lingsvereenigmg WarmenhuizenenOmstreken Ned. Vereen, van Spiritisten „Harmonia" Ilan de Parel der Betuwe JAARVERSLAG 1930-'31. M. H., Nog nimmer heb ik U in mijn jaarverslag zoo'n somber beeld moeten geven als thans het geval is. In het verleden hebben wij wil meer slechte jaren doorgemaakt, doch nog nooit was de nood zoo hoog gestegen als thans. Alles liep tegen. Het eerste product van het seizoen, de rhabarber, waardeloos. Bijna de geheele rhabarberoogst is op het land blijven staan en aan verrotting prijs ge geven. Met de vroege aardappelen ging het eerst tamelijk goed. Het scheen of de nieuwe sorteering welke voor dit product was ingevoerd een vermeer derde vraag voor het buitenland tengevolge had. Het spoedig en hevig optreden van de aardappel ziekte was echter de oorzaak, dat deze teelt ook dit seizoen weer niet loonend was. De bijzonder natte zomer veroorzaakte, dat de hoeveelheid herfst- en bewaarkool welke geteeld werd ongekend gering was, zoodat zelfs van een misoogst kan worden gesproken. Bovendien liet de kwaliteit veel te wenschen over. De natte zomer werd gevolgd door een zachte winter en daarmede was de misère volkomen. Was het goed winterweer geweest, dan hadden we eene goede kans gemaakt, dat de prijzen van de bewaar kool gezien de geringe voorraad flink waren opgeloopen en zoodoende de schade van de geringe en slechte oogst eenigszins hadden goed gemaakt. Maar helaas de winter bleef uit. Eerst in de laatste helft van April werd het zooals wij zeggen „goed koolweer" en demonstreerde door de prijzen welk een belangrijke factor het weer voor onze produc ten is. De kool werd op het laatst zelfs nog duur. Ik weet wel, dat in deze tijden van crisis en malaise, van hooge tariefmuren en verminderde koopkracht de omstandigheden voor onzen tuinbouw ook minder gunstig zijn, maar toch geloof ik niét en ik acht dit een lichtpunt dat we zoozeer van de economische toestanden in de wereld afhan kelijk zijn als het op het oogenblik schijnt. Ingeval we nu eens een dragen zomer gevolgd door een strengen winter krijgen dan vertrouw ik dat de toestanden er voor ons weer veel beter zal uitzien. Het weer is en blijft voor ons een voorname, zoo niet de voornaamste factor. In vroegere jaren kon den natte zomers en zachte winters ook nooit tot de goede jaren gerekend worden; en de strenge winter van 1929 heeft ons doen zien, dat zelfs onder de tegenwoordige economische verhoudingen ons pro duct nog duur kan worden. De ongunstige toestand maakt zich natuurlijk duidelijk kenbaar in de omzetcijfers. De omzet over het kalender jaar 1930 bedroeg f788.693.90 tegen f 1.599.704.39 in 1929; over het seizoen 1930-'31 be droeg de omzet f 623.374.66 tegen f 988.767.90 in het seizoen 1929-'30. Neemt men in aanmerking, dat deze omzet over 677 leden moet worden verdeeld dan is het begrij pelijk, dat de nood bij vele tuinders in dit tweede slechte jaar zeer hoog is gestegen en velen met dankbaarheid gebruik hebben gemaakt van de cre- dieten, welke onder garantie van provincie en ge meente aan tuinbouwers werden verstrekt. Een woord van hulde aan het bestuur van onze provincie voor deze daadwerkelijke steun in deze tijden van nood lijkt mij wel op zijn plaats. De houding onzer landsregeering steekt daarbij ongunstig af. Terwijl onze buitenlandsche concur renten krachtige steun van hunne regeeringen on dervinden o.a. door gunstige spoorvrachttarieven, kan onze regeering nog maar steeds niet tot eene verlaging van de spoorvrachttarieven besluiten. In het afgeloopen seizoen is 286 maal geveild. Dat is precies evenveel malen als het vorige jaar. Verhandeld werden van 1 Mei 19301 Mei 1931: 3.280.078 K.G. aardappelen. 4.713.230 K.G. roode kool. 1.232.850 K.G. gele kool. 2.999.025 K.G. Deensche witte kool. 1.355.500 K.G. gewone witte kool. 1.108.700 K.G. uien. 315.320 K.G. gele nep. 105.233 K.G. zilver uien. 206.375 K.G. peen. 21.175 K.G. bieten. 