Daniël Boone Nieuwslijden gen Uit den Omtrek BEUBSOVERZICHT OnsCourantenverhaal Naar het persbureau van het circus Gleich, dat op het.oogenblik in Nederland met groot succes gastvoor stellingen geeft, ons meldt, zal de circuskoning waar schijnHjk aan het einde van dit jaar met zijn reu- zenonderneming een tournee door Amerika gaan ma ken. Er kunnen dus jaren overheen gaan, voordat het grootste circus weer eens in Nederland komen zal. Ieder zal dus deze laatste gelegenheid ten baat moeten nemen, deze reus en zijn dierenpark te gaan bewonderen. De pers uit Nijmegen en Arnhem, Zui- phen n Zwolle is vol lof over de groote sensatie die dit circus met zich brengt. Ja, Gleich is ook het circus dat kans heeft gezien de bevolking van de groote steden als Parijs, Madrid, Barcelona, Wenen, Rome, Keulen, Munchen etc. in extase te brengen. Dus Gleich is met recht: „De Nederlandsche sen satie." Die Zuiderzeewerken, Weer twee dijkgedeelten tot elkaar gebracht. Hedenmorgen werden weer Wee dijkgedeelten van de groote afsluitdijk Wieringen-Friesland tot elkander gebracht. Het sluitgat, de z.g. Java Buggen, waarvoor kort geledenhet ongeluk met de sleepboot „Veergat" plaats had, werd nl. ge dicht. Thans blijven dus nog alleen open de sluitgaten bij de middelgronden en de Vlieter. Twee dames door een auto gegrepen. Het gevolg van onvoorzichtigheid. Twee dames uit Almelo die te Arnhem waren gelogeerd, stapten uit de electrischg tram aldaar. Zij liepen achter de tram om en keken niet vol doende uit, met het noodlottig gevolg, dat beide door een auto uit de richting Velp werden gegre pen en ernstig gewond. Ben der dames werd met een bekkenbreuk en de andere met een; zware hersenschudding in het Diaconessenhuis opgenomen EEN 102-JARIGE OVERLEDEN. In den ouderdom van bijna 103 jaar is te Mintgum overleden mej. M. D. Bijlsma, wedewe van P. S. Groeneveld. ONVOORZICHTIGHEID BIJ HET UITSTAPPEN. Twee dames ernstig gewond. Gistermiddag stapten twee dames uit Almelo, die te Arnhem waren gelogeerd, uit de electrische tram. Zij liepen achter de tram om en keken niet vol doende uit, met het noodlottig gevolg, dat beiden door een auto uit de richting Velp werden gegrepen en ernstig werden gewond. Een der dames werd met een bekkenbreuk en de andere met een zware her senschudding in het Diaconessenhuis opgenomen. INBRAAK TE BAARLAND (Z.). De dader ontkomen. Hedennacht is ingebroken in de hofstede van de weduwe G. Steketee te Baarland (Z.). De inbreker had vooraf de buitendeur gebarricadeerd, teneinde de ontvluchting van de weduwe en haar dochter te voorkomen. Door het lawaai gewekt, wist de dochter zich toch nog door een kier van een deur te drin gen. Zij snelde naar de gemeente-politie, die oogen- blikkelijk ter plaatse verscheen. Deze zag den in breker per rijwiel de vlucht nemen. De agent van politie zond hem nog eenige schoten na, die waar schijnlijk alle doel misten. Daar de inbreker geen tijd had zijn slag te slaan, wordt nietsc vermist. IN EEN TOBBE VERDRONKEN. Spelende is gistermiddag aan het Weesperzandpad te Diemen een eenjarig knaapje voorover in een tobbe met water gevallen en verdronken. —SINT MAARTEN. In de op Donderdag jl. beuouden vergadering bespreking schoolfeest der o.l. school alhier is beslo ten, dit jaar weedrom feest te vieren en wel op Vrij- dag 10 Juli a.s. per bus naar Schoorl Bergen en Egmond aan Zee. Tot voorzitter werd ons tijdelijk schoolhoofd benoemd en tot commissielid mej. Hoog land-Schermerhorn. Daar nog een saldo groot f70 in kas was heeft men allen moed dat het feest ook van finantieele zijde doorgang zal vinden. Om de penningen te verkrijgen zal in deze schoolwijk aan de inwoners een lijst worden aangeboden. HEERHUGOWAARD. Bij de gehouden aanbesteding voor de reparatie- werken