De Vrouw en de Mode Uit den Omtrek UIT DE STREEK. Deze week werd te Lutjebroek een crisisverga dering gehouden ter bespreking der noodtoestand in den tuinbouw, uitgeschreven door den L. T. B. kring West-Friesland. Daartoe uitgenoodigd, waren aanwezig de Kamer leden v. d. Bilt, Dr. Kortenhorst en Kampschoër. Mede tegenwoordig de heeren A. Groen, Voorzitter vakgroep tuinders van den L. T. B. N. Dekker, Obdam, eere-voorzitter; J. Schrijver, burgemeester van Grootebroek; Ir. W. Dekker, Secretaris L. T. B. en B. Michielse, Hoofd van de R. K. Tuinbouw school, benevens de ZeerEerw. Rector Kok, Hoofd adviseur en de Zeer Eerw. heer Pastoor Gielen. De druk bezochte vergadering (circa 450 perso nen) werd geleid door den heer J. Lakeman, welke er de regeering erop wees. dat er nu ook evenzoo tuinders zijn als in 1914 toen ons volk gevoed moest worden en door ons veel offers werden gebracht. Met deze voortgang achtte spreker ons bedrijf ten doode opgeschreven, als tenminste geen maatregelen worden getroffen. Vervolgens werd het woord verleend aan de hee ren Kamerleden ter beantwoording eener vragen lijst in een voor-vergadering opgemaakt en aan hen toegezonden. Uit hetgeen deze heeren naar voren brachten, merkten we op dat de noodtoestand ten volle de aandaht der Regeering heeft en op be paalde punten door bespreking op de Departemen ten wel iets bereikt zal kunnen worden, maar dat de Handelspolitiek de Regeering voorshands nog wel geen wijziging zal ondergaan. Optimistische verwachtingen mogen allerminst gekoesterd worden, waar op de ochtend der verga dering de minister nog tegen den heer Kortenhorst opmerkte dat men al veel bereikt zal hebben als men erin zou slagen, dat de moeilijkheden niet erger zullen worden. Wat een exportpremie betreft, zegt spreker onomwonden, dat men deze nooit krijgt. Wel is een garantiepremie voor export in l voorbereiding. De heer Kampschoër is overtuigd dat steun voor deze Streek dringend noodig is -gn wil spoed betrachten met het renteloos crediet. i Door meerdere personen wordt in allerlei toonaar- j den de toestand geschetst waarbij tevens werd ge- j wezen op de moeilijkheden der Regeering, welke natuurlijk ook rekening heeft te houden met an- derer belangen. Nadrukkelijk werd er nog op gewe zen, dat men op de Kath. Kamerfractie in het algemeen rekenen kan, terwijl door den Vooorzitter nog eens werd' vastgesteld, dat het renteloos crediet aanvankelijk het eerst uitging van het Hoofd be stuur van den L. T. B. KOEDIJK. De Commissie belast met de regeling van de fees telijkheden ter herdenking van het 40-jarig bestaan van de Muziekvereeniging „Aurora" heeft aan die vereeniging als batig saldo van die feesten afge dragen een bedrag van f346.—. BELANGRIJKE BEURSDAGEN. VRIJDAG 13 MEI 1927 HET EIGENLIJKE BEGIN DER CRISIfj. Door Dr. L. FLINTERMAN. Den 3den September 1931 zal in de geschiedenis der Duitsche economie eenongetwijfeld belangrijke plaats innemen. Op dien dag toch werden na weken lange sluiting de Duitsche beurzen weer geopend Ofschoon het heel wat kalmer is toegegaan, dan men had verwacht, is deze dag toch vrij belangrijk geworden. Vertrouwen en wantrouwen dat zijn de twee polen waartusschen de gebeurtenissen van den laatsten tijd zich bewegen. Het gaat om een zeer hoogen inzet en de volgende voorbeelden mogen aantoonen, hoe beslissend zulke groote beursdagen voor het economisch lot van een land kunnen zijn. Het was 18 Juni 1814. Europa bevond zich in een ernstige ceonomische crisis zwratkijkers be weerden, dat Europa zich nimmer zou kunnen herstellen van de plagen die Napoleon had uitge strooid. Ook in de geheime kabinetten der ver schillende hoven werd alarm geblazen. Men was bang voor de nederlagen, men was ook bang voor oorlog, want de staatskassen waren leeg, en de industrie kon zich nauwelijks op de been houden. Op dezen dag joeg een man van het kleine plaatsje Belle Alliance met acht paarden en extra post naar de Fransche kust. Des nachts liet hij zich over hét kanaal zetten. Des morgens ging het verder Hoofdinspecteur Dammering, die zich tijdens het gesprek behaaglijk in z'n stoel Inad gevlijd, maakte een afwerende beweging. „Laten we daarover zwijgen. Kpoop. 