I
Voor Verstrooiing en Verpoozing
Voor onze Lezeressen
„U moet me niet kwalijk nemen, Mrs. Under
hill, maar ik ben hier de baas," zei hij terwijl hii
een aanval deed 0p z'n glas. „En nu vooruit
Do boot ligt stil genoeg. Als ze niet willen, help
ze dan n handje!"
Zonde» dat handje af te wachten verdwenen de
drie negers over de verschansing. Ben oogenblik
later klonken drie zachte plonzen.
ting van de zee.
,/VVel thuis," zei Smith ironisch, in de rich-
Mrs. Underhill was opgestaan en had haar man
overreed, dat hij beter deed naa rkooi te gaan.
Toen de boot weer op gang was, schonk Smith
de overgebleven gasten en zichzelf de glazen
boordevol in. ,,'kBen niet met 'r getrouwd, ge
lukkig," zei hij.
Drie maanden later kwam de zaak voor den
Raad voor de Scheepvaart. Mrs. Underhill trad
op als getuige. Kapitein Smith werd driekwart
jaar geschorst, wegens onvoorzichtigheid en dood
door schuld. De drie negers waren nooit aan
wal gekomen.
g B
EEN BLAD) PAPIER ALS BRUG.
Een brug van papier? Diat moet dan wel een
zeer zwakke brug zijn. Zoo zal ieder denken,
die den titel van dit stukje leest. In werkelijk
heid echter is papier niet zoo krachtig, dat men
er bruggen van zou kunnen maken. Daarom
moet men een kleine truc gebruiken. Jullie kent
allen de geschiedenis van Cplumbus en het ei?
Niet? Dan moet je maar eens goed luisteren.
„Columbus zat met enkele vrienden en kennissen
aan tafel. Hij had zijn tocht naar Amerika vol
bracht en zooals het meer gaat, waren er altijd
menschen, 'die afgunstig waren op zijn succes
en zijn daden trachtten te verkleinen. Toen pak
te Columbus een hard gekookt ei van een schaal
en zeide: Wie van u kan dit ei op een punt op
tafel zetten, zonder dat het omvalt? Iedereen
probeerde het, heel voorzichtig, doch het mocht
niemand gelukken. Toen nam Columbus het ei,
plaatste het met een flinken slag op tafel, zoo
dat de schaal brak en zie... het ei bleef nu op
de gebroken punt staan. Ja, zeiden de anderen,
zoo hadden wij het ook gekund. Wiel, antwoordde
Columbus, had het dan gedaan. Zoo is het precies
met Amerika, iedereen had het volgens zichzelf
Het is heel eenvoudig daar achter te komen,
ij behoeven slechts de middelste cijfers uit de
aangewezen tabellen bij elkaar op te tellen, in dit
geval 8,1 en 2, en wij weten, welk het gedachte
getal was.
Laten wij voor alle duidelijkheid nog eens aan
nemen, dat wij 19 in gedachten hadden genomen.
Nu komt 19 voor in de middelste tabel, en in de
beide onderste groepen. In het middelpunt van
deze groepen staat 16, 1 en 2, Tezamen geteld
geeft dit 19. Werd 9 in de gedachte genomen,
dan worden ons aangegeven de. linker hoogste
en de linker laagste tabel, dus 1 -p"8 9. Wielk
getal onder 13 ook wordt genomen, het komt
altijd uit.
kunnen doen, maar als men er voor staat, valt
het niet mee." öinds dien* tijd noemt men een
moeilijkheid, die in den grond heel gemakkelijk
is op te lossen „het ei van Columbus". Ieder
een zou het kunnen, maar niemand komt er op.
Zoo is het ook met onze papieren brug. Men
plaatst twee waterglazen zoo ver van elkaar
dat er een derde glas nog ruim tusschen kan.
dat er een derde glas nog ruim tusschen kan. j Op een goeden - of misschien was het een
Dan neemt men een derde glas en een stuk pa- j kwaden ochtend ratelde Keesjes wekker erg
KEESJE IS SiClHGOLiZIEKi
door BEPPOO.
