27 Juni 1931. - „Zonnestraal' dag.
Hike Breijer's
VERBORGEN GELUK
Oralis
Gymnastiek in de
verschillende jaargetijden
Zomersps'oeten verdwijnen
27 Juni 1931 schrijven wij boven dit stukje en
daarmede aouden wij willen aanduiden een „natio
nale dag" bij uitstek.
Geen nationale feestdag, maar een dag, waarop
een ieder kijn penning en penningske offert voor
deze „ationale" instelling, een dag die evenals
de anderen maar niet onopgemerkt voorbij zal
gaan onder de zinspreuk: DE STERKEN VOOR DE
ZWAKKEN."
De symbolische voorstelling, zoo
suggestief op de cliché van de adver
tentie uitgebeeld, spreekt beter en
sterker tot de massa, dan wij het
zouden kunnen beschrijven. „Het
moede, zwakke en afgetobde lichaam,
ondersteunt door den arm van den
gezonden mensch, terwijl de gezond
heid en lafenis brengende dronk aan
de lippen wordt gebracht. Het geheel
overgoten door warmte brengende
zonnestralen.
Niet de warmte, die ons doet puf
fen en het schaduwrijk lommer doet
opzoeken, maar het is de zonne
schijn die wordt |ebracht in het
leven van hen, die daar behoefte aan
hebbe nen het is de warmte van een
dankbaar gemoed te kunnen geven
en te ontvangen.
Hier wordt dan ook zeker ten volle
bewaarheid: dat het zaliger is te ge
ven dan te ontvangen."
Wij gelooven, dat we daarmede aan de stichting
„Zonnestraal" tekort zouden zouden doen, want
in de jaren dat de Comité's hier en in de omgeving
zich beijveren om de algemeene belangstelling te
wekken voor de inrichting voor Arbeidstherapie,
heeft men in breede lagen het groote doel en stre
ven van deze organisatie leeren begrijpen en inzien.
Maar hoewel de vereeniging „Zonnestraal" ook
doet en heeft gedaan, zij kan nog steeds niet ge
noeg menschen, die in de klauwen van het t. b. c.-
spook zijn geraakt, weder geschikt maken voor den
arbeid in de maatschappij.
Arbeid als geneesmiddel, dit is arbeidstherapie,
wordt op het landgoed „Zonnestraal" weloverwogen
toegepast. Een sanatorium ten dienste van het
Het Hoofdgebouw.
vinden. De volksvijand, de tuberculose, grijpt overal,
ongeacht waar, in alle levenskringen zijn slacht
offers. Rang noch stand, geloofovertuiging nog le
vensinzicht ontziet zij. Voor elk menschenkind is
haar greep een vreeselijke bedreiging. In den strijd
tegen de tuberculose volgt „Zonnestraal" de les,
door dien vijand verstrekt en heeft patiënten uit
alle levenskringen, zonder daarbij ooit onderscheid
te maken.
En mag de stichting in de offervaardigheid van
ons volk, voor dit mooie doel gelooven? Wij zijn
overtuigd van wel!
Meer dan ooit heeft men dien steun van noode,
want men heeft den afbouw van het 2e paviljoen
ter hand kunnen nemen. Dit paviljoen, plaats bie
dend aan 50 nieuwe patiënten nadert zijn voltooiing
en zal waarschijnlijk in Juli a.s. in gebruik kunnen
worden genomen. Men zal dan 130 patiënten kunnen
helpen. Hoogere eischen zullen daar
door aan het verpleegfonds worden
gesteld, vooral door de toename van
de algeheele kostelooze verpleging,
waaraan zoo dringend behoefte be
staat. Hoogere eischen, waaraan men
hoopt, door een toenmende opbrengst
van den „Zonnestraal"-dag te kun
nen voldoen.
Daarom offere men Zaterdag 27
Juni a.s. naar vermogen, wanneer
eenige jonge dames daarvoor u ko
men bezoeken.
Hoe gering ook de gave, zij is van
onschatbare waarde, omdat ze dienst
baar wordt gemaakt aan de lijdende
menscheid. 27 Juni zij met recht een
nationale „ZonnestraaP'-dag.