26.458 K.G. siaboonen. 709 K.G. snijboonen. 12.000 K.G. rhabarber. 4.143 K.G. tomaten. 3.530 K.G.groene erwten. 3.632 K.G. grauwe erwten. 6.720 K.G. vale erwten. 3.115 stuks Chin. Witkrop. 18.365 stuks bloemkool. 392 snees roode kool. 95 snees wite kool. In vergelijking met het vorig jaar is toegenomen de aanvoer van: Gele kool met 4 wagons, uien met 39 wagons en peen met 5 wagons. Afgenomen is de aanvoer van aardappelen met 43 wagons, roode kool met 621, deensche witte kool met 226 wagons, agewone witte kool met 203 wagons, gele nep met 3 wagons, bieten met 1.5 wagon, to maten met 2 wagons, erwten met 1.5 wagon, Chin, witkrop met 10.000 stuks, bloemkool met 67000 stuks. Uit de aanvoercijfers blijkt wel duidelijk hoe gering de oogst is geweest. Hierbij moet nog in aanmerking worden genomen, dat de aainvoer ook nog belang rijke hoeveelheid kool is begrepen, welke hier niet is ge.teeld doch door de leden elders is gekocht en hier werd opgeslagen en aangevoerd. De voorradige winterproducten zijn weer tweemaal geïnventariseerd, en wel op 1 December en per 15 Februari. De voorraad op 1 December 1930 beliep: 469 wagons roode kool. 182 wagons gele kool. 377 wagons deensche witte kool. 79 wagons uien. 25 wagons peen. En op 15 Februari 1931: 190 wagons roode kool. 97 wagons gele kool. 219 wagons deensche witte kool. 42 wagons uien. 20 wagons peen. De keurmeester heeft in 1930 25 maal boete toege past tegen 70 maal in 1929 en wel: 4 maal voor roode kool, nl. 3 maal voor onvoldoen de kwaliteit en 1 maal voor niet voldoen aan het gewicht. 1 maal voor gele kool voor onvoldoende kwaliteit. 2 maal voor uien onvoldoende kwaliteit. 16 maal voor aordappelen, 2 maal voor ondermaat, 2 maal voor verkaterde, 1 maal voor onderwicht, 1 maal voor niet voldoen aen het monster. 3 maal voor groene en 7 maal voor ziekte. 2 maal voor niet op tijl veilen. Bovendien is de tussfchenkomst van den keurmees ter nog in 28 gevallen ingeroepen dat geen boete is toegepast, nl. 8 maal voor uien welke overge- zocht zijn, 18 maal voor zieke aardappelen en 2 maal voor witte kool met rand. De keurmeester heeft 35070 balen aardappelen voor verzending naar het buitenland gekeurd, waarvan zijn verzonden naar: Duitschland 26597 balen, Frankrijk 2860 balen, Bel- gie 2199 balen, Zwitserland 2162 balen, Zuid Amerika 600 balen, Engeland 352 balen, Italië 300 balen. Er zijn 41414 U.C.B.-labels en 26800 stuks plombeer loodjes afgegeven. Een van de belangrijkste gebeurtenissen van dit seizoen welke voor onze vereeniging zijn te memoree- ren is zeker wel de toetreding van 2 nieuwe leden namelijk de afdeelingen van den R. K. Land- en Tuinbouwbond te Tuitjenhorn en Warmenhuizen. Hierdoor is het aantal aangesloten tuinbouwers ge klommen tot 677 en is ook het Centraal Bestuur met 4 leden uigebreid. Het gevolg is geweest, dat ons eigen koffiehuis geen voldoende ruimte meer bood voor het houden der vergaderingen en het Bestuur een onderdak heeft moeten zoeken. E§n bijzondere vermelding verdient het feit, dat dezen winter een referendum is gehuoden onder de leden over het zg. navellen. Bij een bespreking van den fazet van onze bewaarkool in een vergadering van het Centraal Bestuur kwam de meerderheid tot j de conclusie, dat het gezien de geringe voorraad goede kool te verwachten was, dat de aanvoer van l eerste kwaliteit in dit seizoen veel te wenschen zou overlaten. Ter bevordering van den goeden afzet werd het ge- I wenscht geacht gelegenheid te geven om goede kool j na te veilen. i Daar dit evenwel in strijd zou zijn met het in- I dertijd door de algemeene vergadering aangeno men besluit om alleen na te veilen bij dicht water was het noodig een uitspraak van de leden te vragen. De uitslag was dat met 48 tegen 22 stem men aan het Centr. Bestuur