Binnenland. Is de Gouden Standaard in gevaar? SPORT EN WEDSTRIJDEN zijn dan normaal, over een lengte van verscheidene kilometers de dorpen en velden overstroomd. De schade Is zeer aanzienlijk. DE FRAUDE AAN HET DEPARTEMENT VAN FIN ANCIEN. Tegenspraak van geruchten. In verband met de desbetreffende gepubliceerde berichten deelt de „Tel." thans mede, dat ten de- partemente op stellige wijze wordt verzekerd, dat het gerucht, als zou de fraude gepleegd door een ambtenaar van het ministerie van Financiën drie ton of meer beloopen, ten eenen male onjuist is. Het verduisterde bedrag is, zooals oorspronkelijk gemeld werd, rond anderhalve ton. EXPORT VAN WOLLEN STOFFEN. De vereeniging van Tilburgsche fabrikanten van wollen stoffen heeft aan Jhr. mr. Ruys de Beeren- brouck, minister van Binnenl. Zaken en Landbouw en voorzitter van den ministerraad een telegram gezonden van den volgenden inhoud: Tilburgsche wollenstoffenfabrikanten, in vergade ring bijeen, verontrust door de zich reeds thans dui delijk toonende gevolgen der door Engeland geno men maatregelen en de daardoor automatisch in de Engelsche industrie ingetreden ingrijpende loons verlaging vragen de volle aandacht van de regee ring voor de daaruiit voortsprutende bedreiging van het voornaamste exportgebied der Tilburgsche wol industrie, alsmede voor de groote verscherping der concurrentie van buitenlandsche manufacturen op de nederlandsche markt, die zal ontstaan, als En geland voor de wollenstoffen exporteerende landen goeddeels zal zijn gesloten. Zij vragen daarom op korten termijn ingrijpende maatregelen, om althans de Nederlandsche markt tegen deze abnormale con currentie te beveiligen en werkloosheid op grooten schaal te voorkomen. EEN 102-JARIGE. Mevrouw de weduwe P. Way-Vleesch, echtgenoote van wijlen notaris P. Way, wonende Parkstraat 94, Arnhem herdacht Zondag haar 102den verjaardag. Mevr. Way-Vleesch beschikt nog over alle geest vermogens en haar geheugen is nog verrassend sterk; wel doet zich een begin van doofheid voor. Haar hooge ouderdom is oorzaak, dat mevr. Way- Vleesch den laatsten tijd bedlegerig is. Zij heeft echter nog volle belangstelling voor de dagelij ksche dingen des levens. In de eerste dagen der vorige week heeft een als heer gekleed persoon in Wapenveld bij de boeren aardappels opgekocht, Zooals hij zeide, kocht hij voor het Rijk en waren de aardappelen bestemd voor de Garnizoenen. Bij diverse boeren had hij de afspraak gemaakt om de aardappelen voor een prijs van f5.80 per 100 K.G. op Woensdagmorgen pasklaar in zakken gereed te houden. Voor de aflevering op Woensdag had hij een flinke ploeg arbeiders aangenomen. Zelfs kleine jon gens en meisjpes kon hij voor dit werk gebruiken. Woensdagmorgen was de opgeroepen arbeiders- ploeg op de aangewezen plaats aanwezig, sómmigen hiervan hadden ander werk hiervoor vaarwel ge zegd: de boeren hadden naar afspraak 40, 50 of 60 mud aardappelen klaargezet, doch de „manheer" liet op zich wachten. Alhoewel voorloopig nog van geen strafbaar feit sprake kan zijn en de boeren en de arbeiders nog geen financieele nadeelen heb ben ondervonden, is men in Wapenveld en omstre ken in de stellige overtuiging dat zij bij den neus zijn genomen. Ook het kosthuis, alwaar hij van Maandag- tot Woensdagmorgen vertoefde, heeft na dien niets van hem vernomen. Buitenland GROOTE OVERSTROOMINGEN IN WEST GALICIë. Uit Silezië en West Galicië wordt gemeld, dat daar groote overstroomingen voorkomen als gevolg van de voortdurende regenbuien der laatste dagen. In het bijzonder heeft de Weichsel en zijn zijrivieren welke op sommige plaatsen vier maal zoo breed machtigen indruk te maken