Ons Gourantenverhaal Zaterdag. Gebakken lever. Postelein, aardappelen-'Gries- meelrand met aardbeien. Eiersla. Hiervoor neemt men b.v. 5 hard gekookte' eieren, 1 kropje sla en mayonaise, 1 eetlepel zeer fijn gehakte peterselie. De sla wordt geplukt, gewasschen en droog geslagen in de slamand of in een schoonen theedoek en op een plat schaaltje gelegd, hierop komen de aan sdnij- ven gesneden eieren te liggen, waarover de mayo naise. Herhaaldelijk bereiken mij vragen over het maken van mayonaise en klachten over het niet gelukken er van. Het is toch inderdaad zoo eenvoudig indien men maar even den tijd neemt om de eidooier eerst 'heel goed te kloppen met 1 eetlepel azijn of citroensap, een halve lepel zout, peper en mosterdpoeder en liefst in een met heet water omgespoelde kom, waardoor deze even verwarmd is. De slaolie, die gebruikt wordt, moet van goede kwaliteit zijn en geheel vloei baar. De kurk van de slaolieflesch snijden we in tweeën en laten de eene helft er op zitten, dan loopt er met het bijschenken slechts een heel dun straaltje tegelijk in de kom. Hebben we met de garde de dooier dus goed geklopt, dan wordt in den beginne, druppelsgewijze, later iets meer slaolie bijgevoegd, tot we de vereischte hoeveel heid hebben, wordt de mayonaise te dik, dan ver dunnen we ze, door wat azijn of citroensap toe te voegen. Mits op een koele plaats gezet kun nen we mayonaise vrij lang bewaren. Woensdag hebben we watergruwel toe. We koken de parelgort op de gewone wijze, voegen de suiker er aan toe, maar nemen inplaats van rozijnen afgeriste bessen en versche bessensap, deze verkrijgen we door b.v. één pond gewas schen bessen met een halve liter water op te zetten en op te koken, door de paardeharen zeef wrijven en bij de parelgort voegen. We nemen dan 1 pond bessen voor de sap, 2f/2 ons parelgort, 2 ons suiker, 2 L. water en geriste bessen. Vleeschkockjes met tomaten: 400 gram koud varkensvleeseh, 1 ei, 1 sneedje oud brood, 1 klein uitje, 1 eetlepel geh. peterselie, zout, noot, a a t> tomaten. Het vleesch hakken of malen we heel fijn en vermengen het met het geweekte brood, 'net ei, zout, noot het zeer fijn gehakte uitje en de peterselie en bakken er daarna in boter of del- frite ronde koekjes van, die we op een ver warmde schaal overbrengen, de tomaten vah de velletjes ontdoen en aan plakken snijden, die we eveneens in boter in de koekepan bakken en op de*schotel om de vleeschkoekjes heen schik ken. Hier en daar een takje peterselie. Tomatenommelet. 4 Tomaten, 15 gram bloem, 3 eieren, 1 ui, zout en boter, 1 eetlepel fijn gehakte peterseile. Die tomaten worden van de velletjes ontdaan door ze even in heet water te laten liggen, daar na worden ze gezeefd en met de bloem ver mengd; de eieren worden met het zout goed ge klopt en bij de puree gevoegd, evenals het zeer fijn gehakte uitje en de peterselie, daarna in bo ter ge"bakken. DIE INRICHTING VAN ONS HUIS. Meubels naar maat Om verschillende redenen keert men tegen woordig meer en meer terug tot de goede oude gewoonte om niet uitsluitend afgewerkte meu bels te koopen, doch als het zoo uitkomt ook eens iets op maat te laten maken door een 'timmerman of meubelmaker. D|e moderne wo ningen met hun uiterst beperkte ruimte dwin gen ons ertoe, onze meubelen zoodanig te kie zen, dat de ruimte zooveel mogelijk wordt be nut. Er wordt in tal van zaken een ruime keuze van meubelen aangeboden, waftrdoor als regel aanmaak op maat niet noodig is, doch als aan vulling van ons meubilair is dit toch dikwijls gewensdht. Behalve het voordeel van de goed passende maten heeft men precies de uitvoering, die men het. liefste