NIEUWE H
Gemeenteraad Harenkarspel
Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier
No. 76
DINSDAG 30 JUNI 1931
40e Jaargang
StemmingsbeeSdGroentenland
TELBEOON INTERCOMMUNAAL Na IL
i ni.llll.lkHI COURANT
AbonnmentsprJjs:
per 3 maanden 1.15.
Uitgave: firma I. H. KEIZER.
Redacteur I. H. KEIZER.
Bureel Roerdscharwoude.
ADVBRTENTIEN:
Van 1—5 regels 75 cent;
elke regel meer 15 cent.
GROOTE LETTERS
NAAR PLAATSRUIMTE.
'tls heelemaal geen wonder, schreef laatst de
Haagse he Post, dat de Pranschen vrees koesteren
voor de Duitschers. Krijgt Duitschland gelegen
heid tot herstel, dan is er geen sprake van, of
het komt er heelemaal bovenop. Het heeft de
jeugd arbeiden geleerd, gezorgd voor voldoende
scholing, het productie-apparaat is uitgebouwd
en nog wel op de meest moderne wijze.
„Unsere Leute sind fleiszig wie die Ameisen",
hoorde ik eens een bedachtzaam, reeds bejaard
Duitscher zijn volk prijzen. (Onze menschen zijn
zoo vlijtig als de mieren).
Volgens genoemd orgaan gevoelt de doorsnee
Fraaischman zich tegen de Duitscher niet op-
gev/asschen; men vreest de concurrentie. Wij
gunnen ieder land voorspoed en vrede, de Ne
derlander is naar Dr. Co lijn laatst schreef,
moreel ontwapend, derhalve vredelievend, wat
(terwille van de neutraliteit noem ik dezen naam
óók) ir. Albarda eveneens bij de jongste begroo-
tingsdebatten in de Tweede Kamer den volke
heeft verteld.
We gevoelen maar al te wel, dat we aan arme
buren geen duit kunnen verdienen, Nederland
heeft groot belang bij een welvarend Duitsch
land, dat produceert, en consumeert, vooral con
sumeert.
Met dat al, we gelooven met de Fransosen,,
dat Duitschland zijn uiterste best zal doen, 'er
bovenop te komen. Dlaaraan twijfelt niemand,
en dat eert het Duitsche volk.
Te meer wordt men overtuigd van de Duit-
sche wil tot „durch- und aushalten", als men
een volgend berichtje in een vakblad, mij Maat
dagmorgen ter Broeker veiling ter hand gesteld,
leest
Kool uit Aschwarden.
„Uit Aschwarden wordt bericht: Hier is een
kool afzet-vereeniging opgericht. Zooals de vori
ge herfst werd gemeld, konden de koolboeren
hun produet niet kwijt. Gedeeltelijk bleef de
kool op den akker, en werd noodgedwonge|n onder-
geploegd. Hier is men van plan precies als in
Holland, koolschuren te bouwen. tot berging
van het product. Vroeger werd de kool per boot
naar de Bremer markt gebracht. Heden wordt de
Duitsche kool door de buitenlandsche verdron
gen. Wanneer het echter mogelijk blijkt, door
doelmatige behandeling en bewaring, den gehee-
len winter kool van goede kwaliteit te leveren,
hoopt men op een goeden afzet. Een commissie
zal naar Holland en Oost-Friesland eed studie
reis ondernemen."
Ziezoo, dat weten we alvast. Straks krijgen
wé de studie-commissie uit Aschwarden hier op
bezoek, 'tlijkt me gewenscht, hier eéns speci
aal de aandacht op te vestigen. Voorheen vonden
we soortgelijke bezoeken interessant, we dach
ten ,onze gasten waren goede en goedkoope re
clamemakers voor ons land, ons volk, en onze
producten. Zeer goed zijn ze steeds ontvangen,
en 't zou zeer onhoffelijk en onwellevend zijn
geweest, het niet te doen. Ook de bedoelde com
missie heeft recht op goede behandeling, wie -
onzer zou zulks anders willen.
Nu we echter weten, dat men hier komt met
het speciale doel, onze kooi-overhoud-methode te
bestudeeren, en die na te volgen, zopi het toch
minstens onverantwoordelijk zijn, de heeren vol
komen in te lichten.
Volgde men mijn meening, dan bleven de kool-
schuurdeuren voor de Diuitsche commissie-leden
gesloten.
Overigens is zoon simpel berichtje leerzaam
en voor onze mensehen min of meer gunstig
te noemen. Want wat blijkt?
