E 61 - DOÉA) 23 Hi 1631
Het Hationaal Concours voor Harmonie- en Fanfarecorpsen
te Noordscharwoude, uitgeschreven door „Excelsior".
VERBORGEN GELUK
In tegenstelling met den Zondagavond, be
ijverde het weer zich om thans uit te blinken
in zijn volle heerlijkheid en was het op dei;
avond van het concert, aangeboden door de R.K.
Gem. Zangvereeniging „St. Oaeeilia" te Noord
scharwoude, waarvan de heer Jac. N. Al direcc-
,teur is, „schoon weer".
Een prachtavond, die ons deed genieten van
de heerlijke zang door dit koor ten gehoore ge
bracht.
Het publiek was dan ook in grooten getale
opgekomen, en niemand zal spijt hebben ge
voeld dezen avond te hebben bijgewoond. Zoo
zijn wij dan weer om 8 uur present en is het de
voorzitter van „St. Caecilia", de heer C. Bakker,
die het woord richt tot den heer J. Kuiper,
voorzitter van de Harmonie Excelsior. Spr. wijst
op den schitterenden staat van dienst van de Har
monie. Was het eerst in de derde afdeeling, dat
de Harmonie hare krachten ten beste gaf, ge
leidelijk aan werd de hoogste afdeeling bereikt
en thans bij het 35-jarig bestaan is de vereert -
ging in de Eere-afdeeling.
Spr. zo unu willen voorstellen de naam „Ex-
oelsior", die toch beteekent „steeds hooger" te
wijzigen, want hooger kan het al niet. Het heeft
,JSt. Caecilia" zeer veel genoegen gedaan dit
concert te kunnen aanbieden en is het dem wenseb
der vereeniging, dat zij een steentje heeft bijge
dragen tot het succes van het concours.
Hierna dankt de heer Kuiper voor de vriende
lijke woorden en kon hij niet anders doen, dan
deze ten volle te beamen.
Spr. zegt, dat het „Excelsior" groot genoegen
heeft gedaan dat dit concert is aangeboden, daar
dit den band tusschen de beide vereenigingen,
zeker zal versterken. Ook zal Eixcelsior" er
steeds toe bijdragen de vriendschapsbanden te
verltcrken en dit kan zeer gemakkelijk door
de muziek, daar deze kunst geen partij kent'.
Spr. zegt, zeker namens het gansche publiek
te spreken, dat het zeer op prijs wordt gesteld;
dat dit concert is aangeboden.
Hierna geeft de heer Al het teeken tot het
koor, dat zich onmiddellijk opstelt en het pu
bliek ,in spannende afwachting, bewaart een diep
stilzwijgen en weldra ruischen de eerste accoor-
den van de piano, gevolgd door de zuivere stem
men van het Gemengd koor.
Het concert is aangevangen. De verschillende
nnmmers worden met groote aandacht aaügéhoord
en na ieder nummer weerklinkt een spontaan
applaus. En verdiend! 'tWas mooi! 'tWas heer
lijk!
Na het Gemengd koor is het 't Kinderkoor,
dat de muziektent betreedt en zijn het de heer
lijke kinderstemmetjes, die ons doen genieten
van de heerlijke gave van het stemgeluid. Hoe
FEUILLETON
,,Nu, ik zal hem niet eerst aanspreken, als hij
straks thuis komt," mompelt Etetsy, en zij doelt
op haren echtgenoot. „Dat hard woord had ik
niet verdiend." Gij hebt groot gelijk, fluistert
de booze geest in haar. ,,Ja, zeker heb ik
gelijk!" en met een effen gezicht werkt de jonge
vrouw voort. Maar de speldesteek want dit
is het nu slechts zal welhaast eene wezenlijke
v/wonde worden. Bat is heel zeker. Herinnert
gij u dat lieve verhaal van Zschokke niet, Betsy,
waarin zoo recht wijsgeerig wordt aangeraden
het minste scheurtje in het kleed onmiddellijk
te stoppen, dewijl het anders welhaast een gat
wordt, dat eeuwig door een afzichtelijken lap
wwordt ontsierd Ja, dat is ook waar en
nu Max binnenkomt, teekent Betsy den vrede
door een hartelijken kus... en de speldesteek is
genezen.
