
Taschjes en handschoenen vau bedrukt struis-
veerenleer zijn even origineel als modern.
Links een rok van origineel geruite wol me'
een casaque van beige crêpe, die versierd wordt
door ingezette reepen, knoopen en een wjldleeren
ceintuur.
Bechts een rok van effen blauwe wol met een
jasje van blauw, geel en grijs plaid, dat weer.met
effen blauwe wol is afgewerkt. De blouse is van
gele crêpe.