Dat men ondanks de beschermende rechten,
tegen de Hollandsehe kool niet op kan, men
mist de ervaring en vakkennis van onze kwee
kers. Als men maar koolschuren had! Maar al
heeft men al kool en koolschuren, dan heeft men,
nog geen kooloverhouders.
En dan ligt er dik de erkenning in opgeslo
ten, dat alleen de kwaliteit den doorslag geeft,
t Blijkt wel zonneklaar, dat ondanks de roep
om, en de reclame voor z.gn. ,jSitandardisierung
der Ware", de Duitsche kool bouwer nog bij lan
ge na niet in staat is, met zijn Hollandsehe
collega te concurreeren.
We zitten overal in de dit jaar al zeer betrek
kelijk te achten drukte van de vroege-aardap-
pelen-campagneDie aanvoeren blijven zeer be
perkt door de over het algemeen zeer geringe
opbrengsten per snees. Men verneemt van laagte
records. Hier en daar heeft zich de besmetting
van het loof meegedeeld aan de knollen, wat
al veel zorg en narigheid heeft gebracht, zorg
voor de verbouwers bij het rooien, zorg bij de
ontvangers, zorg bij den koopman, die bij erva
ring weet, hoe riscant de handel in zoo'n tijd is.
't Is met de aardappelnoteeringen dezen tijd
als met die der fondsen aan de beurs, 'tis een
en al bewogenheid. Een voorbeeld: gisteren kon
men aan den Langendijk voor export koopen
a f 7.508.20 per 100 Kg. Te Zwaag en Bobel-
dijk waren de prijzen nagenoeg gelijk met die
van Langendijk.
Bövenkarspel zette in op ruim flü om te
eindigen met omstreeks f 11.50; te Hoogkarspel
is zelfs nog f12 per 100 Kg. betaald, Hem no
teerde van f 10.50f 11.50- E|en wagon Ninety-
fold van 10.000 Kg. bracht te Hoogkarspel 10.50
op. 'tWas net of er 's middags een aardappelen
grootmeester als Hoover in de politiek een macht
woord had gesproken.
'k I. as dezer dagen over Hoover's stap 'n leuke
mop.
Heb je 't al gehoord, van Hoover? zei een
beursman tot een collega.
Ja, weet je wat 't wordt?
Vandaag Ho! en morgen - over?
De aardappelprijs zien we echter liever besten
digd dan in bovenbedoelde zin óver gaan.
En daar is wel kans op ook, want als men de
akkers en de veilingsaanvoeren ziet, gelooft men
niet aan goedkoope aardappelen.
Heden hoorde ik bij geruchte, dat er te Rot
terdam reeds Belgische vroege aardappelen zou
den aangekomen zijn.
Rondvraag.
De heer Francis vraagt of er in Schagen nog
noodslachtingen gedaan worden, nu de regeling ge
troffen is met de verwerkingsinrichting kring Bar-
singerhorn.
De voorzitter antwoord bevestigend.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter
de openbare vergadering en gaat de raad over in
comité-zitting ter behandeling van reclame's school
geld en herziening lijst van personen, die in aan
merking komen voor gratis geneeskundige behan
deling.
Maandagavond 8 uur vergaderde de Raad van
bovengenoemde gemeente ten raadhuize onder voor
zitterschap van den Edelachtbaren heer H. Nolet.
Secretaris de heer J. Dam.
Aanwezig alle leden.
De voorzitter opent de vergadering met een woord
van welkom en hoopt dat de besprekingen in het
belang der gemeente zullen zijn.
De notulen der vorige vergadering, na lezing,
ongewijzigd, worden goedgekeurd en vastgesteld
onder dankzegging aan den samensteller.
Ingekomen stukken.
a. Proces-verbaal kasverificatie bij den admini
strateur van het electr. bedrijf te Waarland en bij
den Gem. Ontvanger. Aanwezig bevonden in over
eenstemming met de boeken resp. f 169.19 en f 3400.10.
b. Schrijven van Ged. Staten geleidende de goed
gekeurde besluiten tot het aangaan eener rekening-
courant-overeenkomst met de bank voor Nederl.
gemeenten en tot wijziging der begrooting voor 1930.
Beide stukken worden voor kennisgeving aange
nomen.
Benoeming van leden van de commissie van aan
slag voor de inkomstenbelasting wegens periodieke
aftreding van de heeren H. Nolet, A. Dekker, L. Doe-
kes en P. Borst.
