1 IB Hi 1931 VERBORGEN GELUK INGEZONDEN M. Aan de Redactie van de Lan- gedijker Cjourant. Het is naar aanleiding van verschillende vra gen dat ik mij tot _u -wend met het verzoek om het onderstaande in uw blad te willen op nemen, waarvoor bij voorbaat mijnen dank. De aangelegenheid waarover het luier gaat is, de gemeenlegging van de Schermerboezem,' Raaksmaatsboezem en Niedorperkoggeboezem. Uit de vragen die werden gesteld meende ik te mogen opmaken dat men over "t algemeen wweinig op deze zaak zijn aandacht heeft ge vestigd ik zal trachten u van een en ander mijn gedachtenis mede te deelen. Voor enkele weken terug, is een ontwerp regle ment voor de Uitwaterende Sluizen van Kenne- merland en Westfriesland, aan de besturen van de Niedorperkogge en de Raaksmaat toegezon den, met het verzoek om dit ontwerp een maand voor de ingelanden ter inzage te leggen, en dit na dien tijd aan Ged. Sitaten 'van Noordhol land retour te zenden, al of niet vergezeld van de ingekomen bezwaarschriften. In dit ontwerp zijn opgenomen de voorschriften en voorwaarden voo rde gemeenlegging van ge noemde boezems. Ik heb altijd gemeend dat, wanneer een corporatie het een of het ander van iemand wil annexeeren, dat er dan overleg werd gepleegd door de betrokkenen; dit is schijnbaar niet noodig. 'Tn 'het ontwerp wordt gezegd: Het Hoog heemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Ken- nemerland en Westfriesland is belast met de zorg voor den Schermerboezem en den Vereenig- den Raaksmaats- en Niedorper koggeboezem. Ver volgens wordt dan genoemd wat tot die zorg komt te behooren. Ik meen er hier op te mogen wijzen, dat het in artikel 3 sub. 4 onder a, b, c, d, e en f ge noemde onderhoud, mijns inziens bij het Hoog heemraadschap Noordlnollands Noorderkwartier behoort. Wanneer de gemeenlegging is tot stand geko men dan zal een sluis gebouwd zijn nabij de Rcskambrug, en een ten zuiden van het gemaal van de Wogmeer nabij Rustenburg; het ten zui den van die sluizen gelegen land watert recht streeks af op de Schermerboezem, dat ten noor den van die sluizen op den zoogenaamden Noor der Raaksmaat. De strijkmolens bij Oudorp en Rustenburg, do duikers en de sluizen aldaar, de molenaars, en duikerswachters zijn dan overbodig. Ook de besturen, de ambtenaren en'hoofdingelanden, zijn dan niet meer noodig, zoodat de jaarlijkscha kosten daarvoor zijn vervallen. Wie nu denkt dat de aanslagen hierdoor zul len worden gewijzigd vergist zich. Zooals thans in het ontwerp is opgenomen, zullen de aanslagen voor de landen van de Kogge en van Geestmer-Ambacht worden ge regeld naar de aanslagen van de laattste vijftien jaren, met uitschakeling van de drie hoogste en die van de twee laagste aanslagen, alzoo over het gemiddelde van de resteerende tien jaren. De vaste aanslagen en contributiën, dat zijn die kosten welke niett door een Bianne, doch recht streeks van de polders worden geheven, blijven FEUILLETON Eenige dezer opmerkingen met betrekking tot mijn verhaal wil ik u meedeelen; aan u, lezer, de zorg overlatende, daaruit de gevolgen te trekken, welke gij er denkt 'in te vinden. Laten wij eerst opmerken, dat er een drietal zomers ongemerkt zijn voorbijgegaan, sedert on ze twee paren getrouwd zijn. Dje wittebroods weken beschrijven is te vervelend voor ons: laat de tortelduifjes hun nestje maken, eh ongestoord den eersten liefde-tijd voorbij drijven! Verleden jaar, op zekeren avond, bevond ik mij op de wandeling van Antwerpen, een voor treffelijke plaats om te flaneeren. Mensehen gaan en komen, rijtuigen en ruiters snorren voorbij. Ouden en jongen wandelen onder de wilde kas- tanjeboomen, met hunne piramidale bloemtrossen en langs de welriekende seringbosschen en bloem perken. Een prachtige landauer met twee vlugge paar- den. bespannen, snijdt langs mij heen, een dame, in een bijna buitensporige kleeding, ligt meer dan zij zit, in het rijtuig, tegenover een blonden, fijn geknevelden jonker, die met veel oplettend heid het minste woord, de minste beweging van de dame schijnt gade te slaan. 