,,Ik zou wel eens willen weten, waarmee ik
vandaag mijne Betsy zou kunnen gelukkig ma
ken,"'' denkt Wilfried, nu hij 's morgens zijne
deur dicht trekt en stadwaarts gaat. >>Ik
zou wel eens willen weten waarmee ik mijnen
Max vandaag zou kunnen verrassen," zegt Betsy,
terwijl zij de salon opreddert. „(Ik vind niets
dan een hartelijker woord," zegt de kandidaat
procureur, als hij des namiddags huiswaarts wan
delt. ,,Ik vind niqts," zucht Betsy, ,,dan een
vroolijk en lachend gezicht."'t Is meer dan ge
noeg, mijne gelukkigen.
,,Mijn man," zegt de scherpe echtgenoote van
den makelaar uit de buurt, „is een eeuwigdurende
grompot." Omdat gij er hem waarschijnlijk
reden toe geeft, beste vrouw. „De mijne,
laat er de snippige professorsvrouw op volgen,
,,komt iederen avond al later thuis." Omdat
gij hem het huiselijk leven niet aangenaam weet,
te maken, lieve juffrouw. „De mijne, zucht
de verwaande rentenierster, „wil nooit mijnen
wil doen." Omdat gij den zijnen niet op tijd
weet te volgen, beste dame. »,0 die mannen,
di emannen." Omdat de vrouwen vergeten, dat
zij het leven grootendeels kunnen maken wat
het eigenlijk moet zijn.
Max en Betsy zitten, op een heerlijken avond,
aardig is de wijze, waarmede de heer Al met die
kleutertjes omgaat en er weet uit te halen, wat
er uit te halen valt. Hiervoor ons compliment'
Is het dan ook te verwonderen, dat het ap
plaus aangroeit tot, laten wij het noemen, eene
ovatie.
Nadat de aangekondigde nummers door de
kleintjes ten gehoore zijn gebracht, wordt onze
aandacht plotseling getrokken door een luid ge
jubel van de kinderschare. Wat blijkt?? Het is
de onvermoeide secretaris der Harmonie Excel
sior, die de kleuters onthaalt en ieder van hen.
ojp een reep chocolade trakteert. Een welkome
verrassing.
Na een korte tusschenpooze is het woord aan
het Vrouwenkoor.
Hierna is het de WelEerw. heer B- van Gin-
kel, kapelaan te Noordscharwoude, die van de
gelegenheid gebruik maakt om den heer Al te
complimenteeren met het behaalde succes op 'net
concours te Heiloo en dezen ijverigen directeur
te feliciteeren met het succes van dezen avond.
Vervolgens komt het Vrouwenkoor op en ook
dit succes is overweldigend.
In de pauze werd ons door den voorzitter
van de Harmonie medegedeeld, dat het Bestuur
besloten had voor alle kinderen van den Lan-
gendijk het feestterrein voor a.s- Zaterdagmid
dag gratis open te stellen. Bovendien wordt
aan ieder kind een gratis rit aangeboden in den
zweefmolen van den heer Jn. Dirks. Ook het
bioscooptheater blijft niet ten achter, daar de
directie ons mededeelde, dat zij op dezen mid
dag eene kindervoorstelling geeft tegen zeer ge-
reduceerden prijs.
Hieruit blijkt ten volle dat een ieder mede
werkt om de feestelijkheden ten volle te doen
slagen. Hulde!
In de pauze hebben wij de gelegenheid onze
oogen even te doen rondwaren en zien wij, dat
het publiek steeds aangroeit en is het dan ook
meer dan vol.
Hetgeen ten zeerste op prijs wordt gesteld
is de aanwezigheid van den eere-voorzitter van
het Eere-Oomité, den Edelachtb. 'neer Jhr- A.
