m
Hoofdpijn
Voor Verstrooiing en Verpoozing
V-.1
ten hier wel een paar oude lieden te ontmoeten, die
hier hun uiterlijk op z'n Zondags zouden laten' be
werken. Er was echter geen oudje, maar de scheer
meester ziede dat deze reeds in den namiddag be
werkt" waren. "oe
Dit trof dus slecht. Buiten gekomen zagen wil 2
mannelijke en een vrouwelijke autopassagiers -
Natuurlijk waren de blikken naar boven gericht en
het onderwerp betrof het weer.
vroegen wij, „wat denk jullie ervan?" „En
dit wilden we juist aan u vragen" was het weder
antwoord, „want een courantenman neust overal in
Natuurlijk was onze meteorologische kennis nihil
en bleven we het antwoord dienaangaande schuldig
Met den wensch, dat we het beste er maar van zou
den hopen, vervolgden we onzen weg. We kwamen
bij een 78-jarigen schuitenmaker te Zuidscharwoude
en vroegen hem: „zeg oude, zouden jullie het morgen
treffen?" „Ja, wis en zeker" antwoordde hij de
wind is uit een zuid-westen, naar het noorden ge
draaid en is tamelijk sterk en de kans op regen
gering en op mooi weer dus grooter."
Deze positieve verklaring deed ons even glim
lachen waarop de oude direct reageerde en zeide-
„Ja, je lacht er wel om maar het zal wel uitkomen"
DONDERDAGMORGEN.
De Junizon werpt haar stralenkrans over deaarde
De compacte wolkenmassa van gisteren welke
zich af en toe een malsche regenbui liet ontvallen
had zich nu in ruime mate verspreid, terwijl van
regen niets te bespeuren viel. De schuitenmaker had
dus gelijk: het was mooi weer. Ook nu gingen wij
eens kijken enluisteren. Groepjes menschen
waartusschen in Zondagsdosch een enkele boven
de 65 jaren man of vrouw, het uur van vertrek ston
den af te wachten. De auto's pikten hier en daar
een betaalloozen cliënt(e) op, ijverig geholpen door
commissieleden. Een paar van deze wagens waren
voorzien van groote letters, de namen der twee dor
pen, als kenmerk van de herkomst uit het koolenland
Wat een heerlijk gezicht, die oude menschen
die vaders en moeders te zien vertrekken, uitsluitend
met het doel om te genieten, zooals zij zelve vroeger
bij gelegenheden hun kinderen met een „pas m^ar
moer goed op hoor" en „denk er maar om" lieten
gaan. En nu stonden de kinderen, buren en vrienden
de oudjes toe te roepen en toe te juichn
Er is goddank nog lifdeer is goddank nog
toewijding, offervaardigheid en hulpvaardigheid.
Ja, er is nog iets in den mensch, dat niet ge
doofd of ontnomen kan worden. Het is dat mooie
en heerlijke, het is een uiting van het goed.
Burgers gaven hun penningske, auto-eigenaars
stelden hun auto disponibel, commissieleden gaven
hun tijd, bijstand enz., ten bate der grijsheid.
Als men dan bij stralende zon, die blijde, oude
menschen in de auto's ziet vertrekken, om te genie
ten, dan genieten wij jongeren, mede. In ons leeft
dan die gewaarwording van dankbaarheid, maar ook
de overtuigingwat kan men door eendracht, saam-
hoorigheid enz. toch veel moois en heerlijks bereiken
De auto's rolden weg uit ons gezicht men
dacht, men kon het niet onderdrukken: geniet, o,
grijheid, geniet van dezen blijden dag.
DE LANGEDIJK EN HARE ONGELOOVIGE
THOMASSEN.
