NIEUWE I [jNieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier No. 115 l so. «/^DINSDAG 29 SEPTEMBER 1931 40e Jaargang ii llimw: firn 1.1 (MEI. - lilicün 1. H. IHffl. toni Mstoiirfi. BERICHT Einde van den Zomertijd Het Pond - de Gulden - de Grisis Git den Omtrek FEUILLETON De vierde man DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. Abonnmentsprijs per 3 maanden 1. ADVERTENTIEN Van 15 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. DONDERDAG 1 OCTOBER A.S. ZAL, WEGENS HET IN FAMILIEKRING HERDENKEN VAN HET 40-JARIG BESTAAN DER ZAAK, DE DRUKKERIJ NA DES NAMIDDAGS 1 UUR ZIJN GESLOTEN. EVENTUEELE BOODSCHAPPEN WORDEN AAN GENOMEN AAN HET VOLGENDE ADRES: J. KEIZER, SPOORSTRAAT, OUDKARSPEL. (TELEFOON 52). FA J. H. KEIZER. IN DEN NACHT VAN ZATERDAG OP ZONDAG EINDIGT DE ZOMERTIJD. DE KLOKKEN DIENEN DAN WEDER EEN UUR TE WORDEN ACHTERUIT Het is toch wel een teeken des tij ds, en zoo langzamerhand moet een ieder er toch wel van doordrongen raken, dat het met ons economisch leven misloopt, indien er geen krachtige maat regelen tot herstel worden genomen. De gouden standaard in Engeland is neergehaald en heeft in alle landen hevige ontroering gewekt. Het kan door die crisis heenkomen, aldus de „Haagsche Post", het kan weder gezond worden, de hoop is gelukkig nog volstrekt niet verloren, en verder kan die Engelsche crisis zelfs er toe leiden dat heel Europa weder gezond wordt. Voorwaarde is, éénige voorwaarde, dat Engeland en Europa en ook Amerika uit deze crisis de lessen trekken die er uit te leeren vallen; dat men ophoudt zich te gedragen als idioten, of als volslagen krank zinnigen, of als totaal verblinden, of als geheime agenten van Moskou, en begint met zich te gedra gen als verstandige menschen die de eigen belan gen en de gemeenschappelijke belangen inzien, er kennen, gevoelen en in overeenstemming daarmee handelen. Snel en doortastend handelen. President Hoover heeft onlangs gezegd dat Europa en Amerikategenwoordig samen ongeveer 5 mil liard dollar per jaar uitgeven voor militaire doel einden. Dus ongeveer 121/a milliard gulden per jaar, maakt in de laatste tien jaar te zamen ongeveer 125 milliard gulden of ruim 125.000 millioen gulden dit cijfer spreekt misschien duidelijker tot de verbeelding. Verondersteld dat Europa en Amerika in de laatste tien jaar op deze ontzettende militaire uitgaven de helft hadden bespaard, dus ruim 60.000 millioen gulden naar verhouding verdeeld over alle volken, zoodat elk volk in betrekkelijken zin even sterk en veilig bleef op militair gebied zou er dan wel sprake zijn van een wereldcrisis als we thans beleven? Zouden er dan 20 millioen werkloo- zen zijn met hun gezinnen 60 a 80 millioen men schen die op kosten der gemeenschap een schamel en doelloos bestaan leiden? Zouden dan honderd tallen millioenen „bourgeois" verarmd zijn en in zware zorgen zitten, deel tengevolge van achteruit gang in zaken, deels tengevolge van de geweldige daling der effectenkoers? Zou dan de heele wereld in angst en vreeze den komenden winter tegemoet zien? Zouden dan de Moskowieten zich de handen wrijven van plezier en naar Europa staren als een slang naar den vogel dien hij tot zijn prooi heeft uitverkoren? Neen! Duizendmaal: Neen! In het „Handelsblad" van Zondag lezen wij het volgende oordeel van Paul Painlevé, Fransch oud premier, omtrent de oplossing: Aldus heeft de oorlog er toe bijgedragen om het aanbreken te verhaasten van deze phase in de geschiedenis, waarin alle volken, zelfs de tegen standers van gisteren, de behoefte gevoelen om een algemeen accoord tusschen hen te sluiten, terwijl, eigenaardige paradox de hartstochten, de woede, en het wantrouwen, welke de oorlog in zijn sporen meevoert, er