12 SRI De nieuwe weg door Beestmer-Amhacht Vergadering van het Comité van Act e De vierde man IJitgenoodigid waren: D'e Banne Oudkarepel, de Weth. van Oudkarspelen de Banne Noord - scharwoude. De vergadering had plaats in de zaal van den heer Jn .de Blakker te Noordscharwoude, des avo'nds half negen. Aanwezig het Comité, de Bianne Oudkarspel en de weth. van Oudkarspel, terwijl de banne Noordscharwoude niet was verschenen. De voorz. van het comité, de heer J. Keizer, opent de vergadering, én zegt het eigenaardig te vinden, dat hjij: 3e leiding heeft, daar de lei ding toch zeker wel uit de vergadering zal komen, omdat de aanwezige heeren uit den aard der zaak beter op de hoogte zullen zijn. <pr. is blij, dat de Banne öudkarspel goed is opgeko men en betreurt het dat de Banne Noordschar woude er niet is. De heeren 'Ootjers en Blokker hadden bericht van veiüindering gezonden. De wethouders van Oudkarspel zijn er zeker wel om de ff00 subsidie, als de weg over de Spoorstraat konit, en van het comité van de Spoorstraatbe woners.. de heeren D. Bakker, K. Bruin, W. Wa genaar en de voorz. de heer J. Keizer. Die heer P. Kuilbo r kan wegens ziekte niet aanwezig zijin, maar is in dezen de man, die den stoot hieraan heeft gegeven. Van toem ging het initia tief uit. Ein nu wat den weg door 't Geestmer-Ambacht betreft. Mén wil een verkeersweg, die breed is. Welnu, wanneer de wegsloot gedempd wordt, de boomen gaan weg, en 'de hekken worden iets achteruitgezet, dan krijgt men een wegbreedte van 18 ;M|. Hoofddoel is te trachten, den heer Kooijman, lid van Ged. Staten en ingenieur Rei- I gersman hierheen te laten komen. Dan met de j Bannen, wethouders en comité te vergaderen, en te trachten den weg hier langs de Spoorstraat te krijgen. De Trosten zullen lager zijn, omdat er reeds een weg is en wij krijgen dan niet het j gékke geval van "3 a 4 bruggen bij elkander over 1 de ringvaart. Dan zou het met recht zijn Hol- fand op zijn smalst. Tevens zou een betere schei- ding tusschen de Banne öudkarspel en Noord scharwoude worden verkregen. De Spoorstraat wordt anders een dood einde, wat voor de 28 neringdoenden niet anders betee- ketot dan dat zij zeer gedupeerd worden. Ook wordt er geen rekening gehouden met de 130 bewoners, die toch zeker mee mogen betalen Zou het nu niet mogelijk zijn om een krachtige actie te voeren voor 't plan dat de weg over de Spoorstraat komt met medewerking van beide banne- en gemeentebesturen. Bleide gemeenten zul leh hiervan profiteeien, terwijl Oudkarspel an ders alles ontnomen wordt. Ook mag zeker gewezen worden op de weg sloot, die voor de gezondheid zeer nadeeligis, en bij droog weer, en vooral in den zomer, onwel riekende geuren verspre'id. Dit is het kort over zicht van den heer P. Kuilboer, bij monde over gebracht door den voorz., den heer Jn- Keizer De heer Hart, voorz. Banne Oudkarspel zegt', op de vergadering in Alkmaar te zijn geweest van de verschillende oorporatie's ter bespreking vah de bijdrage. Ook toen heeft de heer IJart lateto blijken, dat als de weg rechtuit werd ge trokken, hij geen bezwaar had om subsidie te geveto. Door burgemeester Wjijnveldt van Oud karspel werd dit sterker naar voren gebracht. Ingenieur Reigersman kwam toen met techni sche bezwaren naar voren en viel het eerstge- sprokene in het water. Ik geef echter niet veel om die bezwaren. Die Banne Oudkarspel geeft nu 50 p'Ct. van het gevraagde (gevraagd was f300), maar als de weg rechtuit gaat dan het gevraagde, fcpr- zegt, we moeten vasthouden en wijst op Castricum. Daar is de weg inplaats van achter de huizen om, door de