Til BI - Mig g ]g§ 193] ha*taÉn
Buitenlandsche
Brieven
VERBORGEN GELUK
Hoe zou het er in Duitschland uitzien als de
oorlogsschulden werden kwijtgescholden?
(Van onzen briefschrijver).
BERLIJN, JUNI '31,
De vraag hoe het er in Duitschland op econo
misch, politiek en cultureel gebied zou uitzien, als
het plotseling om onverschillig welke reden geen
herstelbetalingen meer behoefde te doen, is thans
actueel geworden. Het feit dat er in Duitschland
meer dan 4 millioen werkeloozen zijn, die onder
steuning noodig hebben, dat deze ondersteuning
slechts in enkele gevallen groot genoeg is om de
^e?JV°°r h°nger te bewaren, dat de algemeene
kapitaalschaarschte zoo ernstig is, dat lang?3am
maar zeker het geheele economische leven wee-
kwijnt, dat groote fabrieken van wereldnaam
moeten worden gesloten, omdat in het binnenlan
en ook in het buitenland geen afzetgebied voor
hun producten te vinden is, dat ieder burger hoofd
voor hoofd zulke zwarefinancieele lasten te dragen
heeft als in den loop der eeuwen vrijwel nooit aan
een volk zijn opgelegd, terwijl aan den anderen kant
jaar op jaar 1700 milliard Marken aan het buiten
land moeten worden betaald, dit alles brengt van
zelf den Duitscher tot nadenken en moet terecht
pitaal zou waarschijnlijk weer terug komen en
belegd worden in de van ouds bekende onderne
mingen, die tans weer opnieuw moeten worden
opgebouwd en opnieuw kans op winst kunnen bieden.
Ook de leening van 800 millioen dollar van de Fe-
deral Reserve Bank aan de Reischbank zou ver-
moedelijk als voorbeeld werken en mogelijk maken,
dat opnieuw goedkoop kapitaal in den vorm van
leeningen op langen termijn,uit het buitenland tot
Duitscnland komt en zoo dé koopkracht beinvloedt
van de binnenlandsche markt. Vooral dit feit de
verhoogde koopkracht der Duitsche bevolking
zou vermoedelijk na eenigen tijd nieuwe bestellingen
bij de industrie ten gevolge hebben en daarmee ver
mindering van het aantal werkeloozen.
Hoelang deze algemeene opleving van de markt
kan aanhouden is moeilijk van te voren te zeggen.
Wanneer het gelukt om tijdens het moratorium van
een jaar inderdaad de rijks- en gemeentefinanciën
volkomen in orde te brengen en door leeningen op
•langen termijn in de komende jaren mogelijk te
maken, dat de uitgaven de inkomsten niet over
schrijden, dan zal Duitschland misschien in staat
zijn, om te beginnen met 1932 geregeld de voorge
schreven betalingen aan de crediteuren te doen,
zonder dat dit voor ons weer dadelijk een nieuwe
financieele en economische ramp beteekent. Doch
een werkelijke opbloei van de Duitsche industrie,
een geslaagde bestrijding der werkeloosheid, een
merkbare verlaging der abnormaal hooge belastin
gen en een blijvende verhooging van de koopkracht
kunnen en zullen slechts het gevolg zijn van een
zeer langdurig moratorium. Naar het oordeel van
Duitsche deskundigen zou eerst na 5 jaar kunnen
worden begonnen met een verlaging der ondrage
lijk hooge gemeentebelastingen; eerst na 5 jaar zou
of ten onrechte leiden tot een zekere wrok tegen het aantal werkeloozen van 4.2 millioen tot onge-
de staten, die als overwinnaars uit, den wei-Pirihra„s veer 1 millioen kunnen dalen. En dan zouden nas
als overwinnaars uit den wereldbrand
gekomen zijn en thans als zijn crediteuren optre
den. Alleen het feit dat deze herstelbetalingen een
kunnen dalen. En dan zouden pas
op het laatst (na 3 of 4 jaar) alle uitzonderingen
en noodverordeningen kunnen worden ingetrokken,
van de grootste belemmeringen zijn voor het bewa: 1 waarmee dan eindelijk ook de binnenlandsche poli-
ren van den vrede en voor de onderlinge verzoening i tlek rustiëer en meer evenwichtiger zou worden.