Wij willen nag even de namen van
de Comité-leden laten volgen:
Broek op Langendijk: C. P. Buijze;
B. Ytsma; G. Ven en J. de Graaf.
ZuidscvharwoudeK. Dijkhuizen; J. Th. Kunnen;
G. Bekker; J. Renaud.
Noordscharwoude: Ds. O. J. Staal; J. H. Jansso-
nius; L. Schrijver en A. Barten Pz.
Oudkarspel: Mevr. M. WijnveldHelder; mevr. E.
KostelijkPranger; mevr. J. J. EecenSchipper,
mevr. R. KroonBorst.
Sint Pancras: J. Boskamp; G. Booij, J. van Kam
pen, P. de Ruiter. Algemeen Secr. P. Stoop.
Mient 17 Alkmaar Tel. 526
Vertrouwd adres voor:
goedpassende
Buikbanden
Elastieken Kousen
Rechthouders en Rechthouder-
Corsetten
Interieur van de afdeeling houtbewerking.
Een kijkje in de afdeeling voor ijzerbewerking.
het plan, dat nog voortreffelijker zou zijn, als het
buiten het voorgestelde wegproj eet Oost-West, ook
bevatte een bevatte een plan van wegaanleg door
den polder van Zujd naar Noord.
Van een opsomming van voordeelen, een aan-
toonen van urgentie willen we ons voorloopig ont
houden.
Zijn we dus voorstanders van het geopperde plan,
we willen den heeren voorstellers niet verhelen, dat
naar ons oordeel de uitvoering niet mogelijk zal
blijken op de nu ondervonden manier.
Men is aangewezen op de medewerking van tal
van besturen die het een meer, het andere minder
geïnteresseerd zijn.
De uitvoering is onmogelijk, als men van zoovelen
a'fhankelijk is. Hoevele Bannenbesturen moeten
gekend worden, Gemeentebesturen niet te vergeten,
die allen min of meer uitsluitend zien op het belang,
die eigen Banne of Gemeente bij het plan hebben.
Zelfs kan de gedachte opkomen, dat gemeente A
tegenstemt uit vrees, dat gemeente B. bevoorrecht
wordt.
Soortgelijke houdingen worden bij elk scoortgelijk
plan waargenomen. En 't kost veel, ja vaak is het
niet mogelijk, de moeilijkheden te overwinnen.
Verdient het geen aanbeveling een andere methode
te volgen?
De thans gevolgde is reeds-zoo goed als vastgeloo-
pen.
Een studie-commissie werke het plan eens uit, en
propageere den aanleg. Met medewerking en steun
van Gedeputeerde Staten is misschien te bereiken,
dat ook het Rijk zich voor het project interesseert.
FEUILLETON
Dat leven had recht gelukkig kunnen zijn; maar
de driftige echtgenoot vergalde de dagen zijner
vrouw, en toen het kind pas vijftien jaar oud was,
droeg men de moeder naar het kerkhof
Te rekenen van dat oogenblik was het huisgezin
van den boekhouder in wanorde. De ongelukkige
begaf zich aan den drank, daalde in de achting van
zijn patroon en in die zijner medeburgers, en moest
zich weldra met eene mindere plaats op het kantoor
getroosten.
Eindelijk vinden we hem op eene tweede verdie
ping, en tusschen het armoedige overschot zijner
vroegere weelde, gevestigd. Dat ziet mijnheer Max
wel, maar het voorgaande leven heeft Betsy hem
nooit kenbaar gemaakt.
De dochter verdraagt 's vaders luimen, grillen en
aanvallen van gramschap, al de ellende en verne
dering, welke hij haar berokkent. Geen enkel verwijt
komt over hare lippen. Slechts eens heeft zij in
wanhoop uitgeroepen: „dood mij, zooals gij mijne
moeder gedood hebt!" en dat deed den vader beven
van gramschap, en een geweldige slag strekte haar
op den vloer neêr, in welken toestand Max Wilfried
haar vond. Des avonds neêrknielend, bad Betsy
echter voor den driftigen vader, die, na zijn roes uit
geslapen te hebben, met tranen in de oogen ver
giffenis vroeg aan zijn kind.