'tls mevrouw Georges Delmare, met een harer neven, een der bevalligste onjgelingen van de Wat hut>pel en en draven die ranke paarden fier voor het lichte rijtuig. Pas zijn ze verdwe nen, of tonder in de verte, en In een tegenover gestelde "richting, verschijnen zij weer met hun- ne coquette vracht. Vier of vijf heeren, voetgangers zooals ik, hebben het paar gegroet, en uit tnet rijtuig is die groet welwillend beantwoord. In het voorbij stappen, en terwijl de wande laars het rijtuig naoogen, Tioo rik eenige afge broken woorden: ,,Eene allerliefste vrouw zeer coquet... Zelden met haar man Een goed geleiderDaarna een woord dat ik niet meer versta en een gelach, dat mij meer te den ken geeft, dan al de woorden tezamen. bestaan, zoodat de laatstgenoemde landen ten allen tijde deze aanslagen, plus de bovengenoem de moeten betalen. Dp nog loopende schulden van de Kogge en van Geestmer-Ambacht moeten door hen worden opgebracht, en worden bij een bijzondere aanslag geregeld. Het gevolg hiervan zal zijn dat de landen, uitslaande op den Noorder Raaksmaat ten allen tijden zullen betalen hare molens, mole naars, sluizen of duikers, besturen, hoofdinge landen en ambtenaren, ofschoon die dan niet meer bestaan; ook voor de Heerhugowaard geldt deze regeling. 'Ik had vermoed dat, nu men een geheel nieuwe indeeling verkrijgt, men ook een nieuwe regeling zou hebben ontworpen voor de aanslagen. De gemalen te Lutjewinkel en dat te Aarts woud worden door Uitwaterende Sluizen overge nomen ,zegt het ontwerp. Gevolgelijk heeft dat ooilege dan de vrije beschikking over die ge malen; maar ook hierin schuilt naar mijne mee ning een onjuistheid. Het aantal maaluren van die gemalen bedraagt gemiddeld ongeveer 1100 uren pe rjaar. Er wor den door deze gemalen thans ongeveer 18600 H.A. afgemalen. Na de gemeenlegging zal de te bemalen op pervlakte ongeveer 95000 H.A. bedragen, óf on geveer de helft van het bestaande oppervlak!. Het gevolg is, dat men ook veel minder maal uren zal verkrijgen, naar het genoemde bere kend, zou dit ook tot. de helft verminderert- Tóch betaalt men altijd gemiddeld voor 1100 uren. Het zal meermalen voorkomen dat de gemalen moeten werken voor de afvoer van Schermer boezem, maar mag men de uren welke daaraan worden besteed verhalen op degeannexeerde landen? in ieder geval betalen die reeds de eer ste 500 uren. [Men zal wellicht zeggen dat deze regeling niet zoo onbillijk is, het water moet toch weg' Dit laatste is juist, maar niemand betaald gaarne voor zijn buurman. E|r komt echter nog iets anders bij. De boezems van de Kogge en van Geestmer Ambacht zijn tot heden gebezigd als waterberging en waterloozingna de gemeen legging komen zij in de eerste plaats in aanmer king als vaarwateren, en daarna als waterber- giag. Reeds meermalen is de vraag gesteld, waar voor is deze gemeenlegging noodig, en soms door personen waarvan men die vraag in het allerminst zou verwachten. Welnu, deze opzet is het gevolg van de kanalisatie van dit deel van Noordholland. Maar wat hebben wij hier aan die kanalen vraagt de groote meerderheid? Wie hierop een antwoord wil hebben zou ik aanraden om het rapport van de oommissie van Aalst eens op te slaan, en, om dan niet het rapport geheel door te werken, neem dan de bladzijden 66 tot en met 72, waar u de voordeelen van de kanalen wworden uiteengezet. In verband hiermede meen ik er goed aan te doen hier mede te deelen dat voor het kanaal vanaf den Omval naar Kolhorn een bedrag van klein drie millioen is uitgetrokken. Er zullen er wellicht zijn die deze laatste alinea overbodig achten; ik ben er echter van overtuigd dat de overgroote meerderheid niet weet welk bedrag Eenige dames, door heeren vergezeld, wan delen voor mij heen. Ik hoor: Men ziet haar overaloveralWie? Wel, mevrouw DelmareGek, overdreven gek. Een staalboek van kleurenZonder smaak In de burgerwereld gaat zij voor de toongeef ster door'tls om te lachenOp het laatste bal was zij inPompadourE[n het