L. van Spengler, den heer J. Ootjers, wethouder
van Noordscharwoude en Eere-Comité-lid, voorts
nog vele vooraanstaande burgers van Langen-
dijk. i
Nadat het einde der pauze is verstreken, is
het weer het kinderkoor, dat ons 'narte
roert door de liefelijke stemmetjes. Men kon
een speld hooren vallen en het was buitengewoon
heerlijk deze nummers aan te hooren.
Het programma is dan ook rijk voorzien en
na het laatste nummer der kleintjes „de Wil
gen" is het applaus dan ook wel verdiend.
'Tot slot van dezen voortreffelijken avond hoo
ren wij nog het Gemengd koor. Toch willen
wij niet nalaten de drie nummers te noemen die
ons geboden werden.
Voorafgegaan door „De Kinderkruistocht" van
Jac. Bonset dat een rijkelijk applaus oogst, is
het „Marcia Eunèbre" van 01. Koop, dat het
enthousiasme vai^ de toehoorders tgn top voert.
Het is dan ook ten volle verdiend en de heer
Al komt alle eer en 'lof toe voor dezen avond'.
Het was een genotvolle avond. Alle eer aan
den heer Al!
De heer K. van Dijk treedt naar voren en
zegt zeer zeker de tolk van allen te zijn door
de leden van de zangvereetniging en hun kranigen
directeur hartelijk dank te zeggen voor het vele
moois hedenavond gegeven.
Spr. zegt heel weinig woorden te zullen ge
bruiken en meent niet beter te kunnen zeggen
dan de vereeniging een spoedighartelijk tot
weerziens toe te roepen, (applaus)-
Hierna wordt de dansvloer in gereedheid ge
bracht en begint de vreugde op het feestterrein,
waarop velen zich nog eenige uren vermaken.
Hedenavond wordt het concert gegeven, aan
geboden door de Zang- en Muziekvereenigingen
onder leiding van den heer P. Pranger.
Het aantal toehoorders zal zeker zeer groot
zijn en het belooft eveneens een prachtavond van
kunstgenot te worden. i
Revue
van de Week
op de witte bank in het tuintje en bouwen lucht-
kasteelen, terwijl de nachtegaal boven hen, in de
takken van den populier, zingt. „Ik zou een
advokaat van onzen Hendrik willen maken,"
zegt Max. ,,Neen, zegt Betsy lachend, „neen",
die verkoopt, zegt men, zijn geweten; maar een
doctor?" ,»Neen, antwoordt Max, „die ver
liest op den duur het zijne. Maar als hij ee.ns
officier werd?" ,,Neen," zegt Betsy, „een
officier is maar schoon en roemrijk, als eene
moeder hem afgrijselijk moet vinden. Maar pries
ter?'" „Och, zegt. Max, „ik heb zooveel trek
om eens grootvader te heeten," en beiden lachen.
„Weet ge wat, zegt Betsy, we zullen er eerst een
eerlijk hart van maken, en daarna zal Hendrik
zelf kiezen. „Ja, dat is nog het beste van al,"
zegt Max, die toch geen kans ziet, om dat
moeilijk vraagstuk nu reeds op te lossen.
„Nu, goeden avond." „Goeden avond!" en de
deur van Wilfried valt dicht. Twee vrienden
verlaten het huis en stappen eén oogenblik, al
rockend, naast elkander voort, zonder een woord
te spreken. „Wat lieve vrouw heeft die Wilfried"
zegt ten laatste een der beide vrienden. „Ik
ken er geen twee van.dien aard!" luidt het ant
woord. „Bat doet mij inderdaad het vrijgezellen-
leven verwenschen„Ja, zoo eene vrouw en
geld, dan is men rijk." „Zoo eene vrouw en
betrekkelijk niets, dan bezit men schatten!"
!,,Ik gevoel lust om ook hetd spoor eener vrouw
te zoeken." „Waar?" „In de hooge we
reld." - „Dus wilt gij naar boven?" „Waar
om niet?" „Ik, integendeel, ga eens rondom
mij zoeken. Goeden nacht!"' „Slaap wel, en
goed succes."