machtiging werd" ver leend om goede kool na te veilen. Van de machtiging is echter geen gebruik ge maakt omadt de vraag gering bleef en dus geen noodzaak tot naveilen bestond. Als een donderslag uit een helderen hemel kwam in de maand November het bericht dat de Ned. Spoorwegen aan het station Warmenhuizen geen wagons ter vervoer meer wilden aannemen, bela den met een gewicht van meer dan 12000 kilogram. Daar voor het groentenvervoer zeer veel gebruik wordt gemaakt van wagons welke met 15000 kilo gram worden beladen, zou de doorvoering van de zen maatregel noodlottig voor ons vervoer zijn ge worden en zouden onze leden zeer worden gedupeerd daardoor. Het is dus te begrijpen, dat ons Bestuur niets onbeproefd heeft gelaten om te trachcten de opheffing van deze belemmering van het ver voer te verkrijgen. Gelukkig heeft dit succes gehad en kon juist toen de groote drukte aanbrak de ver zending van wagons met 15 ton beladen weder plaats hebben. Het veilen van erwten is dit jaar weer geprobeerd doch niet met succes. Wij moeten helaas constatee- ren dat deze proefneming is mislukt. Ook in het afgeloopen seizoen viel weer te consta- teeren dat de betere inrichting van de veilingsgebou wen van zeer goeden invloed is op het veilen te Warmenhuizen. Het aantal leden, dat onze veiling ontrouw is neemt steeds af. Overigens zijn geen belangrijke gebeurtenissen te vermelden. De vereeniging was vertegenwoordigt op de ver gaderingen van de Groep Veilingsvereenigingen en de Provinciale Commissie terwijl bonevndien 4 maal met den Vierbond is vergaderd. In den Vierbond is meermalen besproken op welke w ijze zou kunnen worden bevorderd dat de aan voer van goede kwaliteit bewaarkool toeneemt in het begin van de campagne. De tegenwoordige toe stand dat in de maand December uitsluitend bijna minderwaardige kool wordt verzonden is zeer on- gewenscht. Voor de reputatie van ons goede product is het van veel belang, dat in de maand December niet uitsluitend partijen van minderwaardige kwa liteit als het ware als monster van den totalen wintervoorraad worden verzonden. In den Vierbond heeft men nog geen goede oplos sing voor dit euvel gevonden. Het zou wel goed zijn als alle leden hun gedachten eens over dit onder werp lieten gaan, misschien dat iemand met een goed voorstel komt. Over het algemeen zou het wenschelijk zijn, dat een ieder zooveel mogelijk zorgde met goede kool aan de markt te komen en ze niet zoo lang bewaarde tot ze slecht is want het eenige middel om onze posi tie in het buitenland te handhaven is te zorgen, dat de kwaliteit van ons product die van onze con currenten verre overtreft. M. H., ik wil eindigen met den wensch, dat het u allen bekende spreekwoord: „van de nauwte komt de grauwte" hier geen toepassing zal vinden en we onze kracht zullen zoeken in eendrachtige samen werking om gezamenlijk de moeilijket tjjden het hoofd te bieden. De werkzaamheden voor den nieuwen oogst zijn weer begonnen. Er is weer geploegd, geplant, en gezaaid. Laten wij hopen dat hierop zegen moge rusten en dat onze nijvere leden hun taai geduld en volharding beloond mogen zien en de toekomst hen in staat zal stellen zich te hrestellen van de slagen, die thans aan hun bedrijf zijn toegebracht. RECTIFICATIE. In verband met de besprekingen over de contante betaling aan de kooplieden ter veiling toegestaan, laten wij hier het voorstel tot wijziging volgen zooals dit door de Algemeen Vergadering met algemeene stemmen werd aangenomen. Aaan koopers wier crediet voldoende gedekt is wordt door de betaalmeesters 2 maal 24 uur crediet verleend. Hetgeen dus Maandag gekocht wordt moet Woensdag betaald worden. Wordt den derden dag na den koop (bij dit voorstel dus Donderdag) nog niet betaald, dan wordt de 0,1 pCt. korting voor contante betaling ingehouden. De daarop volgende drie dagen wordt