der volkeren, is reden genoeg om tot een spoedige en I
grondige revisie te komen, nog afgezin van de om- j
standigheid, dat Duitschland na korten of langer
tijd eenvoudig niet meer zal kunnen betalen. I
Die revisie van Duitschland's verplichtingen zal 1
echter heel wat verder moeten gaan den Hoover's
plan om een jaar „betalingsvacantie" in te voeren j
om Duitschland in de gelegenheid te stellen het 1
volkomen lamgeslagen economische leven weer op I
gang te krijgen en de rijks- en gemeentefinanciën i
(die er ook slecht genoeg voorstaan) weer op peil I
te brengen. Men stelle zich echter niet voor, dat met
een moratorium van één jaar nu ook dadelijk het
paradijs in Duitschland komt, hoe edelmoedig de
geste van Amerika ook is en van hoe verstrekkende
Men zal mij vragen: „Maar dan is de verlichting
tengevolge van het eenjarig moratorium, dat
Duitschland aan den Amerikaanschen president te
danken zal hebbèn, niet van zoo heel vael belang?
„Dat is helaas juist! Hoover en Mellon, de
Amerikaansche minister van financiën, beseffen ook
ongetwijfeld, dat een moratorium van één jaar nog
lang niet voldoende is, en de economische crisis in
Duitschland en in de geheele wereld te beëindigen,
doch dat dit ten eerste kan geschieden door een
radicaal nieuwe regeling van de Duitsche verplich
tingen, die binnen dragelijke grenzen gehouden
moeten worden, en ten tweede een radicacle ver
andering van het geheele internationale handels
verkeer op een nieuwe meer gezonde basis, waardoor
gevolgen zij misschien ook is met betrekking tot een 1 productle en afzet kunnen worden gereorganiseerd,
principieel andere regeling der herstelbetalingen 1 En dat alles weten de geldmagnaten in New-York
Waarschijnlijk zal de nu verwachte tijdelijke ver- I en Washington ook heel goed. Zij weten echter ook,
lichting voor de afzonderlijke personen niet eens lat een z®er verstrekkend doel niet van vandaag of
merkbaar zijn! Wij moeten in dit verband niet ver
geten, dat het bedrag van 1700 millioen niet voor
goed wordt kwijtgescholden. Het eenige is, dat de
schatkist dit jaar dat bedrag niet behoeft uit te
geven. Doch het deficit van het rijk bedraagt thans
reeds 700 millioen Mark. Dit moet eerst worden ge
dekt en pas daarna kan het ministerie van finan
ciën misschien!!) denken aan verlaging der belas
tingen. Voor afschaffing komen het eerst in aan
merking de crisisbelasting, de kortingen op de on
derstand aan oorlogsslachtoffers, de korting op den
onderstand voor werkeloozen, voor zoover het de
zeer jonge of gehuwde werkeloosheid betreft, de
opslag op de waardevermeerderingsbelasting, de ver
hoogde accijns op benzine, enz.
Dat schceelt voor ieder individueel niet zoo'n groot
bedrag, maar het is toch altijd iets! Het aantal wer
keloozen zal door een moratorium van één jaar
ook wel niet verminderen. Daarvoor zou een veel
langer tijdvak noodig zijn, als men werkelijk ingrij
pende verbeteringen wil bereiken. Doch van meer
belang dan de verlaging der belastingen en de ge
volgen voor de arbeidsmarkt zal het moreele succes
van het moratorium zijn. Dit zal zich in de eerste
plaats uiten als een algemeene opgewektheid in
het zakenleven; het uit Duitschland naar „het
neutrale buitenland" (Zwitserland) gevlucchte ka-
FEUILLETON
Van lieverlede vereenzelvigt hij zich echter
meer met dat denkbeeld, en het hoofd verschijnt
allengs weer boven het deksel, en stout doet hij
zichzelven de vraag: „en waarom niet?" Maar j
ten slotte vindt hij dat toch maar dom. Als hij
eens procureur zijn zal, wil hij er echter wel eens
op nadenken. Toch klopt zijn hart wel wat fel
ler, nu hij een uur later met den ouden boekworm
staat te spreken en hij rekt zelfs met inzicht
de samenspraak, tot Bietsy Eichard uitgaat en
hem met een stil lachje „goeden morgen" zegt.