In een der meest bezochte straten van Ant
werpen staat een schoon, flink huis, met drie of
vier verdiepingen, arduinsteenen gevel, een met
ornamenten versierd balcon en eene breede koets
poort, welke met twee bronzen leeuwenkoppen
versierd is.
Als ge, gelijk een danser van de opera, op uwe
teenen kunt wandelen, en men een oogenblik de
zware, witte en gekleurde gordijnen voor de
vensters zoudt willen oplichten, zoudt gij u al
dadelijk overtui.gen, dat daar eene rijke familie
huist. Maar als gij zoo groot 'en zoo hoog geze
ten waart als Antigonus, de Reus van Antwer
pen, dan zoudt gij eenen blik in de salons der
eerste verdieping kunnen werpen en zonder twij
fel denken, daar huist gewis eene koningin.
Al dien rijkdom, die weelde, 'die verfijning
21 JULI.
In figuurlijken en in letterlijken zin was de
atmosfeer in de afgeloopen week in zeer hevige
mate stormachtig.
De economische crisis in Duitschland barstte
uit en vertroebelde de stemming van herade
ming en terugkeerend veiligheids-gevoel.
Die crisis liet zich ook ten onzent natuurlijk
gevoelen. De vereeniging voor den effectenhandel
nam het besluit voorloopig geen effectenorders
in den middenkoers te doen uitvoeren. Voor
Zandvoort en Noordwijk, waar des zomers
vooral Dadgasten uit Duitschland plegen te ver
toeven, werd n uwel door een wilde vlucht,
gelijk sommige bladen meldden, „the season"'
tot een strop voor de exploitanten van seizoen
zaken egmaakt, maar toch had daar een „exo-
xdus" van beteekenis plaats, door Duitsche gas
ten, op wier reis-budget blijkbaar door de zeer
ernstige tijdsomstandigheden moet bezuinigd wor
den. Be export van zuivelwaren naar onze naas
te Oostelijke buren is tijdelijk lamgeslagen.
Wanneer, door terugkeer van normale omstan
digheden daarin verandering ten goede zal ko
men: Wie durft daar een profetie aan wagen?
Db Duitsche crisis bracht in den tuinbouw
te onzent, thans toch al ip penibele situatie oen
noodtoestand. De term is niet te kras gekozen.
Be Girodienst alsmede die voor postwissels naar
Duitschland moest worden geschorst.
Bij het noemen van deze symptomen van de
ccrisis ,hie rbedoeld, bepaalde ik mij tot 't hier
boven aangestipte. Er zijn nog andere verschijn
selen van depressie en van repressieven aard,
gevolgen van de jobstijdingen uit Bterlijn. Ik
verwaarloos die voor het oogenblik. Er is thans
al ruimschoots genoeg „narigheid" in de dage
lijks ons van alle kanten toestroomende berichten.
De crisis in het stoomtreilers-bedrijf te IJ-
muiden bracht minister Ruys de Reerenbrouck er
toe, eene staatscommissie samen te stellen, wel
ke naar de oorzaken daarvan een onderzoek zal
hebben te doen. Voorzitter er van is de heer
R. G. Rijkens, burgemeester van Velzen.
Het plan om in de Oost bierbrouwerijen op
te richten heeft er toe geleid om een wetsonG
werp in te dienen i.c- goedkeuring van oen
j besluit van den Gouv.-Generaal door ons Parle-
ment tot heffing van een bieracjcijns voor
Ned.-Indië, voorloopig bedragend: drie cents per
liter.
j Een zeer booze tijding voor onze Limburg3che
i mijn-industrie was het besluit van de Fransche
Regeering om den invoer van "kolen uit Nederland
te beperken tot een kwart van wat die laatstelijk
I bedroeg. Daar komt de jongste inkrimping voor
I ons land op neer. En het besluit, ook de wijze,
waaro pdat werd genomen is zeker weinig
in overeenstemming met de zeer vriendelijke en
vriendschappelijke woorden, bij gelegenheid van
j de ramp, die onze expositie te Vincennes trof,
I door verschillende Fransche autoriteiten ge-
sproken in verband met de Nederlandsche inzen-
dingen op ons prachtig, nu door het vuur ver-
nield Paviljoen ter koloniale tentoonstelling. De
j oude historie, van 'themd en de rok.