I aat ik nu beginnen met te zeggen, dat Kees
je op school niet bepaald een „licht" was. Hij
onderwijzer kon hem dan niets aan het verstand
kon soms zeer volhardend suffen. En de knapste
brengen. Keesje keek met zwemmende oogjes
naar de meester en knikte soms instemmenjd,
veelal juist op het verkeerde oogenblik.
In zulke tijden wist en begreep hij niets van
hetgeen er werd verteld. Als de meester het over
sommen had, dan was Keesje in zijn rijke ver
beelding aan het zwemmen in de inham van de
rivier. Em net als hij dan, alweer in zij'n verbeel
ding, een fraai ,,duikie" wilde nemen, klonk
meesters stem: „De uitkomst is dus.... Keesje?"
„Plons," zei Keesje prompt en iedereen lachte,
zoodat het droom-zwemmende jochie eensklaps
wakker werd, verbaasd opkeek, hevig kleurde
en rechtop ging zitten. Hij scheen van plan te
zijn nu heuschelijk op te letten, zijn oogen sperde
hij ver open en hij keek naar den meester, alsof
hij hem zóó wilde opeten. Maar het beteekende
toch geen opeten, maar opletten!
Eehler nog geen vijf minuten later zakte
Keesje weer weg in zalig gepuf. Hij had zijn
suf-middag en daar was, zooals iedereen wist,
niets aan te doen.
Op een goeden of misschien was het een
rust heeft me goed gedaan. Ik voel me haast
heelemaal beter!
Moe lachte. Ze had namelijk het gesprek tus
schen Kees en de jongens, die gingen voetbal
len, gehoord.
Ik vind het prettig, dat je zooveel beter
bent, Kees, zei ze, maar toch moet je nog in
huis blijven. We kunnen niet voorzichtig ge
noeg zijn. En Keesje keek sip.
Maar ik ben toch weer beter, moe, ver
weerde hij zich.
Ja, maar, en ineens pakte zij hem bij de
hand, ging met hem naar boven en "legde hem,
ondanks zijn protesten, in bed.
Probeer maar wat te slapen, zei ze, terwijl
ze hem toedekte.
En Keesje lag in zijn bed met het humeur van
je welste! Hij wist, dat hij den geheelen dag in
bed zou moeten blijven, dat had hij wel aan het
vastberaden gezicht van moeder gezien. En bui
ten scheen -het zonnetje en "kweelden de vogels.
Kees! klonk het wan buiten, Kees! Ga
je mee zwemmen?
Het was de stem van Karei, zijn beste vriend.
Maar Keesje gaf geen antwoord. Hij draaide
zich nijdig om en begon met een stuursch ge
zicht de bloemetjes op het behangsel te tellen.
loopende streep, die bij de meeste machine's bo
ven het cijfer 6 staat. D:e groote moeilijkheid is
echter om de streepjes en letters precies tegen
elkaar te doen sluiten, want je begrijpt wel,
dat je machine los moet zetten van de regelaf
stand. Dat gaat bij elke machine weer op een
andere wijze. Daarom geef ik jullie de raad om
eerst de letter héél zacht aan te slaan en dan
te kijken, waar hij terecht komt. Is het goed,
dan flink er over heen typen. Ein nu succes.
Als jullie zelf nog eens teekeningen mochten
uitvinden, zendt ze dan maar aan de jeugdredac-
tie, di estuurt ze wel aan mij door. Etn nu
maar aan het werk. Dag kinderen!
KOOS,.
TEEKENEN MET DE SCHRIJFMACHINE.
De schrijfmachine staat tegenwoordig toch zoo
in het teeken van den tijd, dat wij haast wel
kunnen aannemen, dat iedereen er een in zijn
bezit heeft. En al mag je dan van je vader niet
zelf erop werken, dan wil hij je misschien toch
wel eens op een verloren oogenblikje des avonds,
als het schoolwerk af is, laten zien, hoe je met
de schrijfmachine kunt teekenen.