op de hospita, dit tot dusver, zij het dan ook wellicht meer uit een inge boren afkeer van alles, wat met recht en wet in verband staat dan uit sympathie voor de verpleeg ster deze laatste in bescherming had genomen. „Gewoond heeft....?" stamelde ze. Wilt u daar mee zeggen, dat ze er tusschen uit gegaan is zonder te betalen? Man, ik heb zeven en twintig jaar m'n kamers aan heeren verhuurd, zonder dat er ooit één het hart in z'n lijf heeft gehad om me ook maar één dag op m'n geld te laten wachten. En zou nou de eerste vrouwe die ik liefderijk opneem, het durven wagen van m'n goedheid misbruik te maken Sanders kon, ondanks de ernst van de situatie, een glimlach niet onderdrukken. „Komaan, juffrouw Martens, zoo'n vaart zal het misschien wel niet loopen. Laten we nu maar eens even op haar kamer gaan kijken. Wie weet, heeft ze wel iets voor je achter gelaten". Een verdere aanmoediging bleek overbodig. Zon der nader te informeeren naar het doel van de huiszoeking, slechts vol van haar eigen belangen, die alle, eventueel vroeger opgekomen gemoedsbe zwaren overboord wierpen, slofte ze op een drafje naar de deur, die toegang gaf tot de bescheiden appartementen van de verpleegster, waar zij, zonder zich den tijd te gunnen om haar bezoekers voor te laten gaan, binnenviel. Sanders kon slechts met moeite voorkomen, dat zij op haar eigen houtje een huiszoeking begon. Nu de gedachte eenmaal bij haar had post gevat, dat haar huurster met de noorderzon was vertrokken, ging haar belangstelling nog slechts uit naar het geen deze had achtergelaten en waarmee zij zich eventueel schadeloos zou kunnen stellen. Doch waar het noodlot wilde, dat ook de inspecteur zich hier voor in het bijzonder interesseerde, zag ze zich ge noodzaakt haar nieuwsgierigheid nog eenigen tijd te bedwingen. „Doet u me één genoegen, juffrouw Martens", zei Sanders, die haar op den voet was gevolgd, „en laat u het onderzoek aan ons over. Ik beloof u, dat we ons niets zullen toeëigenen en u over het resultaat zoo volledig mogelijk zullen inlichten". De hospita bleek zich echter slechts met moeite in de haar toegedachte passieve rol te kunnen schik ken. Hevig geogiteerd volgde ze vanuit een hoek van het vertrek de bewegingen van het drietal, van wie DE TREINRAMP BIJ BOEDAPEST. Een dader gearresteerd? Het onderzoek der politie naar den spoorwegaan slag bij Bia-Torbagy zou hebben uitgewezen, dat de dader erin geslaagd zou zijn, per vliegtuig uit Hon garije naar Sovjet-Rusland te vluchten. Van com munistische zijde wordt pertinent ontkend, dat communisten de hand in den aanslag hebben ge had en wordt verklaard, dat de politie deze bewe ring slechts lanceert, om een wapen te hebben tegen de communistische actie in Hongarije. Nader wordt nog gemeld, dat nabij Kielce in Polen, een Hongaar, genaamd Najos, dien men ver moedt, een der schuldigen te zijn in hechtenis is genomen. Najos zou Hongarije een paar dagen na de ramp hebben verlaten. Voorloopig geen reden tot bezorgdheid. Vooraanstaande bankautoriteiten aan het woord. De actueele vraag van het oogenblik, vooral met betrekking tot het besluit van de Bank of Engeland om de gouden standaard buiten werking te stellen, is wel: zal in de toekomst het goud nog waarde hebben? Zal men moeten uit zien naar een ander dekkingsmiddel dan het goud? Wij hebben enkele promi nenten bereid gevonden hierover hun meening voor ons tegen-opschrift te stel len. Het noodlottige opkoopen van goud. Door prof. Dr. S. Jastrouw. Er is nauwelijks iets wat de zekerheid van een muntstelsel zoo zeer in gevaar brengt als het voort durend opwerpen van de vraag: Is ons muntstelsel in gevaar? Op het oogenblik