Onder dezen titel ontvingen wij van een ander dan
van onze correspondent het volgende stukje:
fes-"'
Wat laat reeds in den Donderdagmiddag kreeg de
N. V. K. Wagenaar Gz. te Broek op Langendijk een
telefonische tijding van Schiphol dat er enkele „ou
den van dagen" (die dien dag in 32 auto's de tradi-
tioneele rijtier waren gaan maken, uitgeleide gedaan
door de geheele Langedijker bevolking) spontaan de
stoute schoenen hadden aangetrokken en in een 3-
tal vliegtuigen waren gestegen met bestemming den
Langendijk. Het vriendelijk verzoek was hierbij om
publicatie hieraan te geven. Het gekste van het geval
was, dat ieder het weigerde te gelooven. „Als je mij
moet hebben, heb je me bloessie ook" en „je denkt
me zeker effe", deze welbekende gezegdes waren aan
de orde van de daarop emotioneele minuten. Wat nu
gedaan? Het Broeker raadhuis werd opgebeld en
de Secretaris wilde het ditmaal op slag gelooven.
Hij kwam zelfs met een zeer lumineus idee voor den
dag. Allereerst wilde hij „een man met een trom"
door het dorp sturen, die luid het nieuws rondba
zuinde of de schoolkinderen opdracht geven (die
juist zouden worden losgelaten)) hun stemorganen
in dienst van de gemeente te stellen. Tot dit laatste
werd besloten en een joelende, enthousiaste kinder
schaar bracht het nieuws tot in de nokken van
de huizen. Weldra was er een stip in de lucht en
het eerste Langedijker vliegtuig, bemand met 9 be
woners uit het land van kool en tulpen, dreef over
en keerde daarna bij Oudkarspel. En in de dorps
straat, op de akkers en bleekveldjes stonden vele wui
vende menschen vele familieleden en op het
dak van het Broeker Raadhuis stond als een een
zame figuur, als een blinkende voorn in de meizon,
de nijvere gemeentesecretaris. Weldra kwam er weer
één en na korten tijd de derde en laatste. En nog
steeds waren er familieleden van wijlen den onge-
loovigen Thomas, die a bout portant weigerden te
gelooven dat er daar oude Langedijkers in het lucht
ruim toerden. „Hou je zusje voor den gek" vloekte
zelfs nog een lieftallig Thomasje. Al met al was het
een namiddag vol emotie niet in het minst voor de
oude menschen, die zeker niet gedroomd hadden ooit
nog eens hun dierbaar woonoord van uit een dier
wonderlijke vliegmachines te zien. F. v. d. M.
Laten wij hieraan toevoegen dat het vliegtuig de
letters droeg P. H.A.C.J.
DE AUTOTOCHT.
Dit opschrift is wel voldoende. Elke Langendijker
weet, begrijpt althans, welke tocht wordt bedoeld,
die der ouden van dagen der gemeente Zuidschar
woude en Broek op Langendijk.
Het weer was voor dit ondernemen ideaal. Buiten
gewoon vlot liep alles van stapel. Elke deelnemer
(ster) wist in welke auto hij (zij) kon plaats nemen,
namen behoefde niemand te onthouden, slechts
een nummer, dat op elke auto vóór en achter was
aangebracht.
En zoo was het tegen negen uur, dat de lange
stoet van 36 auto's Broek op Langendijk verliet,
hartelijk toegejuicht door de meelevende bevolking.
In kalm tempo ging het naar Velserbeek, waar
een kop koffie met wat toe werd gebruikt. Een
schitterende gelegenheid voor zoo'n gezelschap.
Prachtige lanen, bosschages, herten, zwanen, dui
ven.
Na een uurtje toeven ging het via Haarlem, waar
de verkeerspolitie de stoet voor reed, via Halfweg—
Haarlemmermeerpolder naar Schiphol. Hoe schoon
is die tocht, door de vruchtbare polder.
Buitengewoon was de ontvangst, van het gezel
schap, door de K. L. M. bereid. Voorgegaan door
een begeleider, reed de geheele stoet het terrein op.
Auto's reden onder de machtige vleugelen van
drie-motorige-Fokkers, 'n imposant gezicht. Even
'n algemeene indruk.