toe meewerken om de verwe zenlijking van een dergelijk accoord moeilijker te maken. En toch is er geen andere weg naar genezing. Het gaat er om, in den huidigen economischen chaos orde en regelmaat te brengen, de uitbreiding der productie richting te geven en te leiden, deze aan de behoefte van 't verbruik aan te passen. Welnu, er zijn geen andere methoden dan interna tionale methoden. Hoe is het inderdaad mogelijk om in een enkel land doeltreffende maatregelen te nemen, als de concurreerende landen weigeren tot analoge maat regelen over te gaan? Of men zou dit land van de overige wereld moeten isoleeren, het met een waren Chineezen tariefmuur moeten omgeven, waardoor niet alleen zijn activiteit zou worden verlamd, maar de nooden, welke men wil bestrijden, zouden worden verergerd. De directie van de Nederlandsche Bank heeft een geruststellende verklaring gegeven omtrent de positie van den gulden; deze is zoo veilig mogelijk en de goudpositie van De Nederlandsche Bank is sterker dan ooit te voren. Het „Algemeen Handelsblad" teekent hierbij aan: Intusschen ziet men uit de gebeurtenissen in de laatste dagen en het plotseling oplaaien van een volkomen ongegronde vrees, dat er ook voor een overigens kapitaalkrachtig land als Nederland is toch alle aanleiding blijft bestaan voor een uiterst voorzichtig beleid in de Staats- en gemeente-finan- ciën. Maar ook Dr. Colijn heeft gesproken en heeft in een onderhoud met den redacteur van het N. C. B. volgens het „Handelsblad" zich als' volgt uitge laten: „Wat zullen de gevolgen voor andere landen zijn?" „De mogelijkheid bestaat dat zwakkere landen ge noodzaakt zullen worden het Engelsche voorbeeld te volgen. Zullen wij daar ook toe behooren? Daar behoeft absoluut geen vrees voor te bestaan. De po sitie van den gulden is volkomen safe, vooropge steld altijd, dat de regeering er voor zorgt een wer kelijk goed sluitend budget te krijgen en dat het publiek zich niet aan een onzinnige angst over geeft. U legt den nadruk op een goed sluitend budget. Komt onze begrooting, gezien althans de moeilijke omstandigheden, niet voor deze benaming in aan merking? In 1932 zal de toestand voor ons land veel slechter 1 zijn, dan de regeering volgens de ingediende be grooting voor dat jaar heeft voorzien. Daarom zal met de maatregelen, welke in overweging zijn, wel niet kunnen worden volstaan. Er moet o.a. op ge rekend worden, dat de ontvangsten in 1932 de ra ming niet zullen halen mede tengevolge van het geen thans in Engeland is geschied. Men zal wel zien, dat een groot aantal personen wel gerekend zijn bij de belastingbetalers maar in 1932 in werke lijkheid geen belasting zullen betalen. i En aan het slot zegt Dr. Colijn: Het is toch ook eigenlijk dwaasheid, dat de wereld, die in den oorlog schuld heeft gemaakt voor destructieve doeleinden, nu nog durft te preten- I deéren beter te kunnen leven dan vroeger, al hou- 1 den wij er rekening mede, dat de productie is toe- genomen. Dan zou men in het gunstigste geval kunnen zeggen, dat men even goed kan leven. Maar het door den oorlog ontstane deficit moet eerst geheel zijn weggewerkt en vervangen door meer deren rijkdom eer wij ruimer zullen kunnen leven dan voorheen. Plaatselijk Wieuws NOORDSCHARWOUDE. Bridge-Wedstrijd. Door een commissie, die zich gevormd heeft uit Bridge-liefhebbers, is voor a.s. Maandagavond in „Concordia" een Bridge-wedstrijd georganiseerd. Zij verzond daartoe de volgende circulaire aan beoefe naars van dit spel. Laat niets U weerhouden aan dezen wedstrijd deel te nemen. Ook hen die meenen dat hun spel nog niet hoog genoeg staat, om aan een wedstrijd te kunnen meedoen, roepen wij toezich toch op te geven, wij beschouwen het nJ. meer als een oefening, dan als een wedstrijd. De wedstrijden te Bergen aan £ee én te Alkmaar waren van zulk een prettigen en leerzamen aard dat wij tot dit besluit zijn gekomen. Er zal ook gespeeld worden volgens puntentelling voor contract-bridge voorloopig vastgesteld door den Nederlandschen Bridge-Bond. Deze zijn als volgt: Honneurs: Sans a tout, 4 Azen op één hand 150 p. Troefspel: 5 Honneurs op één hand 150 punten. 