kan daarom de vraag of ons muntstelsel in gevaar is onder verstandige lieden slechts zin hebben of de jongste gebeurtenissen op internationale geldmarkt zulk een gevaar betee- kent. Wanneer de Engelsche Bank haar loketten sluit, dan is dit van zulk een enorme beteekenis, dat niemand op het eerste oogenblik kan zeggen wat hiervan ook slechts bij benadering de gevolgen kunnen zijn. Maar wél kan men met bijna honderd procent zekerheid zeggen naar welke zijden deze werkingen gaan. Zij zullen Frankrijk en Amerika de oogen openen, dat hun goud opstapelingen van de geheele wereld uitermate funest zijn. Wanneer zij niet in het goud willen stikken, dan moeten zij zelf de hand uitstrekken het daarheen te laten vloeien waar het economisch kan en moet worden gebruikt. Hoe groot ook de gevolgen van de Lon- densche crisis zullen zijn, dit staat wel vast: de richting, waarheen deze gevolgen zich voor ons zul len bewegen, is niet de bezwering van een gevaar, maar de eerste schrede om een dergelijk onheil voor goed uit den weg te ruimen. Er is nog geen gevaar. Door Dr. E. Mansburg (Berlijn). Wie de uitwerkingen van het besluit van de En gelsche bank, de door haar uitgegeven bankbil jetten niet meer in goud te betalen wil kennen, moet eerst weten, welke gronden tot dit besluit heb ben geleid. Het buiten werking stellen van' de „Bankact" in Engeland wil nog niet zeggen dat de Engelsche gouden standdaard in gevaar is en daar mede alle gouden muntstelsels. Neen, deze buiten werking stellen wil zeggen: Engeland maakt zich niet los van zijn gouden standaard, maar Engeland stelt deze slechts voorloopig buiten werking wat in de tweehonderdvijftigjarige geschiedenis van de Engelsche Bank reeds vier maal is gebeurd. De ver legging van het zwaartepunt op den toestand van de munteenheid is slechts een versluiering van den werkelijken stand van zaken. Het doel van deze maatregelen is inderdaad een, weliswaar onuitge sproken, buitenlandsch moratorium te verkrijgen. Engeland hoopt hierdoor de terugtrekking van cre- dieten op korten termijn naar Parijs en New York te doen ophouden en tegelijkertijd Fransche en Ameri- kaansche hulp door een milliarden-leening te kun nen afdwingen. Het zal haar waarschijnlijk wel gelukkenen alleen hiermede reeds bewijst de Engelsche Bank dat zij de bank-act weer in wer king zal stellen, de gouden standaard dus trouw zal blijven. Voor Duitschland zal de Engelsche stap buiten- Wils en Adams zich al spoedig eveneens tot leidelijk toezien bepaalden. Het eerste, wat Sanders vond, was een briefje, dat aan den pensionhoudster gericht bleek te zijn. „Geachte Mejuffrouw", aldus luidde het epistel. ,$en dringende boodschap riep me onverwacht eenige dagen naar Rotterdam. Ik weet op dit oogen blik nog niet wanneer ik weer terug zal zijn, maar ik zal u mijn terugkomst tijdig berichten. Mocht ik den 28en nog in Rotterdam zijn, dan zal ik u de huur over deze maand per postwissel overmaken. Hoogachtend, E. Robert". De inspecteur had het briefje hardop voorgelezen en juffrouw Martens waar daarbij, bevend van op winding, wat naderbij gekomen. Over zijn schouder kijkend, trachtte ze den inhoud te ontcijferen, welke inspannende bezigheid tot gevolg had, dat zij vrij wel niets gehoord noch gezien had, toen Sanders zich met een vragenden blik naar haar omwendde. „Wat zeit ze?" drong ze ongeduldig, hem met een onbeheerschte beweging het papier uit de handen graaiend. „Ze zegt, dat ze u de kamerhuur wel per post wissel zal overmaken", antwoordde Sanders, zijn onderzoek uitstrekkend tot een kast, waarin Zich slechts wat oud linnengoed bleek te bevinden. „Niks hoor! Zoo benne we niet