De Vrouw en de Mode
Bi h
IS ™rbii
Voor* onze Lezeressen
Maar Mie eri Trui en Frans en Saar,
Daar moeten er wel twaalf voor klaar.
Kee, in de keuken, hoeveel die?
Die eet alleen wel viermaal drie!
,,'t Kanarietje moet ook wat, hoor!"
Roept Piet, „die krijgt van mij een door!"
Ma maakt ter eer van tante Da
Ook nog een groote eiervla
Ja, ja, 't is ei en nog eens ei.
Het wordt een heele smulpartij
Tuk, tuk, tuk, tuk, tuk, tuk, tuk, tuk!
Och kippetjes, wat heb je 't druk!
(Ingezonden door „Madeliefje" te T.).
HET WEEKPRAATJES VAN OOM MAARTEN.
Beste Kinderen:
Tot mijn schrik bemerkte ik, dat ik verleden week
had vergeten te vermelden, wie van jullie prijswin-
naartje was. Wel dat was „Bolleboos" en die heeft
al een briefje van me te pakken. En nu gaan we aan
de oplossingen voor de volgende week:
OPLOSSINGEN.
LETTER AB.
1. Fiets, dal, das, diefstal.
2. La, kei, lakei.
3. Ka, meel, Kameel.
4. Adel, Aar, Adelaar.
NIEUWE OPGAVEN.
LETTER AD.
1. Met R ben ik een soort;
Met D ben ik een kleedingstuk;
Met G kan ik soms branden;
Met W ben ik een product van de bijen.
(Ingezonden door „Boertje").
2. Ik ben een mooie bloem.
Onthooft mij en ik ben een hemellichaam!
(Ingezonden door „Boertje").
3. Mijn geheel hebben alle neefjes en nichtjes
van oom Maarten weieens gebruikt en be
staat uit 17 letters.
12, 16, 13, is een kleedingstuk.
9, 16, 17, is erg vlug.
6, 10, 11, is een sprookjesverschijning.
1, 2, 3, 16, 16, 6, is een timmermanswerktuig.
4, 5, 17, is hetzelfde als ijzel.
1, 14, 15, 8, 17, is een werktuig om mee te
graven.
7, 5, 13, is een jongensnaam.
(Ingez. door „Boertje").
4. Ik ben een rivier in Holland;
Geef mij een andere kop en ik ben een weg;
geef mij nog een andere kop en ik ben een
mannelijk dier; geef mij nog een andere kop
en ik ben een hemellichaam; geef mij weder
om een andere kop, doch nu een dubbele en
ik ben koren. Wat ben ik?
(Ingez. door „Boertje").
Ziezoo, daar staat alies. Prijswinnares is „Veld
lelie", een nieuw nichtje, dat ik feliciteer met haar
eerste succes! Op het bureau afhalen, liefje. En nu
niet meer praten, maar aan de correspondentiei
Aan alle raadsel-oplossers!
Beste vrienden en vriendinnen: Ik zit op het
oogenblik in Bloemendaal, vlak bij Haarlem, maar
morgen ga ik weer naar Paps terug, die logeert nog
steeds in Den Haag. Dat vind ik toch ook wel weer
prettig. Paps zegt, dat hij er hard ovèr denkt, in
Den Haag te gaan wonen. Nu dat zou ik wat leulf
vinden. Het is toch zoo'n fijne stad. En nu allemaal
gegroet van mij en van Paps (uit de verte!), want
ik moet nog een paar briefjes beantwoorden en dat
doe ik wat graag.
MIES.