Nu, het is en blijft beslist haar vriend, haar
beschermer zal hij zijn en toch kan hij niet
verdragen, dat de zoon van den schoenmaker
Betsy aanspreekt, dat die jonge winderige klerk
verder op in de straat haar toelacht, dat de bak
ker, die 's morgens met zijn groenen broodwa
gen door de straat komt, altijd twee- of drie
maal het hoofd omkeert, als hij de schoone Bietsy
ziet.
morgen bereikt kan worden, doch dat daarvoor
eerst een groote hoeveelheid détailwerk moet wor
den gedaan. Het geheele stelsel der tegenwoordige
bestaande internationale schulden moet langzaam j Daarna stelt de heer Slot voor om nog eens met
aan veranderd worden, doch dan werkt men ook den heer Donia te praten hierover.
Openbare vergadering nva den raad der gemeente
Warmenhuizen op Dinsdag 30 Juni 1931, des namid
dags 3 uur o.t. ten gemeentehuize.
Aanwezig alle leden behalve den heer C. Nannes,
en van Rijn. De laatste had bericht van verhindering
gezonden.
Na opening door den voorzitter worden de notulen
van de vorige vergadering goedgekeurd na een
kleine opmerking van wethouder de Groot.
In gekomen stukken.
a. het proces verbaal van opneming van kas en
boeken van den gemeenteontvanger en het tuinbouw
bedrijf.
b. een schrijven van Ged. Staten inzake de ambts
woning van den burgemeester.
c. de rekening en verantwoording van het gasbe
drijf over 1930. Te behandelen bij de gemeentereke
ning over 1930.
d een schrijven van den heer J. Terpstra h. d .s
teWarder, dat hij zijn benoeming als hoofd der
school te Schoorldam aanneemt, met ingang van 1
Augustus a.s. 5
Bovengemelde stukken worden voor kennisgeving
aangenomen.
e. een schrijven va nde gascommissie om f 500 uit
het reservefonds beschikbaar te stellen tot doortrek
king van de gasleiding van Tuitjenhorn naar Kerk
buurt.
Voorgesteld wordt dit bedrag uit het reservefonds
beschikbaar te stellen.
De voorzitter deelde hierover nog mede, dat de
heer van Duin te Kerkbuurt zou willen aansluiten
in verband met het aanschaffen van een koelma
chine.
Een afname van ongeveer 1000 kub. m. gas.
Hiervoor zou van Duin dan 1 cent per m3 meer
betalen dan gewoon industriegas, totdat er mins
tens 5 perceelen aldaar zijn aangesloten. Door aan
leg van andere buizen zouden hiermede de gasver-
bruikers te Tuitjenhorn gebaat zijn.
De heer Tesselaar maakte een zachte opmerking
dat hij reeds had gezien, dat de buizen al doorge
trokken waren, en van Duin reeds was aangesloten
Deze opmerking motiveerde de voorzitter door te
zeggen, dat er eenigszins haast bij was en hij ver
meende, dat de raad dit wel zou goedkeuren.
Wordt daarna algemeen goedgevonden.
Een schrijven van den heer Donia, tot herziening
van den huurprijs van de woning door hem bewoond
Voorgesteld wordt het schcrijven voor kennisge
ving aan te nemen.
De voorzitter leest het schrijven voor van boven-
geno edme, wat in hoofdzaak behelsd, om den huur
prijs van f300 per jaar te verlagen tot f250. Zijnde
het bedrag waarvoor volgens den heer Donia destijds
zijn benoeming had aangenomen.
