NIEUWE Kegs Basseinrijst 2 halve ponden KEG'8 KOFFIE Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier No. 106 DINSDAG 8 SEPTEMBER 1931 40e Jaargang StemmingsbeeldGroentenland De vierde man f PAK (tor waarde van 18 cents) Geldig vanaf Zaterdag 12 September tot en met Woensdag 30 September 1931 KEG's KOFFIE I.HI.HIIJMII III ft iVI DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. - Abonnmentsprijs: r. - per 3 maanden /UI. -UltftlVi: FlfM I. H. KEIZER lnlactOTr I.J. KEIZER. Bureel NoordscharwoadejC^ ADVERTENTIEN: Van I5 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. 't Zal velea van. de meelevende lezers van dit blad bekend zijn, dat er van land- en tuinbouw- zijde bij onze regeering ernstig is aangedrongen op reorganisatie van den economischen voorlich tingsdienst. Hoe die dienst nu precies werkt, is me niet bekend; dit heb ik echter uit de dagbladen wel begrepen, dat algemeen een centralisatie van genoemden dienst, thans resorteerend onder diverse departementen van bestuur, wordt gewenscht. Aan dit verlangen dacht ik, na het lezen van een m.i. hoog te waarderen artikel in „de Tuinderij" van 4 Sept. j.l. geschreven door ir. R. v. d. Veen. Of de heer ir. v. d. Veen in regeeringsopdracht de Duitsche groentenmarkten heeft bezocht, weet ik niet. Het resultaat van zijn waarnemingen vindt men in genoemd blad, waarin een artikel voorkomt onder den titel „Eenige korte wenken." 't Wil mij voorkomen, dat de heer ir. v. d. Veen uitnemend werk heeft verricht. Menig tuinbouwer vraagt zich af, hoe zal het in de toekomst gaan? Kan ik mijn bedrijf op den ouden voet voortzetten? We weten allen, dat het slagen van een cultuur in het tuinbouwbedrijf inzonderheid et van afhangt, of 't product in het buitenland tegen loonenden prijs kan worden afgezet En die prijs is afhankelijk van vele factoren, en een dier factoren speelt een voorname rol, n.l. deze: heeft men het product noodig. En in de tweede plaats komt aan de orde de vraag, als men in het buitenland een bepaald product wenscht: welke eischen worden er aan ge- I steld. ,De land- en tuinbouwer is in de meeste gevallen I niet persoonlijk in staat, zich hierover een op goede gronden rustend oordeel te vormen. Hij mist daartoe den tijd, meestal kent hij de taal van het vreemde land niet en zoo is hij aangewezen op deskundige alleszins bettrouwbare voorliching. Die voorlichting nu is broodnoodig. Op grond van persoonlijke indrukken en onder zoek ter plaatse adviseert de heer ir. v. d. Veen, ten opzichte het toe te leggen op ronde, regelmatig gevormde, niet te groote vruchten, aangezien zulks zoowel door de Engelsche als Duitsche consumenten wordt verlangd. De toekomst ie dan ook, volgens genoemden schrijver, aan het ook in onze omgeving overheerschende Ailse-Graig-type en niet aan het hier zoo goed als niet voorkomende Tuckwood-type. Aan zulke voorlichting heeft de practische kweeker iets. In de tweede plaats meent de ir. v. d. Veen, dat de kans op loonende export voor bak- en kasgroen- ten grooter zal zijn dan voor volle gronds groenten. In Rijnland aldus wordt dit oordeel nader om schreven "heeft de vollegrondscultuur zich veel sterker uitgebreid dan die van de kassen. Vooral van vroege aardappelen en grove grooenten, vooral van koolsoorten nam de cultuur sterk toe. Dit oordeel klopt met dat van Hollandsche tuin ders, die er hun bedrijf uitoefenen, alsmede met het oordeel der kooplieden, die uit den aard even eens op de hoogte van de zaak zijn. 