iederen dag 0.04 pCt. en daarna 0,03 pCt. per dag op de rekening bijgeschreven. Deze regeling gaat in op den eersten Juni a.s. OPENBARE PSYCHOMETRISCHE SEANCE. Daartoe uitgenoodigd door het bestuur der Afd. Alkmaar, werd door mevrouw Akkeringa uit den Haag, Maandag en Dinsdagavond in het logegebouw aan de Ged. Nieuwesloot te Alkmaar een openbare psychometrische seance gehouden, welke beide avon den volle zalen lokten. Eerst een inleidend woord van den voorzitter, waarna het woord werd gegeven aan mevr. Ak keringa. In verteltrant, een zeer bevattelijke causerie, werd de beteekenis van het spiritisme uiteengezet. Het zou oud nieuws kunnen heeten, wat ik u hedenavond weer zal mededeelen, meende de spreekster, indien het niet steeds nieuw bleef, wat het spiritisme u leert. De avonden zijn zoo aan elkander gelijk, maar daarom dan ook heeft het bestuur gemeend een openbare psychometrische seance te moeten uitschrijven. En meen nu niet, dat het een avond van attractiën, van voordrachten zal zijn. Neen, deze avonden staan in hetzelfde teeken als toen. Mozes in het Braambosch de stem hoorde, die zeide „Trek uw schoenen van uw voeten, want de plek waarop gij staat, is heilige grond." Ook hier is het heilige grond, waar gesproken zal worden over hen, die van ons zijn heengegaan, over gegaan van de stoffelijke wereld in de onstoffelijk^ sfeer der geesten. En dan zal het u blijken, dat er geen dood is, maar een eeuwig voortbestaan. Het wetenschappelijk onderzoek heeft dat bewezen, en we weten, dat wij niet dood gaan, maar blijven voortleven. De communicatie tusschen ons en hen die zijn overgegaan is blootgelegd door mediums, profeten en zieners. Voor mij zegt spr., heeft het medium dezelfde functie te vervullen als een radio-ontvangtoestel. Het brengt de boodschappen over, die het van de geesten ontvangt en zijn taak is zeer verscheiden; het heeft de gave der profetie, om de toestanden te schetsen, en om de middelen van gezondmaking aan te geven. En het ontvangt dien geest van God. Die die gaven uitdeelt. Wij zijn geen Godloochenaars, geen Satandienaars, zooals nog onlangs een pre dikant ons uitbeeldde, maar wij zijn menschen, die in God en Zijn almsfcht gelooven evenals in het Bijbelwoord, dat zegt, dat Hij Zijn engelen zal be velen U te bewaken. Wij behoeven de geesten niet te roepen, zij zijn er. Zij hebben slechts een instru ment noodig om zich te openbaren en te demon- streeren. Zij brengen U ontelbare boodschappen. Met een voorbeeld tracht de spreekster thans aan te toonen, dat de geesten ons waarschuwen voor ver keerdheden, die wij als stoffelijke wezens in de wereld hebben misdreven. Maar men spot er zoo dikwijls mede, doch men heeft nooit met ernst de zaken van het Spiritisme nagegaan. De voorbeelden van boodschappen zijn legio, die nu juist niet altijd de familie betreffen. De Spiritische intelligenties demonstreeren zich door de mediums, die de bood schappen ontvangen en al of niet op verzoek over brengen. Zoo'n medium nu, van hetwelk een uitstra ling uitgaat van verschillende kleur en tint, een medicamieke uitstraling dus, wordt juist daar door door die Spiritische intelligentie van en door den geest opgemerkt; dat is het adres door middel waarvan de boodschappen worden overgebracht. Een sterk sprekend voorbeeld wordt thans door mevrouw Akkeringa medegedeeld omtrent een bood schap, die nog juist op tijd kwam en van zegenrijke gevolgen was. Elke twijfel aan de waarheid kan en moet hier worden uitgesloten. Het is alles waar wat door ons wordt verteld, het gelijke trekt het gelijke aan, geestelijke intelligenties en mediums vinden elkander door de uitstralingen, waardoor de geesten worden gezien zooals zij zich in hun stof felijke gedaante vertoonden. Spreekster gewaagt er met genoegen van, dat een geestelijke opleving is te bespeuren. En het is best