De aftredenden worden met meerderheid van
stemmen herkozen. j
Voor zoover aanwezig verklaren zij hunne herbe- j
noeming te aanvaarden onder dankzegging voor het
in hen gestelde vertrouwen.
Vaststelling suppl. begrooting voor 1930.
Ingevolge het voorstel van B. en W. wordt aldus
Schrijven van het Prov. Waterleidingbedrijf in
Noord-Holland, aangevende de definitieve voorwaar
den waarop kan worden overgegaan tot aansluiting
van de Schagerwaard.
B. en W. stellen voor die voorwaarden te accep
teeren.
De voorzitter deelt mede, dat in verband hiermede
een vergadering is belegd met bewoners en zij vrij
wel algemeen met deze voorwaarden accoord gaan.
De kosten bedragen f 528.08, waarvan 80 a 90 pet.
op de aangesloteneu zal worden verhaald. B. en W.
stellen tevens voor de resteerende 10 a 20 procent
voor rekening der gemeente te nemen.
De heer de Vries vraagt of die vergadering goed
bezocht was.
De voorzitter antwoordt van vrij slecht, ofschoon
allen tijdig waren gewaarschuwd. Echter was er
De heer de Vries meent, dat, els er werkelijk ern
stige tegenstanders waren, zij wel aanwezig geweest
zouden zijn. Spreker kon dan ook zeer goed zijn
stem er aan geven.
Op verzoek van den heer Francis worden de voor
waarden voorgelezen.
Door enkele leden worden eenige inlichtingen ge
vraagd, welke door Z.E.A. worden verstrekt.
De heer Francis zegt dat de kosten der aanslui
tingen gemiddeld f10.bedragen en waar er geen
zekere strooming bestaat van personen die hierd$
tegen zijn en ook niemand op de vergadering tegen
stander was, ziet spreker er geen bezwaar in voor
het voorstel te stemmen. Spreker wenscht hiermede
zijn stem te motiveeren.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel be
sloten.
Onderzoek geloofsbrieven.
Als commissie van onderzoek worden aangewezen
de heeren Francis en Doodeman, die de geloofs
brieven onderzoeken van de nieuwbenoemde leden
van den Raad n.l. de heeren S. J. de Vries; C. Fran
cis; J. de Groot; C. Bakker; C. de Vries; L. Doekes;
S. Burger; A. Dekker; H. Dekker; A. Druyvis; P.
Borst Az.
Na gehouden onderzoek deelt de heer Francis
mede, dat alle stukken in orde zijn bevonden. Be
houdens de heeren S. J. de Vries en C. de Vries, die
blijkens de geloofsbrieven bloedverwanten zijn en
dus niet beide toegelaten kunnen worden doch de
wettelijke bepaling n.l. loting moet worden toege
past, adviseert de commissie tot toelating der overige
9 leden.
Aldus wordt besloten.
Na gehouden loting blijkt dat de heer S. J. de
Vries is benoemd.
Aan den heer C. de Vries zal bericht van zijne
niet-benoeming gezonden worden.
Hierop volgt algemeene felicitatie van den heer
S. J. de Vries.
Aanbieding van het kohier van de bebouwde
eigendommen in de Woudmeer- en Spekeberpolder,
resp. f 111.89 en f 148.08.
Wordt goedgekeurd.
Vervolgens wordt nader vastgesteld de pensioen
regeling van den heer Wartenhaorst.
Plaatseëijk
Nieuws
NOOBDSDHAK WO UDB.
Het afscheid van Ds. J- Staal, Pred. bij
de Ned. Herv. Gemeente.
Zondagmorgen voormiddag 10.30 uur, werd
door Ds. J. Staal, predikant bij de Ned. Herv.
Gemeente alhier, de laatste Godsdienstoefening
gehouden, wegens vertrek naar Abbenbroek (Z.-
H.). Het kerkgebouw was tamelijk goed bezet
en waren velen opgekomen om den scheidenden.
Predikant voor 't laatst te hooren en afscheid
van hem te nemen.
Onder de aanwezigen konden wij verschillenden
uit. andere gemeenten opmerken.
Tijdens het orgelspel komt de Predikant bin
nen, en nadat hij dein kansel heeft beklommen,
en de diepe klanken van het orgel zijn wegge
storven, wordt gemeenschappelijk gezongen Ge
zang 2521
Hallelujah! prijst den Onbegonnén,
Dlie bij jaar noch eeuwen telt:
Die den loop der wentelende zonnen,
Önverwrikt heeft vastgesteld.