De auto's werden geparkeerd en het gezelschap
gesplitst, de eene helft ging eten, de andere helft
ging weer onder deskundig geleide, nu alles eens
goed opnemen. Alles werd uitgelegd; zoo werken de
vleugels, het roer, de radio (onder het toestel hangt
de antenne) de verwarming. De oudjes, die niet
zouden vliegen, werden verzocht maar eens in te
stappen. Waaraan graag werd gehoor gegeven.
't was een vragen en een opmerken, evenzoovele
bewijzen van groote belangstelling.
Wat beteekent dat P. H., mijnheer!
Het internationale teeken voor Nederlandsche
vliegtuigen.
»D" is voor Dultschland, „F" Frankrijk.
Waar gaat „die" naar toe? Bloemen, post, net
een dienst als aan het perron van een op vertrek
staande D-trein. Al is het dan in miniatuur.
Naar Engeland Dames en Heeren zegt de
heer de Jong, de K.L.M.-man, die zich zeer voor de
Langedijker's interesseerde en alle vragen beant
woordde.
Daar loeide de sirene, een machtige vogel cir
kelde om Schiphol. Waar kwam die vandaan?
Van Parijs, 3 uur geleden van daar vertrokken.
Er stond een drie-motorig-vllegtuig, dat een ge
heel ander aanzien vertoont dan de Fokkers van
de K. L. M., 't model is anders, en 't is geheel van
aluminium, 't Is een machine, die dienst doet op
de lijn Hamburg—Kopenhagen—Malmö. We heb
ben het zien vertrekken.
Tal van bijzonderheden werden getoond, 't werd
echter tijd, dat men zich begaf naar de plaats,
van waar de rondvluchten worden gehouden. We
waren nieuwsgierig of zich nog personen voor het
vliegen zouden opgeven. Wie had zoo'n animo voor
het vliegen verwacht?
In totaal zijn naar we vernamen 63 personen van
het langendijker gezelschap de lucht in geweest,
't Was bepaald leuk de oudjes vol moed naar de
machine te zien stappen en daarin plaats nemen.
Er werd geïnformeerd of het mogelijk was, een
tochtje te maken boven Langendijk. Bij de K. L.
M. kan men een vliegtuig charteren voor een we
reldvlucht, (Van Lear Black), natuurlijk kan men
naar Langendijk vliegen. Tot drie maal toe is een
Fokker, met negen passagiers voor 'n vlucht boven
Langendijk opgestegen.
Van te voren werden Broek en Zuidscharwoude
even van het plan op de hoogte gesteld. De deel
nemers waren opgetogen over 't geen ze zagen.
Nimmer was hen zoo duidelijk gebleken, d^ we in
een echt waterland leven. In de omgevmg van
Zaandam een en al water. Hoe smal leek Noord-
Holland. Van uit de machine zagen de passagiers
Noord- en Zuiderzee, duidelijk als 't ware vlak
bij boven Oudkarspel de Wieringermeerpolder,
net een groote zandvlakte. Op de vierlingsbrug te
Broek wuifden de menschen de luchtpassagiers toe.
Een prachtindruk hebben zij gekregen van hun
woonplaats van uit de lucht.
De heer de Jong vereerde de oude Langendijker
luchtreizigster, Mej. Hart, met een mooie ruiker.
De heer J. Kramer, voorzitter van het comité
heeft den heer de Jong hartelijk bedankt voor
diens sympathiek optreden. Daarop werd weer
plaats genomen in de auto's en ging het dwars
door het mooiste en zeer drukke Amsterdam via
Purmerend, Midden-Beemster naar huis.
Te Midden-Beemster werd nog even „opgestoken"
Toen naar Langendijk, vanaf de Roskam met mu
ziek, door Langendijk. Een mooie dag waarop veel
is genoten.
en Kiespijn
zullen spoedig bedaren door
Mijnhardt's Poeders
Vraag daarom Mijnhardt's Hoofdpijnpoeders
en Mijnhardt's Kiespijnpoeders. Alleen echt
als op de doos en poeders de naam Mijnhardt
staat. Let bij het koopen hierop. Per poeder 8
ct. en per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw
Drogist.