Samen zullen we een rij soldaatjes maken.
&-teekens, daardoorheen tik je een rij schuine
streepjes, zooals die voor breuken gebruikt wor
den. Daaronder ee nrijtje o's en dan een serie
hoofdletters, namelijk van de W. Dan verleng
ej de pootjes van de w door een aanhalingsteekem
een daaronderlangs trek je een streep, een Roor-
MiUiUéiWMUUd
pier, gewoon postpapier, b.v. en nu vraagt men 1 onoehoorlijk om half 8.
aan het publiek wie het blad papier zoo op 'de I Keesje ging rechtop zitten en kèek uit het
beide glazen kan leggen, dat het derde glas er raam. Hè, prachtig weer! Een fijne, blauwe he
mel, net of* hij pas schoongewasschen was,
meende Keesje.
Keesje begon een kleine alleenspraak: „Kijk,
nog boven op kan staan. Dat zal niemand kun
nen en toch is 't zoo eenvoudig! Het ei van'.
Columbus! Men heeft namelijk het papier slechts
als een harmonica samen te vouwen en dan over
de beide glazen te leggen, zooals de teekening
dit aangeeft, en dan zal het gemakkelijk een
glas kunnen dragen.
De teekening geeft duiuenjk aan, welke tee-
kens achtereenvolgens moeten worden gebruikt
om de rij soldaten te teekenen.
HET WEEKPRAATJE VAN OOM
MAARTEN,
Diezen keer moet Oom jullie een klein teleur
stellinkje bereiden. Oom heeft namelijk zoo wei
nig plaats, dat hij nóch Mies aan het woord kan
laten, noch de briefjes beantwoorden, dat doen
we dan maar de volgende keer; ik heb hier nog
briefjes van Brunetje, van Jasmijn, van Goud-
Elsje, (die natuurlijk allemaal mogen meedoen!)
van Henkje, Vlindertje, Aurora, Tradescantia,
Niadoce, Beertje, en Duimelot. Die worden de
volgende week allemaal prompt en uitgebreid
beantwoord, hoor. Dus nu maar gauw aan de
raadsels.
Oplossingen.
I E|TTER K.
1. E, Dam, Edam.
2. Hol, land, Holland.
3. gil, gat, hol, Goliath.
4. rood, dood, doos, roos Koos.
hi i en we raadsels,
LETTER Z,
1. Ik hield elf takken in mijn hand.
Deze dame is erg doof.
Deze jurk past m ijslecht.
Allerlei denneboomen staan in haar tuin.
Verborgen stedennamen!
2. aaaa, ddd, ee, gg, h, ii, n, o. rr- s. u. w|
vorm hiervan een zeer bekend spreekwoord.
3. 6, '2, 2, 1, is een zuivelproduct,
3, 4, 5, is een dorp op de Vel uwe, bekend
om de militaire oefeningsterreinen.
6,2, 4, 5, 2 is een jaarlijksche feestelijke
bijeenkomst van cowboys, waarbij zij hun
bekwaamheid toonen en wedstrijden houden.
4. Ik ben een dier, dat onder den grond huist,
plaats „en" achter mijn naam en ik heb
vier armen. Wie ben ik?
Ik dank Boertje hartelijk voor zijn raadsels
en Mies zal Vlindertje de volgende keer ook
antwoorden. Prijswinnaars zijn Duimelot en Film
sterretje, die een troostprijs krijgt voor haar
keurige manier van uitwerken. Je teekeningen
waren heel 'mooi, kindje. Prijzen op "het bureau
afhalen. En nu, lieve kinderen, allemaal gegroet.
Veel succes met je raadseloplossingen en schrijf
me allemaal maar eens een fijne brief, dan heb ik
het de volgende week lekker druk. Dag alle
maal. OOM MAARTEN.
