Voor Verstrooiing en Verpoozing iüensch in een prachtige auto haar het buitenland, vast besloten, in gezelschap van een goed gevulde portefeuille eens heerlijk van het leven te gaan ge nieten. (Nadruk verboden). W. BRENNER. IN DE RADIO-CABINE. De radio op zee. De Omroep als waarschuwing tegen ijsbergen. Een oproep in den nacht. Een kleine duur springt open en de vriendelijke gezagvoerder laat mij voorgaan in de seinkamer. Het is een geheimzinnig vertrek; de muren schit teren en blinken van de instrumenten. Met de koptelefoon op de beide oorschelpen geklemd zit de jonge radio-telegrafist en luistert aandachtig. Zijn rechterhand bespeelt met een voor leeken onge loof elijk lijkende snelheid op de Morse-seinsleutel. Hij begint juist te zenden en na een korte voor stelling heeft de telegrafist moeite om zich zoo nu en dan beleefdheidshalve even met mij te bemoeien, zoo neemt zijn werk hem in beslag. Wij beiden, de kapitein en ik, hebben nu ook op zijn uitnoodiging een koptelefoon opgezet en wij luisteren naar het gekras en gekraak, dat ontstaat door het zoeken naar verschillende stations, die hier op de Oostzee alle op Hrten afstand van elkaar in den aether rendtallen. Buiten schemert het reeds. Aan onze rechterhand zien wij door de patrijspoort de Pom mersche kust «nel verdwijnen, aan den anderen kant zien wij nog juist hoe de zon bloedrood in zee verdwijnt. Het groote 2250 ton-passagierschip loopt thans op volle snelheid. Wonderlijk geheimzinnig is de sfeer in deze sein kamer nu de duisternis van de voorjaarsnacht lang zaam is gedaald. Ons stoomschip is uitgerust met een fonkelnieuwe, sterke 2'/a K.W.-zender en staat met deze installatie aan de spits van de schepen van zijn formaat. De groote Scandinavische zenders moeten allen evengoed te hooren zijn. Daar het Duitsch mij echter beter bevalt dan de Scandina vische talen (waarvan ik helaas geen syllabe versta), verzoek ik den telegrafist beleefd eens een Duitsche zender te laten hooren. Het verwisselen van spoelen geknetter gekras van een Engelschc station en dan plotseling hard-opklinkendmuziek! Dat is König wusterhausenDe zender klinkt inderdaad bijzonder goed. Wij kunnen echter slechts enkele minuten luisteren. Want de seinkamer is niet be stemd voor het amusement van de passagiers; om dé twee minuten wordt er weer afgestemd op glof- lengte 800 Meter, de aethergolven voor het zeever- keer, waarop alle schepen zijn afgestemd en waar over elk schip haar mededeeligen, noodkreten en hulpseinen kan doorgeven en verzenden. Het kan ook zijn, dat. Swinemünde waarheen ik zoojuist een draadlooze groet aan mijn achtergebleven echt- genoote heb laten seinen ons iets te zeggen heeft. Daarom roepen wij het station Swinemünde aan. Maar het heeft geen nieuws voor ons en wenscht ons slecht morsetelegrafisch „G. A.", hetgeen een afkorting is voor het Duitsche „Guten Abend". Wij antwoorden natuurlijk als goede Germanen met een uit punten en strepen samengesteld „D. S." (danke schön). Tusscchen twee haakjes de vrome wensch van Swinemünde heeft ons bitter weinig geholpen, want wij kwamen in een Noord-Oosten-bries terecht, die ons hard aanpakte en menige maag binnenste buiten keerde. Van golflengte 800 Meter springen wij weer over op een anderen zender en zoo krijgen wij heen en weer schakelend zender na zender te hooren. Taal na taal ruischt ons voorbij, Warschau en Moscou verscheuren haast onze trommelvliezen, zóó sterk zijn zij te hooren. De donkere Oostzeehemel boven ons is verzadigd van harmonieën, die uit alle landen hier zijn samengestroomd, tegen elkaar 1 botsen, stooten, doordringen, elkaar overstemmen, 1 hier en daar begeleid door een donderend geraas atmosferische storingen. Mijn vriendelijke buurman heeft nu weer tijd om een praatje