4 Honneurs op één hand 100 punten. Trekken: Sans a tout per trek 35 p. Schoppen en Harten per trek 30 p. Ruiten en Klaver per trek 20 p. Manche: Een manche is 100 punten. Voor het be reiken van de manche in een spel worden 250 punten toegekend. Robber: Wordt niet gespeeld. Elk spel staat dus op zich zelf! Slem: Gemaakt klein slem, 50 punten. Gemaakt groot slem 100 punten. Geboden en gemaakt klein slem 500 punten. Geboden en gemaakt grot slem 1000 punten. Overslagen: per slag 50 punten. Downslagen: Een downslag 50 punten. Twee downslagen 150 punten. Drie downslagen 350 punten. Elke volgende downslag 200 punten. Gedoubleerd: De punten worden verdubbeld! Voor overtrek- en de downslagen. Wordt men ge doubleerd en men behaalt het geboden spel, ontvangt men 50 punten voor contract. Nadere bijzonderheden op den wedstrijd-avond. De deelnemers gelieven zich gepaard op te geven, het zij; twee dames, twee heeren, of dame en heer. Het inleggeld bedraagt een gulden per persoon ter bestrijding der prijzen, welke uit kunstvoorwerpen zullen bestaan. Gaarne zouden wij willen dat u Uw vrienden en kennissen welke aan het Bridge-spel doeon p deze wedstrijd attent te maken en zich ook op te geven. Opgave voor of op Vrijdag 9 Octo ber aan de Firma Vroegop (Gebroeders Deutekom) telefoon 60 Broek op Langendijk te Noordschar- wqude. OUDKARSPEL. De jaren, waarin de ijssport op de banen van „Volharding" zoo met succes is beoefend geworden, bracht vele goede hardrijders naar voren, die ook met succes in het buitenland hebben gereden. Nu is een trainingclub van hardrijders uit de IJsclub „Volharding" gevormd, die in aanmerking komen om naar het buitenland te worden uitge- Men heeft hiertoe de beschikking gekregen over het gymnastieklokaal van de O. L. School te Oud karspel, terwijl als leider zal optreden de heer P. Nap.. Een training die den a.s. rijders zeker zeer ten goede zal komen. KOEDIJK. Zondagavond omstreeks kwart voor elf werden de bewoners nagij de Vlotbrug alhier opgeschrikt door een hevigen knal, gevolgd door het krachtige remmen van de tram, komende van de richting Schoorl. Velen spoeden zich naar buiten om te zien wat de reden was. Het bleek, dat de tram over de kruising van Heldersche weg stond, terwijl een auto langs den weg, dicht bij de wal van het Noord- hollandsch kanaal lag. Naar ons werd medegedeeld, was de auto met razende snelheid van de richting Alkmaar komen aanrijden en de chauffeur be merkte te laat de tram, die den weg aldaar kruiste en reed met een nog groote vaart tegen de tram aan. De tram stond oogenblikkelijk stil. Het voor ste gedeelte van de auto was geheel vernield. De drie inzittenden, die op weg waren naar den Helder bekwamen geen letsel en konden met een juist ge arriveerde auto, die ook naar den Helder ging, hun reis voortzetten. Sanders schudde bedenkelijk het hoofd, terwijl Wils, die den gedachtengang van den inspecteur raadde, een glimlach niet kon onderdrukken. „Het schijnt, dat het schrijven van detective romans toch heel wat gemakkelijker is dan het oplossen van een eenvoudig gevalletje uit de practijk van den speurder", meende de eerste. „Kijk eens hier, de mogelijkheid dunkt ons niet uitgesloten, dat een van beiden, toen de ander vanmiddag den rechercheur van zijnp laats lokte, kans heeft ge-, zien onbemerkt uit