'tis me steeds een raadsel geweest, wat den hoofdcom missaris aanleiding heeft gegeven in dezen dilet tant een nuttig medewerker van de recherche te zien en dat zal het ook wel altijd voor me blij ven. Maar om op ons punt van uitgang terug te keeren 'tis zoo elf uur. De Koningin der aarde zal benéden wel haar opwachting maken. Stuur de heeren maar boven en als je lust hebt dit blijspel mee te maken, noodig ik je bij deze uit van het onderhoud getuige te zijn." De inspecteur maakte zich reeds gereed om het vertrek te verlaten, toen eetn kort signaal van 'de huistelefoon hem deed aarzelen. Hammering nam de hoorn van de haak. ,JaInspecteur Knoop, die is hier, ja Hij hief zijn hand. op, ten teekén, dat de ver trekkende inspecteur nog even moest blijven. „De pers Laat de heeren maar 'boven komen." E|n zich tot den inspecteur wendend, die zijn plaats bij het schrijfbureau Weer Inad ingeno men, fei hij, zich vergenoegd in de handen wrij vend: „Nu opgepast, heer Knoop. Het spel gaat be ginnen!" Ben agent in uniform opende de deur voor zes verslaggevers, die, lichtelijk verbaasd over de ongewone ontvangst bij hun dagelijks terugkee- rend bezoek aan het hoofdbureau, ae kamer van den hoofdinspecteur binnentraden. Deze laatste was onmiddellijk uit zijn stoel opgesprongen en trad de heeren nu joviaal glim lachend en handenreikend tegemoet, terwijl in specteur Knoop zich bescheiden op den adnter grond hield. tot kort voor Londen zijn paarden in elkaar zakten Eenige kilometers liep hij te voet tot hij een nieuw span paarden had gevonden. Tegen den middag kwam hij aan de beurs en gaf de geheime order, in zeer groote hoeveelheden Pruisische staatspa pieren wier koers zeer laag stond, op te koopen, Tegen den avond ervoer de beurs van de overwin ning van Pruisen bij Belle Alliance en tegelijker tijd werd bekend, dat Nathan Mayer Rothschild Pruisische papieren had gekocht. Op hetzelfde oogen blig zette een bijna fantastische hausse in, die alle berekeningen van diplomaten en politici overhoop wierp, de beurs werd alle hindernissen moe en werd leidster van een powaartsche beweging, die meer dan tien jaren aanhield. Wij schrijven 13 Mei 1927. Het was een Vrijdag. De Duische Rijksbank verklaarde dat zij gedwongen was tot het intrekken van groote credieten. Aan de Berlijnsche beurs speelden zich toen onbeschrijfelij ke scenes af. In de hoofdzaal waren de tafels der makelaars zoo dicht belegerd, dat de menschen zich niet meer voor- of achteruit konden bewegen. Er heerschte een geschreeuw en gekrijsch, dat men zijn eigen woorden niet meer verstaan kon: De krijtcijfers op de groote zwaret borden werden van seconde tot seconde veranderd. Een paniek stemming dreigde, de koersen van de beste en grootste ondernemingen vielen met meer dan vijf tig procent. Aanzienlijke bankiers, welke als welge stelde lieden de beurszaal hadden betreden, waren enkele oogenblikken later straatarm en diep in de schulden. Op de New Yorksche beurs speelden zich dergelij ke tooneelen af. Toen de beurs sloot, vonden in de voorzalen vreemde onderhandelingen plaats. Beursbezoekers, die zich een beursplaats voor meer dan honderdduizend dollar hadden gekocht, ver kochten na het sluiten hun laatste waardebezit- ting aan gelukkie speculanten, om hun schulden te kunnen betalen. Deze donkere Vrijdag, 13 Mei 1927, was het eigenlijke begin der crisis. Tusschen dergelijke uitersten zwenken van oudsher reeds de groote beursdagen, die beslissend voor de economische geschiedenis werden. Maar het zijn niet alleen de uitersten, die de groote beursdagen maken. Misschien waren de grootste dagen, die hun invloed op de economische ontwikkeling uit oefenden. Juist die, welke zonder hartstochtelijke en wilde tooneelen en zonder lawaai naar buiten verliepen. Dat