bebouwde kom getrokken, en spr. gelooft dat er bij vol harden nog wel een kans is. Dan ziet spr- meer gevaren in den nieuwen weg als die 'komt op de plaats, zooals nu is aangegeven. Het is bij den toegangsweg naar de veiling altijd zeer druk, en doet zich weer 't vreemde geval voor, dat er 3 wegen vlak naast elkaar komen te liggen. Er is veel minder gevaar verbonden aan een weg, die over de Spoorstraat wordt geleid. Ein beter is het vanwege de gezondheid ook, watot dan raakt die vieze sloot ook dicht. De Banne en de Gemeente voelen er alles voor als de weg over de Spoorstraat gaat. De scheiding van de Banne zal er door worden gewijzigd, maar als Noordscharwoude op dit einde land aan Oudkarspel geeft, dan krijgt zij van ons verderop een 4 H.A- meer terug. Voorts vindt spr. het wel typeerend, dat de plannen van dén heer Tauber destijds ook over het verlengde van de Hpoyorstraat waren. Dpn juicht spr- het toe, dat de Spoorstraatbewoners hun ooren op steken en dat er door ons thans al over wordt vergaderd. De heer J. Schrieken zegt, dat wij indertijd behandeld zijn als onvolmondigen. De heer Rei gersman zegt technische bezwaren te 'nebben om den weg over de Spoorstraat te leiden, maar dato moet hij die bezwaren maar opruimen. De moeilijkheden zijn er om opgelost te worden]. Maar al ziet de heer Reigersma de techniek, de heer Kooijman ziet toch zeker naar de be lalngen van de menschen. Spr. zegt de notulen te hebben gelezen en dat er in staat dat er niet aan de weg gebouwd mag worden. De 'heer H. Bakker zegt, dat er geen winkels of een complex woningen aan gebouwd mogen worden. De voorz. wijst dan op eenige tegenstrijdig heden, terwijl de heer Hart zegt, dat men aan die bepalingen niet zoo zwaar moet tillen De heer P. Kostelijk deelt mede, dat de heer Kooijman niet* ongenegen is, om personen die be zwaren hebben, te ontvangen. De heer Schriekem voelt er voor om tlnans maar een commissie te benoemen, bestaande uit leden van de Bannen, van het comité en van de gemeenten. mededeelen, dat als de weg hier niet komt, wij geeto bijdrage meer geven. Dé voorz. zegt nog eens dat de heeren Ootjers en Blokker bericht vati verhindering «nebben ge zonden. Maar waarom de heeren K. Wagenaar Sr. en T. Kostelijk er niet zijn, daarop kan hij geen antwoord geven. De heer H. Bakker zegt, dat als de weg hier komt, wij meer offers moeten geven. Voorz. zegt, dat als de weg hier komt, en er worden offers gevraagd, is dat dan de Gemeente niets waard? Als men 40 jaren lang subsidie geeft aan een kanalisatieplan, een plan dat men over t algemeen niet zoo belangrijk vindt als dezen weg, en twee gemeenten varen er wel bij, dan is dat toch zeker meer aan te bevelen. De heer PKostelijk zegtJa, hoever kunnen wij gaan er is een grens. Als de weg hier komt, verfraait de Gemeente er door, en dat is alles waard, maar als de weg er niet komt heeft het voor ons geen waarde. De heer Hart zegt, dat de huizen aan de Spoorstraat beter in waarde zullen blijven er door, anders is het daar aanstonds niets meer gedaan. De heer Wi. Wagenaar merkt op, dat het door dcto weg langs de laadplaats al merkelijk stiller is geworden. Als de nieuwe weg nu achter ons komt, blijft er voor ons niets meer over. De heer Hart zegt dat de B. én Wi-'s van Oud karspel en Noordscharwoude al verscheidene kee- reto naar Haarlem zijn geweest, maar nul op request hebben gekregen. Men komt steeds met technische bezwaren, maar als de toeeren in Haar lem een beetje willen, kan de weg gemakkelijk hier komen. D|aarom ook is 't goed, dat er door de bewoners van de Spoorstraat, een actie op