het huis te komen. Ik zou anders waarlijk niet weten, waarvoor die manoeuvre van het weggaan en onmiddellijk daarna weer terug komen, moest dienen". Adams scheen nu toch ook een licht op te gaan. „Aha", zei hij, „en daarom vrees je, dat ze nu beiden de plaat gepoetst hebben. Maar is het dan niet verstandiger, dat je maatregelen neemt, in plaats van ons, onder het genot van een goede sigaar, zoo rustig van een en ander op de hoogte te stellen?" „Beste jongen", antwoordde Sanders eenigszins wrevelig, „als ik dat niet gedaan had, was ik nog stommer dan de man, die vanmiddag het wild zoo rustig heeft laten ontsnappen. Ik heb reeds vóór dat jullie hier waren, opdracht gegeven het signa lement naar alle grensplaatsen te seinen en om achtervolging te verzoeken. In hoeverre ik daarmee nog op (Jjd ben geweest, zal de toekomst moeten leeren. Het eenige, wat wij op het oogenblik nog kunnen doene is, ons te overtuigen, dat beiden werkelijk ver dwenen zijn. Er bestaat nog een geringe kans, dat we in de nalatenschap van de verpleegster iets zullen vinden, wat bij het verder onderzoek van nut kan zijn, maar veel vertrouwen, heb ik in de ex peditie niet. Voelen jullie er voor om mee te gaan? Accoord, dan zullen we even een taxi bestellen". Huiszoeking. Inspecteur Sanders bleek inderdaad de zaak niet al te somber te hebben ingezien. De eenige herinnering, welke het drietal aan het tochtje bewaarde, waren die aan een zeer onaan genaam onderhoud met de hospita van de ver pleegster, die slechts met de grootste moeite bereid was te vinden een huiszoeking in de vertrekken van zuster Robert toe te staan. Sanders had de beide rechercheurs, die nog steeds trouw op hun post stonden, buiten gelaten, hun opdragende het perceel ook tijdens de huiszoeking vooral goed in het oog te houden. Innerlijk zag hij het vrijwel nuttelooze van een dergelijke opdracht zeer goed in, doch uit tactische overwegingen achtte hij het gewenscht den beiden mannen een werk zaam aandeel te geven in de expeditie. Een klein half uur nadat men van het hoofd bureau vertrokken was, stond Wils voor de tweede maal dien dag in het nauwe vestibuletje, waaruit de steile trap opklom naar het bovenhuis. Ditmaal echter was het inspecteur Sanders, die zich langs den kinderwagen wrong en, zonder een vraag af te wachten, naar boven riep: „Is zuster Robert thuis?" Het duurde eenigen tijd voor deze woorden tot de zich boven aan de trap bevindende vrouw, wier voe ten en rokzoom hog juist zichtbaar waren, schenen door te dringen en de inspecteur wilde dan ook reeeds min of meeer ongeduldig zijn vraag her halen, toeen het ontwijkende antwoord als het ware de lange trap kwam afrollen: ,,'k Zal eens kijken. Wie kan 'k. zeggen?" „Kijkt u maar en zegt u maar niets. Zuster kent me toch niet." Wils, die aan de stem onmiddellijk de hospita herkend had, vreesde een uitbarsting, maar dit bleek mee te vallen. Blijkbaar was de juffrouw ge voeliger voor een bevel dan voor een verzoek. Ze slofte althans mopperend weg, terwijl het drietal beneden zich inspande iets van haar onderzoek op te vangen. Zij hoorden, hoe er op een deur geklopt werd, waarna deze werd geopend. Daarna ging de deur weer dicht en het volgende oogenblik versche nen de pantoffels en de rokzoom weer boven aan de trap. 1 „Ze is d'r niet." „Mooi, dan komen we wel even boven. We zijn van de politie", telefoneerde de inspecteur en de daad bij het woord voegend, maakte hij zich ge reed de trap op te klimmen. Daarop bleek de juffrouw boven echter allerminst gesteld. Blijkbaar twijfelend aan de goede bedoelin gen der drie mannen, die nog zoo laat de verpleeg ster wenschten te spreken, voelde zij zich aange grepen door een plotseling opkomenden angst, welke