Binnenland.
Is de Gouden Standaard in gevaar?
SPORT EN WEDSTRIJDEN
zijn dan normaal, over een lengte van verscheidene
kilometers de dorpen en velden overstroomd. De
schade Is zeer aanzienlijk.
DE FRAUDE AAN HET DEPARTEMENT VAN
FIN ANCIEN.
Tegenspraak van geruchten.
In verband met de desbetreffende gepubliceerde
berichten deelt de „Tel." thans mede, dat ten de-
partemente op stellige wijze wordt verzekerd, dat
het gerucht, als zou de fraude gepleegd door een
ambtenaar van het ministerie van Financiën drie
ton of meer beloopen, ten eenen male onjuist is.
Het verduisterde bedrag is, zooals oorspronkelijk
gemeld werd, rond anderhalve ton.
EXPORT VAN WOLLEN STOFFEN.
De vereeniging van Tilburgsche fabrikanten van
wollen stoffen heeft aan Jhr. mr. Ruys de Beeren-
brouck, minister van Binnenl. Zaken en Landbouw
en voorzitter van den ministerraad een telegram
gezonden van den volgenden inhoud:
Tilburgsche wollenstoffenfabrikanten, in vergade
ring bijeen, verontrust door de zich reeds thans dui
delijk toonende gevolgen der door Engeland geno
men maatregelen en de daardoor automatisch in de
Engelsche industrie ingetreden ingrijpende loons
verlaging vragen de volle aandacht van de regee
ring voor de daaruiit voortsprutende bedreiging van
het voornaamste exportgebied der Tilburgsche wol
industrie, alsmede voor de groote verscherping der
concurrentie van buitenlandsche manufacturen op
de nederlandsche markt, die zal ontstaan, als En
geland voor de wollenstoffen exporteerende landen
goeddeels zal zijn gesloten. Zij vragen daarom op
korten termijn ingrijpende maatregelen, om althans
de Nederlandsche markt tegen deze abnormale con
currentie te beveiligen en werkloosheid op grooten
schaal te voorkomen.
EEN 102-JARIGE.
Mevrouw de weduwe P. Way-Vleesch, echtgenoote
van wijlen notaris P. Way, wonende Parkstraat 94,
Arnhem herdacht Zondag haar 102den verjaardag.
Mevr. Way-Vleesch beschikt nog over alle geest
vermogens en haar geheugen is nog verrassend
sterk; wel doet zich een begin van doofheid voor.
Haar hooge ouderdom is oorzaak, dat mevr. Way-
Vleesch den laatsten tijd bedlegerig is. Zij heeft
echter nog volle belangstelling voor de dagelij ksche
dingen des levens.
In de eerste dagen der vorige week heeft een als
heer gekleed persoon in Wapenveld bij de boeren
aardappels opgekocht, Zooals hij zeide, kocht hij
voor het Rijk en waren de aardappelen bestemd
voor de Garnizoenen. Bij diverse boeren had hij
de afspraak gemaakt om de aardappelen voor een
prijs van f5.80 per 100 K.G. op Woensdagmorgen
pasklaar in zakken gereed te houden.
Voor de aflevering op Woensdag had hij een
flinke ploeg arbeiders aangenomen. Zelfs kleine jon
gens en meisjpes kon hij voor dit werk gebruiken.
Woensdagmorgen was de opgeroepen arbeiders-
ploeg op de aangewezen plaats aanwezig, sómmigen
hiervan hadden ander werk hiervoor vaarwel ge
zegd: de boeren hadden naar afspraak 40, 50 of
60 mud aardappelen klaargezet, doch de „manheer"
liet op zich wachten. Alhoewel voorloopig nog van
geen strafbaar feit sprake kan zijn en de boeren
en de arbeiders nog geen financieele nadeelen heb
ben ondervonden, is men in Wapenveld en omstre
ken in de stellige overtuiging dat zij bij den neus
zijn genomen. Ook het kosthuis, alwaar hij van
Maandag- tot Woensdagmorgen vertoefde, heeft na
dien niets van hem vernomen.
Buitenland
GROOTE OVERSTROOMINGEN IN WEST GALICIë.
Uit Silezië en West Galicië wordt gemeld, dat daar
groote overstroomingen voorkomen als gevolg van
de voortdurende regenbuien der laatste dagen. In
het bijzonder heeft de Weichsel en zijn zijrivieren
welke op sommige plaatsen vier maal zoo breed
machtigen indruk te maken op de hospita, dit tot
dusver, zij het dan ook wellicht meer uit een inge
boren afkeer van alles, wat met recht en wet in
verband staat dan uit sympathie voor de verpleeg
ster deze laatste in bescherming had genomen.