touw wordt gezet. Voorz. stelt voor de bezwarén van de Spoor straatbewoners op papier te stellen, evenals die van B'anne Oudkarspel en Noordscharwoude en dan te laten onderteekenen door genoemde cor- poratie's. Dit dan op te sturen naar Haarlem, vergezeld van een lijst met handteekeningen van de Spoorstraat bewoners. Dit wordt door allen goedgevonden en zal zoo spoedig mogelijk worden uitgevoerd. Tevens zullen E. en W. j-van Oudkarspel en de Banne hun adhaesie betuigen aan een uitmoodiging aan de heeren Kooijm'an en Reigersman om mét de betrokkenen .een vergadering te houden, terwijl deze adhaesie ook zal worden gevraagd aan 'de gemeente en 'Banne Noordscharwoude. Hierna dankt de voorz. de Banne Oudkarspel en vooral den heer Hart voor zijn toelichting,, (ie weth. van Oudkarspel en de andere leden van j 't comité voor hun aanwezigheid en sluit deze eerste bijeenkomst. i Dan deelt de voorzitter mede, dat het afmljn- toestel thans aan het net is aangesloten, waardoor de kans van storingen, naar we hopen, kleiner is geworden. Tamelijk breedvoerige besprekingen worden ge voerd over electrische bediening van het afmijn- toestel, waarvan de kosten ruim f300.— zouden bedragen. Door meerdere leden wordt hierin een groote verbetering gezien en men behoeft er niet meer een speciaal persoon mee te belasten. Besloten wordt hiermede voorloopig nog te wach ten. Ingekomen is een afschrift van een schrijven van den handel aan het Centraal Bureau, waarin ge- klaagd wordt dat het stelsel van de minimumprij zen gesaboteerd wordt en de bedoelde producten toch voor lager prijzen onderhandsch worden ver kocht, beter ware het, dit stelsel maar weer op te heffen. Het feit wordt erkend en betreurd; echter komt het hier sporadisch voor. Besloten wordt het Centraal Bureau te verzoe ken, middelen te beramen om het genoemde euvel tegen te gaan, omdat de vergadering handhaving der minimumprijzen noodzakelijk acht. Inzake de bekende circulaire van „de West" te Koedijk, waarover ijverig gediscussieerd wordt, is het besluit dat er enkele bestuursleden de hierin genoemde vergadering zullen bezoeken. Enkele andere ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Naar aanleiding van het overlijden van den heer Balk, Secretaris der Prov. Commissie, wijdt de voorzitter waardeerende woorden aan d'ens nage dachtenis. Hierna komt in bespreking een voorstel om een nieuwe dakbedekking der oude goten aan te bren gen. Hoewel dit een vrij dure geschiedenis blijkt te zijn, is het zoodanig noodzakelijk, dat besloten wordt hiertoe over te gaan. De vooorzitter deelt hierna mede, dat dor de zeer geringe aanvoeren van alle producten, het feitelijk onmogelijk is gebleken een aparte middag veiling voor nep en slaboonen te houden. Intus- schen Is het verloop veel beter geweest als vorige jaren. Wel bejammert spr. dat zoo velen het product aan de markt onttrekken en acht hij gewenscht dat de afdeelingen hiertegen maatregelen nemen. Aangedrongen wordt om een volgend jaar een klassificatie in te voeren inplaats van het noemen van alle mogelijke gebreken. Dit zal nader onder de oogen worden gezien. De rondvraag levert niets op, waarop de verga dering wordt gesloten. PUROL in huis Bij brand- en Snijwonden, Pijnlijke Kloven, Ruwe handen en Schraie huid FEUILLETON Een bezwarend epistel. Hoofdinspecteur Dammering, lid der Centrale recherche aan het hoofdbureau van politie te Am sterdam, voelde zich nerveus. Op zichzelf was dat niets bijzonders. Bij het corps toch stond Dammering, wiens bekwaamheden als speurder door zijn superieuren overigens niet in twijfel werden