Voorts waren B. en W. va noordeel, dat deze kwes
tie het vorig jaar voldoende was behandeld, Weth
Swan zegt hiervan dat het bij hem niet vast
staat, dat de toezegging van f250 destijds door B.
en W. is gedaan an kan zich met het voorstel van
B. en W. best vereenigen.
De heer Slot zegt hiervan, dat het niet heelemaal
juist is wat de heer Swan zegt, en dat weth. Swan
zich toch wel zau kunnen herinneren, dat er destijds
een bouwplan is geweest van f12000. hetgeen door
weth. Swan wordt tegengesproken.
worden, doch dan werkt men ook
zooveel te zekerder. Pas wanneer na afloop van het
eenjarig moratorium overtuigend blijkt, dat het geen
tastbare financieele, doch slechts onmeetbare mo
reele resultaten heeft gehad, kan er met nadruk op
gewezen worden, dat dit meer lapwerk is geweest en
dat alleen een ingrijpende, met beslistheid uitgeko-
voerde operatie Duitschland en daarmee de geheele
wereld gezond kan maken. Als men het zoo opvat,
is het voorstel van Hoover van overwend belang,
niet alleen voor Duitschland, doch ook voor de
Duitsche crediteuren, omdat het hun bewijzen zal,
dat een algëheele verandering slechts door in
grijpende en zeer drastische maatregelen kan wor
den bereikt.
(Nadruk verboden).
Be Bolberg's bewonen de stad- 'tls buiten des
winters zoo treurig voor Ada. Het kind houdt
veel van de bals, de Concerten en de opera.
In eene gestoffeerde salon, die getuigenis geeft
van pracht en weelde, zit de familie bijeen. Mijn
heer Holberg, met een gouden bril op den neus,
leest de courant. liever zou de man een Franseh
blad gelezen hebben, maar waarachtig, men
schrijft in onzen tijd dikwijls zoo'n wonderlijk
Franseh, dat het niet meer gelijkt op dat van
onze jeugd, en volgens goede principen, geleerd
heeft. Ada 1 eest een nieuwen Franschen roman,
en mevrouw breit.
Ik 1 eid u binnen, op het oogenblik dat het ge
sprek 'zeer levendig wordt, dat papa het blad op
zijn knieën laat vallen, dat mevrouw dezelfde
beweging met haar breikous doet, en dat Ada
insgelijks het boek in dezelfde richting doet
dalen..
„Hoe het geluk toch iemand onverwacht over
valt. Twee honderd vijftig duizend francs. Maar
'tis ongelooflijk, en toch lees, het staat er dui
delijk," en mijnheer Dölberg neemt het blad
andermaal op en toont aan zijn "deftige ega en
aan zijne dochter het artikel, waarin vermeld
wordt, dat de groote prijs eener Wjeensche loterij
aan mijnheer Wilfried, procureurs-bediende in
deze stad, is ten deel gevallen.
„Twee honderd vijftig duizend francs!" her
halen drie monden te gelijk.
„Wat zal die domoor met al dat geld aanvan
gen?" hervat mevrouw spijtig.
„Wat. is de fortuin toch dwaas en grillig. Zie
daar, twintig jaren dat ik mijne portefeuille met
loten van allerlei soort opvul, en mij valt niets,
geenToode duit ten deel," jammert de oude Hol
berg.
„'En 'tzou onze fortuin zeer rond maken!'"
laat mevrouw er op volgen. Em die ezel...."
„Maar ik vind niet dat neef Wilfried zoo'n
ezel is, mama," zegt de dochter.
„Wel, ik ook niet," zegt Holberg aarzelend.
Verstandig is toch gansch anders!"
„Ja, dat is waar, maar eze'l..." en peinzend
voegt Holberg er bij: „twee honderd vijftig dui
zend francs."
„Nu, ezel is ook wel juist het woord niet,"
zegt mevrouw.
,,'t Is geen onaangename jongen," hervat de
man.
„Er zou wel iets van hem te maken zijn,"
Iaat mevrouw er op volgen, onder mijn leiding."