te maken. Hij vertelt van de wonderen 1 der „doode zones" en van de sprongen die de zoo- j genaamde „bodemgolven" der Omroep maken, hoe hij eens in de Golf van Aden een gedeelte heeft ontmoet, waarin hij geen enkel station hoegenaamd kon ontvangen. Ailes werd daar geabsorbeerd. En hoe hij bij het verlaten van de Roode Zee plotseling Königswusterhausen prachtig had gehoord. Hij ver telt van nieuwe, voor de scheepvaart van meer dan buitengewone beteekenis als met de „Titanic", die door de ijsbergen werd geramd en die met ruim 1000 menschen reddeloos in den Atlantischen Oceaan zonk. Hij verhaalde, dat er een inrichting was uitge vonden, waarmede zendgolven onder water worden uitgestuurd. Deze golven keeren, zoodra zij op een hindernis stooten, langs haar eersten weg weer terug en signaleeren aldus onder water uitstekende ijsbergen, klippen, enz., zoodat het schip onmid dellijk van koers kan veranderen. Hij beschrijft enkele andere uitvindingen, die reeds bewerkt heb ben, dat in het ontvangststation van het schip een bel werking wordt gesteld, zoodra op een bepaalde golflengte signalen in den aether zijn, speciaal noodsignalen. Dit is van een enorm voordeel voor de nachtelijke uren, waarin de vermoeide telegrafist waarvoor geen aflossing klaar staat, zich voor enkele uren heeft neergelegd om wat te rusten. Hij wordt dan automatisch door de bel gewekt en kan on middellijk ingrijpen. Zwijgend zitten wij te luisteren en peinzen over deze nieuwe ontdekkingèn uit het rijk der radio techniek. Geen vrees voor ijsbergen meer in den toekomst, geen bedreiging van de scheepvaart voor taan meer door de groengrijs-geschilderde zeemon sters, die de romp van een schip openscheuren en de grootste zeekasteelen binnen enkele minuten doet verdwijnen onder de scchuimende golven. Overal, overal nieuwe mogelijkheden, en nog steeds blijven er velden braak liggen, waar ook de radio weer grootsche taken heeft te verrichten. Belgeklingel in het holst van den nacht, dat de ingeslapen mar conist naar zijn plicht roept. Geen S.O.S. meer Ar- loren gegaan in den aether geweldige perspec tieven! Een uur in de seinkamer op zee een blik in de enorme mogelijkheden van het menschelijk vernuft, die hier niet in dienst is gesteld van de vernieling, doch die hier medewerkt tot de instandhouding van het menschelijke leven, in den zin van den Godde- liiken Schepper. (Nadruk verboden). LUCHTSCHEPEN EN FANTASIE. De Franschman de la Landelle construeerde een „luchtschroef-oorlogsschip", dat bestond uit een schip, met een stoommachine, waarop twee assen, inplaats van masten, waaraan een viertal boven elkaar aangebrachte vierbladige propellers tegen elkaar in draaiden. Deze wonderlijke vliegboot is gelukkig misschien! nooit uitgevoerd. In het jaar 1670 had de Italiaansche Jezuïten- pater, Francisco Lana, in Brescia een luchtschip ontworpen, dat zou opstijgen door middel van luchtledige holle kogels van koperblik en dat door middel van een zeil werd bestuurd. EEN ZUID-AMERIKAANSCHE LEGENDE. Een legende van Tezcatlipoca. In de dagen, voodat Columbus de oogen van Europa op Amerika richtte, waaren daar inboorlin gen, die zulk een hoog peil van beschaving hadden bereikt, dat deze reeds was vergaan, toen Columbus landde. Natuurlijk loopen er allerlei verhalen over die oude beschaving en vooral in den laatsten tijd dringt men in sommige oerbosschen door en treft daar overblijfselen van steden en tempels aan, die wijzen op een buitengewone kennis van kunst en techniek. Of de vroegere bewoners van Amerika ooit in aan raking met de Europeanen zijn geweest, kan men met geen mogelijkheid nagaan; misschien is deze beschaving ook geheel vanzelf ontstaan, evenals in Europa, misschien hebben de Phoeniciers, de eerste wereldreizigers