ziet, dikwijls nog voor min der geld. Want als wij naar een meubelmaker gaan, met een teekening, die wij zelf hebben ge maakt, behoeven de door hem vervaardigde meu bels volstrekt niet duurder uit te komen, vooral wanneer men vooraf de prijs bespreekt. Meubels op maat komen in moderne woningen in vele gevallen van pas, omdat wij nu meubels moeten afschaffen, die men vroeger in elk huis vond. Zoo vond men altijd een groote boekenkast in de studeerkamer van den heer des "huizes, waarin hij zijn bibliotheek kon bergen. Die kast hd maar één fout: ze was te groo't voor het aantal boeken, dat men bezat. Daarom werden er tal van andere dingen in weg geborgen, in de eerste plaats het likeurstel. «Soms vond men er zelfs linnengoed in. Doch de illusie, dat men zoo' ngroote bibliotheek bezit, is geen levens behoefte. Nu het moet, kan men er buiten- Thans behoeft de boekenkast slechts zo ogroot te zijn, dat. men er zijn boeken in kan bergen, die wer- kei ijk gelezen worden en daarom voor het grij- pen staan. Dlus één rij boeken op elke plank, zoodat w ijmet een ondiepe kast volstaan kun nen. Onderin kan men dan een breeder kastje ma ken voor grootere werken, platen, enz. Een tweede voorbeeld. Een ^kabinetje wordt gebruikt als slaapkamer voor één persoon, het moet dus een bed, een tafeltje en een stoel bevat ten, benevens een groote kleerenkast. De laatste geeft de moeilijkheid, want zij is te diep en neemt dus te veel ruimte weg, terwijl zij ae wand waartegen zij geplaatst wordt, niet vol doende benut. Wij moeten dus een groote, ondiepe kast hebben, die de geheele wand bedekt en b.v- bestaat, uit een ,,legkast'". in het midden met links en rechts een hangkast. D«e totale berg ruimte daarvan zal, ondanks de geringe diepte, toch veel grooter zijn. Nog een voorbeeld. Wij hebben een grama- foon, die op een tafeltje moet staan. Het is dan gewenscht een tafelblad te nemen van precies dezelfde afmetingen als de gramofoon met daar onder een kastje, waarin op talrijke dicht boven elkaa rgelegen plankjes de platen worden opge borgen. Desgewenscht kan men opzij daarvan een even groot open kastje aanbrengen met slechts éen plank, dit is een practische bergplaats voor boeken en tijdschriften, terwijl de bovenkant van het open kastje een handig tafeltje vormt voor de afgespeelde of nog te spelen gramofoonplaten'. Zoo kan men een plank of kastje voor hand schoenen en kammen laten aanbrengen onder de spiegel in de gang, een ondiep open kastje voor boeken of tijdschriften onder de vensterbank, ee ntafeltje voor bloempotten, een toilettafeltje met bergruimte in een verloren hoek van de kamer. Natuurlijk moeten alle bijzonderheden met den timmerman worden besproken: de maten, de soort hout, de dikte van de planken en de afwerking met verf, politoer, beits of lak. De ontwerpen behoeven in het geheel geen perspectivische teekeningen 'te zijn. Vooraanzicht en zijaanzicht op maat geteekend zijn voldoende. Het beste is, op een schaal van 1 op 10 te teeke nen op millimeterpapier. Zulke zelf gekozen en ontworpen meubelen staan ons natuurlijk veel hader dan gekochte en de bezitter beleeft er dan ook veel plezier van. EEN GEZELLIG HUIS DE TAAK DER HUISVROUW. De gezelligheid van het huis hangt bijna uit sluitend af van de smaak en de zin voor orde van de huisvrouw. Haar taak is het dan ook, de gezelligheid van het huis aan te kweeken en het te maken tot een plaats, waar rust en aflei ding is te vinden voor den man, die vermoeid van zijn werk thuis komt, tot een plaats, die een gezonde en vroolijke omgeving biedt voor haar kinderen. Die huisvrouw heeft grooten in vloed op de keuze der