aan de Ned. Herv. Kerk en de Pastorie bleek laagste inschrijver de heer W. Moeijes te Oudorp wien het werk werd gegund voor f 2146.50. Het bijbehoorende schilderwerk werd opgedragen a. G. Dirkmaat alhier. Maar weldra bleek, dat zij zich hierin deerlijk hadden vergist. De overal rondsluipende Roodhuiden lagen geregeld op den loer en op zekeren avond wisten zij Boone en zijn zwager Stewart in handen te krijgen. De beide gevangenen werden gedwongen, hun vijanden den weg naar het kamp te wijzen. De andere vier voortrekkers werden eveneens verrast en de Indianen namen alles in bezit, wat zij in het kamp vonden: de pelsen, de wapens en alles, wat maar waarde voor hen had. Zij spaarden hun ge vangenen het leven, maar gelastten hun kort en goed om onmiddellijk, zoo snel zij konden, het land te verlaten. Vier van de zes gaven aan het bevel gehoor, maar Boone en zijn zwager besloten niet te wijken en de zaak uit te vechten, vermetel drongen zij een kamp van de Shawnee- Indianen binnen en roofden vier paarden. Zoodra de bestolenen den roof bemerkten, zetten zij de roovers na en na verloop van twee dagen waren Boone en Stewart opnieuw gevangen. Ditmaal namen de Roodhuiden krasser maatre gelen tegen de binnendringers in hun gebied. Zij wilden hen overbrengen naar een verafgelegen Shawnee dorp. Op dezen tocht kwam Boone zijn vroeger verworven kennis van de gewoonten der Indianen goed te pas. De twee gevangenen gedroe gen zich zoo goed zij konden, om hun vijanden gunstig voor zich te stemmen en zij slaagden daarin volkomen. Weldra kregen zij wat meer vrijheid van beweging en nu begon Boone te peinzen op een middel ter ontsapping. Op een nacht, ongeveer een week na hun vertrek, dacht Boone het de geschik- ste tijd om zich stilletjes weg te pakken. De be wakers sliepen als rozen. Voorzichtig wekte Boone zijn zwager. Zij zorgden er voor, buiten den gloed van het kampvuur te blijven, brachten hun geweren, kogels en kruit in veiligheid en daar hun zachte schoenen geen geluid maakten, wisten zij onbe merkt als spoken in de donkerheid van het omrin gende rietgewas te verdwijnen. Inmiddels had John Findly met zijn drie makkers Kentucky verlaten. De vier mannen trokken snel terug naar hun haardsteden in Noord-Carolina. Onderweg ontmoetten zij een broeder van Daniël Boone die met een helper juist op reis was naar 't kamp van Daniël in Kentucky, om er een lading mondvoorraad heen te brengen. Findley vertelde natuurlijk rijn droeve ervaring en geloofde, dat boone en Stewart wel niet meer zouden leven, zoodat een poging om hen te redden, te laat zou komen. Het geheele ge zeischap besloot daarom, gezamenlijk naar Noord-Carolina te trekken, en daar de treurige tijding bekend te maken. Maar hoe verschrikten zij, toen de beide doodgewaanden plotseling uit het, woud te voorschijn kwamen, geheel uitgeput en half dood van vermoeidheid en ontbering^ met ver scheurde kleeren, haveloos als bedelaas. Als Daniël nu, voorloopig althans, den moed had opgegeven en naar zijn Rebekka en zijn kinderen was teruggekeerd, zou niemand hem van- gebrek aan moed en volharding hebben durven beschuldigen. Maar Boone's geestkracht was ongebroken en hij verklaarde, waar naar Kentuccky te willen gaan. Zijn broeder, zijn zwager Sta wart en nog een ander vergezelden hem en na korten tijd zaten deze vier mannen rondom een nieuw kampvuur in Ken tucky, niet ver van het vroegere verwijderd. Weer zwierven de stoutmoedige mannen door de wouden. Maar op een dag keerde Stewart niet van zijn tocht terug en hoe men ook zocht, alle naspo ringen bleven vruchteloos. Vijf jaar later vond Daniël Boone eenige menschenbeenderen in een hollen boom en op een kruithoorn, die in de nabij heid lag, stond den naam van Stewart gegrift. Deze griezelige vondst