haar een oogenblik in starre ontzetting op de bovenste trede van de trap deed neerzitten. Reeds onmiddellijk .daarna echter scheen zij haar spraak te hebben teruggekregen, want nu stortte zij zoo'n lawine van verwenschingen en dreigemen ten over de hoofden der bezoekers uit, dat een min der doortastend man dan inspecteur Sanders, die vooraan liep, zich zeker nog eens bedacht zou heb ben alvorens zijn klimpartij naar het hol van deze leeuwin te vervolgen. „Als je maar beneden blijftdenk je, dat ik jullie niet door hebje moest je schamen een arme weduwvrouw te overvallenpas op, of ik roep m'n manRinus, Willem, kommen jullie eens hier met je revolver, d'r zijn eeen paar kerels die me willen aanranden. Nu werd het Sanders toch te bar. Halverwege de trap bleef hij staan en met moeite de stem van de krijschende juffrouw overschreeuwende, bul derde hij: „Mensch, hou op met dat gehuil. Je schreeuwt de heele buurt bij elkaar. Ik zeg je toch, dat we van de politie zijn." „Ja kan me nog veel meer vertellen" repliceerde de juffrouw, nu toch iets minder heftig. „Wat moet de politie in m'n huis? Ik heb nog nooit wat met de politie te doen gehad. Ik ben een eerzame bur gervrouw, d'r is geen mensch, die zóóveeel op me weet aan te merken." Ze maakte een veelzeggende beweging met duim en wijsvinger. De inspecteur, die voelde, dat hij terrein begon te winnen, haastte zich de juffrouw er van te overtuigen, dat hij de laatste was, die aan haar eerbaarheid en onbesproken levenswandel zou kun nen twijfelen. „We komen ook niet voor u; we komen voor zuster Robert. We moeten huiszoeking doen op de kamers van de Zuster. Als u ons nu kalm even boven laat komen, zal ik u het bevel van den Offi cier laten zien. Of hebt u liever, dat ik het in het mandje leg. U hebt het maar voor het zeggen!" „Huiszoeking doen?" De angst van de juffrouw scheen nu plaats te maken voor intense verbazing. „Huiszoeking doen?" herhaalde ze. „Dan moet u maar komen, als de verpleegster er zei is. De heele boel overhoop halenik geef er geen toestem ming voor."' „M'n lieve mensch", antwoordde Sanders zuch tend, „ik vermoed, dat je Zuster Robert vandaag voor het laatst gezien hebt. 't Is ook in je eigen belang, dat je me eens kalm te woord staat." Zonder een nadere toestemming af te wachten, vervolgde hij nu z'n tocht naar boven, waar hij door de hospita met een open mond van verbazing ontvangen werd. „Ziezoo", trachtte hij haar te kalmeeren", kijk me nu maar eens goed aan. Zie ik er nu uit als iemand met slechte bedoelingen? M'n naam is in specteur Sanders van de centrale recherche en hiér heb je m'n penning. Die beide heeren zijn m'n De nog steeds lichtelijk verbijsterde juffrouw wierp een wantrouwenden blik op het metalen plaatje, dat Sanders haar onder de neus hield, keek daarna schichtig naar de beide andere man nen, die intusschen eveneens boven waren gekomen en wendde zich eeindelijk, nog steeds met zicht bare achterdocht tot den inspecteur. „Nou, goed; ik geloof nu wel, dat u van de politie bent. Maar wat zou dat nou? Wat moet dat nou? Ik heb niks op m'n geweten „Juffrouw Martens" Sanders klopte de geagi teerde hospita gemoedelijk op den schouder „wees nu eens even klam. Nogmaals: we komen hier uitsluitend voor de verpleegster, die in den vooravond is weggegaan en, zooals ik al zei, waar schijnlijk niet meer zal terugkomen. Er is u toch ook nog wel wat aan gelegen, dat u de huur van uw kamer krijgt, niet? Welnu, maakt u het ons dan niet noodeloos moeilijk en wijs ons even waar de zuster gewoond heeft Onwillekeurig had de inspecteur den juisten toon getroffen. Vooral de laatste woorden schenen een (Zie vervolg vierde pagina).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 1