m in bi
Revue
van de Week
VERBORGEN GELUK
Het Nederlandsche Volk heeft in de jongste^»®
de ongeveinsde, zelfs enthousiaste bewondering ge
wekt van groote en kleine natiën, door de wakkere
energieke houding, welke het aannam na de natio
nale ramp zooals 't terecht is genoemd deze
vernietiging door het vuur van het prachtige Pavil
joen op de Koloniale Tentoonstelling te Parijs
met de kunstschatten, die bij dezen verschrik-
kelijken brand verloren zijn gegaan. Hierbij heeft
het kleine Nederlandsche volk zich volgens het
mooie woord in de proclamatie, waarmee 33 jaar
geleden Koningin Emma het Regentschap neerlegde
waarachtig groot betoond. Onmiddellijk na het
bekend worden van de ramp ontwaakte de zucht om
nu niet bij de pakken in verslagenheid te gaan
neerzitten. Neen, 't staat vast, dat het Nederland
sche Paviljoen te Parijs zal worden herbouwd, zij
't dan natuurlijk op meer bescheiden schaal. Men
mag verwachten, dat het begin Augustus ter bezich
tiging gereed zal zijn. Een prachtige praestatie
welke reeds als wonder van geestkracht en „Aus
dauer" magnetische kracht zal blijken te hebben
Gelijk de voorzitter der Eerste Kamer het in de
korte, maar pittige rede zei in de avond-zitting
van Dinsdag 30 Juni j.l., „we zijn teleurgesteld,
maar niet verslagen".... En minister Donner sloot
zich namens de Regeering bij deze woorden aan.
Omtrent de oorzaak van den brand tast men nog
steeds in 't duister. Van kortsluiting of een ander
mankement aan de electrische verlichting kan
heeft het onderzoek geleverd, geen sprake zijn,
kwaadwilligheid is verzekert men ook uitge
sloten. „In de gegeven omstandigheden is 't mis
schien het allerbeste, ook in deze voorwaarts en niet
achterwaarts te kijken.Behoudens dan de drin
gende noodzakelijkheid om voortaan zeer bijzondere
maatregelen van voorzichti- en waakzaamheid te
treffen, waar cultureele en artistieke scchatten wor
den samengebracht ter bezichtiging voor Jan
Publiek.
Onze Senaat heeft in de afgeloopen week, he-
halve het reeds aangeduide avondzittinkje, nog
een openbare vergadering gehouden op Donderdag
2 Juli. Waarin een heel-lange reeks van ontwerpen
voor de Koninklijke sanctie is rijp gemaakt. Ver
duidelijkt werd aan het slot dier zitting, dat van
afdoening der Pachtwet in dit zitingsjaar geen spra
ke zal kunnen wezen. Minister Ruys heeft president
de Vos van Steenwijk gemeld dat de memorie van
Antwoord op dat ontwerp niet vóór 1 October a.s.
verwacht kan worden.
De Senaat hield den 2en Juli iets van „groote"
en finale opruiming". Welke term inzoover onjuist
is, dat de Kamer vóór haar zomer-reces toch nog
zal moeten bijeenkomen ter afdoening van enkele
zeer urgente ontwerpen.
In de 2 Juli-zitting werden o.m. goedgekeurd: de
wijziging der Visscherijwet en die van het Nijver
heidsonderwijs. Bij de wets voordracht inzake bepa
lingen omtrent onderzoek naar sccheepsrampen
stelde minister Reymer senator Smeenge gerust, dat
geen nieuwe drukkende lasten op de Binnenschip-
perij zullen worden gelegd.
Ook de wijziging der Woningwet is door de Eerste
Kamer goedgekeurd. Na eenig debat, waarbij mi
nister Verschuur betwistte dat het ontwerp onbe
hoorlijke bevoorrechting beteekent voor den grond
eigenaar, zooals dr. Wibaut had betoogd.
Bij deze wetsvoordracht zoowel als bij de voorge
stelde wijziging van de Octrooiwet-verlenging van
den duur der octrooien van 15 tot 18 jaren liet
de sociaal-democratische Senaats-fractie aanteeke-
nen, dat zij geacht wil worden, tegen te hebben
gestemd. Indien er in de Senaats-zitting van 2 Juli
j.l. hoofdelijk zou zijn bestemd, 't ware aan den dag
gekomen dat het quorium, minimum van 26 leden
er lang niet was!