inrichting, terwijl haar praktische zin voor elk stuk de juiste plaats en het juTiste gebruik ziet. De moderne huur- wwoningen der groote steden zijn uit den aard der zaak alle volgens bepaalde schema's ge bouwd, nuchter en gelijkvormig. Het is het werk van de huisvrouw, één van die vele woningen te maken tot een werkelijk tehuis, dat aan de bijzondere behoeften van een Wpaald gezin vol doet en ongemerkt prettig en gezellig aandoet. Daarvoor behoeft zij niet eens zooveel uit te geven. Moet zij nieuwe meubels koopen, dan kan zij vóór betrekkelijk weinig geld (en met veel overleg) wonderlijk goed slagen. Heeft bij werkelijk goede, oude erfstukken van haar fa milie over, dan zullen de mooi gewreven maTioni- houten meubels, de diepe ouderwetsche sofa's dubbel gewaardeer d(worden. Moeilijker wordt de zaak wanneer het geen rjeubels zijn uit die practische en gemoedelijke oude tijd, maar wan staltige producten van de daarop volgende over gangsperiode met tal van hinderlijke, gewrongen en ingewikkelde versierselen. Dan moeten er ra dicale maatregelen worden genomen. Diie kosten niet eens veel geld. Men laat eenvoudig een goéde meubelmaker komen. Alle sfofvefzaimëlendè ver- versierselen zijn spoedig weggenomen en men krijgt de meubels in hun eenvoudige, oorspron- kelijken vorm terug. Met blijde verbazing zal iedereen de verandering begroeten, doch niemand is zo overheugd als de huisvrouw, die jaar op jaar vele uren van onvruchtbaar werk heeft moeten opofferen aan het stofafnemen. De meubels zijn een groote factor in het huis, doch ze zijn niet het eenige. Lidnt en zon, bloe men, lichte gordijnen, vroolijke kleedjes, kus sens en lampekappen, allerlei schijnbare kleinig heden werken mee om een gezellig ingericht huis te verkrijgen. De huisvrouw kan beter voor dit alles zorgen dan iemand anders, want zij Brengt het grootste gedeelte van den dag in het huis door en heeft dus meer gelegenheid om op te merken wat hier ontbreekt, wat daar .verbeterd moet worden. Het dagelijksch gebruik leert haar, welke weg zij moet kiezen, het eigen werk aan 'de inrichting geeft voldoening. Bijna alle vrouwen houden van handwerken, waardoor zij zich altijd aangenaam kunnen bezighouden en stukje bij beetje dingen kunnen vervaardigen, die hun huis aantrekkelijker maken. Zoo worden soms de kunstigste kleedjes gemaakt of kleine tapijtjes voor de erker, voor de schrijftafel, die niet onderdoen voor echte tapijten. Ook eenvoudige handwerken kunnen een mooi effect teweeg brengen, van bonte wol kan men allerlei voorwerpen breien of haken, die zoo'n vroolijke aanvulling van de inrichting vormen; met eenvoudig boniuurwerk kan men aardige kleedjes en kussens versieren. Niet elke huis vrouw kan hiervoor tijd vinden, doch dan is er toch nog veel te maken van de smaakvolle pro ducten der industrie, vroolijk gestreepte stoffen, die niet verschieten, ook niet door de zon, be drukt linnen e.d- laten zich gemakkelijk ver werken tot mooie gordijnen, kussens en kleedjes, die vooral bij de lichte rieten meubelen zoo aar dig staan. Wat is het overigens jammer, dat men deze prettige, gemakkelijke rieten meubelen nog altijd verbant naar balkon of vestibule en ze voor de kamers niet als volwaardig beschouwt. In een gezellige woning moet ook aan de leven de natuur een plaats worden ingeruimd. Niet iedereen is in de gelegenheid om dieren te hou den, doch planten en bloemen mogen nergens ont breken. Eigenlijk moesten er in elke kamer een paar staan, zelfs op de schrijftafel in de stu deerkamer .En voor alles op de etenstafel- Het kost heusch niet zooveel werk en wat veran dert de heele kamer er niet door. Zelfs