Eenige bijzonderheden omtrent Nederland.
Wist gij
dat Noord-Birabant ongeveer evenveel inwo
ners telt als Amsterdam en de stad Groningen
dat cr in Nederland 1081 gemeenten zijn, met;
tezamen 7.416.420 inwoners?
dat de tien grootste steden in Nederland in
volgorde de volgenden zijn: Amsterdam, Rotter
dam ,Den Haag, Utrecht, Groningen, Haarlem,
Arnhem, Nijmegen, Tilburg, Leiden?
Een korte blik in een steenkolenmijn.
„Heerlen! Heerlen!" roepen de conducteurs
met luider stemme. We stappen uit en gaan door
de controle. Dan staan we op het ruime stations
plein. We wandelen „de stad in" en het trekt
weldra onze aandacht, dat er nagenoeg alleen,
nieuwe huizen staan. Zeker, Heerlen is nieuw.
Het is een plaats van de laatste jaren. Vrij plot
seling en snel heeft het kleine, oude dorpje zich
uitgebreid tot. een plaats van beteekenis, die
thans 40.000 inwoners telt.
Uit heeft Heerlen te danken aan de steenkolen
mijnen. Als de meest bekende noemen we: de
mijn Eimma, de mijn Wilhelmina, de mijn Hen
drik en de mijn Maurits. Deze vier zijn staats
mijnen; bovendien zijn er nog eenige mijnen, wel-
koniet het eigendom van de Nederlandsche staat
zijn.
We genieten het groote voorrecht, voor een
kort bezoek toegelaten te worden op de boven-
grondsche terreinen van de mij'n Emma, die in
1913 werd geopend. Een geleider wordt ons toe
gevoegd en deze wijst ons al dadelijk op een
hoogen ijzeren toren. Deze toren is gebouwd juist,
boven de schacht, de loodrechte ingang naar
de diepte. Boven in den toren is een katrol cn
daarover beweegt zich een sterke dikke kabel,
die ouder voortdurende controle staat. Hieraan
hngt de liftkooi, d.i. de ijzeren lift van drie
verdiepingen, waarin de mijnwerkers afdalen en
de wagentjes met steenkool omhoog komen. De
kabel wordt met groote snelheid in op- en neer
gaande richting bewogen door een machine, die
in een gebouwtje verderop staat. Wij1 bezoeken
eerst eventjes de plaats, waar de steenkolen in
wagentjes boven komen. Deze maken een kante
lende beweging en de steenkool wordt gestort
op een aantal ramen met gaten van verschillende
afmetingen. D:e ramen bewegen voortdurend en
sorteeren daardoor de brokken in hoeveelheden,
di edezelfde maat hebben. N(a 'gewasschen te
zijn komen de stukken en stukjes steenkool in
de wagons ,dier eeds klaar stonden. In sommige
wagons zien wij dus alleen fijne steenkool, in
andere wagons daarentegen grovere en in nog
andere de groote brokken.
Even mogen we met de lift naar de diepte.
Hu, wat griezelig donker wordt het en wat val
len we vliegensvlug naar omlaag. Wie hebben
allen het gevoel alsof we op een schommel z'it-
IllE SLIMME GEVANGENEN.