Die, wat immer wislen moog of keeren,
't Groot heelal blijft door Zijn werk regeeren,
Geeft Hem, aller schepselen Heer,
Eeuwig, eeuwig roem en eer.
D'aarna gaat de Predikant voor in gebed, dat
getuigt van diepe ontroering, ootmoed en dank
baarheid.
Gezongen wordt dan Gezang 16.
Als tekst voor zijn afscheidswoord heeft de
Predikant gekozen Joh. 16: 7. ,,'tls u nuttig,
dat ik wegga".
Geen preek, zoo zeide de scheidende herder,
wenschte hij te houden, maar alleen een af
scheidswoord spreken tot hen, die hij nu gaat
verlaten.
Zoo is dan thans de dag gekomen, waarop ik
voor 't laatst voor h sta, na jaren voor u te heb
ben gestaan als uw predikant.
Het is een uur waartegen ik erg heb opge
zien, en zoo zij het mij thans gegeven een kort
woord tot u te spreken.
Ik heb u laten zingen gezang 252, dat eigenlijk
een Oudejaarsavondzang is.
Dit gezang heb ik met opzet gekozen. Hieruit
spreekt de stem van den weemoed, maar God
zij dank is die overwonnen door dankbaarheid,
en aan den geest gaat voorbij wat hier in de
jaren is gebeurd.
Wij gaan vertrekken. Die Duitscher noemt 't
Scheiden de Franschman drukt 't sterker
uit, cn noemt 't een weinig sterven.
Wij gaan vertrekken en dat doet zeer.
Een terugblik zou ik nog willen werpen op
datgene, dat achter ons ligt.
Ik herinner mij als den dag van gisteren, hoe
wij werden afgehaald van het station Heerhugo-
waard door den Consulent Ds. Groeneveld en
den ouderling J. Barten.
Wij werden allervriendelijkst ontvangen en een
bijzonder vriendelijk woord werd tot ons ge
sproken door burgemeester Brinkman.
4 October 1908 zijn wij hier gekomen. Ruim
22 jaar ben ik temidden van u geweest. Etn
veel is er in die jaren gebeurd.
Met opzet ben ik eens nagegaan het aantal
doojr mij aangenomenen, het aantal dat ik ge
doopt hen en heb ik nagegaan de namen die
ik heb uitgewiseht van onze lidmaten. Velen
daarvan liggen hier. Zij rusten in Vrede.
Samen hebben wij hier 22 jaar geleefd en veel
lief en leed hebben wij ook samen gedeeld. En
wanneei een beroep werd gedaan door mij ap u,
dan is het maar zelden gebeurd dat er geern
gehoor aan werd gegeven.
Wij hebben 't hier uitstekend gehad. Wan
neer ik de eerste jaren naga, dan was de kerk
steeds vol.
Langzamerhand is dat anders geworden, en
dat was heel begrijpelijk. Wanneer de bekoring
van het nieuwe er a{f is, wordt het minder.
Toen is de oorlog gekomen.
Wat velen toen gedacht hebben, is niet ge
beurd. Men heeft daardoor weinig bidden ge
leerd, en wel werd men geschokt in zijn Gods
geloof. Em weer werd het bezoek' minder.
Ik 'klaag niet hierover. Ik vraag niet aan
wie de schuld. Óf 't aan u of aan mij heeft
gelegen.
Toen heb ik getracht een anderen werkkring
te kiezen. Maar God zij dank is het mij niet'
gelukt.
Thans zijt ge in grooten getale aanwezig.
Maar ik weet dat ge niet alleen gekomen zijt
om mijn prediking te hooren.
Ge zijt hier gekomen als mijn vrienden. Als
vrienden, die iets aan ons hebben te danken. En
het geeft ons een dankbaar gevoel, dat wij zoo
veel vrienden hebben, die wij iets hebben gegevén.
Een wonderlijk ambt dat van predikant.
Het is moeilijk, veel moeilijker dan velen zich
i wel denken.
j Maar die moeilijkheden ben ik te boven ge-
komen, door velen uwer die mij onbewust heb-
ben gesterkt.
In 't bijzonder heb ik dat te danken aan mijn
vrouw, die in die jaren is geweest een echte do-
minéesvrouw, zooaJs er helaas maar weinigen
zijn. Zij heeft met mij gestreden en alles aange
durfd, met mij vereenigd.