mogelijk, dat de vroegere heksenprocessen een ge volg waren van de onkunde der menschen omtrent ook toen zich openbarende Spiritische verschijnselen, die werden gestraft en veroordeeld. De wetenschap staat er nu anders voor en beschouwt als een weten schap het Spiritisme, dat ons de heerlijke waarheid verkondigt: Er is geen dood maar een voortbestaan. Van allen die zijn overgegaan en zullen overgaan, zal de vreugde, de blijdschap, de wroeging en het berouw bepaald worden naar de wijze waarop zij op aarde hebben geleefd en zullen leven in het leven hiernamaals. Zij kunnen zich voor een hel derziende verstoffelijk laten zien om te demon streeren en uit te drukken wat zij wenschen, hopen willen en boodschappen. Wie zijn leven wil toewijden aan liefde, vrede en eendracht, die leze de brieven van Paulus er eens ernstig op na. Allen die zijn over gegaan hebben de uiterste begeerten om zich te laten zien en hun wenschen en waarschuwingen te openbaren. Hier is de spreekster genaderd tot de psychome trische seance, die niet beteekent, dat de psycho- mantle) de geesten oproept, om de toekomst te voorspellen, doch waardoor alleen wordt geopen baard wat door hunne verschijning wordt gezien. Verrassend zijn de voorbeelden door de spreekster thans verteld, mededeelingen, die alle zijn opgetee- kend en met brieven en schriftelijke bewijzen zijn gestaafd. Hoe dankbaar zijn de geesten aan de overzijde van het graf als zij iets voor U kunnef\ doen. Uwe handelingen, die in het boek des gerichts voor God worden opgeteekend, kunnen zich richten naar de waarschuwende gave van de psychometrie. Zij tracht een betere wereld te scheppen, vrede in de maatschappij, vrede in U zelf. Na deze inleiding, die onder diepe stilte en belang stelling is aangehoord, werden de psychometrische gaven van mevrouw Akkeringa zoodanig geopen baard, dat het aanwezige publiek in diepe verwon dering er over was. Met een woord van dank aan mevrouw Akkeringa en eene opwekking om lid te worden sloot de voor zitter de bijeenkomst. „Van de Parel der Veluwe" is het opschrift van ren bijzonder gezellig geschreven artikeltje over de zomer-residentie van H. M. de Koningin, dat wij onder bovenstaand opschrift lazen in het „A'lgemeen Handelsblad". Wij veroorloven ons de vrijheid dit stukje over te, nemen, om onze lezers met de bijzonderheden daarin vermeld, eveneens in kennis te stellen. De terugkeer van het koninklijk gezin 'op het Loo neelt ons weer de komst van de lente beves tigd. Na de gure buien van April is er ineens wat milder weer gekomen; laten we hopen, dat de komende zomer de vervulling moge brengen van onze wenschen naar veel warmte en druk vreemde] ingenbezóek] Apeldoorn ,de zomeresidentie, is niet alleen voo ronze landsvrouwwe en haar gezin het. be voorrechte en uitverkoren zomerverblijf. Maar slechts zij, die het rustige genot van een lande lijke en boschrijke omgeving stellen boven de drukte van een luxe badplaats of het rumoer van een groote stad, zullen in onze plaats de be vrediging van hun verlangens vinden. Zoo heeft ook onze Koningin het verblijf in de bosschen met hun vredige stilte lief en er gaat dan ook geen dag voorbij, hoe het weer ook wezen mag, dat zij niet haar moeitevolle taak onder- nreekt, om ontsnapping te zoeken door een rijtoer of een wandeling, waarbij de prinses haar dik wijls vergezelt. Vroeger kon zij wandelen door het dorp, kon zij bezoeken brengen aan allerlei wdnkels, zon der dat iemand, behalve door een eerbiedigen groet, blijken deed. dat hij de vorstelijke perso nen had herkend. In de laatste jaren is daarin verandering gekomen; tenslotte omstuwde een dichte groep nieuwsgierigen de beide Vrouwen, die van alle zijden werden aangegaapt, beoor deeld en zelfs bij het doen van inkoopen op de vingers werden gekeken. Be geest des tijds schijnt het te eischen, dat