„Aurora": Lieve vriendin: De vorige keer heb ik
je briefje niet heelemaal kunnen beantwoorden,
daarom doe ik het nu maar. Paps schrijft mij, dat
ik je moet vragen, of je het blaadje voor je album
hebt ontvangen en of het zoo goed was. Was het
een aardig gedichtje. Ik heb 't niet gelezen. Paps zei,
1 dat het een geheimpje was tusschen jou en hem.
i Maar ik mag het toch wel weten? Heb je mijn groe-
ten gedaan aan al je huisgenooten en aan de goud-
visch? Aardig, al die dieren. Ik heb vroeger mar-
motjes gehad en konijnen, maar ze waren zoo vies,
vooral die konijntjes. Nee, ze moesten nog eens
zindelijke konijntjes uitvindn. Maar ik ben dol op
dieren. Wij hebben een hondje, een dwergpin-
chertje, een poes, een grijze Angora, en een papegaai,
een grijze Roodstaart zooals ze die noemen. En die
papegaai kan allerlei dingen zeggen. Soms schrik
je je een aap ervan. Waarom laat je je niet „Henny"
noemen, dat vind ik zoo'n aardige naam. Jij niet?
Ik ben reuze-blij ermee, dat je me zoo'n lange brief
hebt geschreven en Paps is leelijk jaloersch. Hij
zegt, dat je nog nooit zoo „uit je slof geschoten
bent." Wat een grappige uitdrukking is dat. Ik zie
je al uit die slof te voorschijn schieten!En nu
moet ik eindigen, anders neemt Paps in Den Haag
een groot blauw potlood en krast de helft van mijn
brief door. Dag Henny! Je
MIES.
Puttertje: Beste vriend:
Nu heb ik gelukkig verscheidene briefjes ont
vangen. Ik ben er wat blij om, hoor, Wat vader van
die boterhammen heeft gezegd is lekker niet waar.
Nee boy, ik ben op de MULO-school. Nog één jaar
en ik ben klaar. Dat rijmt. Maar ik ben 14 jaar, zie
je. Als je de Koningin ziet, op het Loo, doe haar dan
de groeten van me, want ik heb ze hier ook voorbij
zien rijden. Fijn zeg, met zoo'n lakei achterop en
vier prachtige paarden. Paps wil in September, als
de Staten-Generaal wordt geopend, een paar dagen
naar Den Haag gaan, want dat moet zoo mooi zijn.
Hou jij ook zoo van die fijne uniformen met goud
en zilverborduursels? Dag Puttertje, vele groeten, ook
aan je huisgenooten, van
Boertje: Beste Boertje:
In de eerst plaats dank ik je hartelijk voor je
aardige briefje. Ja ik houd veel van dieren en plan
ten, vooral van dieren. Ja, ik acht soorten cactus
sen en die staan op een standaardje met trapjes
in potjes voor het raam. Paps vindt het „akelige
prikdingen", maar die eene is al in bloei geweest
en dat was maar wat mooi. Ja, ik blijf nog wat in
Den Haag. Ik heb nog vacantie tot 7 September.
Dat is nog lang, hé! Maar het weer is hier in Bloe
mendaal niet erg mooi. Hopenlijk is het in „het
Haagje" beter. En nu neem ik weer afscheid. Zal
je me nog eens meer schrijven? Ja, hé! Vele groet
jes van MIES.
P.S. Nu moet ik Paps verder aan het woord laten,
anders komt hij plaats te kort. M.
Boertje: Zooals je ziet, beste jongen, heb ik een
druk gebruik gemaakt van je aardige raadsels. Dat
is jammer voor jou, want nu val je natuurlijk bui
ten mededinging. Maar dat is voor één keertje niet
zoo erg, wel. Toch wil ik je een troostprijsje laten
toekomen in de vorm van een boek. Maar dan moet
je me een dikke brief schrijven. En je vriendje kan
dan bij je insluiten. Doe je het?
Brunetje: Wil je me eens schrijven, wanneer je
naar Den Haag gaat en waar je gaat logeeren?
Misschien kom ik je dan wel eens opzoeken. Goed?
Dag kindje!
En nu allemaal gegroet tot de volgende week. De
andere briefjes beantwoord ik de volgende keer!