In de diepste kelders van een roofridderbureht
bevonden zich verschillende gevangeniscellen en
in iedere cel uitgezonderd één smachtte
een gevangene. Daar het volkomen uitgesloten,'
scheen, dat de gevangenen ooit dit oord der ellen
de zouden kunnen verlaten, of zouden kunnen
vluchten, had men de cellen niet van elkaar
gescheiden doch de deuren er tusschen openge-
aten, zooals de afbeelding het aangeeft. Hoewel
het de gevangenen streng verboden was, slopen
zij, zoodra de wachters hun waakzaamheid een
oogenblik lieten verslappen, doo rde gangen en
brachten elkaar zoo een bézoek. Eiens op een dag
hadden de gevangenen zich wederom in een cel
verzameld om gezamenlijk een vluehtplan op
te stellen, toen plotseling de bewakers te voor
schijn kwamen. In de grootste haast keerden de
gevangenen naar hun cel terug, doch in het ge
drang gingen de gevangenen 1 en 16 in de ver
keerde richting en kwamen juist in de tegenover
liggende cellen terecht. Voordat de bewakers
hun ronde deden, moest deze fout hersteld wor
den. Maar wat gebeurde er? De gevangene nr.
16 ontwierp snel een plan, volgens welk deze ver
wisseling op de snelste en rustigste wijze kon
plaats hebben, daar hierbij steeds slechts één
gevangene tegelijk van plaats verwisselde, dus
va nzijn cel uit een aangrenzende cel bezocht.
Op dez ewijze zou er iederen keer slechts één
gevangen ein één cel zijn en aan het einde zou
de goede volgorde weer hersteld zijn. Het plan
was wwerkelijk meesterlijk door nr. 16 in elkaar
gezet. Hij werd daarom tot leider van de vlucht
gekozen en werkelijk gelukte het eenige weken
darna de bewakers te overmeesteren en de vrij
heid te herwinnen.
Om dit raadsel op te lossen, kan men het best
uit een stukje karton zestien kleine vierkantjes
snijden, die men met inkt 1--16 nummert. Zij
worden nu op de getallen van de teekening ge
legd en stellen de gevangenen voor. Het begin
van de serie verplaatsingen is natuurlijk, dat
ton ,die juist omlaag gaat. Eindelijk staat of
lieve rhangt, de kooi stil. Wij zijn 320 M. diep.
We zien enkel gangen en daarin bewegen zich
mannen met puntige stokken en een mijnwerkers-
lamp in de hand. 'tls een fantastisch gezicht.
Wij hooren van een vriendelijken mijnwerker,
dat er ook een mooien paardenstal is en dat er
treintjes rijden, die door een locomotief getrok
ken worden. Vuur mag er ondergronds niet zijn;
dat zou te gevaarlijk worden. Daarom worden de
locomotieven gedreven door samengeperste lucht,
di ein ijzeren reservoirs zit opgesloten. De ver
lichting geschiedt door electrische lampen.
Als we weer bovengronds zijn, genieten we
dubbel van het heerlijke zonlicht. Wij bedanken
onzen geleider voor zijn welwillende diensten en
begeven ons naar het station Heerlen. Daar
nemen wij den trein naar Valkenburg, waar nog
veel Limburg's schoon te bezichtigen is.
Goede reis!
een van de nummers 6, 7, 10 of 11 de leege cel
in het midden van de teekening opzoekt. Veel
HET WEEKPRAATJE VAN OOM MAARTEN.
WEL NEEFJES EN NICHTJES,
Daar is me die oom van jullie, zoo maar ineens,
zonder te waarschuwen vaaentie gaan nemen. Jawel,
maar jullie kent toch wel allemaal het spreekwoord
„hebben is hebben en krijgen is de kunst." Zoo heeft
jullie oom ook gedacht en hij heeft lekkertjes van
de gelegenheid gebruik gemaakt om met Mies een
weekje op stap te gaan. Natuurlijk viel het praatje
toen in het water. Maar nu zal oom zijn shade inha
len. Denken jullie er aan, dat alle briefjes aan mij
gericht moeten worden aan het adres:
Aan (mijn lieve enz.) Oom Maarten,
Redactie „N. L. Courant"
te Noordscharwoude.
Dus geen briefjes aan de administratie of zooiets
hoor. Vooral „de Ster" moet daar maar eens goed
aan denken. Want de redactie moet dadelijk kunnen
zien dat zoo'n briefje voor oom Maarten bestemd is.