't Zou aanbeveling verdienen, het onderzoek in zake den koolbouw voort te zetten, met 't oog op de Noord-Hollandsche belangen. Zoo klemt b.v. de vraag, welke koolsoorten er hoofdzakelijk verbouwd worden, en vooral ook, of men zich heeft toegelegd op den verbouw van bewaarkool. Hoe staat het b.v. daarmee en ook met het vraagstuk van de bewaring. Hier zou cijfermateriaal zeer gewaardeerd wor den; ik twijfel niet of een onderzoek naar deze voor Groentenland beteekenisvolle details zal practische waarde hebben. Een en ander heeft n.l. beteekenis als straks weer de vraag voor eiken tuinbouwer gaat klemmen: wat moet ik bouwen? Welke teelt biedt nog kans op succes? We kunnen niet te veel weten van hetgeen het buitenland zelf verbouwt, van de waarschijnlijke behoefte, en welke eischen er gesteld worden. De afzet van het product beheerscht in hooge mate of het bedrijf al dan niet loonend zal zijn. 't Doet 'n menseh goed in dezen tijd van klaag zangen eens een anderen toon te hooren. Dat is me dezer dagen aan een onzer Noord-Hollandsche vei lingen overkomen, waar men niet klaagde over aanvoeren en gemaakte prijzen, doch over den loop der zaken tevreden was. Ja, waar de veilingsomzet in 1931 tot heden hooger was dan in 1930. Dat is wel 'n witte raaf, zou ik meenen. Deze bevoorrechte veiling is die te Zwaag, die dit goede resultaaat dankt aan de goede fruitprijzen. De boonen zijn goed aan den prijs, pruimen, appe len en peren alsmede druiven gaven tot heden geen reden tot klacht. Van de druiven moet de massa natuurlijk nog komen. Verder viel het me vorige week op, dat er zulke groote prijsverschillen voor een en hetzelfde artikel van nagenoeg gelijke qualiteit op eenzelfde dag kun nen voorkomen. Zoo zag ik b.v. j.l. Zaterdag te Medemblik eenige partijtjes goede uien voor 't prijsje van f2.50 en f2.60 per 100 Kg. goede drielingen konden het- niet hooger brengén dan f 1.50, terwijl ;enkele kleine partijtjes nep voor f3.50 a f3.60 van •de hand gingen. De verklaring voor deze zooveel lagere als aan den Langendijk besteedde prijzen zoek ik in den gerin- gên aanvoer. Om den prijs te maken, moet er een aanvoer van eenige beteekenis zijn. Veel beter ging het „om de Oost" met de prijzen voor witvleezige aardappelen. Wilde Due, j.l Zater dag werd grif f4.50 a f4.60 per 100 Kg. betaald. Later zakte de markt in tot f 4.10 a f 4.20. De aardappelen zijn mooi grof van stuk en over het algemeen gaaf. De Wilde Due wordt dezen herfst graag gekocht en vormt een gewild handels artikel. Uit den Omtrek HEERHUGOWAARD. Kinderen op de fiets, oudere menschen op de fiets, jong en oud van beide geslachten te voet, alles spoedt zich zoo vlug mogelijk in één richting en als dan even later ook de nieuwe motorbrand spuit voorbij raast, is het duidelijk genoeg, dat er brand is: Vermoedelijk door spelen met lucifers was de vlak naast het woonhuis van den heer W. G. aan het Kilpad, zich bevindende schuur met hooi en stroo in vlammen geraakt, terwijl ook een zich daar- FEUILLETON Haastig duwde hij den jongen het vel papier in handen. „Vooruit, met spoed naar bovenvet, Interlijn!" Dan de telefoon van de haak nemend, na automatisch het gewenschte nummer te hebben ingeschakeld: „Halloja, hier „De Mercuur", verbindt U mij even met meneer AdamsHallo, Adams Met Wils ja;; o, weet je 't alwat, verklaringen afleggen voor den hoofdcommissarismooi, ik wou juist vragen, of je zin hebt om mee te gaan. Dan gaan we samen3.37 hè, ja, half vijf in Rotterdam ongeveer. Over een kwartier ben ik bij je met een taxi. Adieu, tot zoo!" Snel zoekt de reporter eenige paperassen, welke op een schrijftafel verspreid lagen, bijeen en zicl> tot den redacteur wendend, zei hij „Je hebt het zeker gehoord: Hellinger wordt van middag voor den hoofdcommissaris gebracht, 'k Zal zien, dat ik voor het ochtendblad een flink stuk bij elkaar krijg. Over een half uur gaat