NEEM EEN® EEN GETAL IN UW
GEDACHTEN!
Er bestaan een groot aantal methodes, waar
mede men een getal kan raden, dat een ander
in de gedachte heeft genomen. Wij zullen hier
onder eens de allernieuwste manier bespreken.
In de eerste plaats moet men een getallentabel
vervaardigen, zooals die hier is afgebeeld. Na
tuurlijk kan men ook de hierboven gedrukte
tabel gebruiken, die men dan uitknipt en op
karton plakt. Ook is het aardig elk cijfercirkeltje
op een blad van een waier te plakken en als de
waaier dan heelemaal open is, zien wij de tabellen
27 2» 15
10 26
24 29 13
allen zoo voor ons liggen. Nu wijst men iemand
uit het publiek aan en verzoekt hem een getal
van 1 tot 30 in gedachten te nemen, zonder na
tuurlijk te zeggen, welk getal het is. Wèl moet
die persoon op de aanwezige tabelletjes aanwij
zen, welk cirkeltje het door hem gedachte ge
tal bevat. Nemen wij aan, dat de betreffende per
soon de tabel links boven en de beide laagste ta
bellen aanwijst, dan kunnen wij hem direct mede
deel en, dat het door hem in gedachten genomen
getal 11 moet zijn.
zei hij, het is prachtig weer. Weer om te vis-
schen of te zwemmen of te knikkeren. Maar
geen weer om naar school te gaan. Dus ga ik
i niet naar school. Hoe moet ik het n"U echter
I klaar spelen om te spijbelen, zonder dat het in de
gaten loopt?!"
I Dat was een probleem op zichzelf. Keesje
had een poosje nagedacht, iets wat hij niet dik-
I wijls deed, en daarna ging hij naar beneden. Aan
de ontbijttafel wachtte moe. Keesje kuste haar
met een droevige, pijnlijke trek om zijn mond
en toen moe, die dit dadelijk opmerkte, vroeg
wat hem scheelde, zei hij somber: ,,Ik voel me
niet zoo erg goed, ziet u."
Wat heb je dan, jongen?
Ja, fantaseerde Keesje vlot, 'tzit zoo'n beet
je in mijn heele lichaam, hè.
Moe lachte een beetje, maar Keesje zag 'het
niet, want hij had het druk genoeg om zijn
gezicht die pijnlijke, droevige uitdrukking te
doen behouden.
IJ ongetjes, clie ziek zijn, moeten naar bed,
zei moeder.
Keesje knikte. Het ging goed, vond hij.
Ach, zei hij, zoo vreeselijk ziek ben ik
nou niet. Ik ben niet ziek genoegd om naar bed
te gaan. Maar ik moet een beetje rust houden,
ziet u, zoo'n beetje in het zonnetje wandelen."
Begin maar met naar bedte gaan, raadde
moe.
Keesje dacht: ik zal maar naar boven gaan
tot kwart over negen. Dan kan ik altijd nóg
zien. En hij ging weer naar'zijn kamertje. Keesje
zette, erg genoegelijk, een stoel bij het raam en
ging zitten. Hij keek naar de auto's, die voor
bij gingen, naar de wagen van een groentenven-
ter en naar de bakker. Em Keesje amuseerde
zich.
Kwart over negen was het, toen hij wilde op
staan. Maar wat was dat? Liepen daar niet drie
jongens uit zijn klas? Keesje begon te fluiten.
Toen zagen ze hem.
-- Ah, die Kees. Ga je mee voetballen op het
K ippeweggetje
Moeten jullie niet naar school?
Nee'jo, een reuze-bof! De meester is van
daag op reis en nu heeft de klas vrij gekregen.
Keesje zat als versuft.
Loopen jullie maar vast door, schreeuwde hij,
ik "kom dadelijk ook.
V ijfminuten later ging Keesje vroolijk lachen
de de trap af.
—Hè moe, zei hij opgeruimd, dat kwartiertje
ONZE KEUKEN.