vertelde Boone eenigszins, wat het treurig lot van zijn zwager was geworden. Ondanks alle ondervonden tegenspoeden kon Boone het mooie Kentucky maar niet vergeten. Het trok hem ook zeer aan, dat het niet dicht bevolkt was. Er was, zooals hij het eens eigenaardig uit drukte, „ruimte voor de elleboog en ruimte om adem te halen." A Hij keerde naar Noord-Carolina terug en trok m 1773 met vrouw en kinderen naar hun nieuw tehuis in Kentucky in gezelschap van vijf andere families. Zij reisden nu eens te voet, dan weer te paard en sliepen des nachts onder den blooten hemel. Deze reis naar het westen werd er een voor de familie Boone om noot te vergeten. Zijn oudste zoon Jakob, een groote, sterk gespierde jongen, was toen 1 7jaar. Van zijn zevende jaar af had hij zijn vader vergezeld op diens jachtuitstapjes en vaak had de vader zijn kind dicht aan zijn borst gedrukt onder de breede slip van zijn jachthemd, als zij samen in koude nachten in een open kamp sliepen onder het schitterend licht der sterren. Zoo was er tusschen vader en zoon een bijzonder innige betrekking ontstaan. Somtijds waren ze twee maanden aaneen van huis en Daniël ver klaarde, dat de kleine Jakob een even goed woud man was als hijzelf. öp zijn reis naar Kentucky zond de oude Boone zijn zoon Jakob met eenige andere mannen naar een nederzetting op de grens, om wat mond voorraad te halen, "'tWas maar een ljorte tocht: vroeg in den morgen vertrokken de mannen en j dachten voor donker terug te zijn. Zij bereikten de nederzetting en verkregen levensmiddelen, maar ongelukkig raakten zij op den terugtocht het spoor bijster, waardoor zij genoodzaakt wa,- ren .yoor den nacht een kam pop te slaan. Zjj ontstaken een vuur, kookten hun avondmaaltijd ep rolde nzich, rondom, het kampvuur gelegen, in hu nwollen dekens. Maar de rook uit het kamp j had dc- aandacht getrokken van eenige rondslui- j pende Indianen, die den geheelen nacht in de na bijheid rondzwierven en bij 't aanbreken van den dag onverwachts een aanval op het kamp deden. Ben neger en een blanke wisten te ontsnappen, alle anderen en daaronder Johannes j Boone, vielen onder de tomahawk van den rooden man. De beide overlevenden vonden gelukkig den terugweg naar het kamp van Boone, dat slechts drie mijlen van het tooneel van den moord verwijderd lag en vertelden het verschrik kelijke nieuws aan de bedroefde ouders, t Was een vreeselijke slag voor Daniël en Rebekka. D evader snelde terstond naar de plaats der slachting, en het gelukte hem, het lichaam van zijn geliefden zoon te brengen naar het kamp. Het werd aan den schoot der aarde toever trouwd en eenvoudige gebeden stegen op van de lippen der kinderen van bet woud. Zoodra de begrafenisplechtigheid was afgeloo- pen, werd er in het stille bosch ernstig beraad slaagd, wat nu moest gedaan worden. De meer derheid van het gezelschap wenschte den tocht te staken, maar Boone wilde Kentucky, het land zijner droomen, niet opgeven. Door de dreigen de houding der Indianen werd het gevaar echter hoe langer hoe grooter en te verwonderen is het niet, dat de meeste van Bbone's tochtgenootenj den moed opgaven en terugkeerden. Boone zelf bleef in de buurt van de plaats, waar hij verkeerd had. Maar het viel hein zeer moeilijk^ zijn familie te onderhouden in een ver laten hut7 die hij er vond. In den volgenden zomer (1774) drong hij Kentacky weer binnen en vestigde een nederzetting, die Bbonesboro ge noemd werd. Dat was niet de eerste vaste nederzetting van 1 blanken. Kort te voren had zich een klein ge zelschap menschen uit Pensylvanië afkomstig, in den tegenwoordige staat Kentucky gevestigd. Beide vestingen konden echter geen onbetwist- baar recht op het land doen gelden "en de Rood huiden, die er tot nu toe als heeren en meesters hadden