„Gewoond heeft....?" stamelde ze. Wilt u daar
mee zeggen, dat ze er tusschen uit gegaan is zonder
te betalen? Man, ik heb zeven en twintig jaar m'n
kamers aan heeren verhuurd, zonder dat er ooit
één het hart in z'n lijf heeft gehad om me ook
maar één dag op m'n geld te laten wachten. En zou
nou de eerste vrouwe die ik liefderijk opneem, het
durven wagen van m'n goedheid misbruik te
maken
Sanders kon, ondanks de ernst van de situatie,
een glimlach niet onderdrukken.
„Komaan, juffrouw Martens, zoo'n vaart zal het
misschien wel niet loopen. Laten we nu maar
eens even op haar kamer gaan kijken. Wie weet,
heeft ze wel iets voor je achter gelaten".
Een verdere aanmoediging bleek overbodig. Zon
der nader te informeeren naar het doel van de
huiszoeking, slechts vol van haar eigen belangen,
die alle, eventueel vroeger opgekomen gemoedsbe
zwaren overboord wierpen, slofte ze op een drafje
naar de deur, die toegang gaf tot de bescheiden
appartementen van de verpleegster, waar zij, zonder
zich den tijd te gunnen om haar bezoekers voor
te laten gaan, binnenviel.
Sanders kon slechts met moeite voorkomen, dat
zij op haar eigen houtje een huiszoeking begon. Nu
de gedachte eenmaal bij haar had post gevat, dat
haar huurster met de noorderzon was vertrokken,
ging haar belangstelling nog slechts uit naar het
geen deze had achtergelaten en waarmee zij zich
eventueel schadeloos zou kunnen stellen. Doch waar
het noodlot wilde, dat ook de inspecteur zich hier
voor in het bijzonder interesseerde, zag ze zich ge
noodzaakt haar nieuwsgierigheid nog eenigen tijd te
bedwingen.
„Doet u me één genoegen, juffrouw Martens", zei
Sanders, die haar op den voet was gevolgd, „en
laat u het onderzoek aan ons over. Ik beloof u,
dat we ons niets zullen toeëigenen en u over het
resultaat zoo volledig mogelijk zullen inlichten".
De hospita bleek zich echter slechts met moeite
in de haar toegedachte passieve rol te kunnen schik
ken. Hevig geogiteerd volgde ze vanuit een hoek van
het vertrek de bewegingen van het drietal, van wie
DE TREINRAMP BIJ BOEDAPEST.
Een dader gearresteerd?
Het onderzoek der politie naar den spoorwegaan
slag bij Bia-Torbagy zou hebben uitgewezen, dat de
dader erin geslaagd zou zijn, per vliegtuig uit Hon
garije naar Sovjet-Rusland te vluchten. Van com
munistische zijde wordt pertinent ontkend, dat
communisten de hand in den aanslag hebben ge
had en wordt verklaard, dat de politie deze bewe
ring slechts lanceert, om een wapen te hebben tegen
de communistische actie in Hongarije.
Nader wordt nog gemeld, dat nabij Kielce in
Polen, een Hongaar, genaamd Najos, dien men ver
moedt, een der schuldigen te zijn in hechtenis is
genomen. Najos zou Hongarije een paar dagen na
de ramp hebben verlaten.
Voorloopig geen reden tot bezorgdheid.
Vooraanstaande bankautoriteiten aan het woord.
De actueele vraag van het oogenblik,
vooral met betrekking tot het besluit
van de Bank of Engeland om de gouden
standaard buiten werking te stellen, is
wel: zal in de toekomst het goud nog
waarde hebben? Zal men moeten uit
zien naar een ander dekkingsmiddel dan
het goud? Wij hebben enkele promi
nenten bereid gevonden hierover hun
meening voor ons tegen-opschrift te stel
len.
Het noodlottige opkoopen van goud.
Door prof. Dr. S. Jastrouw.
Er is nauwelijks iets wat de zekerheid van een
muntstelsel zoo zeer in gevaar brengt als het voort
durend opwerpen van de vraag: Is ons muntstelsel in
gevaar? Op het oogenblik kan daarom de vraag of
ons muntstelsel in gevaar is onder verstandige lieden
slechts zin hebben of de jongste gebeurtenissen op
internationale geldmarkt zulk een gevaar betee-
kent. Wanneer de Engelsche Bank haar loketten
sluit, dan is dit van zulk een enorme beteekenis,
dat niemand op het eerste oogenblik kan zeggen
wat hiervan ook slechts bij benadering de gevolgen
kunnen zijn. Maar wél kan men met bijna honderd
procent zekerheid zeggen naar welke zijden deze
werkingen gaan. Zij zullen Frankrijk en Amerika
de oogen openen, dat hun goud opstapelingen van
de geheele wereld uitermate funest zijn. Wanneer
zij niet in het goud willen stikken, dan moeten zij
zelf de hand uitstrekken het daarheen te laten
vloeien waar het economisch kan en moet worden
gebruikt. Hoe groot ook de gevolgen van de Lon-
densche crisis zullen zijn, dit staat wel vast: de
richting, waarheen deze gevolgen zich voor ons zul
len bewegen, is niet de bezwering van een gevaar,
maar de eerste schrede om een dergelijk onheil
voor goed uit den weg te ruimen.