OOM MAARTEN
DiEi OTIJL I)ER HERESTMANTELS.
In de hondsdagen vinden de Parijsche coutu
riers er een eigenaardig genoegen in, de definitief
vastgestelde najaarsmode te lanoeeren. Vele war
me mantels zijn zelfs duidelijk voor den winter
bestemd. Gelukkig hebben wij nu een paar koele
dagen gehad, waardoor het iets gemakkelijker
is, al die bontmantels en andere warme klee-
dingstukken met een welwillend oog te bekijken.
Wat nu getoond wordt, zal over enkele maanden
iedereen dragen. En er zijn genoeg radicaal nieu
we dingen op te merken.
Het silhouet wordt slanker, de algemeene lijn
rechter. I)e rokken worden nauwer en zijn maar
nauwelijks afgeschuind om ze iets wijder te laten
utloopeq. Ze zijn maar net wijd genoeg, dat de
draagster zich gemakkelijk kan bewegen. Aan
het middel volgen zij de lijn van het lidnaam,
op de normale taillehoogte zijn ze iets inge
nomen, wat hen van anderen zoowel als van
boven wijder doet schijnen.
Van boven wordt een breed effect nagestreefd
in tegenstelling met het nauwe onderstuk. D'e
armsgaten worden lager, dus eigenlijk grooter,
de raglanmouw en zelfs een aanduiding van de
kimonomouw ziet men telkens weer opduiken.
Deze schouderlijn is een aanwijzing voor het
succes van de dolman, die Patou in de herfst-
mode schijnt te willen invoeren.
De meer gekleede mantels zullen ingewikkelde
modellen hebben en vooral de sluiting opzij ver-
toonen, die wij ook in de japonnen beginnen te
zien. Sportieve mantels moeten bijna onvermij-
deijk een ceintuur hebben, doch gekleede man
tels hebben er geen. Vionuet tailleert ze en
Worth duidt de taille aan door verticale op-
naaisels aan de binnenzijde.
De wollen stoffen munten uit door een groote
verscheidenheid in kleur en weefsel. Ze zijn zeer
licht er. hebben de zware, stijve wollen stoffen
motrwén zijn nog steeds zeer ^aodern. De inöli-
wen zijn zelfs een van de voornaamste onder-
deelen van den mantel; bij bontmantels zijn de
manchetten gewoonlijk van hetzelfde bont, ook
al is er een kraag van ander bont op. D'e ouder -
wetsche bonten manchet 'neeft volkomen afge
daan; daarvoor zijn nu allerlei bijzonderheden in
de snit gekomen, die vooral het gedeelte onder
den elleboog versieren. Poffen, plissé's, ingezette
jeepen van een ander soort bont, schulpen, rond-
geknipte manchetten, van alles is er te zien.
De kragen moeten als altijd dienen om het ge
zicht te omlijsten, doch gewoonlijk liggen zij
niet tegen den hals aan. Ze zijn echter zoo ge
maakt, dat ze dicht om den hals getrokken kun
nen worden om de koude buiten te sluiten.' Die
avondjasjes lange avondmantels worden wei
nig meer gezien hebben diezelfde kragen of
groote platte kragen, die bijna een cape vormen.
De mouwen zijn dikwijls zeer ruim en evenals bij
de gewone mantels vormen zij het voornaamste
onderdeel Shawlkragen wórden als ouwelijk"
beschouwd en moeten in ieder geval boven het
middel eindigen.
MC'DENIED WT JE,
Men wil in Parijs blijkbaar de avondjaponnen
vereenvoudigen voor alle gelegenheden, waarbij
geen uitgesproken galatoiletten worden ver-
eischt. Alle groote modehuizen lanoeeren avond
japonnen met mouwen, die dikwijls zwart zijn
en van chiffon of kant worden gemaakt. On
danks de mouwen maken zij een zeer gekleeden
indruk. De rokken komen ongeveer 20 cM- van
den grond.