getrouwd", meende jufvrouw Martens, die thans het epistel nog eens met eigen oogen verslond. „Contant geld wil ik hebben. Geen postwissels. Er is hier nog nooit iemand geweest die met postwissels betaald heeft." Wils trachtte de opgewonden hospita te kalmee- ren en haar de beginselen van het postwisselverkeer bij te brengen, terwijl Sanders zijn ontdekkings tocht voortzette. Eindelijk wendde de laatste zich weer tot de pensionhoudster. „Vertelt u me eens, juffrouw Martens: hoe lang woont de Zuster al bij u?" ,,'s Kijken"De aangesprokene bezon zich pein zend. „Dat is Dinsdag drie weken geweestIk had er eerst niet veel ooren naar, dat ze hier kwam dat heb ik u al verteld hè, maar ze hield zoo aan, ziet u en, affijn, de kamer was toch leeg. Maar later zei ik nog. tegen de juffrouw hier naast, ik zeg, mensch, zeg ik, zoo'n verpleegster over de vloer, je weet wel wat je in huis haalt, maar niet, wat je d'r nog in krijgt. Ja, zegt u nou zelfdat geloop van al die menschen, 't geeft allemaal maar extra werk. gewoon gunstige uitwerkingen hebben, wanneer men te juister tijd begrijpt er de juiste politieke en politiek-economische consequenties uit te trekken. Engeland is veel vroeger dan Duitschland tot het inzicht gekomen dat het voortdurend terugtrekken van hem als crediet verschafte gelden op den duur een onmogelijkheid is. Men heeft deze onmogelijke ontwikkeling door een vastberaden schrede afge sneden. Men heeft hierdoor te kennen gegeven, dat de vervulling van te laag gespannen vorderingen absoluut tot een catastrophe moet leiden. Duitsch land heeft de fout gemaakt niet tot zulk een stap te kunnen besluiten, maar steeds weer zijn goeden wil tot betalen te toonen. Een gevolg van dezen goeden wil is, dat zelfs het 6 maanden moratorium er gebrekkig uitziet, zoodat Duitschland zelf na het van kracht worden nog ongeveer een milliard op korten termijn moet terugbetalen. Het is vanzelsprekend dat men ook in Duitschland steeds de gedachte heeft gehad de gouden munt eenheid buiten werking te stellen en door een an dere te vervangen omb op deze wijze naar het voor beeld van de inflatie onzalige nagedachtenis van alle schuldverplichtingen zoo snel en gemak kelijk mogelijk los te komen. De stap, die de Engel sche Bank gedaan heeft zal den lieden, die steeds weer een „binnenlandsche munteenheid" propa- geeren, veel wind uit de zeilen nemen; want deze stap zal een grootsché hulpactie voor Engeland tot gevolg moeten hebben, die vanzelfsprekend op de tegenwoordige munteenheid is gebaseerd en dus het principe van den gouden standaard slechts ver sterkt. Den grooten wereldbankiers van Frankrijk en Engeland is thans het onmogelijke van hun finan cieele politiek duidelijk geworden en het zal hen ook op andere gebieden dwingen dit „onmogelijke" uit te schakelen. In de eerste plaats in hun betrek kingen tot Duitschland. Wanneer misschien ook de beurzen onder den invloed van de Engelsche actie flauw zullen zijn, geloof ik toch wel te kunnen zeg gen, dat in de toekomst het buitenwerking stellen van de bank-act in Engeland voor Duitschland slechts een gunstige uitwerking kan hebben. Want zij zal den credietgevers van Engeland en Duitsch land toonen, dat onder zekere omstandigheden een land een moratorium kan afdwingen. Om dit te ver hinderen zullen zij vooraf goedwillig nieuwe cre- dieten op langen termijn aan Duitschland geven en daardoor behulpzaam zijn het Duitsche indus*rieele leven weer op de been te helpen end aarbij de Duitsche gouden standaard op steviger basis te Voorloopig is er dus geen gevaar voor het hui dige geld-systeem en ik kan er aan toevoegen dat zoowel Bruning ials ook de president