verkeerd, betwistten den blanken man dan ook iederen voetstap. Richard Henderson, een kennis van Bbone uit den tijd, toen deze nog in Noord-OCarolina woon de, kwam op het denkbeeld om met de Indianen een verdrag te sluiten en land van hen te koo- pen. De Indianen bleken daartoe niet ongenegen en niet minder dan twaalfhonderd Roodhuiden kwamen met de blanken op een afgesproken plaats bijeen om een samenspreking te houden Een der oude Indiaansche opperhoofden bezwoer Ri||<£Q»"|jj|(Q SfcMCi zijn volk, om toch hun landerijen niet aan de, O I bleekgezichten te verkoopen. Maar hij bereikte zijn doel niet. Hendersöh, een handig en aan trekkelijk spreker, wist de groote meerderheid van zijn gehoor onder zijn invloed te brengen en i de verkoop van gronden kreeg zijn beslag. Niet minder dan bijna geheel Kentucky en een ge deelte van Tennessee werd in eigendom aan de blanken overgedragen. Toen het verdrag door beide parteijn was ge- teekend, sprak een Indiaansch hoofdman tot Bbo ne: „Broeder, het land, dat wi| u verkoopen, is een schoon land, maar ik vrees dat gij moeite zult hebben om het te houden." En Boone en de zijnen hebben wel gelegenheid gekregen, om aan dit woord te denken. (Wordt vervolgd). OUDKARSPEL. (Burgerlijke stand over de maand Juni.) Geboren: Catharina Agatha, dochter van Klaas Hoogeboom en Aagje Stoop. Dieuwertje, dochter van Maarten Sloover en Antje Peetoom: Cornells, z. van Pieter Langedijk en Aaltje Bouman. Overleden: Antje Kuyper, oud 87 jaar, wed. van Pieter Schrieken. Cornells Over, oud 81 jaar, veehouder, echtgenoot van Anna Borst. Ariën Kuiper, oud 89 jaar, weduwnaar van Neel- tje Kuyper. Grooter omkeer van algemeen sentiment en« ook onverwachter koersverandering als Hoo ver's ingrijpen van den eeüen beursdag tot den j volgenden gebracht heeft, is zelden of nooit j voorgekomen. Vrijdag 19 Juni nabeurs alles zwart en don- ker. Allerlei fondsen ruimschoots nog beneden beursprijzen aangeboden. Em Maandag daarop volgende was inmiddels het geheel onverwachte gebeurd dat, als door een wonder, de situatie to taal had gewijzigd en alles licht en vroolijk had gemaakt. Blij optimisme ten aanzien van de toekomst had veler bange zorgen weggevaagd en het koerspeil ter beurze drukte al deze blijd schap uit in groote koerssprongen en machtig avans. De vertrouwensmotie i nnieuwe komende wel vaart bleef zich vrijwel de geheele week in ver der stijgingen uiten en ware Zaterdag der vorige week 'Beurs gehouden men hadde dien dag er zeker nog een schepje opgedaan. Zóó althans was 'Zaterdag hier vrij algemeen de opvatting en zoo was zij zeker bij onze Zui derburen, naar schrijver dezes aldaar kon bevin den, na het vertrouwensvotum der Fransche Ka mer in hare Regeering. Nuchterder beschouwing heeft echter de Zondag blijkbaar gebracht en toen de Zaterdagsche Beurs van New York niet bijzonder meeviel, was hier op Maandag het feest al niet zoo gedecideerd vroolijk als ge dacht. In kannen en kruiken immers was het zaakje nog bij lange niet. Want het vertrouwens votum in Frankrijk beteekende zeker nog niet een geheel accoord gaan met Hoover's voorstel len, waar deze de handhaving hiervan afhankelijk heeft gesteld van Frankrijks absolute medegaan, is men er voorzeker nog niet. Immers de Fran sche Kamer steunde juist hare Regeering in haar slechts zeer ten deele medegaan met Hoover's plan. Een tweede vraag is n uechter of er niet nog meerdere vragen zijn die toch te hulp „naar Eerlijn" kunnen leiden. Em de vrees dat Frank rijk geïsoleerd zal komen te staan zal dit land j nog wel tot concessies aansporen mits de „mo dus" gevonden wordt om het zoo kwetsbare eer gevoel van „la belle France" te sparen. Erkend immers moet worden dat het voor Frankrijk niet aangenaam kan geweest zijn, dat Hoover's