reeds de eerste gronden voor de beschaving in dat werelddeel gelegd en is hierop verder voortgebouwd. Wie zal het zeggen? Toen kwamen de Spanjaarden in Zuid-Amerika zij vonden in het Incaland (Incas is een indianen stam), dat zij moeizaam veroverden, goud en zilver en namen dit mede naar Spanje. In Noord-Amerika woonden de Roodhuiden en tusschen die beide landen in, was Mexico gelegen, waar de beroemde held Texcatlipoca woonde en heerschte. Hij was boodschapper der Goden, evenals in Griekenland vroeger Hermes. Volgens de Mexicaansche beschrijvingen moet Tezcatlipoca er wonderlijk hebben uitgezien: hij was overdekt met gouden en zilveren versierselen, zijn handen waren met gouddraad doorvlochten en veeren versierden zijn hoofd, en groot, gouden versiersel bedekte zijn borst, om zijn armen droeg hij breede, gouden spangen en in zijn linkerhand hield hij een gepolijste, gouden spiegel, door zijn onderlip stak een kristallen buisje, waarin een zeld zame blauwe veer was geborgen. Hij was een groote, forsche man, en dat was wel noodig, want als boodschapper had hij soms groote afstanden af te leggen. Daarom hebben de Mexicanen op vele punten banken gebouwd, opdat hij daarop zou kunnen uitrusten. Als de boodschapper van de Goden terug kwam, na het ontvangen van zijn opdracht, daalde hij neer langs een touw, dat was gevlochten uit draden van spinnewebben. Dat is een tamelijk gevaarlijke ma nier van doen, zullen jullie zeggen, maar onthoudt het goed: boodschapper van de Goden doen nu eenmaal altijd dingen, die een gewoon menschen- kind in de grootste moeilijkheden zouden brengen. Tezcatlipoca kreeg het op een goeden dag bij voorbeeld eens in zijn hoofd om op het marktplein van de stad Tulla te verschijnen. Hij had de gedaan te aangenomen van een knappe, jonge vreemdeling, die peper verkocht en trok onmiddellijk de aan dacht van de menschen. De prinses van de stad zag hem en was dadelijk hopeloos verliefd op hem Toen hij weer verdween, werd zij ziek van heim wee. Toen kwam de boodschapper weer spoedig terug en huwde met haar. Maar de menschen van de stad Tulla vonden het niet prettig, dat hun lieve prinses met die arme vreemdeling trouwde. Zij wis ten niet, dat het Texcatlipoca was. Toen kwamen zij in opstand. Dat was net naar de zin van Tezcatlipoca, want als er iets was, waarvan hij hield, dan was het wel van vechten. Hij behaalde een glansrijke overwin ning en noodigde de overwonnen uit om bij hem een feestmaal te komen gebruiken. Maar toen heeft hij een leelijke smet op zijn tot nog toe ongeschonden naam geworpen. Na het eten heeft hij gezongen en danseressen laten optreden waarna hij zijn gasten uitnoodigde hem te volgen! Toen heeft hij ze allen op een brug gebracht; vèr beneden de brug in een duizelingwekkende diepte bruiste een sterke bergstroom en toen allen op de brug waren, hakte hij de kabels, waaraan de brug hing door en allen stortten in de diepte Het gevolg hiervan is, dat de Mexicanen hem niet altijd aantrekkelijk uitbeelden. Het is eigenaardig op te merken, hoe dezen halfgod zoowel goede als slechte eigenschappen werden toegeschreven. De Groeken deden dit ook: hun goden waren allen zeer menschelijk, zij vierden feest, dronken wijn en waren zelfs eens heelemaal meer zinnen boven hun theewater, zouden wij zeggen en vertoonden de meeste slechte eigenschappen van gewone men schen. Zij hadden echter op de gewone menschen voor, dat zij met een boven-natuurlijke macht be kleed waren, gedaantes konden aannemen, enz. De Goden en de helden van de verschillende landen hebben ook verschillende namen, maar in hoofdzaak kan men toch steeds weer dezelfde per sonen erin aantreffen. Bij alle volkeren zijn zij in twee partijen verdeeld, die voortdurend tegen elkaar strijden. (Nadruk