Til BI - Mig g ]g§ 193] ha*taÉn Buitenlandsche Brieven VERBORGEN GELUK Hoe zou het er in Duitschland uitzien als de oorlogsschulden werden kwijtgescholden? (Van onzen briefschrijver). BERLIJN, JUNI '31, De vraag hoe het er in Duitschland op econo misch, politiek en cultureel gebied zou uitzien, als het plotseling om onverschillig welke reden geen herstelbetalingen meer behoefde te doen, is thans actueel geworden. Het feit dat er in Duitschland meer dan 4 millioen werkeloozen zijn, die onder steuning noodig hebben, dat deze ondersteuning slechts in enkele gevallen groot genoeg is om de ^e?JV°°r h°nger te bewaren, dat de algemeene kapitaalschaarschte zoo ernstig is, dat lang?3am maar zeker het geheele economische leven wee- kwijnt, dat groote fabrieken van wereldnaam moeten worden gesloten, omdat in het binnenlan en ook in het buitenland geen afzetgebied voor hun producten te vinden is, dat ieder burger hoofd voor hoofd zulke zwarefinancieele lasten te dragen heeft als in den loop der eeuwen vrijwel nooit aan een volk zijn opgelegd, terwijl aan den anderen kant jaar op jaar 1700 milliard Marken aan het buiten land moeten worden betaald, dit alles brengt van zelf den Duitscher tot nadenken en moet terecht pitaal zou waarschijnlijk weer terug komen en belegd worden in de van ouds bekende onderne mingen, die tans weer opnieuw moeten worden opgebouwd en opnieuw kans op winst kunnen bieden. Ook de leening van 800 millioen dollar van de Fe- deral Reserve Bank aan de Reischbank zou ver- moedelijk als voorbeeld werken en mogelijk maken, dat opnieuw goedkoop kapitaal in den vorm van leeningen op langen termijn,uit het buitenland tot Duitscnland komt en zoo dé koopkracht beinvloedt van de binnenlandsche markt. Vooral dit feit de verhoogde koopkracht der Duitsche bevolking zou vermoedelijk na eenigen tijd nieuwe bestellingen bij de industrie ten gevolge hebben en daarmee ver mindering van het aantal werkeloozen. Hoelang deze algemeene opleving van de markt kan aanhouden is moeilijk van te voren te zeggen. Wanneer het gelukt om tijdens het moratorium van een jaar inderdaad de rijks- en gemeentefinanciën volkomen in orde te brengen en door leeningen op •langen termijn in de komende jaren mogelijk te maken, dat de uitgaven de inkomsten niet over schrijden, dan zal Duitschland misschien in staat zijn, om te beginnen met 1932 geregeld de voorge schreven betalingen aan de crediteuren te doen, zonder dat dit voor ons weer dadelijk een nieuwe financieele en economische ramp beteekent. Doch een werkelijke opbloei van de Duitsche industrie, een geslaagde bestrijding der werkeloosheid, een merkbare verlaging der abnormaal hooge belastin gen en een blijvende verhooging van de koopkracht kunnen en zullen slechts het gevolg zijn van een zeer langdurig moratorium. Naar het oordeel van Duitsche deskundigen zou eerst na 5 jaar kunnen worden begonnen met een verlaging der ondrage lijk hooge gemeentebelastingen; eerst na 5 jaar zou of ten onrechte leiden tot een zekere wrok tegen het aantal werkeloozen van 4.2 millioen tot onge- de staten, die als overwinnaars uit, den wei-Pirihra„s veer 1 millioen kunnen dalen. En dan zouden nas als overwinnaars uit den wereldbrand gekomen zijn en thans als zijn crediteuren optre den. Alleen het feit dat deze herstelbetalingen een kunnen dalen. En dan zouden pas op het laatst (na 3 of 4 jaar) alle uitzonderingen en noodverordeningen kunnen worden ingetrokken, van de grootste belemmeringen zijn voor het bewa: 1 waarmee dan eindelijk ook de binnenlandsche poli- ren van den vrede en voor de onderlinge verzoening i tlek rustiëer en meer evenwichtiger zou worden. der volkeren, is reden genoeg om tot een spoedige en I grondige revisie te komen, nog afgezin van de om- j standigheid, dat Duitschland na korten of langer tijd eenvoudig niet meer zal kunnen betalen. I Die revisie van Duitschland's verplichtingen zal 1 echter heel wat verder moeten gaan den Hoover's plan om