in den winter kan men nog genieten van hyacinthen in glazen of va nkleine roode en witte primula's in porceleinen potjes ,waar men maanden lang plezier van heeft. In de lente vult men de vazen met wilgenkatjes of sneeuwklokjes, 's zomers met j eenvoudige veldbloemen, in de herfst met heide, bonte bladeren of takken met bessen. Zoo wordt 1 ook bij de kinderen liefde gewekt voor bloemen, die de aantrekkelijkste versiering van een huis zijn. Een plank met bloempotten in de kinder kamer is een bron van vreugde, de kinderen kunnen sierboonen en Oost-Indische kers plan ten en met aandacht de groei van de planten volgen. En de heele kinderkamer dóét prettig en vroolijk aan als daar voor 'de lichte ramen een rij bloeiende planten staat. Met deze middelen is elk huis gezellig te maken, hoe klein of hoe groot 'net ook is. Het komt er slechts op aan, kamer voo rkamer te ver anderen, te moderniseeren, op te 'fleuren en aan te passen aan de behoeften van het dagelijkscta 'leven. Dag aan dag werkt de huisvrouw met lust en liefde aan deze taak, niet altijd met haar han den, dikwijls alleen door rond te kijken, na te denken, te overleggen. KLEINE WENKJEN. Als de muur brokkelig is of als men iets zwaars wil ophangen, wordt het van tevoren' gemaakte en met water bevochtigde gat voor den spijker opgevuld met een dik papje van g'ips met water. In het nog vochtige gips wordt dan de spijker geslagen; men kan ook een pun tig stukje hout in het gips slaan en in tiet hout de spijker. Het gips moet goed hard zijn, voor dat de schilderij er aan wordt opgehangen. Als leeren overtrekken van stoelen dof wor den of beginnen te kreuken, moeten zij wo: opgewreven mét watten, die in eiwit zijn ge doopt. Als een warme schotel een witte kring heeft gemaakt op een eikenhouten tafel, kan men dez emet brandspiritus weer wegkrijgen. Is de tafel echter gevernist, dan is het vernis verdwe nen door de hitte en moet de plek opnieuw be handeld worden met vernis van dezelfde kleur. Week varkensvet gemengd met paraffine is een uitstekend middel om tegels op te wrijven Het neemt bovendien vrijwel alle vlekken weg. Men beproeve het echter eerst op een klein ge deelte van de vloer, om'dat het deze soms hin derlijk glad maakt. DE GEVAREN VAN D|EN ZOMER. ïsasör -tto- Hoe beschermen wij onze zuigelingen De beste bescherming voor het kind is moedermelk, daarom moet het in het warme jaargetijde niet gespeend worden, wanneer dit niet absoluut noodzakelijk is en zeker niet zon der eerst den dokter te raadplegen. j Het. kunstmatig gevoede kind moet uiterst voorzichtig behandeld worden, melk en pap moe ten na het koken op een koele plaats bewaard worden en alle kookgerei, fleschjes en spenen worden zorgvuldig schoon gehouden. In de middaguren mag het kind nocjit bui tenshuis gebracht worden in de felle zonneschijn binnenshuis en in de schaduw van boomen 'neeft 'het weinig last van de warmte, als de kleertjes maar dun genoeg zijn, Om dezelfde reden zijpg koude afwasschingen aan te bevelen, evenals een niet te zacht bedje en een "dunne lichte deken' Blij ongesteldheden. Bij elk teeken van ongesteldheid, vooral fcfij braken en diarrhee, wordt dadelijk de dokter gehaald, in afwachting van zijn komst geve men de baby niets te eten of te drinken. Tegen de dorst mag het alleen wat slappe thee hebben, die met saccharine, niet met suiker, zoet wordt gemaakt en lepeltje voor lepeltje wordt ingege ven, Biat zijn alvast vier hoofdregels, die men on der alle omstandigheden in acht moet nemen. Nu nog een woordje over het afkoelen van de melk. 