Japon van rood en wit gestreepte lumida met
een m punten verloopen kraag van witte crêpe
Aardige sportjapon van witte sinellic met een
driedubbele even geschulpte kraag en jabot. Het
even blousende lijfje wordt op zijn plaats gehou
den door een ceintuur met roode gesp. De flauw
gebogen schulpen hertialen zich onder aan de
pas, waaraan een plooirok 'is gezet.
Aardige sportieve japon van witte crepella
met een origineel bovenstuk dat door een reep
roede zijde wordt versierd. Deze reep loopt achter
over den rug door, de beide einden steken onder
de ceintuur uit. Geplisseerde, even klokkende rok.
Japon van roode buratoile met een roode cein
tuur, een origineele kraag en manchetten van wit
te crepe romain en een waaiervormig geplisseerd
seerd stuk voor in den rok, die aan een spitse pas
gezet is.
WAT ZULLEN WIJ ETEN?
van een paar jaar geleden geheel verdrongen:.
Schiaparelli, Regny en Bruyère gebruiken voor
hun sport- en reismantels ruwgeweven wollen
stoffen, die haast niets wegen, in effen kleuren
of in combinaties van twee donkere tinten. Btuin
groen en wijnrood treden op den voorgrond, ter
wijl de kleur van blauw vossenbont iets geheel
nieuws is en een verrassend effect maakt, vooral
wanneer dat bont tevens als garneering wordt
gebruikt. De tweeds hebben eenvoudige, kleine
patroontjes, waarin donkere fleuren met beige
zijn vermengd doch zij zijn even .ifkwijls effen
in een mooie warme kleur groen, bruin of rood.
Voor sportmodellen worden zeer veel geiten
vachten gebruikt; ze zijn licht en zeer soepel,
zoodat zij het figuur goed laten uitkomen. Deze
mantels zullen vooral bij de jeugd een groote
populariteit genieten en de snit is dikwijls zoo
bijzonder goed verzorgd, dat zij ook voor gekleed
gedragen kunnen worden. Ze hebben bijna alle
een ceintuur van bont of leer en worden gewoon
lijk gi'ijs, bruin of beige geverfd. Soms behouden
de vellen hun natuurlijke kleur, door het com
bineeren van lichte en donkere vellen worden
aardige effecten bereikt. Wij zagen ook man
tels, die naar onderen gaandeweg donkerder wer
den en waarvan de tinten varieerden van licht
zilvergrijs tot grauw of van beige tot donker
bruin. Een herhaling dus va.n de japon met !net
lichte bovenstuk en de lichte blouse bij den
donkeren rok, die dit jaar de gunst der mode ge
nieten. Een van de aardigste modellen in gei
tenbont was een beige mantel van Lelong met
een kraag van blauw vossenbont. Door de eigen
aardige snit krijgt men van achteren gezien
den indruk van een bolero. De mouwen met wijd
uitloopende manchetten waren aan den elleboog
met vossenbont gegarneerd.
Overigens blijven de nieuwe bijzonderheden,
van dit voorjaar gehandhaafd. Platte bonte kra-
gen, die gebonden of door een opening gehaald
gehaald worden, breede revers en bewerkelijke
Zendag.
Roereieren met toost. Kalfstong met zure saus.
Princesseboonen, aardappelen. Vruchtensla.
Maandag.
Varkensrollade. Bloemkool, aardappelen- Maize-
napudding met bessensap.
Dinsdag.
Bloemkoolsoep. Koud vleesch met tomatensaus,
kapucijners, aardappelen. Pruimen-
Woensdag.
Biefstuk, Andijvie, aardappelen. Chocoladepud
ding met vanillesaus.
Dionderdag.
Slakropjes met gehakt, aardappelen. Compote van
bessen en frambozen.
Vrijdag.