verboden) WAT KLOPT HIER NIET? Alle vijf der hier afgebeelde voorwerpen bevatten een kapitale fout. Spoor deze fouten op. Als je ze hebt gevonden, kijk dan elders in deze rubriek. Daar staat de oplossing. DE MAGISCHE FIGUUR. Drie verschillende figuren bevinden zich behalve het symbool der Wijsheid, de uil, in bovenstaande teekening. Het zijn de ster, de driehoek en het parallelogram. Van iedere figuur zien wij één groote en twee kleine figuurtjes. Wie kan de kleine met de daarbij behoorende groote figuur verbinden, zonder dat de lijnen elkaar kruisen of de Uil in het midden raken? OPLOSSING: „WAT KLOPT HIER NIET?" Bij de vulpenhouder zit het knopje van den vestzakhouder naar de verkeerde kant; bij de krul- tang is geen scharniertje aanwezig, waarom de beide helften draaien en waarmede zij op elkaar zijn bevestigd; bij de lamp is nergens een snoer aan wezig, dus kan de lamp niet branden; bij de pomp zit het slangetje boven inplaats van beneden, dus geeft de pomp geen lucht; bij de bril is de brug over de neus verkeerd geplaatst ten opzichte van dé VOOR ONZE MEISJES. vele werk, dat voor de overgangsrepetities gemaakt moest worden door de meisjes van de MULO- Scholen. Ik vond het daarom beter mijn handwerkjes wat aan te houden, maar nu ik van alle kanten weet briefjes ontvang van meisjes, die graag weer willen werken, zal ik het weer eens probeeren. Ik kan mij heel best begrijpen, dat er niet altijd gelegen- heid is voor handwerken en dan, de winter leent et zich meer voor, dat geef ik jullie graag toe. Ik ben dan ook heelemaal niet boos hoor, Aube, zooab jij onderstelde omdat je zoo lang niet meewerkte Geniet jullie maar volop van je vacanties en gaat zooveel mogelijk naar buiten met het mooie weer de zomer is weer zoo gauw voorbijVoordat ik echter begin met maken van een bal te beschrijven, wil it echter eerst nog eens vragen, om door te gaan met je briefjes aan mij; al werk je niet mee, ik verlies mijn handwerkvriendinnen niet graag; van ver- scheidene meisjes heb ik al een heel stapeltje brie- ven, die ik allemaal bewaar. Je schrijft mij maat eens, wat jullie van plan bent in de groote vacantie te gaan doen en hoe het op school met de verhoo- gingen is afgeloopen; er is zooveel wat jullie me vertellen kunt, niet? Jullie weet, ik stel steeds heel veel belang in alles wat je doet. De briefjes worden netjes geschreven, zal je? Vet- der krijg ik je naam en adres op ieder briefje dui delijk vermeld en de nieuwe vriendinnetjes schrijven zeker ook wel even hoe oud ze zijn. En nu meisjes wie wil gaat aan het breien! We zullen een bal gaan breien en wel in zes vakken. Het is heel gemakkelijk om b.v. restjes wol op te maken, omdat je maar zoo heel weinig voor elk vakje noodig hebt. Maken jullie de bal voor een baby, dan is het mooier om wat rose en witte of lichtblauw en wit te kiezen. Ook van frotté zijde ziet de bal er aardig uit, b.v. zacht groen en rose, en vooral niet te dunne naalden. Nu hangt het af van de grootte van de bal, die jullie wilt maken, of je 8 of 1.0 of 15 steken opzet We zullen maar denken, dat we een middelmatige groote bal gaan breien en zetten 10 steken op. Wij breien steeds naalden rechte steken en breien de eerst naald 10 steken. Tweede naald: 1 steek breien, meerderen in de tweede steek, naald uit breien op 1 steek na, waarin we meerderen, laatste steek breien. Derde naald: deze heeft dus 10 plus 2 gemeerderde steken; zoo gaan we verder met aan het begin en aan het eind te meerderen, totdat de 30 steken op de naald hebben, dus aan het begin en aan het einde van de naald 10 plus 10 steken bij ge-meerderd hebben en zoodoende het drievoud van de opzetsteken heb ben verkregen. Nu gaan we verder met heen en weer recht breien en minderen aan het begin en aan