Dat doet de „recès-stemming", de zucht om er
in midzomer tusschen-uit te trekken. Wat onze
Senaat nu nog, vóór zijn groot-verlof in 1931, ter
agenda zal brengen, men heeft het af te wachten.
Uit de Regeerings-keuken waar thans nog met
ijver o.a. wordt gewerkt aan de voorbereiding van de
Rijksbegrooting voor 1932, is bekend geworden, dat
voorloopig, lette men wel! van inkorting op de
Indische pensioenen geen sprake is.
Minister Verschuur heeft de Tweede Kamer doen
toekomen een voor-ontwerp, regelend'de werktijden
voor apotheken. Als regel is daarbij aangenomen:
acht-en-een-half uur per dag, 48 uren per week.
Den len Maart 1932 zal de wet op de winkelslui
ting in werking treden.
Nederland heeft in overweging gegeven: het be
leggen van eene internationale Conferentie voor het
visscherij-toezicht op de Noordzee.
De Tarwe-wet raakt in uitvoering van Maandag
6 Juli af wordt alle onvermengde bloem, welke
mocht \Vorden vervoerd, in beslag genomen. De te
FEUILLETON
't Is avond. Geen mensch is er meer in de stra
ten. Ee lantaarn op den hoek werpt een droevig
licht op het klammige gaanpad. De wind doet
van tijd tot tijd de glasruiten van den lichtgeyer
ratelen. Onder die lantaarn staat Wilfried. Zijne
kleeren zijn in wanorde, de hoed staat hem
schuin op het hoofd, de haren hangen hem ver
ward tot op het hoofd, zijn aangezicht is bleek
en hij houdt een stuk sigaar tusschen de tanden
geklemd. Soms mompelt hij iets, laeht, zingt bij
wijlen en slingert zijn beenen dooreen, alsof hij
gaat dansen...
Had ik ongelijk u te verwittigen, lezer?
„(Wilfried,' hebben zijne vrienden gezegd, „als
men zoo'n lot treft, moet men zijn vrienden ook
eens prachtig onthalen! Dat kan er op af, jongen,
en 't zal u gelukkig maken."
Maar mijnheer Wilfried had er geen ooren na.
Men wilde enkel eens ee'n nacht plezier hebben,
eens rondweg genieten, ten koste, der beurs van
den nieuwen rijke. Een goed diner, eens lekker
drinken, een bezoek in het café ehantant of den
schouwburg, en daarna de drinkpartij voortzetten
tot den morgen. Wilfried was een jongen met
principen en sloot de ooren voor de taal der
verleiding.
Eindelijk, lezer, is hij bezweken. Men heelt
hem ook zoo lang gesard, geplaagd, gemarteld,,
gedreigd, bespot, dat hij onder de bekoring is
gevallen. Maar och! het plezier is van korten
duur geweest. De aanvang was te geweldig; de
kurken sprongen te snel en met deze ook de
redeneerkracht, in de lucht.
Och, ik zal u dat jongensvermaak niet be
schrijven, hetwelk aan mijnheer Max een paar
honderd francs kostte, er in begrepen de stukken,
die de gasten gemaakt hadden, en welke bezig
heid door de wit gecravatteerde tafeldienaars
met de meeste onverschilligheid werd aangezien.
Genoeg, dat ge mijnen held in een gansch abnor-
's-Gravenhage gevestigde meelcentrale (in de
Trompstraat aldaar) is paraat?
Een ontwerp werd ingediend tot uitbreiding der
bevoegdheid van de verloskundigen.
In de hoofdstad is de Paleis-Raadhuis-kwestie
voorloopig van de baan. De zaak is weer eens com
missoriaal gemaakt. De Amsterdamsche Raad ver
der uitgemaakt, dat het Rokin te Amsterdam niet
zal worden gedempt. Wèl de Vijzelgracht.
Prinses Juliana heeft zich, na haar verblijf in
de Fransche hoofdstad, begeven naar „Les Trois
Epis," in den Elzas, waar thans H. M. de koningin
en prins Hendrik vertoeven.
Personalia:
Onder vele blijken van warme sympathie vierde
mr. dr. W. G. A. van Sonsbeeck zijn 121/s-jarig
jubileum als burgemeester van Breda. Den 23en
Juli bereikt Staatsraad A. W. F. Idenburg, oud-
G. G. van Nederlandsch-Indië enz., den zeventig
jarigen leeftijd. Een eere-comité heeft zich ge
vormd om dan den grooten anti-revolutionairen
Staatsman hulde te brengen. De heer W. N. v. d.