een jaar „betalingsvacantie" in te voeren j om Duitschland in de gelegenheid te stellen het 1 volkomen lamgeslagen economische leven weer op I gang te krijgen en de rijks- en gemeentefinanciën i (die er ook slecht genoeg voorstaan) weer op peil I te brengen. Men stelle zich echter niet voor, dat met een moratorium van één jaar nu ook dadelijk het paradijs in Duitschland komt, hoe edelmoedig de geste van Amerika ook is en van hoe verstrekkende Men zal mij vragen: „Maar dan is de verlichting tengevolge van het eenjarig moratorium, dat Duitschland aan den Amerikaanschen president te danken zal hebbèn, niet van zoo heel vael belang? „Dat is helaas juist! Hoover en Mellon, de Amerikaansche minister van financiën, beseffen ook ongetwijfeld, dat een moratorium van één jaar nog lang niet voldoende is, en de economische crisis in Duitschland en in de geheele wereld te beëindigen, doch dat dit ten eerste kan geschieden door een radicaal nieuwe regeling van de Duitsche verplich tingen, die binnen dragelijke grenzen gehouden moeten worden, en ten tweede een radicacle ver andering van het geheele internationale handels verkeer op een nieuwe meer gezonde basis, waardoor gevolgen zij misschien ook is met betrekking tot een 1 productle en afzet kunnen worden gereorganiseerd, principieel andere regeling der herstelbetalingen 1 En dat alles weten de geldmagnaten in New-York Waarschijnlijk zal de nu verwachte tijdelijke ver- I en Washington ook heel goed. Zij weten echter ook, lichting voor de afzonderlijke personen niet eens lat een z®er verstrekkend doel niet van vandaag of merkbaar zijn! Wij moeten in dit verband niet ver geten, dat het bedrag van 1700 millioen niet voor goed wordt kwijtgescholden. Het eenige is, dat de schatkist dit jaar dat bedrag niet behoeft uit te geven. Doch het deficit van het rijk bedraagt thans reeds 700 millioen Mark. Dit moet eerst worden ge dekt en pas daarna kan het ministerie van finan ciën misschien!!) denken aan verlaging der belas tingen. Voor afschaffing komen het eerst in aan merking de crisisbelasting, de kortingen op de on derstand aan oorlogsslachtoffers, de korting op den onderstand voor werkeloozen, voor zoover het de zeer jonge of gehuwde werkeloosheid betreft, de opslag op de waardevermeerderingsbelasting, de ver hoogde accijns op benzine, enz. Dat schceelt voor ieder individueel niet zoo'n groot bedrag, maar het is toch altijd iets! Het aantal wer keloozen zal door een moratorium van één jaar ook wel niet verminderen. Daarvoor zou een veel langer tijdvak noodig zijn, als men werkelijk ingrij pende verbeteringen wil bereiken. Doch van meer belang dan de verlaging der belastingen en de ge volgen voor de arbeidsmarkt zal het moreele succes van het moratorium zijn. Dit zal zich in de eerste plaats uiten als een algemeene opgewektheid in het zakenleven; het uit Duitschland naar „het neutrale buitenland" (Zwitserland) gevlucchte ka- FEUILLETON Van lieverlede vereenzelvigt hij zich echter meer met dat denkbeeld, en het hoofd verschijnt allengs weer boven het deksel, en stout doet hij zichzelven de vraag: „en waarom niet?" Maar j ten slotte vindt hij dat toch maar dom. Als hij eens procureur zijn zal, wil hij er echter wel eens op nadenken. Toch klopt zijn hart wel wat fel ler, nu hij een uur later met den ouden boekworm staat te spreken en hij rekt zelfs met inzicht de samenspraak, tot Bietsy Eichard uitgaat en hem met een stil lachje „goeden morgen" zegt. Nu, het is en blijft beslist haar vriend, haar beschermer zal hij zijn en toch kan hij niet verdragen, dat de zoon van den schoenmaker Betsy aanspreekt, dat die jonge winderige klerk verder op in de straat haar toelacht, dat de bak ker, die 's morgens met zijn groenen broodwa gen door de straat komt, altijd twee- of drie maal het hoofd omkeert, als hij de schoone Bietsy ziet. morgen bereikt kan worden, doch dat daarvoor eerst een groote hoeveelheid détailwerk moet wor den gedaan. Het geheele stelsel