de treinals 't eenigszins kan, kom ik vanavond nog terug. Het werk is geregeld. Adieu tot morgen!" Binnen vijf minuten zat hij in een taxi, welke hem naar de Hollandsche Hypotheek- en Voorschot bank bracht toen de chauffeur stopte, stond de procuratiehouder reeds op de stoep te wachten. Ze kwamen nog juist op tijd aan het station om te zien hoe Hellinger, geheel onopvallend door twee rechercheurs begeleid in een nog vrij leege afdeeling stapte. De journalist en de procuratiehouder namen daar- op eveneens plaats en bijna onmiddellijk daarna verliet de electrische trein, snel aantrekkend, de. breede overkapping van het Centraal Station. In de zeer eenvoudige gemeubileerde kamer van den hoofdcommissaris was een bode juist bezig met gordijnen te sluiten, toen zijn heer en meester bin nevens bevindende schuur werd aangetast. Door het stille weer werd voorkomen, dat ook het woonhuis mede een prooi van het vuur werd. Naar men ons mededeelde was een en ander slechts laag verzeg. Tegen den avond kon de spuit weer inrukken. HEER HUGOWAARD. Het onbegrijpelijke. Toen Vrijdagmiddag de smid H. S. K. zich tegen een uur of vijf uit zijn woning naar buiten begaf, trok het zijn aandacht, dat eenige kinderen in ongewoon stille aandacht iets beschouwden, dat zich blijkbaar in de sloot langs den Middenweg af speelde. Nieuwsgierig geworden, begaf hij zich ook nentrad. „Als je klaar bent, Jansen, kan je Hellinger bin nen laten. Daarna verwacht, ik mejuffrouw Robert, dan meneer van Doorn, dan meneer Adams, vervol gens meneer Van Hagen en tenslotte de weduwe Spijkeboorde Laat. Begrepen Jansen?" „Zeker meneer de commissaris", zei de bode en met een laatste ruk aan het koord van het groene gordijn herhaalde hij nog eens: „Hellinger, Robert, Van Doorn, Adams, Van Hagen en Spijkeboorde Laat", en meer tt zichzelf voegde hij er aan toe: „Vijf stuks, dat zal wel weer laat worden vanavond" Eenige minuten later trad Hellinger het vertrek binnen. Hij was een vrij gezette man van ongeveer 45 jaar, zóó onopvallend van uiterlijk, dat zelfs de commissaris zich eenigszins scheen te verwonderen. Een oogenblik ging het hem door het hoofd, dat een signalement van dezen man, die werkelijk geen enkel „bijzonder kenteeken" had wellicht tot de arrestatie van honderden totaal onschuldigen aanleiding zou hebben gegeven. In dat licht bezien, mocht men zich gelukkig prijzen, dat Hellinger zich zelf bij de politie had aangemeld, zij het dan, dat het hierdoor niet gemakkelijker zou worden het overtuigend bewijs aan 's-mans schuld te leveren. Het feit, dat Hellinger bij de politie in het geheel niet bekend was, gevoegd bij de omstandigheid, dat hij niet de minste moeite had gedaan om zijn spoord te verbergen, pleitte in ieder geval vóór hem. Maar daartegenover stond, dat het zeker niet de eerste keer zou zijn, dat een sluwe misdadiger op deze wijze trachtte zich tegen elke verdenking te vrijwaren. Oppassen was dus de boodschap! Met een uitnoodigend gebaar wees de commissa ris den verdachte een stoel, doch nog eer hij zijn verhoor had kunnen beginnen, had Hellinger reeds het woord genomen. „Meneer de commissaris", zei hij op een toon, die in tegenstelling met zijn onbeduidende ver schijning, vrij gedecideerd klonk, „meneer de com missaris, alvorens u mij een verhoor gaat afnemen, zou ik eerst wel eens willen weten of ik hier als verdachte dan wel als getuige zit. Het feit, dat ik GRATIS I wanneei» U koopt (uitgezonderd Sumatra Koffie van 24 ets. per half pond) in prijzen van JO» 60, 55, 50, 37V«, 30, en 24 cent per halfpondspak Bij alle Winkeliers verkrijgbaar door twee rechercheurs van Amsterdam naar hier vervoerd ben, heeft bij mij de overtuiging