Vacant ie in Zweden
Voor Verstrooiing en Verpoozing
H H W~
Voor1 onze Lezeressen
Ban treden er in het lichaam zulke groote ver
anderingen op, dat de gymnastiek ontspanning
en steun moet geven. De ademhaling moet in
het bijzonder verzorgd worden om de noodige
kracht te verzamelen. In den zomer heeft men
vanzelf de neiging om beweging te zoeken in
de zon en de open lucht en dad is de sport de
aangenaamste en natuurlijkste lichaamsbeweging,
zoodat speciale gymnastische oefeningen in°vele
gevallen overbodig worden. Na deze periode van
ijverige beoefening der sport moet echter ook
in de herfst veel beweging genomen wordeinwan
delingen zijn zeer geschikt en de gymnastiek, die
nu weer in gesloten vertrekken moet worden
beoefend, moet krachtige en doelbewuste bewe
gingen vereischen. Want in den herfst heeft ons
lichaam nog altijd een overmaat van kracht,
die het wil gebruiken en uitbuiten, voordat de
winter weer komt met zijn moeilijkheden. Dan
zijn de gymnastische oefeningen echter dubbel
noodig, omdat daarbij het lichaam voor een deel
bevrijd wordt van de zware kleeding, die de huid
ademhaling belemmert, terwijl door de beweging
meer eigen lichaamswarmte wordt ontwikkeld,
waardoor de gevaren van den winter gemakkelijk
worden overwonnen. D;e winter-gymnastiek heeft
dus eveneens een zeer belangrijke taak, n.l. het
lichaam zonder storingen door den „dooden" tijd
te brengen.
(Van onze correspondente).
Hoewel ik mij vast voorgenomen had, mij
gedurende mijne vacantieweken v^n alle her
senarbeid te onthouden en eens gedurende eeni-
gen tijd niet aan Holland, noch aan onze cou
rant te. denken, werd ik als het ware tot u,
mijn trouwe lezeressen van onze vrouwenrubriek
getrokken en wel, omdat ik mij verbeeld, dat
u het niet onaardig zult vinden eens indrukken
van een Hollandsche uit Zweden te lezen.
Mijn eerste Zondagmorgen in Kullagarden zal
ik reeds heel vroeg, nog voor het ontbijt in den
grooten uitgestrekten tuin van mij'n hotel en
was ik in hooge mate verwonderd zóó vroeg
reeds talrijke vlijtige handen aan het werk te
zien en lange tafels te dekken, waarop naast
de borden koffiekoppen geplaatst werden, glazen
schaaltjes met suiker en kannetjes room.
Op mijn vraag, waar dit wel voor was, kreeg
ik ten antwoord, dat er een óf andere vereeniging
uit een naburige stad verwacht werd, die den dag
met hare leden buiten door wilde brengen.
Mijn pension ligt heerlijk eenzaam, zoodat ik
gedurende de eerste zes dagen, die ik hier was,
buiten enkele toeristen niemand gezien had, die
niet tot het huis behoorde, zoodat ik met meer
dan gewone belangstelling deze voorbereidingen
gadesloeg en hoewel ik gewoonlijk mijn dagen
meest aan zee doorbracht, heerlijk luierende, be
sloot ik nu in den tuin te blijven in afwachting
van de dingen, die komen zouden.
.Reeds om tien uur kwamen de eerste gasten
belast en beladen met koffers! Zij behoorden
evenwel niet tot de bovengenoemde vereeniging,
daar deze eerst later met een stoomboot verwacht
werd. De koffers moesten naar aantal en om
vang te oordeel en zeker wel een groote rol spe
len bij dit Zondagsuitstapje.
Inderdaad werd mijn vermoeden bewaarheid:
de nieuw aangekomenen, die zich op stoelen en
banken neervlijden, pakten de koffers uit en
dekten daarmede hun koffietafel. Wat kwam
er al niet te voorschijn.
Ik was natuurlijk wèl zoo voorzichtig om mijn
belangstelling niet openlijk te laten blijken en
om niet op te vallen, toch waren mijn voorzor
gen vrijwel overbodig, want allen gingen geheel
en al op in het uitpakken van de rpovian'd,
Intusschen waren ook de vereenigingsmenschen
aangekomen, die zich aan de gereserveerde ta
fels zetten.
Van uit mijn rustige hoekje kon ik ook hen
gadeslaan, maar ik moet u zeggen, wat ik daar
ÜP koffietafel zag aandragen, kon de meest
verfijnde lekkerbek tevreden stellen; een bui-
tengewone verscheidenheid van de fijnste deli
catessen kwam te voorschijn uit de overgroot''
bagage.