D eliijksmiddelen ever Juni '31, bedragend
j f 34.842.685 waren bijna vijf millioen gulden
minder dan over de zesde maand van 1930. Mi-
nister De Geer's voorspelling wordt ten volle
j bewaarheid.
j Er zijn lichtpunten ook.
i In de verhouding tusschen ons land en Bel-
I gië schijnt ontspanning, toenadering te komen.
De Belgische senator Segers hield een zeker
belangrijke rede te Brussel, in den Senaat,
waarin hij de oplossing der kanalenkwestie als
naderbij-komend teekende en minister Hijmans
diende dezen Belgischen afgevaardigde van ant
woord, daarbij de verwachting uitsprekend, dat
de onderhandelingen over een nfeuw verdrag, dat
van 1839 vervangend, welhaast zullen worden
hervat.
Verrassend groot was de adhaesie, 'verleend
aan het Petitionnement voor Internationale Ont
wapening, door onze Dagbladpers uitgelokt. Dat
binnen enkele dagen een half millioen handteeke-
ningen er voor werden ingezonden, het „speaks
volumes!" Een wel merkwaardig teeken des tijds
is. dat (naar „Het Volk" vermeldde) de
commandant van het 22ste regiment Infanterie
een toespraak hield tot de dienstplichtigen, waar
bij hij hen opwekte tot Inet teekenen van het
Petilionnement. Feitelijk is dit eigenlijk niets
bijzonders, maar voor wie nog altijd geloofden,
dat „de militaire snorrebaard" ook van inter
nationale ontwapening niet wil weten, zal 't
toch een verrassing zijn geweest.
Op Woensdag a.s. 23 Juli komt de Eerste Kh
mer weer in openbare vergadering bijeen. Om
dan in de afdeelingen het ontwerp-Drankwet te
onderzoeken. Be resteerende dagen van de week,
namelijk de 24ste en vermoedelijk ook 25ste,
zullen dan gewijd worden aan de afdoening van
wat zich van de ontwerpen, laatstelijk door ons
Lagerhuis afgedaan, in staat van wijzen zal be-
vinuen. ,Men mag aannemen dat dan ook voor
de Eerste Kamer het oogenblik zal zijn aange
broken om met zomer-recès uiteen te gaan tot
September.
Het ontwerp betreffende den. Economisehen
van genot, al die glinstering en streeling der
zinnen, zal ik niet trachten te beschrijven. Mijn
boek zou een catalogus van de meest wonderlijke
voorwerpen worden, en ik zou u zelfs niet altijd
kunnen uitleggen, waartoe al die dingen moeten
dienen. Men moet bijzonder geleerd zijn, om dit
alles te weten, en ik heb altijd een afschrik van
dergelijke geleerdheid gehad.
Zette ik mij op een der divans, om meubelen,
bronzen vazen, kristallen, spiegels, schilder- en
borduurwerk, tapijten en behangsels te beschrij
ven, ik viel gewis op die mollige Oosterlingen
in slaap. Vroeg ik uitlegging aan de vinnige cn
coquetle kamenier ik zou misschien niets hoo
ren en zien, om enkel hare schoone en donker
bruine 'kijkers in 't oog te hebben. Vroeg ik
deze aan den gegalonneerden knecht maar
neen ,een man met galon boezemt m ijaltijd ont
zag in, en doet mij gedurig denken aan deze of
ge-ene Excellentie, die zou zich niet vernederen
mij tot leidsman in die pracht-bazar te dienen.
Bus. 'tls er prachtig, dat moet u voldoende
zijn. Geen wonder, 'His hier dat mevrouw Del-
mare woont.
Nog eens, mijne beste vrienden, de rarekiekas
uitgezet, en ons verlustigt met eenige kleine
tafreelen uit het huiselijk leven van mevrouw
Delmare en haren echtgenoot.