Sinds dien tijd is het den vader akelig overal
waar hij gaat. Het spooksel zijner vrouw komt hem
gedurig plagen. Het teekent zich in het halfdonker
op den muur, en Richard houdt van die nachtelijke
conversatie niet. Verleden winter liep het spook eens
bibberend en klappertandend naast hem over de
sneeuw, toen hij 's avonds van het kantoor weêr-
keerde. 't Is gek, dat is waar, zegt Richard tot zich-
zelven; maar het denkbeeld bleeft hem bij, en het
Kan het plan door onvoldoende medewerking van
belanghebbenden niet worden uitgevoerd, dan zou
door middel van onteigening het doel toch kunrien
worden bereikt.
't Zou de eerste keer niet wezen, dat de eerst-
belanghebbenden later tot de erkenning kwamen
te hebben gedwaald.
Van alle kanten dient het voorstel te worden be
zien.
25-JARIG BESTAAN
BERGEN AAN ZEE.
Het 25-jarig bestaan van Bergen aan Zee zal aldaar
op 26, 27 en 28 Juni a.s. op grootsche wijze worden
gevierd. Een vormd comité organiseert in het kas
teel „Russenduin" dat beschikbaar is gesteld door de
stichting Bio-Vacantieoord, een tentoonstelling van
werken van in Bergen wonende en gewoond heb
bende schilders, beeldhouwers, dichters, schrijvers
en componisten. Deze tentoonstelling omvat het werk
van een 30-tal schilders en beeldhouwers en een 13-
tal dichters, schrijvers en componisten.
Vrijdag 26 Juni wordt de tentoonstelling die tot
15 Augustus open blijft en dagelijksch van 10 tot 5
uur geopend is tegen een entree van 25 cent offici
eel geopend. Niet alleen om het hoogst belangrijke
geëxposeerde werk, maar ook om de gelegenheid die
deze tentoonstelling biedt om het in 1916 door wijlen.
J. P. Jansen gestichte kasteel, dat tengevolge van
jaagt hem meer en meer naar den drankwinkel.
Met Mijnheer Max heeft Richard niet veel op;
hij houdt niet van dien domoor. Slechts een paar
malen is hij hem vriendelijk geweest en heeft van
winstgevende ondernemingen en groote voordeelen,
tegen storting van een klein kapitaal, gesproken;
doch sedert hij weet dat bij den procureursklerk de
muizen zelfs geen gala kunnen vieren, heeft hij hem
den rug gekeerd en hem met zijne vervelende dwars
fluit meer dan eens naar de maan gewenscht. Nu,
begrijpt men, welk prozaisch mensch kan de dich
terlijke ontboezemingen op de dwarsfluit raden en
ontleden!
Dezen avond keert Richard later dan naar ge
woonte terug, 't Is Zaterdag en de laatste dag van
den trimester. Zijn patroon, Mijnheer Delmare, heeft
hem in zijn kabinet ontboden, en, terwijl hij een
paar rijen zilverstukken op zijn schrijftafel telde,
met een kwalijk verborgen walg gezegd:
„Mijnheer Richard, mijn huis heeft uwe diensten
niet meer noodig."
Niet meer noodig? Wel heeft de bediende zijn ver-'
wondering te kennen gegeven, uitleggingen ge
vraagd, verontschuldigingen gestameld, beloften ge
daan en zijne drift niet meer kunnende bedwin
gen eindelijk een hoogen toon aangeslagen; maar
de kalme patroon heeft enkel gezegd:
,,'t Is zoo beslist, Mijnheer; zie hier het honora
rium der laatste maanden."
De kantoorbediende heeft driftig het geld opge
streken, nadat hij oneerbiedig den ouden hoed op
het hoofd heeft gedrukt. Onder het uiten eener
vervloeking en het toebonzen der deur is hij heen
gegaan recht naar de herberg, 't Is op Betsy dat
hij, bij zijne thuiskomst den „geleden hoon", zooals
hij het gebeurde noemt, wreekt.
Max Wilfried waagt zich, op het gedruisch, buiten
de deur en staat bevend naar het rumoer te luis
teren. Bij den buurman binnentreden durft hij niet.
Nu keert hij in de kamer terug, dan komt hij weêr
aarzelend en met een kloppend hart op den dorpel.
De storm buldert binnen altijd voort.
Eensklaps vliegt de deur open, en Betsy komt
het spoedig overlijden van den stichter steeds onbe-
woond is gebleven en welks bouw een bedrag van I
f650.000 vorderde, te bezichtigen, mag verwacht
worden dat deze tentoonstelling door zeer velen zal
worden bezocht.