Hout, secretaris van den „Nederl. Journalistenkring,
is door minister Terpstra toegelaten als privaat
docent in publiciteits-leer, pers en journalistiek aan
de Utrechtschce Universiteit, gemeld wordt dat
het Tweede Kamerlid, ds. Lingbeek, beroepen tot
predikant te St. Philipsland, door het aannemen van
dat beroep (volgens het bij de Ned. Herv. Kerk gel
dend gebruik) eerlang als Kamerlid zal bedanken.
Uit de doodenlijst:
Gep. dirigeerend paardenarts, kolonel L. J. M.
Rijnenburg, 74 jaar, Den haag. Pol de Mont, de
vermaarde Vlaamsche directeur en kunst-historicus
op 74-jarigen leeftijd. Prof. C. Spat, hoogleeraar
in het Maleisch en volks-instellingen van den Islam
te Utrecht. De 103-jarige wed. Groeneveld-Bijlsma
te Mantgum (Fr.).
Uit de jongste criminalia:
Een onderzoek is gaande naar de vraag of de
groote fabrieksbrand te Aarlex-Rixtel aan kwaad
willigheid moet worden geweten.
Te Haarlem werden een 22-jarige kellner en zijne
23-jarige vriendin gevat, bekenden zich aan eene
lange serie inbraken en pogingen tot „kraken" te
hebben schuldig gemaakt.
Te Lonneker speelde zich een drama af van
poging tot moord en tot zelfmoord. Drame d'amour"
begrijpt men allicht.
Te Amsterdam, aan den Amstel, had een der zeer
vele inbraken plaats van de jongste week periode.
Daarbij werd uit een brandkast voor f500 gelds
waarde geroofd.
Van de ongevallen-rubriek der week schakel ik de
verkeers- en zwem-ongevallen maar uit.
Te Lidth (Br.), zijn op één dag, zes boerderijen
in de asch gelegd. Wat allicht „illustreert", dat aan
de beveiliging tegen brand te plattelande nog wel
iets kan worden gedaan. Te Bloemendaal zijn drie
heerenhuizen via gas-lekkage tot den grond toe
afgebrand.
In de Jordaan-streek te Amsterdam is een be
jaard echtpaar, man en vrouw waren 65 jaar oud,
levend verbrand door de onvoorzichtigheid om een
brandend petroleumstel bij te vullen.
Gewildige heide-branden hebben gewoed. Bij Apel
doorn en in de streek Hilversum-Laren.
Op de Spoorlijn Den HaagGouda is een auto op
onbewaakten overweg door een trein verpletterd. De
auto-bestuurder werd gedood.
't Is alleszins verklaarbaar en begrijpelijk, dat
zich te onzent een comité van actie heeft gevormd
tot opheffing van de ellendige onbewaakte over
wegen.
„Quousque tandem" Tot hoelang nog zal deze
schande in Nederland voortduren).
Te Arnhem had een noodlottige brand plaats,
waarbij drie kinderen werden gewond. Waarvan
reeds een aan de bekomen brandwonden is bezweken.
In de volksbuurt Lamsteeg te Rotterdam stortte
een 52-jarige man zich te vroeg uit een brandend
perceel. Hij sprong naast het hem voorgehouden
springzeil, wat de ongelukkige met den dood
moest bekoopen.
't Is nu de periode van de Congressen.
In de Haagsche Ridderzaal was dat voor: Hulp
aan Lichamelijk gebrekkigen.
Alsook het 5e Electrotechnische Congres te Sche-
veningen.
Het 28ste Congres van den Kon. Nederl. Midden
standsbond te Zandvoort gehouden.
Verder: het 1ste Internationaale Congres van
lasch-techniek en stoomketel-bouw in den Haag
belegd.
In de afgeloopen week hadden wij de „surprise"
van de „Graf Zeppelin", zwevend boven Amsterdam
op z'n toch naar IJsland.
Er was: het dreigend, groot conflict in het Rot-
terdamsche haven-bedrijf. Waarvan men „den gang
nog niet kan bevroeden.
Er waren de lustige Utrechtsche lustrum-feesten.