WAT ETEN WIJ DEZE WEEK.
ZONDAG:
Groentensoep.
Biefstuk met tomaten.
Doperwten, Aardppelen.
Aardbeiencreme.
MAANDAG:
Runder rollade.
Peen en peulen, Aardappelen.
Citroenrijstpudding met vanille saus.
DINSDAG:
Ribstuk.
Postelein, Aardappelen.
Maizenarand met kersen.
WOENSDAG:
Varkensbiefstuk.
Bloemkool, Aardappelen.
Rabarbercompote.
DONDERDAG.
Bloemkoolsoep.
Gevulde tomaten.
Groote boonen met ham, Aardappelen.
VRIJDAG I:
Garnalen Ragout met rijst.
Sla en komkommers met eieren, Gebakken aard
appelen.
VRIJDAG II.
Marcaroni met tomatensaus.
Sla en komkommer met eieren, gebakken Aard
appelen.
ZATERDAG:
Rundergehakt.
Gestoofde Slakropjes, Aardappelen.
Hangop.
kepan in boter aan beide kanten bruin gebakken,
daarna op de biefstukjes gelegd, het uitje hakken
we heel fijn en strooien het met de peterselie over
de biefstukjes. De jus kunnen we om de biefstukjes
gieten of apart in de juskom opdienen.
AARDBEIEN CREME.
750 gram aardbeien, 4 d.l. slagroom, 25 gram suiker
(poeder), 1 pakje vanille suiker.
We wasschen de aardbeien en laten ze op de ver
giet uitlekken, waarna we ze door de zeef wrijven
op enkele na, die we als garneering gebruiken, daar
na wordt het grootste gedeelte der suiker door de
aardbeien puree geroerd. De room wordt met de
suiker en de vanille suiker flink stijf geklopt en met
de puree overgebracht in een kristallen schaaltje
waarna we het geheel garneeren met de halve aard
beien. Men kan hierbij een licht biscuitje presen
teeren.
MAÏZENA RAND MET KERSEN.
1 L. melk, 100 gram maizena, 100 gram suiker, 500
gram kersen.
De melk wordt op 1 dX. na aan de kook gebracht
en de suiker er bij gevoegd; het eierdooier met de
melk en de maizena vermengd en een gedeelte van
de warme melk roeren we er doorheen, waarna we
alles bij de overige melk voegen, die nog in de pan
is en het geheel nog even laten doorkooken en het
laatst het stijfgeklopte eiwit er door heen roeren, de
pan van het vuur nemen en nog even alles flink
met de garde doorkloppen, daarna overbrengen in
een omgespoelde ringvorm en de pudding stijf laten
worden.
Voor het gebruik wordt de pudding gestort en het
binnenste gevuld met de gewasscchen en van de
steel ontdane kersen.
BIEFSTUK MET TOMATEN.
We nemen hiervoor kleine biefstukjes, naar gelang
van het aantal personen en twee groote tomaten,
1 ui, peper, zout en boter om te bakken, 1 eetlepel
gehakte peterselie.
De biefstukjes worden afgeschrapt, geklopt en
gezouten en aan beide kanten in de koekepan bruin
gebakken, daarna op een verwarmde schotel overge
bracht en de jus afgemaakt.
De tomaten worden aan schijven gesneden met
wat zout en peper bestrooid en eveneens in de koe-
GEVULDE TOMATEN.
6 flinke tomaten, 250 gram kalfsgehakt, 60 gram
boter, 1 ui, peper en zout, 1 eetlepel gehaakte pe
terselie.
De tomaten worden gewasschen, het bovenste
napje wordt er af gesneden en daarna voorzichtig
uitgehold met een zilveren lepeltje.
Het uitje' wordt nu zeer fijn gehakt, en in de
helft van de boter gaargefruit; onderhand maken
we het gehakt aan met een sneed je oud brood zon
der korsten en voegen het bij het uitje, waarna we
het gehakt half gaar laten wordentenslotte voegen