blonde schoothondje in Louis XVen alweer een grin- nekend gelach. Een paar eenvoudige burgers met hunne vrou wen, en een half dozijn heen en weer loopenlde kinderen: ,,- Hier, Janneke!Marietje, pas op!De paarden van dat gekke wijf zullen nog eens on gelukken veroorzakenWie is toch die mode pop?Wel de dochter van DjolbergTien of twaal fjaar geleden woonde hij op den hoek, in de dansende aap en geriefde de kinderen voor een oent droc. Geld met de machtMaar ziet eens ,wat schoon toilet!"1 D|e laatste opmerking !ge begrijpt het, kómt van de vrouwen, maar de o'udste dochters zien de rijke dame benijdend ïachterna, en droomen van zulke schoone kleed sels, zoo'n prachtig rijtuig. Twee of drie alweters zitten op de bank, de 1«enen gekruist, de dampende sigaar in den mond. En is dat haar man?— In 't geheel niet.— Een neef, een vriend van den huize.Ieder zijn weg. Zeer gemakkelijkGeorges Delmare sigaarwinkelhandschoenwinkelblonde me vrouw.Heerlijk!'' Ik wandel voort. Drie mannen: deze met eeü gelen, de tweede met een "blauwen, de derde met een zwarten jas aan en wier hoeden gegalonneerd zijn als die van generaals en ministers. 'tZijn voor- en achtermannen. Och, de fortuin zal spoedig naar de maan geblazen zijn. Niet zwaar- "Och, als de vee- ren eens zijn uitgevallen, zullen ze kruipen ge lijk de ouden deden.— Goed ingespannen- -— Mevrouw rijdt somtijds zelf, om haren koetsier beschaamd te maken Ben heer, dien men voor een baron zou nemen, indien zijn hoed zoo kleermakerachtig niet op het hoofd stond, met een paar als een kermis- voor genoemd onderdeel wordt geraamd. Aange naam zal het mij zijn van hen, die dit lezen, te vernemen hoe zij over het ondeitiavige ontwerp denken; verlangt men inzage van het ontwerp, dan wil ik trachten hen een exemplaar ter inzage te doen toekomen. U mijnheer de redacteur bij voorbaat dank zeggende voor de verleende plaatsruimte. J. WARTENHORiST). Juli 1931. Dirkshorn- Revue van de Week 14 Juli. Er zijn velen, die de spontane opvlamming van den zin om aan den kamp voor internatio nale ontwapening mee te doen, de actie ten gunste daarvan, welke zich nu zoo krachtig vertoont, van meer beteekenis achten dan alle denkbare congressen en conferentiën, aan dat ideaal gewijd. In dien zin dan opgevat, dat de ,,vox populi' in volle kracht geuit, aan de be doelde congressen en conferentiën eerst dan in vloed zal schenken, die ze moeten hebben. In Nederland heeft de Pers het initiatief ge nomen voor liet petitionnement voo rinternatio- nale ontwapening. De maatschappij tot bevorde ring van de geneeskunst, te Nijmegen gehouden, heeft zich met geestdrift aangesloten bij de vre- des-actie, door een aantal artsen aangevat. Pre sident Hoover, de man van het prachtige, nu wel als geslaagd te beschouwen moratorium heeft zich in ondubbelzinnige bewoordingen uit gesproken voor het internationaal overgaan tot daden, toonend dat men werkelijk ontwapening wenscht, aldus ook de Italiaansche duce-dictator Mussolini. Het besef begint nu met kracht door te dringen, dat de „beschaafde wereld" vóór de keuze staat tusschen zeer beduidende vermin dering van de militaire uitgaven ofde ineen storting. De nabije toekomst zal nu moeten lee- ren in hoever hier de vruchtbare daden de schoone leuzen zullen dekken. in de jongste daden zijn ook bemoedigende ge ruchten gekomen tenopzichte der verhouding tus schen Nederland en België. Het ware daarin is voor de buitenwacht nog niet te onderscheiden. De Belgische gezant in Dien Haag, Eixc. Mas- xkens heeft zich in een vraaggesprek in dien zin uitgelaten, dat het „niet-officieel contact"' tusschen Brussel en Den Haag, over 3e herzie ning van het Verdrag-1839 goede vorderingen maakt. Verder liet de gezant zich niet uit z'n tent lokken, wat in het huidige Stadium der besprekingen ook volkomen begrijpelijk is. Men kan misschien den loop der dingen aanduiden door ,,Qa mayeke!"' 