Aangename verpoozing brengend in de heerschende
male n to es tand ziet naar huis komen, en zooals
gij zult- opmerken, wel wat veranderd.
Inderdaad, welk verschil. D|e wereld is hem
nu te klein, hij heeft moed voor tien, voor twin
tig. Hij klopt dapper op de borst en zegt. Hier
ben ik en wat hebt ge daar tegen. Vechten durft
hij ook, en drinken durft hij tegen iedereen.
Al de meisjes durft hij omhelzen, ten huwelijk
vragen, allemaal. Nu kent hij de wereld, als men
champagnewijn gedronken heeft, kent men alles,
alles. Nu heeft hij dat boek, waar "Betsy altijd
van spreekt, in een adem uitgelezen en alles ver
staan, alles.
Em met die afgebroken alleenspraken gaat de
procureursklerk naar huis, en vindt den ouden
boekworm, bij den schijn van een klein petroleum
lampje in zijne perkamenten en folianten wur
men. Klak, de koopman is een oud, klein en ma
ger ventje, met grijze oogen, die deels bedekt zijn
door een muts met groote klep, verder draagt
hij een pruik, heeft een verrimpeld vel, een grij
zen kransbaard en ziju gestalte is eenigszi'nd
gebogen. Het kereltje zit bij het licht, oiver
eenige oude boeken gebogen, dn heeft zijn oog
met een grooten bril gewapend.
Wat doet Klak? Hij krabt behendig met een
klein mesje een paar woorden uit, op het einde
van een oud boek: „einde van het eerste deel".
Het tweede deel ontbreekt, en men moet den,
klooper toch wel doen gelooven, dat het werk
met dit enkele deel kompleet is.
„Ieder is een dief in zijn neering!" zou Klak
u grijnslachend antwoorden, indien gij hem öp
het feit betrapte.
Morgen kunt gij hem op andere delicten be
trappen; morgen plakt hij oude plaatjes in oude
boeken, boeken met prenten worden altijd door
de razende verzamelaars gezocht. Of hij brengt
een ouden perkamenten omslag aan 'dit of dat
boek, of hij doet er met rosachtigen inkt een
titel voor drukken, die u za'l doen zweren, dat
het boek over een paar "honderd jaren in Plan-
tijn's drukkerij bewerkt is.
Men ziet dat de boekworm een elastiek ge
weten heeft.
Nu de lamp deels het winkeltje verlicht, be-
crlsis- en malaisestemming.
Vooral welkom in periode van spannend „exami-
nomanie" in Patria.
In de Groningsche buurt brak een groote staking
uit in de carton-industrie. Op elf fabrieken, met 1700
arbeiders.
De Maleische prinsen schonken Nederland het ge
noegen en voorrecht van hun bezoek. Werden op de
meest precieuse wijze verwelkomd. West en Oost
komen immers elkander steeds nader.
In de diamant-industrie is de werkloosheid stij
gend. Heeft nu het cijfer van 4890 bereikt. Men
overweegt pogingen tot bereiking van de 40-urige
5-dagige werkweek.
Te Amsterdam in het tehuis voor ouden van dagen,
genaamd „Avondrust" gaan een 87-jarige man en
eene 78-jarige vrouw in' het huwelijksbootje stappen.
Tegenover zulk blijk van levensmoed en opti
misme dienen de „zwartkijkers", waarvan 't nu we
melt en krioelt, toch het respectueus stilzwijgen
te bewaren.
Buitenlandsch Overzicht.