der tegenwoordige bestaande internationale schulden moet langzaam j Daarna stelt de heer Slot voor om nog eens met aan veranderd worden, doch dan werkt men ook den heer Donia te praten hierover. Openbare vergadering nva den raad der gemeente Warmenhuizen op Dinsdag 30 Juni 1931, des namid dags 3 uur o.t. ten gemeentehuize. Aanwezig alle leden behalve den heer C. Nannes, en van Rijn. De laatste had bericht van verhindering gezonden. Na opening door den voorzitter worden de notulen van de vorige vergadering goedgekeurd na een kleine opmerking van wethouder de Groot. In gekomen stukken. a. het proces verbaal van opneming van kas en boeken van den gemeenteontvanger en het tuinbouw bedrijf. b. een schrijven van Ged. Staten inzake de ambts woning van den burgemeester. c. de rekening en verantwoording van het gasbe drijf over 1930. Te behandelen bij de gemeentereke ning over 1930. d een schrijven van den heer J. Terpstra h. d .s teWarder, dat hij zijn benoeming als hoofd der school te Schoorldam aanneemt, met ingang van 1 Augustus a.s. 5 Bovengemelde stukken worden voor kennisgeving aangenomen. e. een schrijven va nde gascommissie om f 500 uit het reservefonds beschikbaar te stellen tot doortrek king van de gasleiding van Tuitjenhorn naar Kerk buurt. Voorgesteld wordt dit bedrag uit het reservefonds beschikbaar te stellen. De voorzitter deelde hierover nog mede, dat de heer van Duin te Kerkbuurt zou willen aansluiten in verband met het aanschaffen van een koelma chine. Een afname van ongeveer 1000 kub. m. gas. Hiervoor zou van Duin dan 1 cent per m3 meer betalen dan gewoon industriegas, totdat er mins tens 5 perceelen aldaar zijn aangesloten. Door aan leg van andere buizen zouden hiermede de gasver- bruikers te Tuitjenhorn gebaat zijn. De heer Tesselaar maakte een zachte opmerking dat hij reeds had gezien, dat de buizen al doorge trokken waren, en van Duin reeds was aangesloten Deze opmerking motiveerde de voorzitter door te zeggen, dat er eenigszins haast bij was en hij ver meende, dat de raad dit wel zou goedkeuren. Wordt daarna algemeen goedgevonden. Een schrijven van den heer Donia, tot herziening van den huurprijs van de woning door hem bewoond Voorgesteld wordt het schcrijven voor kennisge ving aan te nemen. De voorzitter leest het schrijven voor van boven- geno edme, wat in hoofdzaak behelsd, om den huur prijs van f300 per jaar te verlagen tot f250. Zijnde het bedrag waarvoor volgens den heer Donia destijds zijn benoeming had aangenomen. Voorts waren B. en W. va noordeel, dat deze kwes tie het vorig jaar voldoende was behandeld, Weth Swan zegt hiervan dat het bij hem niet vast staat, dat de toezegging van f250 destijds door B. en W. is gedaan an kan zich met het voorstel van B. en W. best vereenigen. De heer Slot zegt hiervan, dat het niet heelemaal juist is wat de heer Swan zegt, en dat weth. Swan zich toch wel zau kunnen herinneren, dat er destijds een bouwplan is geweest van f12000. hetgeen door weth. Swan wordt tegengesproken. worden, doch dan werkt men ook zooveel te zekerder. Pas wanneer na afloop van het eenjarig moratorium overtuigend blijkt, dat het geen tastbare financieele, doch slechts onmeetbare mo reele resultaten heeft gehad, kan er met nadruk op gewezen worden, dat dit meer lapwerk is geweest en dat alleen een ingrijpende, met beslistheid uitgeko- voerde operatie Duitschland en daarmee de geheele wereld gezond kan maken. Als men het zoo opvat, is het voorstel van Hoover van overwend belang, niet alleen voor Duitschland, doch ook voor de Duitsche crediteuren, omdat het hun bewijzen zal, dat een algëheele verandering slechts door in grijpende en zeer drastische maatregelen kan wor den bereikt. (Nadruk verboden). Be Bolberg's bewonen de stad- 'tls buiten des winters zoo treurig voor Ada. Het kind houdt veel van de bals, de Concerten en de opera. In eene gestoffeerde salon, die getuigenis geeft van pracht en weelde, zit de familie bijeen. Mijn heer