voorstel, m zijne starheid, de wereld inging, zonder dat Frankrijk, waaraan toch bijzondere offers worden gevraagd, daarover tevoren ge consulteerd was. Maar, nog eens, wij gelooven toch aan een uiteindelijk overeenkomen, juist omdat Frankrijk zoo groot belang er bij heeft niet geisoleerd te komen staan en niet voor de ^kwaaie pier" te worden aangezien. Intusschen kabbelen de wateren van Seine en Hudson vrij onrustig verder en kan het nog wel met wat emoties gepaard gaan. In het New- Yorksche Beursoverzicht van een onzer groote blade njazen wij Dinsdagmorgen: „Er blijven nog verschillende problemen op te iossen, zelfs indien de huidige onderhandelingen over het mo ratorium met succes worden afgesloten." Inderdaad en goddank dan men tenminste gaat inzien, nu de feestroes wat uitgeraasd raakt. Wer kelijk er zijn nog heel wat meer moeilijkheden te overwinnen, politieke, finantieele en economische. Zal bv. Duitschland met de eene concessie blij vend geholpen rijn? Zeer zeker blijft bovendien het feit voorloopig nog bestaan, dat er te weinig „mon den' en te veel „armen" zijn, te weinig consumenten teveel producenten. Agrarisch vooral, is de puzzle nog allerminst opgelost. San Paulo berichtte gisteravond groot schade aan den koffieoogst. Het in zee werpen ging blijkbaar niet vlug genoeg, zoodat de natuur of de berich tendienst maar een handje is komen helpen. Hoe nu de toekomst voor de beurzen te bezien? Dit is de vraag, die zonder bepaalde fondsen te be spreken moet beantwoord worden. Wij zouden dan willen zeggen, dat de groote factor is dat het ver trouwen in de possibiliteiten der toekomst vrij al gemeen hersteld is. Hiermede is de basis gelegd voor mogelijken nieuwen opbouw. Wij verwachten inmid dels dat sterke en herhaalde koersfluctuaties nog zeer waarschijnlijk zijn al naar gelang het harte van verwachting kloppen zal of de koek of de gard ten deel zal vallen. Op hooge bergen komt men niet overigens zonder nu en dan omwegen te moeten maken en zonder soms beduidenden teruggang. En men bedenke voor al dat het recente hrestel, hier en daar, wel erg snel in zijn werk is gegaan en vaak, langs banen van kunstmatigheid, als een overhaast dekkende contramine toch zeker bracht. Voorzichtigheid, ge paard aan meer vertrouwen mogen dus de bakens zijn voor de komende vaart. In Spanje hebben de verkiezingen plaats gehad en thans moet worden afgewacht hoed de verdere aanpassing aan de resultaten zal zijn. Daarvan hangt n'en déplaise verleende en nog te verleenen buitenlandsche credieten de toekomstige loop der Peseta af. Met droefheid meenen wij hier nog aan de de bacle van ons tentoonstellingsgebouw met zijn schat ten te Vincennes, te moeten herinneren, terwijl wij de hoop mogen uitspreken dat de daden van sympa thie en bereidwillige medewerking en behulpzaam heid, die andere regeeringen nadien stelden, mogen bijdragen tot nog aangenamer internationaal po litieke verhoudingen, verhuodingen, die tenslotte ons zakenleven ten goede zouden kunnen komen. (Nadruk verboden.) Bevolking. Ingekomen personen: J. Beentjes van Noordschar woude naar A 39. G. M. Schermer van Castricum naar A 39. W. A. F. van Dijk van Scheemda naar A 166 J. Visser van Noordscharwoude naar A 87. A. Mosk van Zijpe naar A 164. C. Bruin van Bergen op Zoom rraar A 380. T. Schouten van Schoorl naar A 221. Vertrokken personen: H. J. Eradus van D 25 naar Noordscharwoude. A. E. Beerse van A 61 naar Noordscharwoude. P. J. Stet van A 113 naar Ned. Indië -— P Appel van A 111 naar Hoogwoud. DOOD DjOOR SClHULD. Kapitein William Smith was geen wreedaard of geweldenaar. *n Klein, pezig mannetje met echel-blauwe oogen, ging voor kerels van zes voet niet uit den weg, als 't er op aankwam. Maar overigens dé goedmoedigheid in persoon. Alleen