I Daarom verheugt het mij, dat ons eenigst
kind haar hart en hand heeft weggeschonken
aan een predikant, om met hem de wereld van
geloof en idealisme onder de menschen levendig
te houden.
Veel heb ik ook te danken aan de V. O. J. B.
In onze dagen is er veel veranderd. Elf is een
gansch andere geest gekomen. Zij, die voorheen
den toon aangaven, zijn heengegaan, en een jong
geslacht is daarvoor in de plaats gekomen, dat
anders denkt en gevoelt.
Wanneer we de jeugdbeweging zien, die steeds
meer opkomt, die ppenlijk den naam Gods durft
te belijden, dan heb ik, hoeveel ik heb tegen
den geest van den tegenwoordigen tijd, vertrou
wen in de toekomst.
Thans zal ik mijn ambt voortzetten op een
andere plaats.
Wat de toekomst ons brengen zal, weet ik
niet, maar wij zullen daar niet genieten, wat wij
hier hebben genoten. Wij waren hier als vastge
groeid. Em toen velen in de krant mijn vertrek
lazen, waren er even zoovelen, die het niet wil
den gelooven.
i Wij gaan vertrekken. Maar het valt ons heel,
heel zwaar.
De beste dagen zijn van mij voorbij. Em wan
neer ik daar nog eenige jaren mijn ambt mag
vervullen, en men komt boven de zestig, dam
begint ons leven te tanen.
Ik mag trotsch zijn op hetgeen ik op maat
schappelijk gebied heb gedaan. Ik dank u, Witte
Kruis-genooten voor uw komst, met wie ik zoo
veel jaren heb mogen arbeiden aan ons maat
schappelijk werk.
En ook daar zal ik in mijn ambt voortgaan
te werken voor de menschheid.
Mag ik thans eindigen.
Het was een eenvoudig woord, uit het hart
voortgekomen. Een woord van dank tot u, en
van ootmoed tot God.
Wanneer wij hier vandaan zijn, dan geloof ik,
dat er niemand zal zijn die mijn vrouw en kind
niet het beste toewenscht.
En zoo wij in onze nieuwe woonplaats mogen
ondervinden wat wij hier hebben ondervonden,
dan lijn wij meer dan dankjiar. Wij gaan heen
en het valt ons zwaar want Langedijk is
ons lief geworden.
En wanneer wij heengaan, doen wij dat met
den vriendelijken groet aan de menschen, aan
wie wij zooveel hebben te danken. Mocht ik
eens iets verkeerd hebben gedaan, of iemand ge
kwetst, wil het mij dan vergeven.
Ik hoop, dat wanneer wij eenmaal weg zijn uit
ons geliefd Noordscharwoude, waar wij onze bes
te en grootste levensjaren hebben doorgebracht,
men van mij zal zeggen: „Ds. Staal was niet
zoo beroerd". want dan zal ik daarmede voor
mijn God durven verschijnen.
Dank voor uw komst, voor uw vriendschap,
voor uw toegevendheid, waarmede ge mij zijt
tegemoet getreden.
Dank, nogmaals dank.
In mijn pastorie zal er altijd een plaats, ledig
zijn voor mijn vrienden uit Noordscharwoude,
maar die plaats zal in ons hart altijd bezet zijn,
wanneer wij denken aan Noordscharwoude.
God zegene u en uw gezinnen, thans en in uw
verdere leven, en zal Zijn aanschijn over u lich
ten. D'at zij zoo.
Velen waren zeer onder den indruk van dit
afscheidswoord.
Door het kerkzangkoor worden dan gezongen:
„Boven de Sterren" en „Vrede".
Hierna spreekt de Predikant woorden van
dank tot de leden van dit koor, die zich geven
tot stichting van het samenzijn. Moge het u
gegeven zijn voort te gaan op deai weg, dien)
ge zijt ingeslagen, om het samenzijn te verhoogen.
God ter eere.
U kerkvoogden dank ik voor wat u voor ons
gedaan hebt. Ik weet dat dat steeds met liefde
ging. Moge het u gegeven zijn om met uw ker-
keraad de leden der gemeente, mijn plaats weer
spoedig vervult te krijgen. Zorgt dat onze ge
meente niet achter blijft. Kerkvoogden en nota
belen dank.
Organist, mijnheer Brinkman, vele jaren heb
ben wij mogen genieten van uw ontroerend spel.
Soms had uw spel iets bijzonders en meende ik
dat ik u dan had getroffen met mijn woord.