't Herstel van het Nederlandsche Paviljoen op de Parijsche koloniale tentoonstelling wordt bij voorldnring met mooie energie voorbereid. Men berekent, dat er drie ton gouds nog zullen noo dig zijn om een Paviljoen te herkrijgen, natuur lijk meer bescheiden van inrichting dan 'net door den brand vernielde, maar dat toch stellig be zienswaardig zal zijn. Uit de Regeeringskeuken kwam de tijding, dat de Hooge Raad van Arbeid het ontwerp organisatie voor Jbtedrijfsraden heeft afgewezen met 2117, zoodat men de kans op aanneming daarvan door de Tweede Kamer vrijwel gelijk nihil heeft te besc'.iouwen. Dat minister Ver schuur in deze omstandigheid tiet wetsvoorstel onveranderd aan de beslissing der Tweede Kamer pop aangekleede kinderen aan de hand, die van tijdd tot tijd grijnzend achteruit trekken on weigeren voort te gaan, waarop ik de Opera namen hoor van ,,01ympia" en „Zepherina" die heer groet mevrouw Delmare nederig en laat mij ,te dezer gelegenheid eene onberispelijke streep ,te midden over het hoofd zien, welke in zijn hemelsch blauwen tnalsdas verloren loopt. Mevrouw groet niet terug. 'En dat wacht jaren lang om de rekening van ai het geleverde valsche (naar te betalen,"' mom pelt de gebelgde man tot zijn vrouw, die met een bebloemde shal pronkend, naast hem zwiert en draait. ,,Ja, dat wordt meer en meer de mode bij dat rijke volk," zucht de huisvrouw. Zoo spreken misschien de modiste, de keurs lijfmaakster, de koopvrouw in handschoenen, de naaister, kortom, al wat hie rwandelt. Biooze, booze wereld. Ik wandel sedert een uur en ik heb nog geen goed woord over de jonge vrouw gehoord, wel ke misschien onvoorzichtig, maar niet schuldig, achteloos en 'zorgeloos, maar niet te kort in hare betalingen is. ,,Een schoone vrouw!" hoor ik de vier of vijf wandelaars, die ik straks voorb ijging, zeggen: „Kent gij haar?— Neen— Schoon in den vol len zin des woords.Eenvoudig, maar smaak vol gekleedEiene heerlijke vrouw.Kent nie mand haar waarlijk niet?— Neen niemand."' Niemand van die heeren. Welke schitterende aanbeveling voor de eer dier jonge vrouw, dat zij door die heeren niet gekend is. Ik 'ken haar. 't Is Betsy Richard, nu Wilfried's echtgenoote, die stil, burgerlijk, bijna vergeten, maar geluk kig door het leven komen en der booze wereld niet telkens reden geven, om hunne eer en naam stuk te scheuren. De weinige personen, welke het paar kennen, groeten eerbiedig en zeggen gewis: ,,Wat moet die eenvoudige Betsy gelukkiger zijn dan die weelderige mevrouw Delmare." Wil fried is, sédert ik hem op Rozenhof voor stelde, veel veranderd. Gij zoudt hem ongetwij feld niet meer herkennen, lezer. Onder de leiding van Betsy Richard, eene zal onderwerpen, lijkt al zeer onwaarschijnlijk. .Minister Terpstra heeft het ontwerp tot wij ziging der wet-Lager Onderwijs den Raad van Stoten ttoegezonden. Minister Verschuur heeft, volgens de belofte, indertijd door Z.Exc- in de Tweede Kamer ge- xdaan, een commissie van onderzoek benoemd, naar den toestond, waarin zich de Kon. Holl. Lloyd bevindt. De oud-minister prof. mr. Treub is er voorzitter van. Den 10 Juli zijn H-M- de Koningin en H.K.H. prinses Juliana naar Tyrel vertrokken, waar zij gedurende enkele weken denken te vertoeven. [Waarschijnlijk zal de Koninklijke familie den 8 Augustus van de buitenlandsche reis op Het Loo terug zijn. Uit de Personalia: De heer Moojen, de ziel en motor der voorbereiding van het helaas door 't vuur vernietigde Paviljoen, is door de Fransche Regeering benoemd tot Officier in de Orde van het Legioen van Eer. De staatsraad prof. mr. Di. P. Di. Pabius is bij het bereiken van den 80-jarigen leeftijd met groote warmte gehul digd. Den 15 dezer viert mgr. dr. A. O. M. Schaepman, president van het Seminarium Ri- senburg, zijn gouden priester-jubileum en legt dan zijn functie als zoodanig neer. Dr- No- lens, de Katholieke Staatsman, werd, door over- n atigen arbeid afgemat, genoodzaakt eenigen tijd rust te nemen. Tot geneesheer-directeur van het Ooolsingel-ziekenhuis te Rotterdam is benoemd dr. S. A. Westra, onderdirecteur. Uit de doodenlijst: E. Cl- M. N. Burgers, ban kier te 