NIEUWE S Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier No. 91 40e Jaargang OiHiw: fi«i II. BIZEI. - Vétim 11 KIM.Bureel Hoordscharwoude. Stemmingsbeeld Groentenland Uit den Omtrek TELWOON INTERCOMMUNAAL NÓ. M. DINSDAG 4 AUGUSTUS 1931 I, HI. Ill IJ k Hl ('OIR ill DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. - Abonnmen tspr ij s per 3 maanden ƒ1.15. ADVERTENTIEN Van 1—5 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. Uit ,Weenen kwam dezer, dagen een nader bericht inzkae de invoerrechten op kool. Reeds konden we in ons Zaterdagnummer kortelijks 't goede nieuws meedeelen, dat men in het eer tijds vroolijke We enen niet zoo ver is gegaan, allicht niet durfde te gaan, als oorspronkelijk was bedoeld. Voor roode kool zal dan nu een recht van twee en voor witte" kool van één goudkroon per 100 Kg. verschuldigd zijn, dus 100 en 50 gld. per wagon van 10000 Kg. Dat is derhalve meegevallen, we zijn in den laatsten tijd heusch niet door goede tijding ver wend. Hoewel ook dit recht nog een invoerbe- lemmering voor ons product kan zijn, is het bij eenige behoefte wel van geen overwegend, bezwaar. Dus kan er nog kool uit Noord-Holland naar Oostenrijk; van eenige vraag is thans echter wel geen sprake. Aan de veilingen zijn de aanvoer ders tegenwoordig, bijna zou ik schrijven te vreden, als zij de minimumprijs van roode kool kunnen maken. Want dan raken hun vaartui gen leeg en komt er nog iets, 'n ietsje is altijd nog meer dan niets, voor 't product terecht. Geld wordt een schaarsch, deilnalve zeer be geerd artikel in Groentenland. Dat is dan de kool. Tomaten zijn tegenwoordig ook al niet meer gezocht; 'kmeen dit vrij te mogen schrijven, lettend op den prijs, dien men er voor betaalt' Dij dezen voortgang komen -de koude-kas-tov maten verbouwers ook niet uit, geen sprake van. En met de aardappelen is het nu, althans voor export naar Duitschland, heelemaal nietsgé- daan. Zelfs al waren er geen Dionatbankcrisis, geen credietnood en meerdere ongemakken, dan nog zou er thans geen vraag zijn voor Duitsche rekening. En dat danken we aan het thans, ge durende Augustus geldend invoerrecht a 4 R.M. per 100 Kg. Achter de muur van die hoogte, 7.0u men zoo zeggen, moet de Duitsche agra riër, zich rustig gevoelen, als er in dit zwaar- bezochte land „überhaupt" nog van rust kan worden gesproken. Kalm, althans voor het uiterlijk, wadnt de pootgoedhandelaar op Duitschland den dag af, dat hij weer exporteeren kan. Of dat met Sep tember 't geval zal zijn? Eerst zal het be- lingsverkeer weer. normaal dienen te geschie den. Zooals de toestanden nu zijn, kan men niet tot zaken doen komen. Ondertusschen gaan ka pitalen verloren, is er zoo goed als geen bedrijf dat uitkomt, laat staan waar verdiend wordt. Men zou er moedeloos onder worden. Ech ter moet er verandering komen, wil Europa tenminste economisch op de been blijven. Zoo houdt geen enkel land het langen tijd uit ,de werkeloosheid wordt en is een geesel der individuen en volken, en die is nog aller- wege groot. En dat in den zomer- Die gevolgen van de malaise worden heel zwaar gevoeld, natuurlijk het allerergst door de arbeidende klasse, die inderdaad de economisch I zwakkere in onze maatschappij is. Ook in onze omgeving is het met de verdien- sten der transportarbeiders al zeqr slecht ge- j steld. Zij toch moeten het vooral van een massa- vervoe rhebben en daa ris in het nieuwe seizoen geen sprake van geweest. Werd er in normale tijden een extraatje verdiend in de vroege-aard- appelen-campagne, wat als compensatie moest dienen voor z.g. stillen tijd, van een extra ver dienste is geen sprake, integendeel, de verdien- sten zijn bitter slecht. Ook voor hen is het een groote tegenvaller, dat nu de vroege kool vrijwel waardeloos is, en ten deele' niet verladen wordt. Ik denk verder aan de schippers. Wat wordt er vervoerd? Hoeveel voorraad zouden de zakkenhandelaars dit jaar overhouden? Natuurlijk hebben zij in gekocht, niemand dacht er aan, dat er zoo mi nieme hoeveelheden zouden worden afgezet. Zoo werkt de depressie door en heel 't bedrijfs- levdn wordt er. door gedupeerd. Ondertusschen dalen de prijzen tot een niveau, die geen land- of tuinbouwer bestaansmogelijkheid laat. 