Zooals bekend is, houden de Zweden veel van
goed eten en afwisselende gerechten, vooral zij.':
zij bijzonder bekend om hun koude schotels:
worst ziet men er zelden; vleeschsalade. koud
vleesch, visch- en eiergerechten, pikante vleesch-
koekjes, ommeletten, verschillende kaassoorten;
tomatensalade enz. Men ziet in Holland in ho
tels restaurants op de spijskaarten inplaats
van hors-d'oeuvres ook wel „Zweedsche voor
gerechten staan of men kan in de lunchrooms
een Zweedsche koffietafel bestellen, die dan uit
allerlei koude gerechten bestaat, maar dit is
slechts een zwakke afspiegeling van het kostelijke
origineel e. Het is niet één schotel, maar een
tafel vol met allerlei heerlijkheden, producten
van de meest geraffineerde kookkunst, die wij
in Holland niet kennen.
-Ook in mijn pension is voor de gasten zulk
een gezellig gedekte tafel in de eetzaal; iedere
■gast bedient zichzelf van deze voorgerechten,
alleen warme spijzen en dranken worden gere
serveerd. Hoewel ik dus al eenigsznis ingewerkt
j was in deze nationale eetgewoonte was ik toch
ten zeerste verbaasd, dat ook door eenvoudige fa-
milies, zelfs op een uitstapje, dergelijke hooge
eischen aan een maaltijd werden gesteld.
I Ben andere familie, bestaande uit 5 volwasse
nen en eenige kinderen installeerde zich op de
weide, die zich achter onzen tuin bevindt; ook
1 hier worden weer eeriige koffers ontpakt; de
moeder bond voor dat doel een medegebracht
schort voor en ging op een spiritusstel aan het
koken en bakken, dat het een lust was om te
zien. Een stevige ledige koffer deed als tafel
dienst en werd met een helder wit servet ge
dekt; kopjes en bordjes, vorken en messen kwa
men er op te liggen met nog allerlei andere
aardige schaaltjes enz. Deze „weide familie",
zooals ik ze bij mezelf gedoopt had, had zoo
waar nog een klein vaatje meegebracht, of het
echter bier dan wel lichte landwijn in zich hield,
kon ik van hier af niet vaststellen.
De gasten in den tuin bestelden hun dranken
in het hotel, evenals de koffie en het gebak wat
4a de buitengewoon uitgebreide maaltijd nog
werd rondgediend.
Wat de drinkgewoonte betreft zijn de Zweden
over het algemeen zeer matig; in den regel ge
bruiken zij licht bier, melk, bronwater of kof
fie. In den namiddag werd er op het in dén tuin
opgerichte houten stellage gedanst, ook werden
er nationale volksdansen uitgevoerd door enkele
paren en verder was er een jazzband, die groot en
klein aan het dansen bracht. Men zag, hoe allen
hiervan genoten, waar het aangename was, dat
men nergens hinderlijke tafereelen zag, nergens
overdreven uitgelatenheid. Later is men groeps
gewijze naar de zee getrokken of worden er
kleine wandelingen in de omgeving gemaakt.
Tegen het vallen van den avond vertrok het
gezelschap weer met de stoomboot, die hen ge
bracht had; alles ging huiswaarts in prettige
opgewekte stemming.
De Zweden zijn bijzonder prettige, eenvou-
tige menschen, beleefd en voorkomend en ik
geloof zeker, dat het onthouden van het gebruik
van alcohol er in hooge mate toe meewerkt, om
dergelijke uitstapjes in alle opzichten zóó te
doen slagen. Ik was verrast door deze goede
nationale gewoonten, door de geheele echt men-
sehelijke sfeer en de geest van saamhoorigheid,
die bij deze menschen op hun Zondags uitstapje
viel op te merken.
Vaak heb ik Zweden ontmoet en stond altijd
sympathiek tegenover hen, maar om een echte
studie van het volk te maken, moet men in het
land zelve zijn.