van de Rijks bank Luther besloten zijn alle veranderingen in he* geld-systeem als „binnenlandsche munteenheid" of anderszins onder alle omstandigheden af te wijzen. Wat er echter zou gebeuren als een van de extre mistische partijen aan het roer zou komen, dat kan natuurlijk niet met zekerheid gezegd worden. De Gouden Standaard is niet de schuldige. Door een hoofdambtenaar van den DUitschen Het ontstaan van de Engelsche crisis is terug te brengen op het verloop van de internationale cre- diet-moeilijkheden, die de meest, oneconomische crediet-opzeggingen met zich mee heeft gebracht. Dergelijke opzeggingen zijn nog zelden in zulk een nerveuze en oneconomischen vorm gevolgd en ook de beste schuldenaar bleek daar niet tegen opge wassen te zijn. De schuldenaar tracht zijn boniteit te bewijzen door te betalen zoolang het hem maar even mogelijk is. Tot hij plotseling het punt bereikt heeft, waar elke goede wil faalt, omdat de middelen ontbreken. De schuld van deze crisis is niet de gouden stan daard, maar het politieke wantrouwen, dat voor Engeland, evenals voor Duitschland op dezelfde gronden tot een beproeving werd. Zeer waarschijn lijk is ook, dat de .gebeurtenissen bij de Engelsche marine tot opzegging van de credieten op korten termijn geleid hebben. Officieele kringen in Engeland schijnen als vroe ger trouwe aanhangers van den gouden standaard te zijn en zij zijn het er over eens, dat een ver dwijnen of een vervanging van den gouden stan daard door een ander stelsel de schulden niet uit de wereld zou helpen, maar tot dezelfde compli caties als thans aanleiding zullen blijven geven. De internationale kapitalisten van onzen tijd zijn buitengewoon nerveuze lieden en in hun onzeker heid en angst laten zij zich tot onverstandige din gen leiden. De internationale geldhandel echter is een zaak, die niets zoo zeer noodig heeft als goede zenuwen en rustig bloed. Wat nu zal komen is met tamelijke nauwkeurig heid vooruit te zeggen: Een „Stillhalte-cdnsortium" en verder misschien een andere groepeering der wereldschulden, die beter passen bij de volkomen veranderde situatie van den huidigen financieelen wereldtoestand. „Zoo, ontving zuster Robert zooveel bezoek?" vroeg Wils, plotseling geïnteresseerd, maar de hospita haatte zich dezen bij allen gewekten indruk weg te nemen. „Nee", antwoordde ze een beetje snibbig door de interruptie, „dat wou ik u noo juist vertellen, 't Is me meegevallen met dat bezoek. Er is in al die drie weken geen mensch geweest en ik begon me dan ook al te verwonderen, waar het mensch van leefde, toen er van morgen kort na elkaar twee heeren kwamen, u en direct daarop nog een meneer. Ik wist toen natuurlijk niet, dat u van de politie was", liet ze er min of meer verwijtend op volgen. En die andere meneer, zou u die herkenrien, als u hem terug zag?" vroeg Sanders nu. „Nee, want ik heb hem bijna niet gezein. Ik ben de zuster gaan waarschuwen, dat er iemand was om haar te spreken, dat weet meneer hier wel" met een knik in de richting van Wils „en terwijl hij naar boven kwam, ben ik weer naar m'n keuken gegaan. Ik heb hem trouwens ook niet zien vertrek ken", besloot ze, daarmee een reeds bij het drietal opkomende vraag voorkomend. Sanders wilde echter toch nog wel iets meer weten. „U kimt ons dus maar heel weinig over het par ticuliere leven van uw huurster vertellen" zei hij. Hebt u den indruk gekregen, dat ze werkelijk ver pleegster was?" „Waarom niet antwoordde de juffrouw, die op dit punt nog al goedgeloovig bleek te zijn, ver- haasd. „Ze droeg toch het costuum van een ver pleegster en benden op de deur staat een bord, dat ze gediplomeerd is". „Allemaal