Voorts wordt op 26 Juni des middags te 2 uur te
Bergen aan Zee een herinneringsmonument onthuld,
waarbij luidsprekers worden opgesteld. Om 3 uur
brengen 1000 schoolkinderen bij het borstbeeld van
wijlen mevr. van Reenen Volter een zanghulde,
die gevolgd wordt door een ballonwedstrijd van
deze 1000 schoolkinderen.
Zaterdag 27 Juni wordt des middags van 2 tot 4
uur te Bergen aan Zee een door de K.N.A.C. georga
niseerde vlaggenrit gehouden, waarbij aan iederen
automobilist een vlag wordt uitgereikt, terwijl de I
prijzen worden toegekend voor de mooiste auto j
in de open en gesloten klasse. j
Des avonds om 8 uur wordt er in een duinpan
een openluchtrevue vertoond,waaraan 200 gecostu- j
meerden medewerken, terwijl de daarin voorkomende j
balletten gegeven worden door de balletclub uit
Hoorn, onder leiding van mevrouw Polman. De j
folkloristische Oud-Hollandsche dansen worden ge
geven door bewoners uit Heerhugowaard, onder lei
ding van mej. A. Zomer, die met deze dansen
destijds het derde eeuwfeest van de Heerhugowaard
zooveel succes oogstte.
De muzikale verzorging van de revue berust bij
de Nieuwe Amsterdamsche orkestvereeniging on
der leiding van Jac. Jansen. De revue is in elkaar
gezet door den heer G. Kooyman te Bergen, en
snikkend buiten. Max Wilfried vangt het meisje
in zijne armen op, en Betsy, door smart overstelpt,
weent vertrouwelijk aan het hart des jongelings.
Voor de eerste maal zijns levens heeft Max zich
man getoond, nu hij zich moedig tusschen den
waggelenden vader en de weenende dochter plaatst,
en nu Mijnheer Richard achteruit gaat, is de pro
cureursklerk gewis meer verbaasd dan hij.
Wat heeft een klein toeval toch groote gevolgen
in het leven. Nog nooit heeft Max Wilfried eene
vrouw in zijne armen gedrukt; nog nooit heeft hij
het zoete der vertrouwelijkheid genoten; nog nooit
dat voor onze eigenliefde zoo streelend gevoel der
bescherming ondervonden. Voortaan heeft hij een
levensdoel: over die arme Betsy wil hij waken;
hij wil haar vriend zijn en haar de smart des
levens zooveel mogelijk verlichten. Dat is een recht
christelijk denkbeeld!
Mijnheer Max is de getrouwe onderdaan van Betsy
Richard. Gisteren is hij op straat een emmer water
voor haar gaan pompen; dezen avond ontmoette
hij haar, toen hij van het kantoor kwam en heeft
hare groote blauwe doos gedragen hetgeen een
paar jonge heeren hartelijk deed lachen; op zijn
kantoor heeft hij zijn buurmeisje zeer naif vo<»r
dit of dat naaiwerk aanbevolen hetgeen zijne
jonge gezellen, sceptisch en cynisch uit mode, gele
genheid heeft gegeven, om met den sukkelaar te
spotten en de spotternij is nog verdubbeld, sedert
hij verteld heeft, dat hij soms uren lang voor haar
op de dwarsfluit speelt. Dat was al te herderlijk
voor een procureursklerk.
Wilfried begrijpt niets van dat alles, en evenmin
begrijpt hij Betsy, die niet meer wil dat hij water
haalt, de blauwe doos draagt, haar bij zijne makkers
aanbeveelt, en die, wonderlijk genoeg! zelfs verzocht
heeft zijn lievelings-instrument vooratan te laten
rusten omdat, zegt ze, met een fijnen glimlach,
dit de kleine kinderen in de buurt belet te slapen.
Nu dat laatste begrijpt de procureursklerk.
Zoo ven is Mijnheer Max schoorvoetend bij zijn
buurmeisje, dat ijverig werkte, binnengetreden. Haar
Haar petroleum-lampken brandde zoo flauw, dat de
Ridderikhoff te Hoorn, die de 300 costumes voor deze
revue levert.