Ik hoop, beste lezeressen, u door bovenstaand
schetsje een klein beeld te hebben gegeven van
de wijze, waarop het volk 's zomers van zijn
uitgaansdag geniet èn waarvoor men dan ook
ALS DE NIEUWE MAAN OPGAAT
Wij weten allen, dat de Maan, de trouwe bege
leider van de Aarde, in den loop van een maand
voor uiterlijk geheel verandert. Precies in een maand
hebben die veranderingen weliswaar niet plaats,
want het geschiedt in een tijdsruimte van 29 dagen,
12 uren, 44 minuten en 3 seconden. Gedurende dezen
tijd groeit de maan van een smalle sikkel aan tot
een cirkelronde „volle" maan, om daarna weer af
te nemen. Deze verandering der maangestalte hangt
af van de stand van de maan, ten opzichte van de
zon, waar, zooals algemeen bekend is, straalt de
maan zélf geen licht uit. doch datgene, wat wij als
„maan" bedoelen,-is alleen de weerspiegeling van de
zonnestralen, die de maan verlichten. Weliswaar
wendt de maan steeds slechts één zijde naar de
maan; de andere zijde, die nog nooit door ons,
aardbewoners, is aanschouwd, blijgt eeuwig in het
duister gehuld.
Of de maan groeit of afneemt, kan men zien uit
de stand van de maansikkel. Er zijn verschillende
regels hiervoor, waardoor men het gemakkelijker
kan onthouden. Staat de sikkel zoo, dat de bolle
zijde naar rechts is gewend, dan zou men door de
beide uiterste punten met een rechte lijn te ver
binden, de letter d vormen, de beginletter van het
Fransche woord „dernier", hetgeen „laatste" betee-
kent. De man staat dan in haar „laatste kwartier"
en dus krijgen wij kort daarop nieuwe maan. Is de
stand van de maansikkel omgekeerd, dan kunnen
wij op dezelfde wijze de letter p vormen, hetgeen
„premier", of eerste kwartier beteekent. Ook zegt
hien wel, dat de maan met de bolle zijde naar
rechts een D vormt, hetgeen ((Dik" beteekent en
dus op toenemen slaat.
Wie op een heel groote reis gaat, b.v. naar Zuid-
Afrika, die kan dit recept natuurlijk niet meer
volgen. De stand van de maan is verschillend, naar
mate wij ons op een andere plaats ter wereld be
vinden. Op de afbeeldingen is duidelijk te zien, hoe
de maan, kort na zonsondergang in de verschcillende
werelddeelen staat. In de Noordelijke gematigde
zone, dus waar wij leven, wijst de punt van de maan
sikkel links omhoog. In de Noordpoolstreken staat
de maansikkel precies recht overeind. In de tropen
dus in de aequator-gebieden, ligt zij plat in de
lucht om dan hoe verder wij zuidelijk komen met
de linkerpunt te stijgen, totdat in de Zuidpoolstre-
ken beide punten naar rechts wijzen.
J Niet zelden wordt tegen deze regel door schilders
gezondigd, welke landschappen schilderen, waarop
de maan voorkomt. Als wij soms Italiaansche schil
derijen zien, staat de maan, evenals dit voor de
Zuidelijke gematigde zone geldt, met de punt naar
rechts. Misschien hebben jullie dit wel eens gezien.
Anders zal je vast en zeker wel eens in je leven
in de gelegenheid zijn een dergelijke fout vast te
stellen.
(Nadruk verboden).
WELKE INGANG IS DE JUISTE?
Hebebn jullie nooit van ridder Langneus gehoord
Nu, dan zal je z'n geschiedenis eens vertellen
Gaat maar eens gezellig om me heen zitten en luis
ter goed.
Ridder Langneus was een roofridder, je weet wel,
zoo'n ridder die in een rotskasteel woonde en van
daaruit strooptochtan ondernam en de reizigers,
die lagns kwamen, beroofde. En waarom hij zoo'n
gekke naam had? Wel, deze ridder Langneus heette
eigenlijk ridder Halewijn van Doolhoven, maar hij
had zoo'n lange neus, dat men hem overal ridder
Langneus noemde. De menschen zeiden wel eens,
dat ridder Langneus nooit ko nsterven, want, als
hij de laatste adem uitblies, blies hij door zijn neus
gaten weer naar binnen, zoodat hij nooit doodging.
Ja, daar lachen jullie nu om. Maar in dien tijd
lachten de menschen heelemaal niet, als ze hoorden
dat ridder Langneus in de buurt was. Dan begroeven
ze snel hun geld en kostbaarheden, want de ridder
trok dan met zijn voetknechten stroopend en brand
schattend door hun gebieden en spaarde kind noch
vrouw.