waren die dagen, waarop veel of al les op het spel stond en waaroj, dank zij de be kwaamheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van enkelen of velen, de rust bewaard bleef en een pa niekstemming werd voorkomen. Het was ongeveer in de helft van de vorige eeuw, toen een der grootste bankinstellingen van Londen haar be talingen staakte en de finantieele toestand van Engeland zeer précair werd. Een run op de kas sen der bank en een paniek op de beurs was te vreezen. Wat geschiedde echter. Alle groote ban kiers in Londen kwamen bij elkaar en besloten tot op de laatste penny uit te betalen. Alle re- serven werden aangesproken, om aan elk aanbod van aandeelen te kunnen voldoen en een koers daling te kunnen verhinderen. De groote dag kwam, de run begon en aandeelen werden bij mas sa's aangeboden, alle aandeelen werden gekocht. Het wonder was geschiedt. Het laatste uur had men slechts de beschikking over kopergeld, maar uitbetaald werd er. Het gevolg was, dat des avonds Engeland het rustige gevoel had, dat alles ,.all right" was. Den volgenden dag werden er weer aandeelen te koop gevraagd en werden er inleggin gen bij de betreffende bank gedaan. Weliswaar hadden alle banken, de Engelsche bank aan het hoofd, hun laatste penny uitgegeven, maar de si tuatie was gered. Dergelijke voorbeelden, die toonen, dat moed, handigheid en tegenwoordigheid van geest op nood lottige dagen aan de beurs wonderen verrichten. zijn talloos. Wij vinden ze tot in de dagen van Babyion, 3000 jaar voor Christus. De bankiers wa ren destijds de priesters, die het geld tegen 2530 procent rente uitleenden, en aan den anderen kant tegen beduidend lagere rente geld opnamen tegen afgifte van schuldbekentenissen. Op deze wijze ont stond in het viorportaal van den tempel een soort beursverkeer. Interessant is ook, dat de priesters, dit geldverkeer niet voor eigen rekening, maar in naam van een of andere godin deden, meestal voor de zsnnegodin Sim del Ablim. Toen op zekeren dag een stormloop op de bank begon, liet de godheid verklaren dat het aan. de priesters verboden was geld uit te betalen. Van zulk een eenvoudig middel kan men zich te gen woordig niet meer bedienen om de rust en orde in het beursverkeer te handhaven. Men heeft te genwoordig fijnere en werkzamere methoden. Thans staan voor de Duitsche beurzen weer de groote luxe auto's, die een zekere geruststelling ge ven. De „grooten" zijn er weer. Het zijn de leiders van het economisch bestel, die slechts in buiten- gewonue gevallen, vaak niet meer dan eens in de drie jaren een beursgebouw binnen gaan. Maar ook zijn er andere mannen, zonder auto, met eenvou dige actentasschen onder den arm. Dat zijn de mannen die door de regeering als loodsen in de branding zijn uitgezonden. Zij staan in de zalen, geheel onopgemerkt, zij controleeren elk gerucht en zorgen ervoor dat het binnen enkele minuten uit de wereld wordt geholpen. Zij volgen nauwkeu rig den dans der witte getallen op de zwarte borden. Komen er veel min-streepjes, dan geven zij een teeken, Het betreffende stuk mag niet verder ver- Mijne Heeren," begon de hoofdinspecteur of ficieel, nadat hij door een agent nog eenige stoe- leln had laten aanrukken, ,,ik ben u een expli catie schuldig voor de ongewone ontvangst van dezen ochtend. Als goede journalisten popelt u natuurlijk van ongeduld om de reden van uw be zoek hier te weten te komen." Wanneer de heeren inderdaad popelden, dan was daarvan toch niets op hun gezicht te lezen. Schijnbaar volkomen ongevoelig voor de wijze, waarop de hoofdinspecteur hun nieuwsgierigheid meende te moeten prikkelen, wachtten zij ge duldig tot deze de moeite zou nemen zijn inlei ding te vervolgen. Eindelijk scheen de heer Diammering den tijd daartoe gekomen te achten. Hoewel een snél op komend gevoel van teleurstelling over de onver schilligheid, waarmee Inet auditorium zijn eer ste woorden ontvangen had, in zijn stem een klank bracht, welke inspecteur Knoop een schu wen blik