het einde der naald, totdat we eindelijk weer 10 steken over heb ben gehouden. Het eerste vakje is nu af en wij beginnen het tweede met een andere kleur wol, meerderen weer, totwe 30 steken tellen op naald en minderen daarna tot 10 af, tot we zes vakjes hebben gebreid. Dan kanten wé af. De schuine kanten van de eene zijde worden nu dichtgenaaid en de bal opgevuld met sponzenknopsel of houtwol, dat we eerst stevig met een velletje pak- watten omwikkelen en binnen in "de gebreide bal stoppen, waarna wij aan de andere zijde de schuine kanten dicht naaien. Wil jullie deze bal voor spiegelbal gebruiken, dan haak je een eind losse steken en naait de bal hier aan, of wel je koopt een smal'lint, dat er bij kleurt en bevestigt de bal hieraan. Aan het andere van het lint maak je een aardig strikje. Nu, ik hoop, dat jullie als een heele zwerm nijvere bijtjes aan het werk gaat, want dit is toch een I gemakkelijk werkje, dat ook de kleintjes met hulp van moeder of groote zus kunnen maken. Verder hoop ik een reuzestapel briefjes van jullie te krijgen, want als je niet schrijft, weet ik niet of je meedoet en dat hoor ik juist zoo graag. Ik zal jullie dan allen een eigen briefje terug schrijven, dan kan ik gelijk zien, of je weer lust hebt om mee te werken en beloof ik jullie weer niet handwerkjes Allen veel groetjes en liefs van TANTE Gé. HET WEEKPRAATJE VAN OOM MAARTEN. Beste kinderen. Daar heeft me die tante Gé zoo'n stuk krant inge nomen, dat er voor Oom Maarten maar een klein hoekje overblijft. Maar dat is voor een keertje niet erg, „ieder op zijn beurt". Alleen kan Mies deze keer niet schrijven, omdat ik alle ruimte noodig heb en de briefjes moeten tot de volgende week wachten, Maar dat is ook al niet erg, want dan heb je zooveel te meer tijd voor tante Gé en haar handwerkjes! Mies maakt oók al een bal in een heeleboel kleuren Ik denk, dat die prachtig wordt. Doe je best, en geef tante Gé even bericht als je meedoet. Je kunt ]t briefje gewoon naar de krant sturen, of ook kan je het bij mijn briefje insluiten. Ik zal ook niet boos zijn, als je inplaats van aan mij, deze week eens aan Tante Gé schrijft, ik gun een ander ook wel wat, begrijp je? In je hart blijven jullie natuurlijk alle maal je Oom trouw, is niet? En nu gaan we gauw raadselen. Ik heb nog niets gehoord van de Augus- tusverrassing. Zijn er geen jarigen in Augustus onder jullie? Of in September misschien? OPLOSSINGEN. Delft Ik hield elf takken in mijn hand. Edam Deze dame is erg doof. Urk Deze jurk past mij slecht. Leiden tuin. Eigen haard is goud waard. Moeder: room, Ede, rodeo. Mol, molen. Allerlei denneboomen staan in haar DE BAL. Beste meisjes: Den laatsten tijd hebben jullie geen handwerkjes meer in de Courant gevonden, omdat ik bemerkte, dat de lust wat verging; ik kreeg zoo goed als geen briefjes meer en die ik kreeg, waren vol over het NIEUWE OPGAVEN. LETTERS AB. 1. Ik ben een woord van 8 letters en ben een mi8* daad: 4, 2, 3, 6, 5, is een voertuig. 1, 7, 8, een inzinking tusschen 2 bergen. 1, 7, 5, een kleedingstuk. j; 2. Mijn eerste deel dient om iets in op te bergen. Mijn tweede deel is van steen. Mijn geheel is in elk paleis te vinden. 3. Mijn eerste deel is een vrouwennaam. Van tweede deel maakt men brood. Mijn gehfe'k een onontbeerlijk dier in een zekere landstree 4. Mijn grootste helft is een aanduiding van»» ronnen, graven, hertogen, enz. Mijn tweede is een deel van een plant, waarvan men oru verkrijgt; mijn geheel is een vogel, die alleen de rotsgebergten wordt aangetroffen. Ik uit zeven letters. „,,kje. Prijswinnaartjes zijn: Bolleboos en Bokkepru De prijzen aan het bureau afhalen hoor. allemaal gegroet. De volgende week beter. JU allCr OOM MAARTEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 6