Holberg, met een gouden bril op den neus, leest de courant. liever zou de man een Franseh blad gelezen hebben, maar waarachtig, men schrijft in onzen tijd dikwijls zoo'n wonderlijk Franseh, dat het niet meer gelijkt op dat van onze jeugd, en volgens goede principen, geleerd heeft. Ada 1 eest een nieuwen Franschen roman, en mevrouw breit. Ik 1 eid u binnen, op het oogenblik dat het ge sprek 'zeer levendig wordt, dat papa het blad op zijn knieën laat vallen, dat mevrouw dezelfde beweging met haar breikous doet, en dat Ada insgelijks het boek in dezelfde richting doet dalen.. „Hoe het geluk toch iemand onverwacht over valt. Twee honderd vijftig duizend francs. Maar 'tis ongelooflijk, en toch lees, het staat er dui delijk," en mijnheer Dölberg neemt het blad andermaal op en toont aan zijn "deftige ega en aan zijne dochter het artikel, waarin vermeld wordt, dat de groote prijs eener Wjeensche loterij aan mijnheer Wilfried, procureurs-bediende in deze stad, is ten deel gevallen. „Twee honderd vijftig duizend francs!" her halen drie monden te gelijk. „Wat zal die domoor met al dat geld aanvan gen?" hervat mevrouw spijtig. „Wat. is de fortuin toch dwaas en grillig. Zie daar, twintig jaren dat ik mijne portefeuille met loten van allerlei soort opvul, en mij valt niets, geenToode duit ten deel," jammert de oude Hol berg. „'En 'tzou onze fortuin zeer rond maken!'" laat mevrouw er op volgen. Em die ezel...." „Maar ik vind niet dat neef Wilfried zoo'n ezel is, mama," zegt de dochter. „Wel, ik ook niet," zegt Holberg aarzelend. Verstandig is toch gansch anders!" „Ja, dat is waar, maar eze'l..." en peinzend voegt Holberg er bij: „twee honderd vijftig dui zend francs." „Nu, ezel is ook wel juist het woord niet," zegt mevrouw. ,,'t Is geen onaangename jongen," hervat de man. „Er zou wel iets van hem te maken zijn," Iaat mevrouw er op volgen, onder mijn leiding." „Ja, dat vind ik ook," want de man heeft, zooals men weet, ee ngroot denkbeeld van zijn vrouw. „Zou Georges Belmare wel zoo veel bezitten, ma?" vraagt Ada zeer naïef. „Vier kinderen bij Belmare," mompelt Holberg, „een appel in vier, is juist niet heel veel meer." Mevrouw heeft de vraag van Ada onmiddellijk opgevat, zij wikt en weegt reeds wie de zwaarste is, of neef of mijnheer Georges, welke laatste wel gedurig rond Ada fladdert, een trouw dan ser, een fideel bezoeker, een galant spreker is, maar die ardnhekkig weigert in he lokaas te bij ten. dat men hem aanbiedt. Neef kan misschien een middel zijn om tot een beslissing te komen. Er heerscht een oogenblik stilte. „Willen wij hem eens gaan geluk wenschen?" De heer Molenaar zegt, dat het weinig zin heeft er weer op in te gaan. Hij wil dit er nog van zeggen dat punt a. van het schrijven niet juist is. Nooit is het toegezegd, en kan hij zich dan ook niet begrijpen dat geen van de beide weth. er niets meer van weet. Het voorstel van den heer Slot om nog eens over leg te plegen met den heer Donia, kon geen steun vinden en werd daarna deze kwestie, die volgens den voorz. al meer dan 3 jaar hangende was, afge handeld door het voorstel van B. en W. aan te nemen. g-het verslag van het Westfriesch museum te Hoorn over 1930. Van de gasstichting en de gezondheids commissie te Schagen. Zal circuleeren. h. een afschrift van het proces verbaal van het centraal stembureau betreffende den uitslag der ver kiezing va nde leden van den gemeenteraad. i. de voorzitted va nhet centraal stembureau deelt mede, dat tot lid van den raad zijn benoemd de heeren W. Dekker, C. Geus, Joh. de Groot, P. J. Mink, K. Molenaar, P. Slot en P Tesselaar en hun benoeming hebben aangenomen De heeren Tesselaar en Molenaar worden hierna- door den voorzitter aangewezen om de geloofs brieven te onderzoeken en wordt de vergaderine ee- schorst. 