't Is toch al te gek, dat de medeburger brood, melk groente, ja wat niet al verbruikt en daar voor een bedrag betaalt beneden productieprijs. Ware ons tuinbouwproduct nu op de binnen- landsche markt te plaatsen, dan zou men nog op middelen kunnen zinnen, om dit euvel te kee- rgn. Edoch, waar onze tuinbouw op export is aangewezen, helpt een middel, dat alleen in eigen land kan aangewend, toch niet. Al blijft het een harde zaak, tiet gedeelte dat in het land wordt verbruikt, aan zoo lage, niet loonende prijzep te moeten afstaan. Zoo blijven er voor onzen tuinbouw slechts maatregelen van internationalen aard over. Die zullen dan ook getroffen moeten worden. In de „Tuinderij" van jl. Vrijdag komt een artikel voor, waarin ook hierop wordt gedoeld, 't Gaat over het nieuwe verdrag, strakstusschen Nederland en Duitschland te sluiten. Ik laat het artikel, dat eigenlijk een adres aan de Re geering is, hier volgen: Het Nederlandsch-Dmitsch Handelsverdrag. Namens het Centraal Rurea uis op 27 Juli het volgende adres gezonden aan Zijne Excel lentie, den Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, Voorzitter van -den Ministerraad: Excellentie, Het op 26 Nov. 1925 te Berlijn tusschen Ne derland en Duitschland afgesloten handelsver drag zal aan het einde van het volgende jaar afloopen. In dit handelsverdrag is niet alleen ten be hoeve van Nederland de algemeene meest-begun- stiging verzekerd, doch bovendien zijn daarin ten aanzien van een aantal artikelen, die voor namelijk in Nederland worden geproduceerd en waarvoo rgeen ander land zich dus moeite zou geven om tariefsverlagingen te bedingen, be paalde invoerrechten vastgelegd. Deze resultaten heeft de Nederlandsche Onder handelingscommissie kunnen bereiken tengevol ge van het feit, dat tegenover de verlangens van Nederlandsche kant ook wenschen van Duit sche zijde bestonden. De Duitsche Regeering had n.l- gelijk in de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp tot goedkeuring van het laan- delsverdrag uitdrukkelijk wordt verklaard reeds geruimen tijd geleden aan de Nederlandsche Regeering den wensch kenbaar gemaakt, dat het door Nederland aan Duitschland verleende cre- diet van 1.40 millioen gulden voor den aankoop van grondstoffen opnieuw zou worden verlengd en dat de rente met een half procent zou worden verlaagd. Dank zij dit onderhandelingsobject is de Ne derlandsche Regeering in staat gebleken om ten behoeve van den Nederlandschen export in xhet bijzonder den groenten- en fruitexport belangrijke concessies te verkrijgen. „Intusschen zoo wordt in bovengenoemde Memorie van Toelichting opgemerkt mag wel worden aan genomen, dat de uiterste concessies, welke in de gegeven omstandigheden bereikt konden wor den, ook inderdaad bereikt zijn." Op grond hiervan ziet de Nederlandsche tuin bouw met groote bezorgdheid het tijdstip na deren waarop de termijn, waarvoor het Neder- landsch-Duitsche handelsverdrag van 1925 is af gesloten, zal zijn verstreken. Voor eenige van onze tuinbouwproducten nl. waren de krachtens dit handelsverdrag geldende Duitsche invoerrechten reeds onmiddellijk te zwaar, zoodat de export dezer producten naar Duitschland vernietigd werd. Ten aanzien van de meeste andere groenten- en fruitsoorten lieten de Duitsche invoerrechten -- welke niet naar de waarde, maar naar het gewicht geheven worden bij de in 1925 gel dende prijzen een loonende exportmogelijkheid. Naarmate echter de prijzen der producten daal den gingen de Duitsche invoerrechten een steeds zwaardere belasting op den export vormen, zoo dat thans blijkt, dat vele van de in 1925 vastge stelde Duitsche invoerrechten voor een loonende exportmogelijkheid onzer producten veel te hoog zijn. Desniettegenstaande is en wordt nog voort- 1 durend door de Duitsche