Nu, zal je zeggen, waarom sloten de menschen zich
dan niet aan en trokken zij tegen hem op? Daarvoor
waren verschillende redenen. Eerstens waren in dien
tijd alle ridders haast roofridders, zoodat ze elkaar
hielpen en tweedens was hét kasteel van den rid
der van Doolhoven gebouwd temidden van een reus
achtig doolhof, dat vier uitgangen had, waarvan er
maar een de juiste was. Alleen ridder Halewijn zelf
en zijn strijdknechten wisten daarin den weg. Een
ander zou zeker verdwaald zijn of doodgeschoten
door de boogschutters, die in zoo'n gang onver
wachts te voorschijn traden en de indringers met
hun pijlen bestookten. In zoo'n smalle gang viel het
dan niet moeilijk de menschen te terffen. Nu be
stonden er in dien tijd nog geen landkaarten, zoodat
een plattegrond va nhet doolhof moeilijk te maken
was. Maar op een goeden dag besloten een paar
boeren, die de ridder had geplunderd, een kans te
wagen om het kasteel te nemen. Zij slopen onge
merkt tot bij de muur van het doolhof en klommeri
haastig in een reusachtige lindeboom, die daar stond
Daar bleven zij den geheelen dag muisstil zitten,
want steeds liepen de schildwachten om de vijf mi
nuten onder hen door. Doch ze zaten zoo in de
bladeren, dat zij niet werden opgemerkt. Maar ze
hadden hun tijd ook wel noodig gehad. Ze hadden
vanuit het topje ven den boom een prachtig over
zicht van het doolhof. In de verte zagen ze het
kasteel liggen en ze prentten zich den weg naar het
kasteel goed in het geheugen. Toen het donker was
gekomen slopen ze even voorzichtig als zij gekomen
waren weer weg.
Toen sloten alle boeren zich bij elkaar aan en
onder aanvoering van de beide verkenners, trokken
zij, gewapend met hooivorken, knuppels, vlegels, har
ken, schoppen en messen, op het kasteel aan. Na
dat zij den schildwacht hadden overrompeld, wisten
zij tenslotte het kasteel binnen te dringen waar zij
den verbaasden ridder Langneus, die juist een ganze
i boutje zat op te peuzelen en van verwondering haast
erin stikte, gevangen namen. Dit was het einde van
ridder Langneus. Het doolhof werd toen als publieke
vermakelijkheid ingericht en bestaat thans nog. De
boeren uit den omtrek verdienen met het geld, dat
zij van de bezoekers ontvangen veel geld. Maar dat
was wel noodig, want ridder Langneus had hen alles
ontstolen. Natuurlijk werd er later een kaart ge-
teekend van het doolhof. Hier is de plattegrond. De
ster stetl het kasteel voor, dat tegenwoordig een res
taurant is. Een van de vier uitgangen is de goed,
Probeer maar eens of je die kunt vinden.
HET WEEKPRAATJE VAN OOM MAARTEN.
LIEVE KINDEREN,
j Net als een duveltje in een doosje zegt Oom
Maarten, iederen keer, dat hij zijn weakpraatje houdt
j „hier ben ik weer." En Mies is niet van mijn zijde te
slaan, want nu ik haar beloofd heb, dat ze ook wat
mag zeggen, wil ze geen kans voorbij laten gaan.
Maar eerst wil oom nog even wat zeggen, anders
komt hij heelemaal in het gdrang en wie hooren jul
lie liever, oom of Mies? Schrijf me dat maar eens.
De raadsels zijn dezen keer erg moeilijk gevonden.
Tenminste er waren maar enkele goede oplossers.
De gelukkigij prijswinners zijn ditmaal twee jongens
(goed zoo, kerels.) en wel „Wielewout" en „Kobolt."
Zij kunnen den prijs als gewoonlijk va nhet bureau
afhalen. Wielewout moet mij eens schrijven, waarom
hij zoo zelden meedoet en Kobolt mag gerust op
zijn oplossingvelletje no geen kort briefje aan oom
Maarten schrijven. Er zijn dingen genoeg, die oom
leuk vindt. Al schrijf je me maar hoe je hondje heet
en hoeveel kleintje de poes heeft. Kunnen jullie
niet eens een beetje mooi weer meerbengen. Oom zit
deze week in den Haag maar de redactie stuurd hem
geregeld jullie briefjes toe hoor. Zoo'n zwerver, die
oom Maarten, vindt jullie niet? Toch maar een fijne
stad, dat Haagje. En de koningin heeft oom ook al
gezien-, evenals de prinses. Daar vertel ik jullie de
volgende keer wel eens over. tenminste, als je dat
leuk vindt. Dat moeten jullie me maar eens schrijven
(red. Crt.) Maar het weer is hier reusachtig slecht.