Het is er dan eindelijk van gekomen, al is het er
dan ook maar. Natuurlijk moet men er zich over
verheugen, dat het voorstel van Hoover thans in
werking gesteld kan worden en dat daarmede een
begin is gemaakt tot bestrijding van veel van het
tallooze kwaad, dat reeds zoo vaak in deze kolom-,
men geneomd werd. Minder verheugd moet men
echter zijn over de klaarblijkelijke moeilijkheden
die een zelfs maar gedeeltelijke overeenkomst, als de
Amerikaansch-Fransche voorloopig toch nog is, blij
ken op te leveren. Het is dan ook niet ten onrechte,
dat de Russische „Iswestia" lichtelijk hoonend op
merkt, dat de geheele kapitalistische wereld front
maakt tegen het bolsjewisme, doch dat, wanneer het
er op aankomt dit front te versterken iedere afzon
derlijke „bourgeois-staat" luidt spreekt over de nood
zakelijke offers, die de andere „bourgois-staten moe
ten brengen en zelf poogt er zoo goedkoop mogelijk
af te komen. Van zijn vijanden hoort men de waar
heid, wordt wel eens gezegd. En inderdaad is het
bedroevend te moeten constateeren, dat slechts aan
den rand van een afgronddiepe instorting van een
gedeelte van het zoozeer onderling samenhangende
Westen een overeenstemming kan worden bereikt,
die echter nog steeds meer is een accoord van
schuldeischers ter voorkoming van een failliet dan
een de handen ineen slaan om met gezamenlijke
krachten de ontredderde boedel op de orde te bren
gen. Deze hoon van Russische zijde klinkt te drei
gender, daar de Bolsjewistische agitatoren, naar het
schijnt in Spanje vaster voet krijgen. Een duidelijk
beeld van wat daar geschied is, ook al door de steeds
verzachtende regeeringsverklaringen en de slechts
schaarsche en vele lacunes vertoonende berichten
uit andere bronnen, moeilijk te verkrijgen. De vele
en herhaalde stakingen, onlusten, communistische
aanslagen e.d. de actie van Majoor Franco en de
zijnen wijzen er echter duidelijk op, dat hier bewe
gingen zijn, waarmede rekening, gehouden moet
worden, ook in de overige landen van de Ondar-
gaande Zon. Vooral omdat het hier een nog buiten
gewoon primitief en onontwikkeld volk betreft, dat
zelfs nog grootendeels analfabeet is en dus te meer
vatbaar voor de zeer simplistiscche communistische
theorien en idalen. En een communistisch steunpunt
in Zuid-Europa zou een leelijk ding zijn. Zoo krach
tig is het Westen op het oogenblik nog niet, dan dat
het dergelijke gebeurtenissen ongeschokt zou kunnen
Het hopen is nu maar, dat het moratorium inder
daad een opleving ten gevolge zal hebben en daar
mede een vermindering van de ontzaglijke werkloos
heid, die nog steeds de wereld teistert. Het kan im
mers altijd nog zijn, dat wanneer inderdaad de
uitwerking boven verwachting gunstig zal zijn, het
moratorium verlengd zal worden, misschen zelfs
kan voeren tot een algemeele herziening van het
Youngplan en deszelfs meest oneconomische bepa
lingen, zoodat het Westersche huishouden dan weer
op een natuurlijker en zuiverder functioneerende
basis zou worden gezet. In Frankrijk zijn zelfs reeds
tal van stemmen opgegaan, tijdens de onderhon-
delingen reeds, die er op wezen, dat het Duitschland
om niets anders te doen was, dat de Duitsche crisis
alleen maar een manoeuvre was om van de herstel
betalingen af te komen. Het blijft te bezien of ten
slotte de wereld er niet heel wat beter door zou
worden, wanneer dit inderdaad zou geschieden.
Thans immers afgescheiden van alle ideeele rede
neeringen, doch zuiver practisch gedacht geven
de begrootingen der verschillende landen vaak een
beeld van den binnenlandschen toestand, die niet in
proportie staaat tot de eigenlijke waarde van het
land als internationale factor en producent. Im
mers, wanneer Duitschland de grootste moeite om
om zijn begrooting sluitend te maken, ligt dit niet
zoozeer aan het feit, dat het volk geen belastingeft
kan opbrengen als wel aan de omstandigheid, dat
zoo'n groot gedeelte van het opgebrachte weer moet
worden afgestaan aan anderen, zonder dat daarvoor
prductieve waarden worden teruggekregen. En wan
neer de Fransche begrooting gemakkelijk sluit, ligt
dit toch voor een gedeelte daaraan, dat de Duitscche
betalingen hierop een vrij grooten post uitmaken. En
dat dergelijke inkomsten niet alleen winst zijn blijkt
wel uit het feit, dat veel der moeilijkheden, die thans
moeten worden overwonnen ontstaan zijn door de
goudverplaatsingen, die niet geschied zijn op grond
van economische transacties, doch tengevolge van
politieke betalingen. Moge het voorstel Hoover een
stap zijn ook in de richtingtot opheffing van dit
euvel.
komt dit een nog wonderlijker aanzien dan bij
klaren dag. Huizende boeken, met geele, zwar
te perkamenten, vergulde bandeh, boeken geel en
vuil, met omgekrulde en vervuurde hóeken, oude
registers, moderne muziekboeken, een enkel beeld,
een oud krucifix, een hal fopgerolde landkaart,,
xdat alles opgestapeld tot boven aan den zol-
xder en in het midden van dat alles een soort
van heksenmeester, een duivelbezweerder, eem
doctor Faust zou men zeggen.