overal, waar iets bijzonders gaande is, Jan-en- Alleman er met den neus bij moet zijn. Maar het is duidelijk, dat een dergelijke belangstelling ook al komt zij uit de beste bedoelingen vbort, niemand, wie hij ook wezen moge, aangenaam kan zijn. En zoo werd dit eenvoudige genoegen vergald. Gelukkig ligt in andere richtingen nog een groot gebied, waar de in haar vrijheid van be weging beperkte koningin en prinses zich kun nen ontspannen, terreine nachter het paleis, waar in geen onbevoegde toegang heeft en waarvoor ook geen wandelkaarten verkrijgbaar zijn. Hoe de koningin waakt over haar natuurgenot en -bezit blijkt wel daaruit, dat in het park geen boom wordt geveld zonder, haar voorkennis en toestemming en dat bij elke, verandering haar persoonlijk 'inzicht den doorslag geeft. Be bosschen ten noorden van het oude land goed het Loo, die voor een groot deel zijn-gepoot of gezaaid gedurende de eerste jaren van het ver blijf van Prins Hendrik hier te lande, beginnen thans natuurlijk al aardig op te schieten. Daar liggen de wegen en lanen, waarin veel gewandeld en gereden wondt door het koninklijke gezin. Die meeste woeste gronden van dertig jaar geleden zijn thans in cultuur gebracht, veel uitbreiding ondergaat het boschbezit in de laatste jaren 1 niet meer, maar 'het onderhoud verschaft vele handen werk. 'Op mooie plekjes, waar berkenlaantjes de den nen bezoomen, zit de koningin wel rustig te schilderen, soms geheel alleen. En zoo kon het gebeuren, dat een kind uit een van de gehuchten in de buurt achter haar post vatte, om met. aan dachtig keurende oogen het werk te bewonde ren. Ten slotte kwam het oordeel: „Dé juffer kan het, maar zoo mooi als onze meester doet ze het toch niet!" De dreumes had de schilderes niet herkend, ofschoon het contact met de landelijke bevol king ,me"t wie zij bij voorkeur het Kerstfeest viert in de binnen het domein gelegen dorpen en gehuchten, de meesten hunner wel in persoonlijke aanraking brengt met de vorstin. Bij ziekte of ongeluk in een der gezinnen blijkt, dat de hóoge beschermster meer dan een oppervlakkige be langstelling koestert voor haar beschermelingen en de oude getrouwen, die hun laatste dagen slijten in een eenvoudig huisje temidden van beemd en veld kunnen er op rekenen, telkens weer bezoek te ontvangen van een der leden van het vorstelijk huis, want ook de koningin-moeder en de prins vergeten hun oude vrienden niet. Gelaatkunde Naarmate het profiel van een gelaat perpen diculair is, naar die mate is de mensch stijfhoof dig en zijn karakter hard. Hoe stomper de hoek is die het profiel van 'toog met dat van den mond vormt, hoe meer aanleg er bestaat tot bekrompenheid of zwakheid van karakter. Is de afstand tusschen den ooghoek en het midden van den neusvleugel korter dan die van den laatste tot den mondhoek, dan is het gezicht dom. Elkander snijdende rimpels in het voorhoofd, een schedel die naar het voorhoofd laag wordt, slappe, wangen, oogen die zich nooit rustig op iets vestigen, een sponsachtige, groote mond, sluik haar, rossige vlekken in het gezicht,, al deze kenmerken veroenigd, zijn een bewwijs van lage verdorvenheid. Zwart haar, doffe, kleine oogen die als 'tware voortdurend op hun qui vive zijn, een stompe neus ,een loodkleurig teint, de onderlip sterk vooruil,stekend, gevoegd bij een mooi en geestig voorhoofd, vormen een vereeniging van trekken die men enkel bij een slecht, buitengewoon egoïs tisch, inhalig, valseh, schurkachtig mensch aan treft. Vjouwen met, een zachte huid, gebogen neus, rollende oogen, blozende wangen, beweeglijken mond en rond voorhoofd, hebben gewoonlijk een zeer levendige, vruchtbare verbeelding, zijn 'zeer ijdcl en bezwijken licht voor verzoeking. De trekken van het gelaat zijn meer of min der beweeglijk. Een rustig, niets-zeggend gelaat behoort aan een buitengewoon