6 Na heropening wordt door den heer Molenaar medegedeeld, dat alles in orde was bevonden en wor den eerstgenoemde heeren toegelaten als leden van den raad. Mededeeelingen. Bij Kon. Besluit van 28 Mei 1931 no. 24 is goedgekeurd het besluit van den raad tto vaststel ling van eenverordening tot het heffen van 40 op centen op de gemeentefondsbelasting, alsmede de verordening tot plaatsing van de gemeente in de 3e Klasse van voornoemde belasting. Door de Ged. Staten zijn de rekening over 1928 goedgekeurd alsmede de begrooting over 1931, Het bedrag waarvoor de provincie en de gemeente gezanmenlijk garant zijn voor de verleende tuinders voorschotten aan de ingezetenen dezer gemeente bedraagt in totaal f64365 voor 83 tuinders. In verband met een schrijven van den directeur generaal van de volksgezondheid betreffende nadere vaststelling der huur van de woningen der woning bouwvereeniging, deelen B. en W. mede, dat voors hands met de thans geldende huren genoegen wordt genomen. Over het schrijven aangaande de huren der wonin gen wordt op verzoek van de nheer Slot door den voorz. het schrijven van den minister voorgelezen dat als antwoord was gekomen op het verzoek van de huurders om de bestaaude huren te verlagen. Daar uit bleek dat de minister had voorgesteld om de huren geleidelijk te verhoogen tot f 4 voor 5 wonin gen en f 4.85 voor 16 woningen. B. en W. hadden daarna voorgesteld met het oog op de tijdsomstandig heden daartoe niet over te gaan en was daarna een schrijven terug gekomen, dat met de bestaande hu ren genoegen zou worden genomen. Voorloopige vaststelling rekening tuinbouwbedrijf. Wordt voorgesteld de rekening van het tuinbouw bedrijf over 1930 voorloopig vast te stellen op een bedrag van f 5611.09 in ontvangst en uitgaaf met een verliessaldo van f 161.75. Aldus goedgevonden. Vaststelling besluit tot het doen van af- en over schrijving op den dienst 1930 en wijziging begroo- ting.. Voorgesteld wordt af- en over te schrijven op den dienst 1930 tot een totaal bedrag van f7813.63 en een suppletoire begrooting vast te stellen van f 1410 op den gewonen dienst en va nf 70740 op den kapi- taaldienst. Reclame hondenbelasting. Voorgsteld wordt aan A. de Wit een half jaar ont heffing van hondenbelasting te verleenen tot een bedrag van f3. Alsmede voor den heer Pinxter te Schoorldam het geen wordt goedgevonden. Aan d erondvraag gekomen werd daarvan door geen van de leden gebruik gemaakt, en werd daarom de vergadering door den voorzitter gesloten. ?vraagt Holberg, en dat meent de man op 'dat oogenblik. „Mei ja," zegt de coquette dochter. „Laat ons dat doen. Neef heeft nu geld en is immers nu ook een man van aanzien geworden." „Bat ig Wel waar," zegt mevrouw onverschil- ligt, maar toch vindt ze dat niet ten eenenmaie gepast, 't Is zoo'n gemeene buurt waar neef nu woont, en daar een bezoek afleggen staat zoo wonderlijk voor dames van haar stand. Ban is t er zoo akelig, in die gemeene straten, dat ze voor een zenuwtoeval vreest, maar toch.... Vader en dochter brengen echter ook hun ar gumenten in, die hoofdzakelijk hierop neerkomen, dat neef nu toch geld heeft, dat hij een man van aanzien worden zaldat 'hij hun goeden raad zou kunnen noodig hebben, dat hij toch de zoon van Dol berg's zuster is, dat die zuster op haar sterfbed hem immers dien zoon heeft aanbevolen en het 's vaders plicht is, over hem een oog in tzeil te houden. Nu, mevrouw moet toch even uitgaan voor deze en gene vriendin, en men kan dan en passant zien wat er te doen staat. Zij" had overigend nooit iets tegen neef, niets hoegenaamd niets, en de vader ook niet, en de dochter ook niet, zoodat eenige oogenblikken daarna de Bolberg's gereed zijn om uit te gaan. Juffrouw Ada heeft zich zelfs lief opgeknapt Mat zal neef vereerd zijn, als hij ziet wat voor naam bezoek hij krijgt. Ada kijkt twee of drie maal in den spiegel en denkt wel dat ze neef zal behagen. Och, kwaad is zij niet, maar behaag ziek si ze in den vollen zin des waards, ofschoon zij in hare bedoelingen ten opzichte van neef zoo ver niet gaat als haar moeder, voor welke nu de welhebbende neef, ofwel een schoonzoon, of een middel zijn kan om dien speelzieken Georges tot het nemen van ee nbesluit ten opzichte van Ada. te dwingen. Het rijtuig voert de familie Holberg weg, en nu volgt ieder den loop zijner combinatiën. Bte familie is echter door vele gelukwenschers voor gegaan. Wat beweging in het huis van den ouden boekworm! Niet alleen in, maar ook voor het huis, want er zijn voorbijgangers en buren, die stilstaan of het hoofd omwenden, om ietwat benijdend de woning te zien, welke den gelukki- NELERLANDSCHE SPOORWEGEN. GOEDKOOPE TREIN. 