aan boord Van zijn schip de „Böma", 'n vracht boot van 4500 ton, van de Elder Dpmpsterlijn kon h ijgeen gekheid of tegenspraak velen. kon "hij geen gekheid of tegenspraak velen. Daar was hij de baas. Hij hield van gezelligheid en schuwde leege glazen, 't Was in den tijd van de Wild-West aan de West-Afrikaansche kust. Etr werd veel te veel gêdronken aan wal en op de booten, die de verbinding vormden tusschen Liverpool en de factorijen. Niemand dacht er aan 't onder stoelen of banken te steken en dronk zooveel en zoo vlug hij wilde. Behalve in geyal de aanwezig heid van 'n blanke vrouw 'n soort decorum en matigheid eischte. Maar blanke vrouwen waren er schaarsch, 't geen door weinig oudgasten of zeevaarders betreurd werd. De terugreis, waarop de chef van 't Engel - sch ehuis, Mr. Underhill, met z'n vrouw te Natadi aan boord kwam, leverde 'n incident op, waarover kapitein Smith later liever niet hoor de spreken, 'tGebeurde op de hoogte van Lagos, waar drie negerpassagiers, die aan de spoorlijn Natadi-Léopoldville gewerkt hadden, aan wal zouden gaan en op de gebruikelijke manier het sehi pzoude nverlaten. Dleze wijze van ontsche ping liet .aan eenvoud weinig te wenschen over. Op 'n mijl of anderhalf uit de kust werd de machine even stil gezet, de passagiers daalden af langs een touwladder, stapten in zee en zwom men, met hun bundeltje op het hoofd naar het strand. Geen bezwaar voor goede zwemmers als de negers over 't algemeen zijn. 's Avonds tegen negen uur, zat kapitein Smith als gastheer aan dek, achter 'n whisky-soda. Z'n gasten waren de vier blanke passagiers, die mee naar Europa gingen: Mr. en Mrs. Underhill en twee employe's van 'n handelshuis uit Ham burg. Dte eerste stuurman, vrij van dienst, zat mee aan. Of 't nu kwam vanwege de omstandig heid, dat Mrs. Underhill hardnekkig weigerde haar kwast voor een vroolijker stemmend brouw sel te verwisselen en vrij duidelijk liet blijken, dat er voor haar heer en meester onweer aan de lucht was, als hij te schielijk dronk, de stem ming was er niet. Smith -had juist, voor den derden keer, 'n pijn lijken geeuw achter z'n rechter hand gemaskeerd, toen de tweede stuurman, gevolgd door de drie negerpassagiers, haar hem toekwamen. „Zijn we al zoover?" vroeg de kapitein. „Laat de heeren dan maar uitstappen." De drie passagiers stonden aan de railing en tuurden door de zwarte duisternis. Een van hen wendde zich om naar Smith. „We zijn te ver uit 't land, kapitein," zei hij. Smith kwam overeind uit zijn stoel en keek over de railing. „Kan jij land zien?" vroeg hij. i „Neen, kapitein, 'tis te donker, maar we zien 't aan het water." ,D'enk je, dat jullie alleen verstand van water hebt?" vroeg Smith, die hoe langer hoe meer uit z'n humeur raakte. Toen vroeg hij den tweeden stuurman, of hij zeker was van z'n koers. De jongeman twijfelde geen oogenblik. „Vooruit dan, geen praatjes meer; stop de ma chine1" riep Smith, terwijl h)ij zich omdraaide en z'n stoel weer opzocht. Maar Mrs. Underhill meende een duit in het zakje te moeten doen. „Bent u er zoo zeker van, kapitein?" vroeg zij- f)e machines waren stop gezet en geluidloos sneed de boot nog 'n poosje door de deining. „Zeker?" riep Smith. „Hoe heb ik 't nu? b hebt toch gehoord, dat de tweede stuurman zeker is van den koers 1" ,,'n Vergissing is toch mogelijk," hield Mrs- Underhill aan. Gepikeerd door Smith's stem verheffing, kreeg haar stem ook iets snijdends: „(k Vind dat niemand het recht heeft om zoo als een absolute heerscher te oordeelen als er drie menschenlevens mee gemoeid kunnen zijn- Dat ging Smith te ver. Aan boord van zn eigen schuit, in tegenwoordigheid van z*n passa giers, z'n stuurlui en drie negers, 'de 1o° blezen te krijgen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 4