getrokken, bekend als een neuras- thenicus, wiens, zich vooral in de ochtenduren openbarend onaangenaam humeur, reeds menigen rechercheur den dag totaal had bedorven. In hooge mate prikkelbaar en licht geraakt, twee eigenschappen, welke hem in den loop der jaren voor den gewonen straatdienst absoluut ongeschikt hadden gemaakt en tenslotte dan ook zijn over plaatsing naar de recherche tengevolge haden ge had, waren het gewoonlijk zijn ondergeschikten, die daarvan in de eerste plaats het slachtoffer werden en menige jonge inspecteur, die van jeugdigen be roepsijver vervuld, zijn intrede in den politiedienst had gedaan, was onder het alle initiatief en zelfver trouwen doodende regime van dezen chef geworden tot een der velen, die geen hoogere idealen kennen dan hun superieuren naar de oogen te zien. Dezen morgen echter, volgende op den dag, waar op het in het vorige hoofdstuk beschreven gesprek tusschen Adams en Wils plaats had, bleek hoofd inspecteur Dammering's stemming echter nog ver beneden het peil, waarop het gewoonlijk door het personeel van het hoofdbureau getaxeerd werd. In een der ochtendbladen was een vrij scherp gesteld stukje verschenen, waarin de houding van de justitie in verband met de arrestatie van den Rotterdamschen handelsreiziger Hellinger ernstig werd gelaakt. De schrijver wees er, niet geheel ten onrechte op, dat over het algemeen hier te lande al te snel een bevel tot inhechtenisneming van een verdachte wordt uitgevaardigd, hetgeen niet alleen aanleiding geeft tot onschuldige veroordeelingen, doch bovendien het werk van de justitie zelf be moeilijkt, doordat men dan later bij de behandeling De heer D. Blakker oordeelt dat het beter is te trachten den heer Reigersman Inier te krijgen, dan kan hij de bezwaren zien. Be heer Hart vraagt of de gemeente Noord scharwoude niet is uitgenoodigd Voorz. zegt dat de Gemeente niet uitgenoodigd is eto voegt hieraan toe, dat Noordscharwoude de gevraagde bijdrage geeft aan den nieuwen weg. Den heer Hart bevreemdt het, dat er nie mand van de Banne Noordscharwoude is. De heer Ootjers was er toch ook altijd voorstander van, dat de weg hier kwam. Dan kan ik wel van de strafzaak niet over voldoende bewijsmateriaal blijkt te beschikken om tot een veroordeeling te kunnen overgaan. Op deze wijze werd, aldus de schrijver, weliswaar de schijn gewekt, dat 't Neder- landsche politiecorps volkomen voor zijn taak be rekend was, maar in werkelijkheid kwam het er op neer, dat een misdadiger, van wien men vrijwel zeker wist, dat hij schuldig was aan het hem ten laste gelegde, wegens gebrek aan bewijs op vrije voeten moest worden gesteld. „Ook in deze kwestie", zoo besloot de schrijver, „is dit overijld ingrijpen wel weer zeer duidelijk aan het licht getreden. Waarom, zoo vragen wij ons af, moest Hellinger, die zichzelf bij de politie aan meldde, onmiddellijk worden gearresteerd! Uit het feit, dat hij zich uit vrije beweging aan het hoofd bureau vervoegde, mag o.i. reeds worden geconclu deerd, dat hij er niet aan dacht zich in veiligheid te stellen. De justitie had hierin eeft gunstige gele genheid moeten zien om meer bewijsmateriaal bij een te brengen. In plaats van tot een overhaaste arrestatie over te gaan, had het veeleer op haar weg gelegen de gangen van dezen man, tegen wien wij geven het gaarne toe inderdaad ernstige verden kingen bestaan te laten nagaan. Weliswaar zou daarmee de mogelijkheid geschapen zijn, dat bij het uitblijven van een arrestatie, de politie van een gebrek aan activiteit zou worden beschuldigd, maar een dergelijke onverdiende blaam, door eenige