'sGravenhage, 51 jaar. Prof. mr. W. L. P. A. Molengraaff, oud-hoogleer aar in het Handelsrecht te Utrecht, op 73-jarigen leeftijd. De rubriek der criminalia bevat overrijke stof voo reen wekelijkschen terugblik"Ik ontleen er aan, dat het getal inbraken ia de jongste dagen wederom onrustbarend was. Te Rotter dam leverde een ,,kraakje" in de Adr. Milder- straat f840 op. Bij een vechtpartij tusschen Sdaeveningers in een Haagsch kroegje werd een 24-jarige man door een schot in de nbuik, door een politie agent gelost doodelijk gewond, vijf belhamels werden in arrest gesteld. In de Rotterdamsche Willemstraat werd een fabriekje" van valsche munterij ontdekt. Ar- restatiën konden plaats hebben. Het meisjeskamp bij Maartensdijk ontving ^vi site" van een nachtelijken indringer. De kerel liet zich door 't hem geven van een som, groot f170. overreden te vertrekken. Men zoekt hem met ijver. De loopknecht van eene Rotterdamsche firma, die voor zijn patroon f800 naar het Postkantoor moest brengen, is met de Noorderzon vertrokken. Een aangeteekende brief, uit Breda verzonden, met waarde-inhoud ad f4850, is uit een Post hui ste Dordrecht gestolen met sleuteltje, dat reeds gedurende eenigen tijd zoek was. In de jongste ongelukken-serie nemen de euveldaden van het roode haantje weer een groote plaats in... Ditmaal werd deze onverbeterlijke boosdoener geholpen, in vele gevallejn, door den bliksem, welke verschillende groote en kleine boerderijen verwoestte. O-a. te Dreumel (bij Tiel) een oud kasteel en drie hofsteden. Te Amsterdam teisterde een geweldige brand de fabrieken van Becht en Dyserinck, het ge bouwen-complex van bronswerken. Te Gendt (bij Nijmegen) heeft een felle brand vier woningen in de asch gelegd. Verkeersongelukken (waarbij in enkele geval len dronkenschap van chauffeurs oorzaak van ongeval waren), alsmede de in dezen tijd des jaars nooit ontbrekende gevallen van ver'drin- vrouw met fijn gevoel en doorzicht, heeft neef al meer en meer in dat voortreffelijke, maar al te verwaarloosd boek gelezen, of wel dat door de meesten al te oppervlakkig of in 't geheel niet wordt doorloopen. Zonder juist een genie te zijn, is er in zijnen geest een heldere lichtsprankel gevallen, en 'door dezen zijn tevens de goede hoedanigheden van zijn Inart ontwik keld. Wat de moeder voor hem niet deed, weerhou den door bekrompen begrippen, heeft de beminde ten uitvoer gebracht. Diep in den schoot der aarde lag de diamant, lang moest er gegraven worden ,maar eens in het daglicht gebracht, glinstert hij helder, en Betsy is de eerste om den kostbaren steen in al zijne deugd en heerlijkheid te bewonderen. GGeest en hart heeft zij als 't ware gevormd en in plaats van er nu te blijven over heerschen, hetgeen een gewone vrouw niet nalaten zou te doen, weet zij zich integendeel weg te cijferen, te vernederen zelfs om hem die ware of schijnbare heerschappij af te staan, die de man voeren moet, wil hij aanspraak maken op ontzag en eerbied in de samenleving. Wilfried redeneert tegenwoordig zooals de meeste menschen van zijn stand redeneerem, en hij doet dit zelfs met eene zekere dosis van ge zond verstand. Hij is nergens misplaatst, en, terwijl hij zich door zijn eenvoudigheid denkt onzichtbaar te maken, wordt hij juist daardoor bij den weldenke opgemerkt. Maar wat hij altijd behouden heeft is zijn goéd Inart, zelfs iets van die gouden naïveteit, die in onze dagen zoo zeld zaam is geworden zelfs bij de kinderen. Soms lacht men nog wel eens met de tooneelen van vroeger, met de dwarsfluit, de blauwe doos, het linnenzakje, waarin hij eeuwig, op zijn iaart den schat wilde bewaren, met den eersten kus, met de gekke liefdes-verklaring en vooral met dien avond, toen hij zooveel verstand in den bruisenden champagne meende te hebben ge vonden. Dan, in die jokkernij, staat hij op, gaat hij naar zijne Betsy, en haar omhelzende, zegt hij lachend: ,,Ja, gij hadt toen een groot kind onder uw toezicht!"' '(Wórdt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 3