Het is de wensch van het comité, dat duizenden de
revue kunnen bijwonen, waarom de uitvoering In 'n
duinpan wordt gegeven en luidsprekers er voor zul
len zorgen, dat men het gesprokene ook in de verste
hoeken zal kunn enverstaan.
Zondagmiddag om 3 uur heeft er een 2de opvoering
van de revue plaats. Om 2 uur openlucht-gymnastiek
uitvoering. Des avonds 8 uur concerten in het Par-
nassiapark van muziek- en zangvereenigingen terwijl
de festiviteiten met een bal-champetre worden beslo
ten, dat om 10,30 aanvangt.
Voor Bergen hopen wij, dat de grootsch opgezette
feesten door schitterend zomerweer mogen worden
begunstigd.
Nog vermelden wij, dan dat de filmfabriek Poly
goon de feestelijkheden in een film zal vastleggen.
Bij zonnebrand, doorzitten, stukloopen enz. is
Purol zeer verzachtend en genezend. Allen
die dezer dagen in Apotheek of Drogist een
doos of tube Purol koopen, ontvangen daarbij
zoolang de voorraad strekt, gratis een boekje
over huidverzorging en huidgenezing.
Er bestaat een onmiskenbaar verband tusschen
de wisseling der jaargetijden en de processen
in ons lichaam. In het voorjaar gaat er een nieu
we stroom van kracht door de geheele natuur en
dus ook door het menschelijk organisme. Eln
de winter, waarin de natuur verstard is, heeft
ook op mensch en dier zijn invloed. Die gymnas
tische oefeningen, die van zooveel waarde zijn
voor do lichamelijke ontwikkeling, kunnen pas
ten volle hun nut afwerpen, wanneer zij rekening
houden met de verschillende jaargetijden; daar
bij wordt de overgang natuurlijk niet gevormd
door een scherp getrokken grenslijn, want dat
is in de natuur ook niet het geval.
E:en speciaal voor het jaargetijde geëigende
gymnastiek is vooral in het voorjaar noodig.
in korten tijd geheel door
Sprutol Bij alle Drogisten.
Pot 9ü ct Tube 50 ct. Zeep 60 ct.
klerk het zijne in de plaats heeft gezet. Helder
viel nu het licht op de onvermoeide naaister.
Betsy Richard is een schoon meisje, twintig jaar
oud, rank van gestalte, zwart van haar, fijn getee-
kende wenkbrauwen, blauwe oogen, fijn gevormden
neus het kenmerk der Richard's bleeke wangen
die nu eenigszins gepuperd zijn kortom, êene
schoonheid welke doorstraalt, zelfs nu zij er wel wat
verwaarloosd uitziet.
Mijnheer Max zit vlak tegen over haar aan tafel,
zonder juist iets te zeggen.
„Het is reeds laat," zegt hij eindelijk en ziet naar
de plaats waar vroeger de pendule gestaan heeft.
„Uw vader"
„Die komt zoo vroeg niet!" antwoordde Betsy,
hetgeen eene aanzienlijke geruststelling voor den
jongen is. „Overigens, gij zpult hem den trap wel
hooren opkomen" hetgeen den jongen doet be
grijpen, dat als zoodanig sein gegeven wordt, het
tijd is van verhuizen.
Nieuwe stilte, gedurende welke mijnheer Max de
oogen strak op Richard's dochter gevesigd houdt en
waarachtig betreurt, dat zij een zoo liederlijken
vader heeft. Toch beklaagt Betsy zich nooit, en
nooit heeft ze zelfs een woord van verwijt, jegens
den vader, over de lippen laten komen.
Gij speelt niet meer op de dwarsfluit, Mijnheer
Max?" zegt Betsy, óm iets te zeggen.
„Wel, hebt ge niet gezegd, dat dit de kinderen in
de buurt belette te slapen?"
Betsy ziet op en er speelt een fijne glimlach om
hare lippen.
„Dat was niet zoo gemeend."
„Als het de kinderen niet hindert en u plezier
doet
„Gij hebt mij niet begrepen, Mijnheer Max. Mag
ik u eens openlijk mijne gedachten doen kennen?"
„Waarom niet!"
„Gij hebt de levensondervinding wel wat verwaar
loosd
„Ik begrijp u niet."
(Wordt vervolgd).