in de richting van zijn chef deed wer pen, vervolgde hij, zijn gelaat in dezelfde min zame plooi houdend: ,jWelnu, mijne heeren, ik zal u niet te lang in het onzekere laten, het betreft hier de zaak- Leuvensteyn." Bij deze woorden kwam er toch eenige bewe ging onder de journalisten. Enkelen haalden een bloc-note te voorschijn, waarin de hoofdinspec teur een blijk van snel stijgende belangstelling meende te mogen zien, hetgeen zijn goed humeur geleidelijk deed terugkeeren. Desondanks was zijn toon bepaald ernstig, toen hij vervolgde,: „Tot mijn spijt heb ik bemerkt, dat eerJige bla den" hij sprak hier opzettelijk in het meervoud, „er zich toe hebben laten verleiden, critiek te oefenen op de wijze, waarop de Rotterdamsche po litie in deze zaak heeft meenen te moeten ingrijpen. De arrestatie van den handelsreiziger Hellinger, handeld worden. Zij treden ook, natuurlijk als tus- schenpersoon, als kooper op, als belangrijke waarden in het bodemlooze niet dreigen te verzinken. Door onzichtbare handen wordt de beurs geleid, maar de roerganger staat onverschrokken aan het roer en omzeilt de vele gevaarlijke klippen, die het economische leven bij onze Duitsche buren op het oogenblik zoo zeer bemoeilijken. (Nadruk verboden.) ES II IB USE Deze geeft ons de afbeelding van een over gangsmantel, waaronder wij onze zomerjapon netjes nog wat kunnen dragen. In voor- en na jaar zijn deze mantels onontbeerlijk. Ons voorbeeld is gemaakt van beigekleurige wollen stoffen met beverbont afgezet. D:e lijn is zoodanig, dat zij slank afkleedt. Van achteren is de kraag rond en van voren puntvormig. Knoopsluiting opzij en smalle gestikte ceintuur. D|E EERSTE; HKiRtT* MANTELS. Bjriekwart lange cape voor reis en sport. Door de mode- der pelerines en meer of minder lange capes 'komt nu de drie kwart lange cape weer naar voren. Zij worden gedragen zonder halsboord, doch met een pas waaruit plooien kiomen, 'die de noodige ruimte geven. De cape wordt zoowel over gekleede japonnen als over manteljaponnen of reis- en sportklee- ding gedragen. Men kiest voor dit moderne kleedingstuk een soepele wollen stof, zooals dun laken, jersey, diagonaal gestreepte stoffen. Ook zagen wij een zwart satijnen cape met gewatteerde zijde gevoerd, die aan -een ronde pas gezet waseen mooie cape voor de koele herfst avonden, Volant mouwen. Men ziet in het a.s- seizoen vele mouwen wordt door sommigen uwer collega's voorgesteld als een overijlde stap. Men meent, dat er niet vol doende termen aanwezig waren om dezen man, als verdacht van den moord op den heer Leuvensteyn in verzekerde bewaring te stellen en dat het gerech telijk onderzoek daardoor ernstig zou worden be moeilijkt. Mijne heeren, de toon van den hoofdinspecteur ging nu in het plechtige over, „onder deze om standigheden is het mij een groot genoegen u te kunnen mededeelen dat de politie thans in het bezit is gekomen van bewijsmateriaal, waaruit de schuld van den verdachte onomstootelijk azl komen vast te staan. Hedenmorgen zijn wij nl. door de directie van de Hollandsche Hypotheek en voorschotbank in het bezit gesteld van een briefje, dat in het bank gebouw op de schrijftafel van den vermoorden direc teur is gevonden en waaruit dezen door Hellinger werd uitgenoodigd op den avond van den moord met den trein van 7.10 naar Rotterdam te gaan." De heer Dammering wachtte even alvorens ver der te gaan en de journalisten maakten van deze gelegenheid gebruik om haastig een paar notities neer te krabbelen. Een hunner wierp als bij intui- tie een blik op de blauwe map, welke nog steeds op de schrijftafel van den hoofdinspecteur lag, het geen deze niet bleek te ontgaan, want zich thans rechtstreeks tot den betrokken verslaggever wen dende, zelde hij: „Juist mijnheer, in deze map bevindt zich het gewichtige document, dat ik onmiddellijk zal laten zien. Vooraf echter nog een opmerking. Ik hoop van harte, dat deze mededeeling, er toe zal bijdra gen het misverstand, dat in deze bij de pers heeft blijken