Een bleeke, blonde jongen., met vinnige en
onbeschaamde oogen, speelt in de salon, juist
omdat het hem verboden is, daar te spelen. Hij
bonst met een elastieken bal tegen de zoldering,
schrijft, met een oude stalen pen over het guéri-
don van palissanderhout, gaat met bemorste
schoenen op de geborduurde kussens der leuning
stoelen staan, om de kleine poroeleinen poppetjes
der étalagère te grijpen en deze behoorlijk den
hals te breken. Nu roept de meid, de knaap doet
alsof hij het niet 'noort. Ze verschijnt op de trap
de knaap steekt de tong uit! Ze gelast hem de
salon te verlaten, de knaap noemt haar canaille
en werpt haar de poppetjes naar het tnoofd. Daar
vliegt de elastieke bal nogmaals naar boven,
valt werpt een fijne chineesche bloemvaas om,
die op het marmerblad de rtafel in stukken valt.
Mevrouw verschijnt in de salon ,de meid wordt
duchtig bekeven, brutaal behandeld zelfs, om
dat ze niet beter de bevelen van mevrouw op
volgt en den jongen heer buiten de salon houdt,
terwijl de jonge heer op -een stoel klautert, de
stukken porcelein te zamen raapt, ze weer bij j
elkander brengt en lachend tot zijne moeder
roept: „Zie, zoo is 't geweest, ma!" Hij is zoo
slim, zoo geestig, zoo rechtaardig, nietwaar, me
vrouw.
Mevrouw is in een prachtig toilet, zich met
welgevallen spiegelende, ganteert zij zich. Geor
ges treedt binnen. „Geleidt gij mij naar dé ope
ra vraagt de bekoorlijke vrouw. Georges Iet
niet eens op haar en rondziende en het eene voor
werp rechts, het andere links wegstootende, zegt
hij: „Hebt gij mijn sigarenkoker niet gezien?"
„Ik zou u even goed kunnen vragen waar mijne
haarspelden zijn." „Ha, daar ligt hij." „Dus
gaat gij niet naar de opera?" „Mijne vrienden
der club wachten mij." „Nu, dan zal Albert
mij vergezellen." Wat geeft het hem wie
haar vergezelt.
Juist komt de blonde Albert binnen, blond als
een zoon van Germanië, met blauw smachtend
oog en scherp aangevette puntknevels. Mevrouw
staat nog altijd voor den spiegel en verschikt
vroolijk en jubelend, omdat Albert gekomen is,
nog eenigszins de bloemen in het haar. „Wat
zijl; gij schoon," zegt de blonde» met eene smach
tend euitdrukking in den toon der stem, en
stoutweg geeft hij een kus op den schouder van
mevrouw. „Foei, mijnheer Albert," bestraft hem
de coquette, maar toch doet het 'naar genoegen.
Zóo spreekt, zóo, lief handelt Georges nooit.
In de keuken gaat het er lustig toe. De rosse
kamerknecht, een durver bij de vrouwen, danst
tegenover de kamenier, de koetsier, een leerling
in het vak der vrouwen, danst tegenover de
keukenmeid. ,»Kom, mijnheer Jan," zegt de
koetsier, „geeft ge niet een flesch champagne."
Waafom niet, drommels!" en een paar minuten
later walst hij de keuken in, mè't een in zilver
gèkapte dame in den arm. „Ik drink aan de
dames," zegt plechtig de knecht, Inet glas met
kr al enden wijn in de hoogte stekende. „Ja,
aan de dames,'" zegt de koetsier. „Gretchen,
de kleine schreeuwt!" zegt de kamenier tot de
bleeke, blonde en magere duitsche kindermeid..
„Bah! last uns trinken"! en het kleine serpent
slaat den roomer op de tafel in stukken en
het meisje in de wieg weent nog altijd voort,
totdat de meid eindelijk kwaadaardig naar bo
ven stormt, en het kind door een brutalen uit-
zalMas ist sehr böse. Ich verlieze die geduld.
Abscheulich'net verlaten wichtje nog luider
krijten doet. Och, waarom is de moeder altijd
afwezig!