tot uw dienst", maar hebt u haar wel eens verpleegsterswerk zien verrichten?" „Ja", antwoordde de hospita met overtuiging. „Toen ze pas hier was, is de juffrouw hiernaast eens bij haar geweest, omdat ze zich in haar vinger gesneden had. Ik voor mij geloof, dat het meer uit nieuwsgierigheid was, ziet u, maar die vinger heeft ze toch wat handig verbonden". „Maar daarvoor behoef je toch nog geen gedi plomeerd verpleegster te zijn", liet Adams zich nu hooren. „Zoo, ik zou het u wel eens willen zien doen", antwoordde de hospita beleedigd. „En ze had direct echte zwachtels bij de hand ook," liet ze er op vol- Wormerveer. Q. S. C. Ill—D. T. S. II. 6—0. De tweede competitie wedstrijd van D T. S. II bracht hun niet het zoo vurig gewenschte resultaat. Met een nederlaag van niet minder dan zes nul moesten ze huiswaarts keeren. De goeie geest bleef echter bewaard en dat is ook heel belangrijk. Een volgend keer beter jongens, de tanden vast op elkaar geklemd en dan zal het niet lang duren of de over- j winning behoort jullie. De wedstrijd van Zondag kunnen we eigenlijk I slitsen in een goede eerste helft met een slechte I tweede. Het zoo uiterst noodzakelijke uithoudings- i vermogen ontbrak nog wel een beetje, en daarom I trainen, trainen en nog eens trainen. Niet alleen I voetballen, maar ook gymnastiek. Jullie voorzitter j is weer bereid om jullie te oefenen en als belooning vraagt hij slechts trouwe opkomst. Laten we echter tot den wedstrijd teruggaan. Even over half drie fluit de scheidsrechter de elf tallen bij elkaar. Q. S. C. trapt af en onderneemt de eerste aanvallen. De D.T.S.-backs doen wat onzeker en missen een paar keer leelijk. Keeper Plakman geeft meer dere malen blijk van zijn kunnen en stopt eenige schoten verdienstelijk. De D.T.S.-voorhoede begint zich ook te roeren doch brengt het niet verder, dan tot een paar cor ners. De Q. S. C.-middenvoor knalt eens hard tegen de lat, buiten des keepers bereik. Over 't geheel genomen zijn de Zaankanters sterker en vooral hun middenlinie is beter dan die van hun tegenstanders. Hierbij komt oo knog dat ze feller op de bal zitten en meermalen laten ze zich verleiden tot ongeoor loofde dingen. Bij D.T.S. valt Borst op door zijn tactisch spel en hij onderbreekt keurig verschillen de aanvallen. Plakman krijgt eehige harde schoten te verwerken en met sommige ballen heeft hij groote moeite. De Langedijkers raken meer en meer ingespeeld, doch van de geboden kansen weten ze niet te profiteeren, terwijl de Q. S. C. keeper met de schoten op hem gelost wel raad weet. Eens red hij door moedig uitlopen als Jo Bakhuis voor het 't open doel komt, Wanneer er een paar schutters bij D.T.S. ge weest waren, hadden ze zich zeker een voorsprong kunnen verschaffen. Rust 00. Na de thee begon D.T.S. uitstekend en als Jonker een hoog schot inzendt, heeft de keeper der thuis club er goote moeite mee. Q. S. C. gooit er nog een schepje op en na een kwartier heeft de linkbuiten succes als hij voor open doel staande een hard schot lost 10. D. T. S. verslapt nu danig en al spoedig ligt no. 2 in de touwen. Bovendien begaan ze de fout, om 't elftal te wijzigen. Een middenlinie is nergens te vinden, de backs raken de kluts kwijt en de voorhoede hangt als los zand in elkaar. Alleen de keeper deelt niet in de malaise. Successievelijk voert Q. S. C. de score op en een minuut voor 't einde deponeert de mid denvoor tot besluit nummer zes in 't net. Spoedig hierop fluit de scheidsrechter voor de laatste keer. D. T. S. IIIBergen 2. Om twaalf uur stellen zich beide elftallen op, D. T. S. met een invaller. Direct zit de Berger voorhoede flink op den bal en moet D. T. S.