te bestaan, geheel uit den weg te ruimen en dat die bladen, welke zich tot een misplaatste cri tiek-op het beleid der politie hebben laten verlei den, thans ook den moed zullen hebben hun be schuldiging te herroepen. Ik behoef daaraan zeker niet toe te voegen, dat een dergelijke loyale han delwijze de verstandhouding tusschen politie en pers, die tot dusver nog nooit iets te wenschen heeft overgelaten, slechts ten goede kan komen." Er heerschte even een drukkende stilte, in het vertrek, tot eindelijk de verslaggever van „De Hoofd stad" het woord nam om den heer Dammering met een enkel woord gerust te stellen omtrent de hou- iigetwrjleiu zaï ueze man bei gaarne gekozen worden voor de a.s- herfst, daar zij ondanks de vrij zware bontgarneering toch bijzonder af kleedt. Gemaakt van donkergroene wollen man telstof, sluit deze mantel met twee knoopen;. Het bont is in grijze tint gekozen, ook met as trakan afgezet is dit een zeer elegant model. Mooie, warme sportieve mantel met Persian garneering. Die hooggesloten omgeslagen kraag is ee,n goede bescherming tegen den kouden wind, die ons in October ook al zoo kan overvallen,. dragen, die van den schouder tot aan den elle boog nauw aansluiten en vandaar tot de pdls hit volants bestaanonder de laatste volant komt een kleine pof, die 'ingehaald wordt en met een smal boordje nauw om de pols aansluit. MOBlEftiNirFJEK. Zilvervossen. Men verwacht dat er in den komenden herfst en winter veel Zilvervossen gedragen zullen worden en wél op korte, zoowel als lange mantels. De mouwen die driekwart of geheel lang zijn, worden met hetzelfde bont afgewerkt. Bij drie kwart lange mouwen worden lange, bij de tint van het bont passende handschoenen gedragen. Ondermouwen worden in dezelfde kleur als de rokken gedragen. De japonnen zullen in twee tinten worden gedragen, en wel zóó, dat bij een donkeren rok eed licht bovendeel wordt gekozen, indien de ding van zijn blad, welks hoofdredactie zeker niet zou aarzelen ongelijk te erkennen, wanneer inder daad mocht blijken, dat de politie het in deze bij het rechte eind had gehad. De hoofdinspecteur scheen met deze simpele toe zegging voorlopig genoegen te nemen. Hij nam nu althans de blauwe map op en haalde daaruit een breifje te voorschijn dat hij op het schrijfbureau glad streek, waarna hij den journalisten verzocht naderbij te komen. Het was een eenvoudig velletje kwarto schrijfpa pier, waarin een watermerk van een der meest be kende papierfabrikanten. Vermoedelijk was het aan de bovenzijde bedrukt geweest, met een firmanaam want het geheele vel had slechts een lengte van 18 cm., terwijl aan den bovenrand duidelijk te zien was dat hier met een mes een stuk was afgesneden. In machineschrift was het volgende te lezen: Geachte heer Leuvensteyn: Gaarne zou ik. alvorens hedenavond de akte gepasseerd wordt, nog een kort onderhroud met u hebben. Tot dat doel hoop ik hedenmiddag on geveer drie uur even aan uw kantoor te komen. Mocht mijn tijd dit onverhoopt niet toelaten, dan zoudt u mij zeer verplichten, vanavond den trein van 19.10 naar Rotterdam ten nemen. Ik zal dan op het perron naar u uitzien, zoodat we dan de reis gezamenlijk kunnen maken. Hoogachtend, J. W. HELLINGER. Slechts de naam was geschreven en zooals het breifje daar lag, twijfelde wel niemand er aan, of bij den schrijver had uitsluitend de bedoeling voor gezeten den heer Leuvensteyn in een val te lokken. De aanvankelijke aankondiging van het bezoek had natuurlijk slechts ten doel de later volgende uitnoo diging om samen te reizen aannemelijk te maken en met deze simpele acht regels scheen de gansche duistere moordzaak in eenmaal opgelost. De afgezanten van de Koningin der Aarde vroe gen en kregen verlof den inhoud van het, den heer Leuvensteyn zoo noodlottig geworden epistel over te nemen van welke gelegenheid de hoofdinspecteur Dammering gebruik maakte den heeren nog eenige nadere toelichting te geven. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 4