„Ja, dat vind ik ook," want de man heeft,
zooals men weet, ee ngroot denkbeeld van zijn
vrouw.
„Zou Georges Belmare wel zoo veel bezitten,
ma?" vraagt Ada zeer naïef.
„Vier kinderen bij Belmare," mompelt Holberg,
„een appel in vier, is juist niet heel veel meer."
Mevrouw heeft de vraag van Ada onmiddellijk
opgevat, zij wikt en weegt reeds wie de zwaarste
is, of neef of mijnheer Georges, welke laatste
wel gedurig rond Ada fladdert, een trouw dan
ser, een fideel bezoeker, een galant spreker is,
maar die ardnhekkig weigert in he lokaas te bij
ten. dat men hem aanbiedt. Neef kan misschien
een middel zijn om tot een beslissing te komen.
Er heerscht een oogenblik stilte.
„Willen wij hem eens gaan geluk wenschen?"
De heer Molenaar zegt, dat het weinig zin heeft er
weer op in te gaan. Hij wil dit er nog van zeggen
dat punt a. van het schrijven niet juist is. Nooit is
het toegezegd, en kan hij zich dan ook niet begrijpen
dat geen van de beide weth. er niets meer van weet.
Het voorstel van den heer Slot om nog eens over
leg te plegen met den heer Donia, kon geen steun
vinden en werd daarna deze kwestie, die volgens
den voorz. al meer dan 3 jaar hangende was, afge
handeld door het voorstel van B. en W. aan te
nemen.
g-het verslag van het Westfriesch museum te Hoorn
over 1930. Van de gasstichting en de gezondheids
commissie te Schagen. Zal circuleeren.
h. een afschrift van het proces verbaal van het
centraal stembureau betreffende den uitslag der ver
kiezing va nde leden van den gemeenteraad.
i. de voorzitted va nhet centraal stembureau
deelt mede, dat tot lid van den raad zijn benoemd
de heeren W. Dekker, C. Geus, Joh. de Groot, P.
J. Mink, K. Molenaar, P. Slot en P Tesselaar en
hun benoeming hebben aangenomen
De heeren Tesselaar en Molenaar worden hierna-
door den voorzitter aangewezen om de geloofs
brieven te onderzoeken en wordt de vergaderine ee-
schorst. 6
Na heropening wordt door den heer Molenaar
medegedeeld, dat alles in orde was bevonden en wor
den eerstgenoemde heeren toegelaten als leden van
den raad.
Mededeeelingen.
Bij Kon. Besluit van 28 Mei 1931 no. 24 is
goedgekeurd het besluit van den raad tto vaststel
ling van eenverordening tot het heffen van 40 op
centen op de gemeentefondsbelasting, alsmede de
verordening tot plaatsing van de gemeente in de 3e
Klasse van voornoemde belasting.
Door de Ged. Staten zijn de rekening over 1928
goedgekeurd alsmede de begrooting over 1931,
Het bedrag waarvoor de provincie en de gemeente
gezanmenlijk garant zijn voor de verleende tuinders
voorschotten aan de ingezetenen dezer gemeente
bedraagt in totaal f64365 voor 83 tuinders.
In verband met een schrijven van den directeur
generaal van de volksgezondheid betreffende nadere
vaststelling der huur van de woningen der woning
bouwvereeniging, deelen B. en W. mede, dat voors
hands met de thans geldende huren genoegen wordt
genomen.
Over het schrijven aangaande de huren der wonin
gen wordt op verzoek van de nheer Slot door den
voorz. het schrijven van den minister voorgelezen
dat als antwoord was gekomen op het verzoek van de
huurders om de bestaaude huren te verlagen. Daar
uit bleek dat de minister had voorgesteld om de
huren geleidelijk te verhoogen tot f 4 voor 5 wonin
gen en f 4.85 voor 16 woningen. B. en W. hadden
daarna voorgesteld met het oog op de tijdsomstandig
heden daartoe niet over te gaan en was daarna een
schrijven terug gekomen, dat met de bestaande hu
ren genoegen zou worden genomen.