'Hoe belangrijk dit is, blijkt wel uit het feit, dat in 1912 nog 1/3 van alle zuigelingen aan voedingsstoornissen, voornamelijk diarrhee, stierf, tegen 1/10 in 1930. Verder is in die'jar en de zuigelingensterfte over het algemeen sterk verminderd, terwijl thans het aantal sterfgeval len in den zomer niet noemenswaardig meer toeneemt. Deze groote verbetering is er voor-- namelijk aan te danken, dat meer en meer in alle lagen der bevolking de moeders zelf hun kinderen gaan voéden, doch daarnaast heeft er toch zeker ook toe bijgedragen dat de melk- certrale steeds meer verbeterd is en dat de moe ders er thans beter van op de hoogte zijn, hoe zij ■de melk moeten behandelen. Blereiding. Eerst wordt de melk gekookt om alle schade lijke "bacteriën te dooden. N ukomt het er echter op aan, te voorkomen, dat zich weer nieuwe bac teriën vormen. In de winte ren op koude dagen is het genoeg, de melkkoker dadelijk na het ko ken van het vuur te nemen, af te koelen in een grootere pan met koud water en dan op een koele plaats of in een goede kelder te bewa ren. In het voor- en najaar en op koele zomer- dagc nwordt de melkkoker in een platte braad pan of andere lage bak gezet, waarna men bij voorkeur door een gummislang het leidingwa ter er langs laat loopen, totdat de melk geheel koud is geworden. Het water in de bak moet af en toe ververscht worden. Het koel houden van melk of ander kinder- voedsel geschiedt natuurlijk het beste in een ijskast of electrische koelkast, doch die is tame lijk kostbaar en kan zonder bezwaar vervangen worden door. een hooikist. De goed afgekoelde melkkoker of de gevulde fleschjes worden in een emmertje in de hooikist geplaatst, bij voorkeur met wat ijs. In warme landen is men van oudsher gewoon, spijzen en dranken koel te houden in aarde werk. De poreuse, niet verglaasde bloempot is in Europa het beste vat van aardewerk om koude en vochtigheid te bewaren. In een pan wordt een goed vochtige bloempot geplaatst, waarna de pan halverwege met koud water wordtge vuld. De melkfleschjes worden er mét wat ijs ingezet en daarna zet men er een tweede, even eens goed vochtig gemaakte bloempot overheen. Als deze laatste bloempot iets kleiner is, zoodat de randen niet op elkaar komen, maar de potten in elkaar sluiten, zijn de resultaten het beste. Het fleschje. Een klein pannetje en kleinere bloempotjes juist groot genoeg voor één fleschje melk, zijn aan to oevelen in kleine woningen, waar men buiten de warme keuken geen bewaarplaats heeft. Zoodra het kind een fleschje Ineeft leeggedron ken, wordt dit schoongemaakt, opnieuw gevuld en weer tusschen de bloempotten bewaard voor de volgende maaltijd. In dit geval behoeft de melk slechts drie uur goed gehouden te wor den, wat de kans op bederf sterk vermindert!. DE ZONDERLING. Het was in een weinig rooskleurige stemming, dat James Briggins op weg was naar zijn kantoor. Het was prachtig weer en afgunstig keek hij naai de prachtige auto's, die onophoudelijk langs hem heen gleden en die niet zelden werden bestuurd door snoezigemeisjes in elegante zomerkleeding. Hoe gaarne zou hij ook zoo'n auto hebben bestuurd, om er mee naar het golfterrein of naar zijn club te rijden, in plaats van naar het bedompte kantoor van notaris Jelsson te loopen, waar hij tot 's avonds laat hard moest werken. Met deze bittere gedachten vervuld, nam hij op dien morgen op z'n hooge kantoor-kruk plaats en begon, als eiken dag, automatisch zijn werk te doen Hij was evenwel nog geen half uur bezig, toen de electrische bel klonk, het sein, dat hij bij den no taris moest komen. Hij haastte zich naar diens ka mer, waar de notaris hem mededeelde, dat hij met hem naar een ouden rijken heer moest gaan, die