on- verstandigen op het politiecorps geworpen, is ten slotte van heel wat minder belang dan een demon stratieve machteloosheid van een rechtscollege, dat straks tevergeefs zal trachten het noodige bewijs materiaal bijeen te brengen, en daarmee een taak op zich neemt, welke alleen bij de politie in goede handen is." Hoewel hoofdinspecteur Dammering den inhoud van dit artikel gevoegelijk langs zich heen had'kun nen laten gaan, omdat het hierin gelegen verwijt veeleer de justitie dan de politie trof, voelde hij het, met de aangeboren vrees van den man, die kruipt voor allen, aan wie hij rechtstreeks of zijdelings verantwoording verschuldigd is, toch als een aan tijging van zijn persoonlijke capaciteiten en zijn sympathie voor de pers, die toch al niet bijster groot was, zou zeker nog meer gedaald zijn, wanneer hij ook van deze zijde geen gevaar had geducht. Hij hield het blad met toet bewuste artikel in Bestuursvergadering Noordermarktbond. Afwezig zijn de heeren D. Bruyn, Zwagerman, Wit en Wijn, beide laatsten met kennisgeving. De voorzitter, de heer Ootjers, opent de vergade ring en memoreert den slechten toestand, doch doet een beroep om niet al te pessimistisch te zijn, omdat hierdoor de toestand slechts hierdoor ver ergerd wordt. i De Secretaris, de heer Kliffen, leest hierna de notulen der vorige vergadering, welke ongewijzigd worden vastgesteld. Medegedeeld wordt het aantal stemgerechtigde leden in dit seizoen voor elke aan- gesloten vereeniging. Hieruit blijkt dat Nieuwe Nie- i dorp een lid in het Bestuur zal verliezen. I Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat, naar aanleiding van de bespreking in de vorige vergade ring, naast het betaalkantoor een strook gronds is aangekocht om er een schuurtje te bouwen bij de woning. De vergadering hecht hieraan zijn goed keuring. Voor het maken van het bedoelde gebouwtje, met inbegrip hekwerk enz. zijn 3 inschrijvingen binnen gekomen en wordt dit gegund aan J. Heidsma voor f345.—. „DE WANDELAAR" Zooeven verscheen bij den uitgever A. G. Schoon- derbeek te Laren de Sept.-afleverlng van „De Wan delaar", maandblad, gewijd aan aan natuurstudie, natuurbescherming, heemschut, geologie, folklore, buitenleven en toerisme. C. A. Kruis schetst welke kevers wij op onze wan delingen kunnen tegen komen, terwijl J. Daalder Dz. opnieuw de aandacht vraagt voor een aantal gif tige planten. Door A. C. de Koek wordt uiteengezet hoe ver onze voorouders waren gevorderd op het gebied der sterrekunde en met C. van Andel zwer ven wij door het rustige Brabantsche land. De re dacteur Rinke Tolman, houdt een causerie over een merkwaardigen trekvlinder: Colias edusa, die in 1928 bizonder talrijk was. A. Joman uit zich opgeto gen over den Liguster den mooien struik, die, als hij bloeit, tal van insecten lokt. Jan P. Strijbos heeft een nieuw broedgebied van den zeldzamen kleinen plevier ontdekt en geeft van zijn vondst een onder houdend relaas. Dat ook cultuurgrond een geva- ieerde schoonheid kan bezitten, wordt ons duide lijk gemaakt door Ds. A. L. Broer, die den lof zingt van den Frieschen „bouwhoek". A. C. de Koek heeft bij kaartjes genoteerd, wat de sterrenhemel in 1931 te aanschouwen kan geven, terwijl H. Schilp uit weidt over den sierlijken berk en al wat daarop leeft. Hoe met het tijdschrift wordt meegeleefd, blijkt uit het feit, dat de rubriek „Van. en voor de lezers" (natuurhistorisch allerlei) ditmaal niet minder dan tien bladzijden beslaat. Onder meer deelt Jan P. Strijbos hierin mee, dat een nieuwe broedvogel in Nederland is ontdekt: de lachstern, waarvan het legsel is gevonden