kweekersorganisaties, I onder leiding van den rijksminister Dr. Schiele, op verhooging der invoerrechten op land- en tuinbouwproducten aangedrongen. Waar intusschen het oogenblik nadert, dat tusschen de Nederlandsche en Duitsdne Regee- j ringen onderhandelingen zullen moeten worden aangevangen over een hieuw handelsverdrag, I daar zal het, naar wij vreezen, voor de Neder landsche Regeering onder de tegenwoordige om standigheden zeer moeilijk zijn om inderdaad ^onderhandelingen" te voeren, dus evenals in 1925 het geval was, tegenover bepaalde ver langens ook bepaalde aanbiedingen te stellen. ,Wat den Nederlandschen groenten- en fruit export betreft, zullen deze verlangens niet alleen een bestendiging der in 1925 overeengekomen in voerrechten moeten inhouden, dodn ten aanzien van verscheidene producten ook een zeer we zenlijke verlaging dezer invoerrechten, op grond van de belangrijke daling van het prijsniveau dezer producten. Onder deze omstandigheden neemt ónze Or ganisatie de vrijheid Uwe Excellentie mede te deelen, dat het haar noodzakelijk voorkomt, dat thans reeds ernstig wordt overwogen, op welke wijze de belangen van den Nederlandschen tuin- bouwexport naar Duitschland het best kunnen worden behartigd bij de a.s- onderhandelingen over een nieuw handelsverdrag met Duitschland. Onze Organisatie veroorlooft zich de vraag te l stellen, cf waar Duitschland thans, nog meer dan in 1925, behoefte heeft aan een credietver- 1 leening en Nederland zich aan deelneming aan een internationale credietregeling niet zal kun- nen onttrekken ook thans niet in de richting, waarin in 1925 een regeling is getroffen, de op- lossing moet worden gezocht van de moeilijk- i heden, welke onzen export naar Duitschland na j beëindiging van het thans loopende handelsver- l drag bedreigen. I Waar echter thans met de mogelij kin eid dient rekening te worden gehouden, dat anders dan in 1925 van Duitsche zijde de wensch 'tot een credietverleening niet wordt kenbaar ge maakt, en Nederland in dat geval dus geen eh'kel middel bezit om daadwerkelijke onderhandelin gen te voeren, daar acht onze Organisatie het voor een succesvolle behartiging van de belangen van den Nederlandschen land- en tuinbouwex- port noodzakelijk, dat door onze Regeering zoo spoedig mogelijk maatregelen worden genomen, teneinde zich deze middelen te verschaffen. Uwe Excellentie verzoekend onze betuigingen van hoogachting wel te willen aanvaarden. Namens het Centraal Bureau der Tuinbouw veilingen in Nederland: F. V. VALSTAR, voorzitter. NIMöLLER, secretaris. ZUIDSCHARWOUDE. Onze vroegere plaatsgenoot, de heer P. Bergen, thans broeder-onderwijzer te Amsterdam, slaagde voor de hoofdacte. NOORDSCHARWOUDE. Mej. F. Outshoorn, onderwijzer te Oostpolder slaagde voor de hoofdacte. BROEK OP LANGENDIJK. Ds. A. E. van Baaien, predikant bij de Ned. Herv. Gemeente heeft voor het beroep naar Delfzijl be dankt. BlROEK OP LANGENBiIJKL Aan het postkantoor Broek op Langendijk en de daaronder ressorteerende hulppostkantoren werd gedurende de maand Juli 1931 ingelegd f6538.68, terugbetaald f3818.27. Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 1722. Binnenland HEERHUGGWAARDl De definitieve bevolkingscijfers dezer gemeen te, vastgesteld bij de 11e volkstelling blijken te zijn 2556 M. en 2349 V-, totaal 4905 personen. O 10 'n Jp 2*1 PiJS ALKMAAR. Orgelavonden Jan Zwart. Groote Kerk Alkmaar. Donderdag 6 Augustus 89 uur. 1. Voorspel en Koraal: Ev. Gez. 29 Jan Zwart. 