Voorloopige vaststelling rekening tuinbouwbedrijf.
Wordt voorgesteld de rekening van het tuinbouw
bedrijf over 1930 voorloopig vast te stellen op een
bedrag van f 5611.09 in ontvangst en uitgaaf met een
verliessaldo van f 161.75.
Aldus goedgevonden.
Vaststelling besluit tot het doen van af- en over
schrijving op den dienst 1930 en wijziging begroo-
ting..
Voorgesteld wordt af- en over te schrijven op den
dienst 1930 tot een totaal bedrag van f7813.63 en
een suppletoire begrooting vast te stellen van f 1410
op den gewonen dienst en va nf 70740 op den kapi-
taaldienst.
Reclame hondenbelasting.
Voorgsteld wordt aan A. de Wit een half jaar ont
heffing van hondenbelasting te verleenen tot een
bedrag van f3.
Alsmede voor den heer Pinxter te Schoorldam het
geen wordt goedgevonden.
Aan d erondvraag gekomen werd daarvan door geen
van de leden gebruik gemaakt, en werd daarom de
vergadering door den voorzitter gesloten.
?vraagt Holberg, en dat meent de man op 'dat
oogenblik.
„Mei ja," zegt de coquette dochter. „Laat
ons dat doen. Neef heeft nu geld en is immers
nu ook een man van aanzien geworden."
„Bat ig Wel waar," zegt mevrouw onverschil-
ligt, maar toch vindt ze dat niet ten eenenmaie
gepast, 't Is zoo'n gemeene buurt waar neef nu
woont, en daar een bezoek afleggen staat zoo
wonderlijk voor dames van haar stand. Ban is
t er zoo akelig, in die gemeene straten, dat ze
voor een zenuwtoeval vreest, maar toch....
Vader en dochter brengen echter ook hun ar
gumenten in, die hoofdzakelijk hierop neerkomen,
dat neef nu toch geld heeft, dat hij een man
van aanzien worden zaldat 'hij hun goeden raad
zou kunnen noodig hebben, dat hij toch de zoon
van Dol berg's zuster is, dat die zuster op haar
sterfbed hem immers dien zoon heeft aanbevolen
en het 's vaders plicht is, over hem een oog in
tzeil te houden.
Nu, mevrouw moet toch even uitgaan voor
deze en gene vriendin, en men kan dan en passant
zien wat er te doen staat. Zij" had overigend
nooit iets tegen neef, niets hoegenaamd niets, en
de vader ook niet, en de dochter ook niet, zoodat
eenige oogenblikken daarna de Bolberg's gereed
zijn om uit te gaan.
Juffrouw Ada heeft zich zelfs lief opgeknapt
Mat zal neef vereerd zijn, als hij ziet wat voor
naam bezoek hij krijgt. Ada kijkt twee of drie
maal in den spiegel en denkt wel dat ze neef
zal behagen. Och, kwaad is zij niet, maar behaag
ziek si ze in den vollen zin des waards, ofschoon
zij in hare bedoelingen ten opzichte van neef
zoo ver niet gaat als haar moeder, voor welke nu
de welhebbende neef, ofwel een schoonzoon, of
een middel zijn kan om dien speelzieken Georges
tot het nemen van ee nbesluit ten opzichte van
Ada. te dwingen.
Het rijtuig voert de familie Holberg weg,
en nu volgt ieder den loop zijner combinatiën.
Bte familie is echter door vele gelukwenschers
voor gegaan. Wat beweging in het huis van den
ouden boekworm! Niet alleen in, maar ook voor
het huis, want er zijn voorbijgangers en buren,
die stilstaan of het hoofd omwenden, om ietwat
benijdend de woning te zien, welke den gelukki-
NELERLANDSCHE SPOORWEGEN.
GOEDKOOPE TREIN.