verstandig mensch of aan een idioot. Be stompzinnige behoudt al tijd hetzelfde uiterlijk omdat hij voor weinig in drukken vatbaar is. Eien zeer verstandig mensch heeft zijn trekken in bedwang, laat he nslechts vertellen wat hij verkiest. Ook volgt een naden kend mensch dikwijls den loop zijner gedachten, zonder zelfs te hooren wat er om hem heen, voorvalt. Zij die bepaald hun studie maken van de phv- sionomie nemen er, behalve het hoofd, ook de overige liehaamsdeelen in op. Zoo beweren ze'dat breede schouders over 't algemeen samengaan met veel kracht en met een eenvoudig, weinig ont wikkeld verstand. .Smalle schouders daarentegen met een gedrongen "borst beloven een vlugger verstand, maar zwakheid en verwijfdheid. Schee- ve, slecht gevormde schouders duiden een teer gestel aan, maar tevens geslepenheid, een werk- zamen geest, zucht naar nauwgezetheid en orde. Hetzelfde geldt, ongeveer met betrekking tot de borst. Is deze breed en vierkant, dan wijst ze op gezondheid, gewelfd op moed, plat op een zwak gestel, vooral wanneer zij bijna hol is. Bikkc, lange armen, geven aan een mager lichaam het karakter van kalmte en bedaard heid maar tevens van werkzaamheid, terwijl een zwaar lichaam met tengere leden levendiger, maar minder arbeidzaam van aard is. Mollige, ronde armen duiden bij den man een verwijfd karakter aan, maken hem dikwijls even ongeschikt voor geestelijke, als voor lichamelijke inspanning. Volgens verscheiden physionomen zijn lange armen een bewijs van vermetelheid en grootheid van ziel. Alexander en Darius hadden buitenge woon lange armen naar verhouding van hun lichaam, evenals Artaxerxes, bijgenaamd „Lon- gimanus". Van de handen die nog kort geleden uitvoerig zijn behandeld, willen we slechts een paar ken merken aanhalen. Korte, dikke handen met kleine, vierkante na gels gaan zelden samen met een ontwikkeld ver- si,and- Ronde, mollige, witte handen met kuiltjes on der de vingers, geven evenals ronde armen, een groote vatbaarheid voor teedere aandoeningen te kennen. Bijzonder groote, gespierde handen Jiewijzen een krachtig lichaam, maar een zwakken geest. Mooie handen gaan bij mannen dikwijls samen met een verheven geest; evenzoo kunnen ze het bewijs zijn van een hooge geboorte. Adellijke ge slachten hebben soms een zuiver mooi type van handen en ooren bewaard. Ali Pacha zeide tot Lord Byron dat hij on middellijk in hem den man van genie en geboorte zou herkend hebben, wegens de schoonheid zijner handen en ooren. 'Lange, magere vingers aan een beenige, ge spierde, geaderde hand, behooren gewoonlijk aan levendige, opvliegende, werkzame, handige man nen, meer geschikt voor mechanisch dan voor intellectueel werk, meer handig dan scherpzinnig, meer energiek dan krachtig. Magere, dunne vingers zijn dikwijls het deel van hartstochtelijke, jaloersche vrouwen. „Er bestaat een even groot verschil in den vorm der handen als in dien der aangezichten" zegt Lavater". „Twee geheel gelijke gezichten bestaan nergens; evenmin zult ge bij twee per sonen precies dezelfde handen aantreffen. Hoe meer echter de gelaatstrekken overeenkomen, hoe meer dit ook het geval zal zijn met de handen Veel opmerkers hebben waarde gehecht aan den vorm en de afmeting der voeten. Is de voet van een man zeer klein eii tege- Ikijertijd zijn gang veerkrachtig maar onregel matig, als met rukken, dan kan men een scherp- zinnigen, geslepen geest voorspellen, meer han- di<v echter dan diep. Is de voet te gelijk lang en breed dan heeft men te doen met niet zeer verstandige, eenigs zins ruwe menschen. Huichelaars en lafhartigen hebben platvoeten; dit kenteeken bedriegt hoogst zelden en is zelfs in de Fransche taal spreekwoordelijk geworden. De zoon van Orgon noemt Tartuffe een pied-plat; men gebruikt dezen bijnaam veel voor lafaards.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 4