Het manneke heeft, nu het aan de deur hoort
rammelen, snel het boek, waaraan het werkt,
geborgen en met het onnoozelste gezicht van
de wereld groet het den binneintreder. Max, voor
wien het, sedert dat kolossale lot heeft getrok
ken, een ongelooflijken eerbied heeft.
Het scher poog van den boekworm heeft eeh-
ter den toestand bemerkt, waarin de nieuwe rijke
zich bevindt, en er spéélt een spotachtige grijns
lach om zijne lippen.
„Gij zijt niet wel te pas, mijnheer Wilfried?"
zegt het ventje.
„Wel te pas? zeer wel te pas. Wat raast die
boekworm van wel te pas," zegt onze neef met
de tong stotterend. „Gij hebt veel boeken, gij;
maar ik heb meer verstand op dit oogenblik,
dan al de boeken tezamen."
„lieve hemel, mijnheer Wilfried! Hoe is 't
mogelijk! gij, een zoo deftig en ordelijk jong
mensch. 'k'Wil een deugniet zijd als ik iets
van uwe positie begrijp."
,,Ik een deugniet, wat zegt ge daar, boek
worm I"
„Neen ,neen, mijd heer Wilfried.."
„Ik zal u onder al uwe lorren begraven, als
ge dat zegt, worm die ge zijt!"
„Maar, mijnheer..."
„'Begraven zal en wil ik u," en Max beginit
eenige boeken dooreen te slingeren.
„Maar, mijnheer," kermt het kereltje, want het
ziet wel dat de baldadige kerel een vernieling
gaat aanrichten.
Hoe is die brave, tamme Max zoo eensklaps
een duivel geworden!
Klak slaat plotseling een anderen toon aan:
„En dat zijt gij, mijnheer Max," zegt de boek-
Ble Radioverbinding met Amerika van het
Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie
en Telefonie.
Van den Directeur van het Hoofdpostkantoor
te Broek op Langendijk ontvingen wij het vol
gende ter plaatsing:
1. Vestiging Organisatie.
De radioverbindingen met Noord- en Zuid-
Amerika vormen een onderdeel van den radio
dienst, die is ondergebracht in het Rijkstelegraaf
kantoor te Amsterdam, en die behalve met bo
vengemelde werelddeelen ook rechtstreeksche ver
bindingen voor wisseling van telegrammen on
derhoudt met Oost- en Wiest-Indië, en mét een
tiental niet aangrenzende Eiuropeesche landen.
Voor het onderhouden van de verbindingen
voornoemd, waarbij in hoofdzaak die met Ame
rika in beschouwing genomen zullen worden,
zijn op het radio-station te Kootwijk zenders
opgesteld, die van uit Amsterdam electrisch wor
den bediend. Voor de ontvangst is in de duinen
te Noordwijkerhout een ontvangstation geves
tigd uitgerust met moderne antennes en ont
vangtoestellen. De opgevangen teekëns worden
door een kabelader naar Amsterdam overge
bracht, zoodat de eigenlijke ontvangst van tele
grammen uitsluitend op de radio-afdeeling te
Amsterdam plaats heeft, evenals de seining van
telegrammen te Amsterdam geschiedt. Men vindt
dus het zend- en Ret ontvanggedeelte van de
verbinding naast elkaar te Amsterdam opge
steld, en de ambtenaar, die naar Amerika seint,
zit naast zijn collega, die van Amerika ontvangt.
Het ligt voor de hand, dat hierdoor een zeer
snelle gedachtenwisseling mogelijk wordt.