zyn testament wenschte te maken. Met de auto van den notaris reden ze er heen en weldra stonden beiden in de salon van een deftig groot heerenhuis wachtend op den cliënt. Na ongeveer tien minuten strompelde deze, met een knorrige uitdrukking op het gezicht, de salon binnen en verzocht zijn bezoekers, na een korte be groeting, met het vaststellen van het testament te beginnen. Nadat hij eenige legaten, voor zijn perso neel had vastgesteld, streek de oude man zich na denkend langs de kin en keek tenslotte boos naar den notaris. „Ik weet waarachtig niet, aan wien ik m'n ver mogen moet nalaten," bromde hij. „Familie heb ik Goddank niet en vrienden ook niet. Ik geloof dat ik het beste doe het aan een eerlijken jongeman te vermaken. Weet u misschien iemand?" De notaris glimlachte flauwtjes. Hij was aan zon derlinge menschen gewoon, maar dat iemand bijna een millioen na zou laten aan een hem totaal onbe kende, leek hem te gek, om lang over na te denken. Hij nam het geval dan ook van den humoristischen kant op. Onwillekeurig bleven zijn oogen op zijn bediende rusten en plots zei hij„Wat zou u denken van mijn bediende, hier? Voor zijn eerlijkheid kan ik instaan." De oude heer wierp een vluchtigen blik op James. „Goed," zei hij, „vul zijn naam dan maar in." Maar gauw alstublieft, want ik heb weinig tijd. James vertrouwde zijn ooren nauwelijks. Hij zou de erfgenaam worden van een vermogen van een millioen gulden. Het was te mooi of te gelooven. Maar toen hij met zijn patroon 'n kwartier later het huis verliet, moest hij het gebeurde wel als een feit aanvaarden. Hij was dol van vreugde, maar deze bekoelde aanmerkelijk, toen de notaris hem ver telde, dat hij nu reeds de derde bediende was, die op deze wijze door den ouden zonderling was be dacht. Zijn mistroostigheid keerde weer terug, even snel als zij was verdwenen. Twee dagen later werd zijn aandacht getrokken door een groote menschenmenigte, die langs den kant van het water stond. Een oude heer was in het water gevallen, doch niemand stak een hand uit, om den drenkeling te redden. Zonder zich lang te bedenken, trek James zijn jas uit en spring in het water. Hij was een goed zwempier en slaagde er weldra in den drenkeling op het droge te brengen. Tot zijn schrik zag hij, dat het de oude zonderling was, wiens testament hem als universeel erfgenaam had aangewezen. Hij drong snel door de menschen menigte en spoedde zich naar huis om droge kleeren aan te trekken. Toen hij 's middags weer op het kantoor verscheen deelde de notiaris hem glimlachend mede, dat ze beiden weer naar den ouden man moesten gaan, omdat deze zijn testament wenschte te veranderen. „Ik heb het je wel gezegd," zei hij. „Ik ben be nieuwd te hooren, wie nu de gelukkige zal zijn." Toen zij weer in het deftige huis waren, werden zij in de slaapkamer ontvangen, want de oude heer was door zijn onvrijwillig bad ernstig ziek geworden. „U moet een ander testament maken," zei hij met zwakke stem. „Twee dagen geleden zou ik bijna ver dronken zijn, als een jonge man mij niet met le vensgevaar had gereed. U moet zien te weten te komen, wie hij is, want ik wil hem tot mijn erfge naam maken." „Dat is niet zoo héél moeilijk," zei de notaris glimlachend. „Die jonge man is mijn bediende, die hier voor u zit." Verbaasd keek de zieke James aan, „Ik daijk u," zei hij, met iets hartelijkheid in zijn stem, en drukte hem de hand. „Dan kunnen we het testement dus laten, zooals het was". Den volgenden dag kwam het bericht, dat de oude heer 's nachts was overleden. Een maand later vertrok een elegant gekleed jong-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 5