op De Beer. het gebied, dat uit voerig is beschreven in het bekende boek Het Vo geleiland. Als steeds zijn tal van illustraties tusschen den tekst opgenomen. de hand en liep met groote stappen het vertrek op en neer. Eindelijk echter scheen bij tot een besluit te zijn gekomen. Zich plotseling omkeerende, liep hij naar zijn schrijfbureau, liet zich in den daaractoter ge plaatsten stoel vallen en terwijl hij met de lin kerhand driemaal kort achtereen op de contact knop van de huistelefoon drukte, zocht toij met den rechter in een haastig opengetrokken lade van den schrijftafel, waaruit hij met een nerveus grabbelen van zijn dikke vingers een blauwe map opdiepte. Ea- werd geklopt, een inspecteur in uniform trad binnen en bleef, nadat hij de deur achter zMi gespten had, in eerbiedige houding staan. Hoofdinspecteur Dammering dwong zichzelf tot kalmte. „'Knoop, ga eens zitten." De inspecteur, die naar dezen naam bleek te luisteren, voldeed aan de invitatie, die als een bevel klonk. „Kpoop, je moet vanmorgen de pers eens aan mij overlaten. Als de heeren straks komen, meld je mij, dat ze er zijn. Je kunt ze eerst het ge wone nieuws geven, maar geen woord met betrek king tot de zaak Leuvensteijn. Dat laat je aan mij over. Apropos, heb e hejt ochtendblad van „De Hoofdstad" gelezen?" „U bedoelt den aanval op de justitie chef?" antwoordde de inspecteur, die reeds begreep, waar de ander heen wilde. „.Ja, dat heb ik gelezen." „Wat dénk je ervan?" „Tja, wat zal ik er van denken," meende de inspecteur voorzichtig. Het was op het oogen- blik waarlijk niet aan het gezicht van den neer Dammering te zien, of hij zich verheugde, dat zijn superieuren ook eens een veeg uit de pan hadden gekregen of dat hij bevreesd was, dat een deel van de ontstemming, welke door het bewuste artikel ongetwijfeld bij die superieuren was gewekt, op hem zou terugvallen. „Je hoeft niet te denken," verbrak de hoofd inspecteur de pijnlijke stilte, die even was inge treden. „Laat dat maar aan mij over- Ik denk, dat we vandaag de heeren eens nétjes in het zon netje zullen zetten, althans die meneer van ,,De Hoofdstad", die de pretentie heeft te veronder- stellen, dat aan hem een goede Commissaris dér recherche verloren is gegaan." „U bedoelt dat briefje van Hellinger?" „Juist, ik moet zeggen, dat je niet slecht combineert, Knoop. Ik vermoed, dat de heeren daarvan zullen opkijken, want tenslotte is het toch niet- alleen „De Hoofdstad", die zich met de voorloopige arrestatie van Hellinger niet vereeni gen kan. Vandaag of morgen zouden de ande ren dit voorbeeld van ongemotiveerde critiek hebben nagevolgd, al was het alleen maar ter- wille van een bepaalde categorie abonné's die in dezen tijd van justitieele vergissingen eiken aanval op het recht met gejuidn begroeten. Maar nu zal dat heer van „De Hoofdstad" zijn mis plaatste reprimande toch moeten herroepen." Dc inspecteur, min of meer verguld door de waardeerende woorden van zijn chéf, die zich gewoonlijk slechts zelden tot loftuitingen op zijn ondergeschikten liet verleiden, knikte ijverig. „Inderdaad, er zal wel geen anderen uitweg overblijven. Als Hellinger dit briefje ziet, zal ontkennen hem niet langer baten e ndaarmee zal daln ook deze sensatie weer tot het verleden be- hoorén. 'tZal de heeren niet meevallen, dat de zaak zoo spoedig opgelost is en vooral „De Mer- euur", die zich, naar ik hoor, weer levendig voor het geval interesseert, zal het zeker betreu ren, dat de eer der ontknooping ditmaal niet aan haar eersten reporter ten deel is gevallen."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 3