2e en 3e klasse
van de stations den Hélder, Anna Paulowna, Schagen
Noordscharwoude, Heerhugowaard, Enkhuizen, Bo-
venkarspel-Grootebroek, Hoogkarspel, Westwoud,
Blokker, Hoorn, Alkmaare Uitgeest en Zaandam naar
ROTTERDAH MAAS
met een boottocht door de Rotterdamsche havens
met een der salonbooten van de reederij Fop Smit
Co. en naar
DEN HAAG S. S.
met bezoek aan den Dierentuin en terug op Woens
dag 15 15 Juli 1931.
Prijzen voor heen en terug:
Van de stations aan den lijn den Helder tot en
met Hoorn: naar den Haag ss. Dierentuin inbegrepen
2e klasse f3.65 3e klasse f2.70.
Naar Rotterdam Maas boottocht inbegrepen 2e
klasse f4.65 3e klasse f3.25.
Van de stations Alkmaar, Uitgeest en Zaandam:
2e klasse f 2.50 3e klasse f 1.85. 2e klasse f 3.50 3e
klasse 2.40.
De verkoop van plaatskaarten tot een beperkt aan
tal, vangt aan op Woensdag 8 en wordt gesloten
Dinsdag 14 Juli 1931 ten 15 uur of vroeger, indien
het vastgestelde aantal zal zijn uitgegeven. Zij wor
den verkocht door bovengenoemde stations en zijn
op geen andere dan de genoemde treinen geldig.
Reizigers, die zich van plaatskaarten voor de goed
koope treinen voorzien, kunnen desverlangd een re
genverzekering sluiten, mits deze gesloten wordt te
gelijk met het nemen .der plaatskaarten en de ver
schuldigde premie zijnde 10 procent van den prijs
der plaatskaarten wordt betaald (opwaarts afgerond
op veelvouden van 5 cent.)
gen winner in zich besluit. In het huis klotst
men de trappen op en af, men klopt op Wil
fried s deur, men wacht met ingehouden adem
het „binnen" af, men komt lachend groetend,
buigend en feliciteerend binnen. Be arme neef
weet niet wat te antwoorden, want hij heeft
waarachtig nooit durven denken, dat hij zoo
veel vrienden in de wereld heeft.
Zie, daar is de magere, schrale, gebrilde zaak-
wwaarnemer uit de buurt, die nederig zijn dien
sten komt aanbieden, hij wordt verdrongen door
den dikken en hijgenden fondsenman, die op
zijn beurt vervangen wordt door den eigenaar
van dit of dat huis in de buurt. Wat ommekeer
een handvol geld toch te weeg kan brengen.
Ieder recommandeert zich in de gunst van den
nieuwen rijke. Wat wordt de goede raad van
daag lichtvaardig gegeven. Men verzekert aan
mijnheer Wilfried tiendubbele winsten nu in deze
dan in gene speculatie, men raadt nu deze dan
gene fondsen aan; men wil hem in spoorweg
actiën, nijverheidsondernemingen, naamlooze maat
schappijen van allen aard trekken. Waarachtig,
de ooren van den armen neef suiselen!
Br is een wezen, dat hem niet op de wijze
van al de anderen geluk wenscht; dat zich nu
meer dan ooit verwijderd houdt het is het
arme meisje in den rouw; maar geen wezen is
misschien gelukkiger en zuiverder in hare be
doelingen dan Betsy Richard.
Bat begrijpt voor het oogenblik Wilfried nog
niet. Eir wordt alweer geldopt.
Bijna gelijktijdig treden oom Holberg en zijne
dochtqr binnen. Mevrouw heeft zich bedacht,
zij zendt eerst een parlementair, later zal zij
de groote diplomatische moeilijkheid komen door
hakken. Overigens, mijnheer Holberg heeft goed
geluisterd naar de hem opgelegde les.
„Mijne gelukwenschen, mijne gelukwenschen,
liefste neef," roept de main uit en opent zijne
beide armen om neef er in op te vangen, maar
neef komt niet toegevlogen, hetgeen nicht gele
genheid geeft om vooruit te snellen, den sukke
laar te omhelzen, hetgeen Wilfried zoodanig doet
ontstellen, dat hij beeft en rood wordt.
(Wordt vervolgd).