Bij jullie ook? Voortdurend motregens, En als je
dan voor ej pleizier op reis bent, is het wel verve
lend. Mies vindt het anders dolletjes, zegt. ze, in
zoo'n vreemde stad. Ze heeft de dierentuin met tan
te Gé gezien en daar waren echte leeuwen, tijgers èn
beren. Nee, dan maar toch liever zoo'n sueelgoed-
teddybeertje, hè? De eene beer heeft jaren geleden
een verpleegste, die hem wilde voeren, haar heele
arm afgebeten. Het scheen hem te smaken. Nu heb
ben ze er gaas voor gespannen en kan je hoogstens
met een beetje goede wil nog je vingers laten afhap
pen. Maar ook wel dom van die verpleegster, om die
beer haar arm voor te houden. Tja, als je de kat bij
de muis zet. En nu de raadsels:,
OPLOSSINGENLETTER V.
1. U, uil, trecht, trechter, Utrecht..
2. Spoor, weg, Spoorweg.
3. Lepel.
4. Ei, wordt later kuiken.
LETTER Y.
1. Mijn eerste letter is een der meest gebruikte
letters van het alfabet.
Mijn tweede deel is een waterkeering.
Mijn geheel is een bekende kaasstad in Neder
land.
2. In mijn eerste deel leefden de eerste bewoners
van ons land. Mijn tweede deel is geen zee.
j Mijn geheel in een deel van Nederland.
3. Mijn geheel is een bekende figuur uit het Oude
Testament.
1, 4, 3 is een ander woord voor schreeuw.
1, 5, 6 is een opening.
7, 2, 3 is een onderaardsche schuilplaats.
4. Ik ben een kleur, geef mij een andere kop, dan
ben ik dood, geef mij een andere staart, dan ben ik
bestemd om iets in op te bergen, geef mij nog een
andere staart, dan ben ik een bloem, en geef mij
weer een andere kop, dan ben ik een jongensnaam.
Wat ben ik?
VRIENDIN-
Daar ben ik weer. Tot mijn spijt heb ik nog geen
eijkel briefje ontvangen, maar ik zit nu ook heele
maal in den Haag en daarom gaat het misschien wat
langzamer. Mochten er nog komen, dan de volgen
de week antwoord. Ik heb maar heel weinig ruimte
van Papa gekregen, daarom groet ik jullie allemaal
van uit de verte hartelijk. De volgende week meer.
Speciaal moet ik van Paps de groeten doen aan
„Puntneus." Die krijgt de volgende week van Papa
een briefje. Daaaag. MIES.
Dag beste grappenmakers. Nog eens een hartelijke
groet uit den Haag van
OOM MAARTEN.
WAT ETEN WIJ DEZE WEEK?
Zondag.
Tomatensoep. Biefstuk, doperwten en aard
appelen. Rabarber met slagroom.
Maandag.
Rosbeef. Peen en peulen, aardappelen. Drie
in de pan.
Dinsdag.
Soufflée van vleesch. Andijvie, aardappelen.
Rijstenbrij met abrikozen.
Woensdag.
Gebraden saucijsjes. Bloemkool, aardapeplen.
Vanillevla met bitterkoekjes.
Donderdag.
Bloemkoolsoep. Slakropjes met gehakt, aard
appelen. Rabarbertaart.
Vrijdag. I.
Zoutevisch met peterseliesaus. Sla en kom
kommer, aardappelen. Griesmeelrand met aard
beien.
Vrijdag II.
Ommelet met peterselie. Sla met komkommer,
gebakken aardappelen. Griesmeelrand met aard
beien.
Zaterdag.
j Runderlapjes. Stamppot van raapstelen. Kar
nemelk mét gort.
Rabarber met slagroom: 500 gram rabarber-
stelen, 125 gr .lichte basterd, 2 eieren, 1/4 Liter
slagroom en 1 lenel maizena.
De rabarber snijden we in kleine stukjes, was-
schen ze en laten ze goed uitlekken, daarna op
zetten en aan de kook brengen onder af en toe
roeren, om aanbranden te voorkomen, wanneer de
rabarber daar is, de suiker toevoegen en zoo.
noudig met de maizena binden, daarna de eier
dooiers kloppen en door de compote roeren en
alles in een glazen schaal koud laten worden.
Even voor het opdienen wordt de room met
de eiwitten en een weinig suiker stijf geklopt en
wordt de rabarber er mede bedekt. Presenteeren,
met 'een wafeltje.