doen post vatten, dat ik van den moord op bankier Leuven- steyn verdacht word. U zult me moeten toegeven, dat een dergelijke beschuldiging in één woord ab surd is „Meneer Hellinger", antwoordde de commissaris diplomatiek, „laten we de schuldvraag voorloopig buiten bespreking laten. Vóór alles is het gewenscht, dat wij de kwestie, waarom het hier gaat, objectief beschouwen. U is van een en ander op de hoogte?" „Alles, wat ik van de zaak weet, heb ik uit de bladen. Ik ben gisteravond laat met den nachttrein uit Hannover vertrokken en eerst vanmorgen in de wachtkamer van het station te Oldenzaal, waar ik een uur oponthoud had, zag ik de kranten van de laatste dagen, waarin van een en ander melding werd gemaakt. U begrijpt hoe ik schrok en bij m'n aankomst in Amsterdam heb ik dan ook geen oogen blik geaarzeld om me met de politie in verbinding te stellen". „Dat was inderdaad zeer verstandig van u, me neer Hellinger, maar laten we nu, om het raadsel niet nog ingewikkelder te maken, bij het begin be ginnen. Voor den commissaris van politie te Am sterdam hebt u verklaard, dat u Maandagavond met den trein van 7.45 van het Maasstation naar Hannover bent vertrokken. Mag ik in de eerste plaats dus vragen met welk doel u die reis onder nam?" „Ik ontving van Goldschmidt om 5 uur een tele gram, waarin deze mij meedeelde, dat op het laatste moment de Braunschweiger Kreditbank een voor- deeliger aanbod had gedaan dan de Hollandsche Hypotheek- en Voorschotbank. Eerstgenoemde was bereid om de gevraagde hypotheek tegen 8 pCt. te verschaffen, hetgeen Goldschmidt zeker niet ten onrechte van zooveel belang achtte, dat hij mij ver zocht de voorloopige overeenkomst met de Holland sche te annuleeren en onmiddellijk naar Hannover te komen waar we elkaar dan Woensdagmorgen om 9 uur zouden treffen". Maar waarom is u met den gewonen sneltrein van 7.45 vertrokken, terwijl toch ruim een uur later een D-trein waarvan u van Oldenzaal af toch ook gebruik zult hebben moeten maken, rechtstreeks naar Hannover gaat?" Hellinger begon zich op te winden. Tevergeefs trachtte hij zijn stem in bedwang te houden, toen hij min of meer heftig antwoordde: „Meneer de commissaris, de wijze waarop u mij een verhoor afneemt, bewijst, dat u mij van den moord verdenkt. Ik maak er u op attent, dat ik nog nooit in m'n leven iets met de politie te doen heb gehad, dus dat er geen enkele grond bestaat voor dié verdenking. „Waarde heer Hellinger", merkte de commissaris op, „u houdt mij ten goede, dat ik me het recht niet laat ontnemen mijn verhoor zóó in te kleeden, als ik dat in het belang van een juist vooronderzoek noodzakelijk acht. Voorloopig staat omtrent uw schuld niets vast, maar vergeet niet, dat de schijn tegen u is. Er waren slechts enkele menschen, die bekend waren met het doel van de reis van meneer Leuvensteyn en tot die menschen behoort u. Wel licht kan het u gerust stellen, wanneer ik u verzeker dat streks de heeren Adams en Van Doorn, die eveneens van de zaak afwisten, aan een even scherp verhoor zullen worden onderworpen als u. Vertelt u mij dus rustig de finesses van uw wat overhaaste reis naar Hannover, dat is op dit oogenblik de beste raad, die ik u geven kan. Om dus op m'n laatste vraag terug te komen: Waarom reisde u met den sneltrein van 7.45 en niet met den D.-trein van 8.53, terwijl u toch te Oldenzaal in den laatsten trein moest overstappen?" „Die verklaring wil ik u wel geven", antwoordde Hellinger, die zich nu toch iets meer op zijn gemak scheen te voelen. „U moet weten, dat ik een spoor wegabonnement 3e klasse voor geheel Nederland (Zie vervolg vierde pagina).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 1