2e en 3e klasse van de stations den Hélder, Anna Paulowna, Schagen Noordscharwoude, Heerhugowaard, Enkhuizen, Bo- venkarspel-Grootebroek, Hoogkarspel, Westwoud, Blokker, Hoorn, Alkmaare Uitgeest en Zaandam naar ROTTERDAH MAAS met een boottocht door de Rotterdamsche havens met een der salonbooten van de reederij Fop Smit Co. en naar DEN HAAG S. S. met bezoek aan den Dierentuin en terug op Woens dag 15 15 Juli 1931. Prijzen voor heen en terug: Van de stations aan den lijn den Helder tot en met Hoorn: naar den Haag ss. Dierentuin inbegrepen 2e klasse f3.65 3e klasse f2.70. Naar Rotterdam Maas boottocht inbegrepen 2e klasse f4.65 3e klasse f3.25. Van de stations Alkmaar, Uitgeest en Zaandam: 2e klasse f 2.50 3e klasse f 1.85. 2e klasse f 3.50 3e klasse 2.40. De verkoop van plaatskaarten tot een beperkt aan tal, vangt aan op Woensdag 8 en wordt gesloten Dinsdag 14 Juli 1931 ten 15 uur of vroeger, indien het vastgestelde aantal zal zijn uitgegeven. Zij wor den verkocht door bovengenoemde stations en zijn op geen andere dan de genoemde treinen geldig. Reizigers, die zich van plaatskaarten voor de goed koope treinen voorzien, kunnen desverlangd een re genverzekering sluiten, mits deze gesloten wordt te gelijk met het nemen .der plaatskaarten en de ver schuldigde premie zijnde 10 procent van den prijs der plaatskaarten wordt betaald (opwaarts afgerond op veelvouden van 5 cent.) gen winner in zich besluit. In het huis klotst men de trappen op en af, men klopt op Wil fried s deur, men wacht met ingehouden adem het „binnen" af, men komt lachend groetend, buigend en feliciteerend binnen. Be arme neef weet niet wat te antwoorden, want hij heeft waarachtig nooit durven denken, dat hij zoo veel vrienden in de wereld heeft. Zie, daar is de magere, schrale, gebrilde zaak- wwaarnemer uit de buurt, die nederig zijn dien sten komt aanbieden, hij wordt verdrongen door den dikken en hijgenden fondsenman, die op zijn beurt vervangen wordt door den eigenaar van dit of dat huis in de buurt. Wat ommekeer een handvol geld toch te weeg kan brengen. Ieder recommandeert zich in de gunst van den nieuwen rijke. Wat wordt de goede raad van daag lichtvaardig gegeven. Men verzekert aan mijnheer Wilfried tiendubbele winsten nu in deze dan in gene speculatie, men raadt nu deze dan gene fondsen aan; men wil hem in spoorweg actiën, nijverheidsondernemingen, naamlooze maat schappijen van allen aard trekken. Waarachtig, de ooren van den armen neef suiselen! Br is een wezen, dat hem niet op de wijze van al de anderen geluk wenscht; dat zich nu meer dan ooit verwijderd houdt het is het arme meisje in den rouw; maar geen wezen is misschien gelukkiger en zuiverder in hare be doelingen dan Betsy Richard. Bat begrijpt voor het oogenblik Wilfried nog niet. Eir wordt alweer geldopt. Bijna gelijktijdig treden oom Holberg en zijne dochtqr binnen. Mevrouw heeft zich bedacht, zij zendt eerst een parlementair, later zal zij de groote diplomatische moeilijkheid komen door hakken. Overigens, mijnheer Holberg heeft goed geluisterd naar de hem opgelegde les. „Mijne gelukwenschen, mijne gelukwenschen, liefste neef," roept de main uit en opent zijne beide armen om neef er in op te vangen, maar neef komt niet toegevlogen, hetgeen nicht gele genheid geeft om vooruit te snellen, den sukke laar te omhelzen, hetgeen Wilfried zoodanig doet ontstellen, dat hij beeft en rood wordt. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 3