-achter- hoede alle zeilen bijzetten om doelpunten te voor komen. D. T. S. breekt soms gevaarlijk door, maar door het buitenspel loopen van haar midvoor wor den deze kansen verknoeid, totdat de midvoor uit een voorzet schuin inschiet 10. Na de rust zijn de bordjes verhangen, en blijkt dat de D.-achterhoede niet opgewasschen is tegen de Bergen-voorhoede, die dan ook den stand suc cessievelijk opvoert tot 13, waarmede het einde komt. Uit dezen wedstrijd is gebleken dat de fout bij D. T. S. is haar zwakke achterhoede, behalve de keeper, welke heel aardige dingen deed. De scheids rechter was goed. Vrone aD. T. S. a 02. De eerste uitwedstrijd van de D. T. S.-adspiranten tegen Vrone, gaf een bevredigende uitslag. Vrone werd n.l. met 20 geslagen. Het D. T. S.-bestuur is er in geslaagd een aardige ploeg samen te stellen en met vertrouwen kan ze de toekomst tegemoet gaan. Wel zal het niet steeds maar overwinnen zijn, doch er zitten veel belovende krachten in. Tegen Vrone hadden de adspiranten al een heel gemakkelijke taak, en Vrone had dan ook weinig in te brengen. Over 't geheel genomen hebben de D. T. S. ad- spiranten niet slecht gespeeld en allen werkten met een heerlijk enthousiasme. Zoo door gaan jongelui, -ook al is de tegenpartij sterker dan jullie. Het eerste doelpunt werd gescoord met een onhoudbaar schot. Rust 10. Na de rust werd er nog een tweede goal aan toegevoegd met welke stand het einde kwam. „Naar verbandmiddelen heb ik hier anders tever geefs gezocht", zei Sanders. „Er is niets, wat er op wijst, dat in dit vertrek een verpleegster huist. Tusschen haakjes, juffrouw Martens, weet u ook hoe laat uw huurster Maandagavond is thuis ge komen?" Hij stelde deze vraag meer om het vruchtelooze gesprek over de kwaliteit van de verpleegster af te leiden dan dat hij er eenig resultaat van ver wachtte, maar dat bleek mee te vallen. „Maandagavond?Juffrouw Marens dacht in gespannen na. „Ja zeker weet ik dat", zei ze toen plotseling, ,'t Was precies 9 uur. Ik hoorde iemand thuis komen en omdat ik 's avonds altijd wil weten, wie er wel en wie er niet binnen is, ging k even kijken. De koekoekklok op den overloop sloeg toen net 9 uur. Sanders wisselde een veelbeteekenenden blik met den reporter. „U weet dus zeker, dat het niet later dan 9 uur was, juffrouw Martens?" vroeg hij nog eens, op elk woord den nadruk leggend als om het gewicht van deze vraag nog eens duidelijk te doen uitkomen. „Positief!" klonk het gedecideerd en „Dank u", antwoordde Sanders. „Ik geloof, dat we onze taak hier als geëindigd kunnen beschouwen" vervolgde hij na een korte pauze. „Zooals ik al vermoed had, visschen we vol komen achter het net. Ze is natuurlijk wel zoo ver standig geweest niets achter te laten, wat ons op haar spoor zou kunnen brengen „Maar ze schrijft toch, dat ze over een paar dagen weer terug komt", merkte de hospita met een naleven blik op, dat de drie mannen gelijktij dig in den lach schoten. „Ja, dat is tenminste één troost", antwoordde de inspecteur, die het verkieselijker vond haar voor loopig over de juiste toedracht der zaak nog wat in het in zekere te laten. „We zullen daarom maar rustig afwachten tot ze weer komt opdagen", liet hij er mét een dood ernstig gezicht op volgen. „Misschien wilt u wel zoo goed zijn, juffrouw Mar tens, ons even te berichten als de zuster weer thuis is. Maar zóó, dat ze er niets van bemerkt, alstu blieft. We zouden niet sjraag een tweede keer voor niets komen, begrijpt u!" Wils en Adams, die moeite hadden hun lachen te bedwingen, namen haastig afscheid en inspecteur Sanders volgde hen op den voet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 4