Eenzelfde organisatie bestaat te New-York en
te Buenos-Aires, zoodat wat voor Amsterdam
geldt, evenzeer op New-York en Buenos-Aires
van toepassing is. f
Het v ia der radioverbingen is „Holland-Radio"
Er wordt wel eens gemeend, dat het er niet toe
doet of het via Holland-Radio, dan wel geen
via, in het dienstbijvoegsel staat. Immers in het
laatste geval moeten de telegrammen voor Ame
rika toch naar Amsterdam om per radioweg te
worden verzonden. Echter wordt hierbij uit het
oog verloren, dat de behandeling te'n kantore
Amsterdam van een telegram voorzien van het
via Hollandradio sneller kan zijln dan eenzelfde
telegram zonder aanduiding van den verzendings-
weg. Bij een telegram met viavermelding kan in
verschillende gevallen gebruik gemaakt worden
van de pneumatische buisverbinding, die er be
staat tusschen de radio-afdeeling en de seinzaal,
terwijl ook in het geval, dat een telegram met
via eerst nog naar de centrale distributie moet,
de behandeling aldaar ook door die aanduiding
bespoedigd kan worden.
2. Via. Bestemmingen, die over de verbindin
gen te bereiken zijn.
Over New-York zijn te bereiken alle plaatsen
in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika,
ook is vanuit New-York door rechtstreeksche ver
bindingen een zeer snelle dienst mogelijk met
Bloston, "Washington, San-Prancisoo, Philadelphia
en Chicago.
Voor de Canadeesche bestemmingen staat een
snelle verbinding met Montreal ter beschikking.
Verder zijn van uit New-York vrijwel alle
staten in Centraal-Amerika en alle eilanden in
de Garaibische Zee direct bereikbaar, voorzoover
ze niet direct per radio vanuit New-York 'be
reikbaar zijn, kunnen de telegrammen zeer snel
worden overgebracht op den kabel, die de bestem-
mingslanden met New-York verbindt, omdat de
kantoren van onzen correspondent te Ncw-York
in de onmiddellijke nabijheid van de kabelkan
toren zijn gelegen.
Ook ligt het kantoor van onzen correspondent
zeer gunstig voor het verkeer met de beurzen
(Effectenbeurs, Katoenbeurs, Goederen- en
Graanbeurs).
Buenos-Aires beschikt over verbinding met
Santiago de Chili, terwijl de eenige verbinding
tusschen Baires en Asuncien (Paraguay) in han-
dejh van onzen correspondent is.
worm, ,,gij, de fatsoenlijke jongen, gij, die zoo
bezorgd waart voor uw goeden naam."
„Mijn goede naam. Wat weet gij van mijd
goeden naam, worm. Ik heb gefeest met mijne
vrienden, gedronken, en leve de vreugd gezon
gen. Mijn goede naam, ja, die wil ik toch behou
den, maar anders zal ik veel ballast over boord
werpen!"
„Mijnheer Wilfried, wilt gij dan het voor
beeld volgen van dien odgelukkigen Richard."
Dat was raak.
„Richard," mompelt de jongeling, en hij leunt
met den rug tegen het waggelende boekenraam.
„da, wat zal Betsy van u zeggen, als zij u zoo,
in dien toestand ziet?"
„Eetsy Richard..."
Dat is als een emmer koud water, die den
jongeling over het lijf gegoten wordt, en het
wordt hem week om het hart. Klak is, geloof
mij, geen zedepreker, maar hij heeft van dien
zwakken kant gebruik gemaakt, om den slem
per tot bedaren te brengen, en daarin is hij vol
komen geslaagd.
„Zoudt gij dan zoo voor juffrouw Bletsy dur
ven verschijnen. Mijnheer Wilfried? Het arme
kind zou het besterven. Eerst de vader, en dan
gij mijnheer WWilfried," voegt het manneke
er op plechtigen toon bij.
'tZal u kinderachtig schijnen, maar Wilfried
laat op dit oogenblik de lip hangen, gëlijk een
schooljongen dien men bij de ooren gegrepen
heeft.
„En luster, daar komt ze den trap af!" zegt
Klak.! Maak u weg mijnheer, en deze laat zich
gewillig in een klein kabinet van eenige voeten
in het vierkant, terzijde den ingang s too ten,
waar hij, zonder nog een woord te spreken, in
een ouden leuningstoel neerzakt, en zonder adem
te durven scheppen, luistert naar de woorden van
Bletsy, die van den tra proept: ,,Is er iets, mijn
heer Klak!" -
„Niets, juffrouw Bëtsy. niets."
Zij verwijdert zich weer. maar 't is duidelijk
dat zij ongerust is over haar buurman.
„Houd u nu stil," fluistert Klak, „slaap eerst
uw roes uit, en trek dan naar uw kamer."
Klak haalt het perkamenten boekje en zijn
mesje weer te voorschijn.