Jullie briefjes worden dan allen tezamen doorge
zonden begrijp je. Ook moeten jullie er aan denken
je briefjes tijdig te verzenden. Ik ontving hier een
briefje van Puttertje op den 25sten Mei. Dat is na
tuurlijk te laat waar het reeds den 13den verzonden
was. Dat is natuurlijk te laat. Daarom tijdig schrij
ven en tijdig posten, niet in je zay laten zitten, grap
penmakers. Gelukkig weer een paar nieuwe naampjes
er bij. Welkom Vlindertje, welkom Henkje. En nu
mijn vacantiereisje.
Tjt, dat was een wonderlijke reis. En het leukste
was, dat we onderweg de zeven wereldwonderen heb
ben gezien. Ja, daar sta je raar van te kijken, maar
toch is het zoo. Je weet wel, de Oude Grieken had
den in hun tijd ook al zeven wereldwonderen. Zoo
hadden ze bv. een beeld, dat met een been op een
eilandje en met het andere op het land stond en de
schepen voeren dan zoo eronder door. Dat was de
kolossus van Rhodes. Maar dat beeld is er al lang
niet meer. Omgevallen of tot poeder vergaan Hoe
dan ook, de zeven wereldwonderen van de Grieken
bestaan niet meer. of het zijn al lang geen wonde
ren meer. Neen, maar dan onze wonderen. Luister
maar eens, dan zal ik de zeven wonderen die wij
gezien hebben, opsommen:
3e. Een neefje en een nichatje, die iederen keer
de raadsels die door een zekeren oom Maarten
werden opgegeven, heelemaal goed geraden had.
4e. Een meisje, dat liever tien dikke brieven aan
haar oom Maarten schreef, dan een avond buiten
te spelen.
7e. Een meisje, dat al een verlanglijstje voor Sint
Nicolaas had klaar gemaakt.
Nu wat vinden jullie ervan, zijn dat geen echte
wonderen? Vooral dat eerste, ongelooflijk wat?
En nu wilden jullie zeker graag de raadsels en hun
oulossingen hooren, wel? Prijswinnaars waren Henk
je (goed zoo.) Luistervinkje en Tradescantia, die een
troostprijs krijgt. Je ziet, ik ben royaal vandaag.
Dat komt, omdat ik zoo blij ben, dat ik weer wat
briefjes heb gekregen. Dan heb ik ook wat voor
jullie over. Henkje moet zijn prijs maar op het bu
reau van de courant komen halen. Luistervinkje en
Tradescantia die zoover af wonen, krijgen dien toe
gestuurd. En nu de raadsels.
OPLOSSINGEN: LETTER T.
Ie. Hand, schoen, handschoen.
2e. Wolk, tolk, kolk, dolk.
3e. Draaiorgel.
4e. Lei ,den, Leiden. z zzz zzz z
NIEUWE OPGAVEN. LETTER V.
Ie. Mijn eerste deel is een letter van het alfabet
en wel de eerste letter van den naam van een
nachtdier.
Mijn tweede deel is een nuttig artikel in het
huishouden, mits men er er achter plaatst. Wat
ben ik, als mijn geheel een bekende stad in
Nederland iist?
2e. Mijn eerste deel is een vervoermiddel. Mijn
tweede deel vormt de verbinding tusschen twe?
plaatsen. Mijn geehle vindt, men in heel Europa.
Daar staan ze weer. En nu nog de kindercor
respondentie.
HENKJE. Welkom nieuw neefje. Zal je mij je
leeftijd en adres ook sturen? Dat is noodig voor een
goede kennismaking hoor. En hoe vindt je het, dat
je dadelijk een prijs hebt?
AURORA. Hè, kindje, gelukkig dat je vlechten
er nog zijn. En zelfs nog langer. Dan tan je er zoo
langzamerhand wel touwtje mee springen. Mies laat
je wel bedanken voor de groeten. Zoo dar oom wat
ruimte over heeft, schrijft ze je ook eens terug.