Tomatensoep. Rijstrand met eieren, Kerrvsaus
en tomaten.
Tomatensoep. Gestoofde baars. Worteltjes, aard
appelen.
Zaterdag.
Gekruide runderlapjes. Smijboonen, aardappelen.
Koffievla.
De kalfstong voor Zondag wordt eerst goed
afgewreven met zout en daarna flink gewas-
sohon, daarna opgezet met kokend water, zout,
een worteltje, 1 kruidnagel, 1 takje selderij, 1
klein stukje foelie en gedurende twee uren ge
kookt. Laat het vet gemakkelijk los, dan is de
tong gaar, wordt het vel en het strottenhoofd
er af genomen en de tong in plakken gesneden.
We presenteeren er een zure saus 'bij, waarvoor
we een halve liter bouillon van de tong gebrui
ken, 40 gram bloem, 40 gram boter, sap van 1
ctroen.
Be boter wordt gesmolten en vermengd met
de bloem, daarna langzamerhand de gezeefde
bouillon bijgevoegd en tenslotte het citroensap,
het sausje gedurende een minuut of 5 laten
doorkoken. De tong wordt op een verwarmde
schotel gedaan en overgoten, met een 'deel van
de saus; de rest wordt in de juskóm gedaan.
Vruchtensla.
We zijn volop in het seizoen van de versche
vruchten en kiezen dus allerlei soorten als ap
pels bananen, _pruimem, bessen, druiven, perzi
ken enz., die we wasschen en zoo noodig schillen
en aan stukjes verdeelen, de bessen en druiven
blijven in hun geheel, alles door elkander men
gen en met vruchtensuiker bestrooien, waarna
we het een uurtje op een koele plaats wegzetten.
We kunnen het opdienen in kleine bakjes en in
een groote kristallen schaal en versieren het
dan met wat geslagen room en desverkiezen.de
gemalen amandelen.
Tomatensoep.
I1/2 I.. water, 1 Kg. tomaten, 1 uitje, 60 gr.
boter, 80 gram bloem.
Be tomaten worden goed gewasschen, aan
stukjes gesneden en gedurende een half uur ge
kookt in een halve liter water en zout. Zijn ze
gaar, dan worden ze door de paardeharen zeef
gewreven. Het uitje wordt zeer fijn gehakt en
in een deel van de boter gaar gefruit, maar we
zorgen, dat het niet bruin wordt, daarna komt
de rest van de boter er bij en de bloem, de tor
matenpuree en nog 1 liter water, de soep laten
we -dan hog een kwartiertje zachtjes doorkoken.
Tomaten zijn op het oogenblik niet duur en
daar zij veel vitaminen bevatten, zullen wij ze
in allerlei vorm in onze maaltijden verwerken,
aan de koffietafel, zoowel als aan het middag-
mal. Menigeen denkt niet van tomaten te houden,
maar bij eenig doorzetten gewent men er aan
en vindt men ze tenslotte verrukkelijk. Hoe
heerlijk zijn aan de koffietafel niet wat gebak
ken tomaten op de boterham en zoo vlug te be
reiden. We snipperen een uitje fijn en smoren
het in de koekepan met boter gaar; voegen
daarna de aan plakken gesneden tomaten, die we
van het velletje hebben ontdaan, door ze even
in heet water te dompelen, er bij en bakken de
tomaten aan de eene, daarna de andere zijde gaar
en dienen ze warm op. Hebbed we gasten, dan
toaken we wat broodcroutons, waarvoor we
sneedjes oud brood, zonder korst, in boter aan
beide zijden lichtbruin bakken en leggen de ge
bakken 'tomaten daarop. Tenslotte wil ik u nog
een vlug te bereiden aardappel-, haring- en toma-
tengerecht geven, dat koud, zoowel als warm
gegeten kan worden.
Twee öf drie gemarioneerde haringen worden
aan stukjes gehakt, 6 flinke tomaten worden aan