2. Ie deel Concerto (Koekoek en Nachegaal) G. F. Handel. ■3. Phantasie „Ad nos ad salutarem undam" Fr. Liszt 4. Prière, Toccata (uit „Suite Gothique") L. Boëlmann 5. Geestelijk Lied Jan Zwart Plaatse! ijk Nieuws ZUIDSCHARWOUDE. Als de heer Pranger met zijn Fanfarecorps ter concourse gaat, dan is het volksvooroordeel de mee ning toegedaan: „met 'n eersten prijs thuis, hoor." Nu, het is ook bijna altijd zoo. Zondag kwam „Kunst Na Arbeid" in de eere-afdeeling uit, op het te Spaarndam door „Excelsior" aldaar gehouden con cours. En de uitslag was weer: met 386 punten een eersten prijs, (min. was 336 punten). Directeur en leden: Bravo! Een belangwekkend oordeel van een gezag hebbend man over de voltooiing der Zuiderzeewerken. Is voltooiing der Zuiderzeewerken gewettigd? Ziedaar een vraag, die vooral in dezen somberen: crisistijd, meer dan ooit in het teeken der alge meene Delangstelling staat. Sommigen gaan in hun pessimisme zóó ver, dat zij gaan twijfelen, of de krachtige voortzetting van de Zuiderzeewer ken wel in 's lands belang is. Verwezen wordt dan naar den toestand van 's lands financiën, waarmede gedoeld wordt op de heerschemde ma laise, welke doet verwachten, dat de opbrengst van 's Rijks middelen in de eerstvolgende jaren aanmerkelijk zal dalen. Het ligt voor de hand, dat juist de heerschende malaise een argument moet. zijn om de Zuiderzeewerken met kracht voort te zetten, zoo mogelijk zelfs in een nog sneller tempo, immers juist in een slechten tijd als wij thans beleven is het van toet allergroot ste belang, dat door de uitvoering van groote openoare werken onze bevolking aan productieven arbeid, .wordt gehouden. Het was dan ook een goede gedachte van „D|e Telegraaf" om door middel van een enquête bij vooraanstaande figu ren, dezen gedachtengang nog eens duidelijk' te doen bevestigen. Het is begrijpelijk, dat de Overheidspersonen^ tot wie de vraagstelling werd gericht, een krach tige voortzetting der Zuiderzeewerken bepleit ten, en stopzetting noodlottig achtten; voor een Overheidspersoon gelden nu eenmaal ook bijzon- dero motieven, o.a- politieke. 'Waar de twijfel inzake het gewettigde van de voltooiing der Zuiderzeewerken echter in de eerste plaats geba seerd is op financieele en economische motie ven, is van groote beteekenis het antwoord, dat door Dr. F. G. Waller, den nestor van onze na tionale industrie, op de vraagstelling van „Die Telegraaf" werd gegeven. „Op de gestelde vraag antwoord ik volmondig: ja. Niet alleen zullen door de vorming van een zoetwatermeer belangrijke voordeden worden ver kregen voor den landbouw en de watervoorzie ning in de omliggende provincies, zal de afwate ring van verschillende gebieden meer regelmatig kunnen plaats hebben en het ondeilnoud der wa- terkeeringen kleiner zijn, maar hét verkrijgen van een nieuw groot oppervlak grond, dat voor landbouw en veeteelt geschikt zou zijn, acht ik op den duur een bepaald voordeel voor ons land. De afsluitdijk moet zo ospoedig mogelijk wor den voltooid, al mocht ook de toestand van 's lands financiën minder gunstig zijn. Het niet voltooien zo ugelijk staan met het geheel rente loos laten liggen van het reeds aangewende be langrijke kapitaal, terwijl door de afsluiting in ioder geval de bovengenoemde voordeelen van een zoetwatermeer, afwatering, enz. worden be reikt. In welk tempo de verdere poldervorming zal moeten worden doorgezet, is thans nog niet te bepalen. Men zal daarbij rekening moeten hou den met 's lands financiën, met den prijs die voor den drooggekomen grond te maken zal zijn en met de aanlegkosten. Omtrent de kosten voor het droogleggen der polders is op het oogenblik geen vaste bereke ning te maken, en evenmin omtrent de waarde die de grond zal hebben. Die droogleggings kosten toch zullen in hooge mate afhangen van Üe loo- nen ,die in de toekomst zullen gelden. Bij de be oordeeling van de grondwaarde zou het onjuist zijn, uit te gaan van de tegenwoordige 'buiten gewoon lage prijzen voor landbouwproducten, die de grondwaarde sterk drukken. Indien, wat waarschijnlijk is, de prijzen der landbouwproducten zullen verbeteren, maar niet weder komen op het niveau van vóór de crisis, dan zullen onvermijdelijk de kosten van indus- trieele producten moeten dalen tenéinde zich aan de geringere koopkracht van de landbouwbevol king aan te passen. Dte daling der kostprijzen is in de eerste plaats afhankelijk van het loonpeil in de industrie en in de transportbedrijven, zoodat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 1