Er is nog geen gevaar.
Door Dr. E. Mansburg (Berlijn).
Wie de uitwerkingen van het besluit van de En
gelsche bank, de door haar uitgegeven bankbil
jetten niet meer in goud te betalen wil kennen,
moet eerst weten, welke gronden tot dit besluit heb
ben geleid. Het buiten werking stellen van' de
„Bankact" in Engeland wil nog niet zeggen dat de
Engelsche gouden standdaard in gevaar is en daar
mede alle gouden muntstelsels. Neen, deze buiten
werking stellen wil zeggen: Engeland maakt zich
niet los van zijn gouden standaard, maar Engeland
stelt deze slechts voorloopig buiten werking wat in
de tweehonderdvijftigjarige geschiedenis van de
Engelsche Bank reeds vier maal is gebeurd. De ver
legging van het zwaartepunt op den toestand van
de munteenheid is slechts een versluiering van den
werkelijken stand van zaken. Het doel van deze
maatregelen is inderdaad een, weliswaar onuitge
sproken, buitenlandsch moratorium te verkrijgen.
Engeland hoopt hierdoor de terugtrekking van cre-
dieten op korten termijn naar Parijs en New York te
doen ophouden en tegelijkertijd Fransche en Ameri-
kaansche hulp door een milliarden-leening te kun
nen afdwingen. Het zal haar waarschijnlijk wel
gelukkenen alleen hiermede reeds bewijst de
Engelsche Bank dat zij de bank-act weer in wer
king zal stellen, de gouden standaard dus trouw
zal blijven.
Voor Duitschland zal de Engelsche stap buiten-
Wils en Adams zich al spoedig eveneens tot leidelijk
toezien bepaalden.
Het eerste, wat Sanders vond, was een briefje, dat
aan den pensionhoudster gericht bleek te zijn.
„Geachte Mejuffrouw", aldus luidde het epistel.
,$en dringende boodschap riep me onverwacht
eenige dagen naar Rotterdam. Ik weet op dit oogen
blik nog niet wanneer ik weer terug zal zijn, maar
ik zal u mijn terugkomst tijdig berichten. Mocht
ik den 28en nog in Rotterdam zijn, dan zal ik u de
huur over deze maand per postwissel overmaken.
Hoogachtend, E. Robert".
De inspecteur had het briefje hardop voorgelezen
en juffrouw Martens waar daarbij, bevend van op
winding, wat naderbij gekomen. Over zijn schouder
kijkend, trachtte ze den inhoud te ontcijferen, welke
inspannende bezigheid tot gevolg had, dat zij vrij
wel niets gehoord noch gezien had, toen Sanders
zich met een vragenden blik naar haar omwendde.
„Wat zeit ze?" drong ze ongeduldig, hem met een
onbeheerschte beweging het papier uit de handen
graaiend.
„Ze zegt, dat ze u de kamerhuur wel per post
wissel zal overmaken", antwoordde Sanders, zijn
onderzoek uitstrekkend tot een kast, waarin Zich
slechts wat oud linnengoed bleek te bevinden.
„Niks hoor! Zoo benne we niet getrouwd", meende
jufvrouw Martens, die thans het epistel nog eens
met eigen oogen verslond. „Contant geld wil ik
hebben. Geen postwissels. Er is hier nog nooit
iemand geweest die met postwissels betaald heeft."
Wils trachtte de opgewonden hospita te kalmee-
ren en haar de beginselen van het postwisselverkeer
bij te brengen, terwijl Sanders zijn ontdekkings
tocht voortzette. Eindelijk wendde de laatste zich
weer tot de pensionhoudster.
„Vertelt u me eens, juffrouw Martens: hoe lang
woont de Zuster al bij u?"
,,'s Kijken"De aangesprokene bezon zich pein
zend. „Dat is Dinsdag drie weken geweestIk
had er eerst niet veel ooren naar, dat ze hier kwam
dat heb ik u al verteld hè, maar ze hield zoo aan,
ziet u en, affijn, de kamer was toch leeg. Maar later
zei ik nog. tegen de juffrouw hier naast, ik zeg,
mensch, zeg ik, zoo'n verpleegster over de vloer,
je weet wel wat je in huis haalt, maar niet, wat je
d'r nog in krijgt. Ja, zegt u nou zelfdat geloop
van al die menschen, 't geeft allemaal maar extra
werk.
gewoon gunstige uitwerkingen hebben, wanneer men
te juister tijd begrijpt er de juiste politieke en
politiek-economische consequenties uit te trekken.
Engeland is veel vroeger dan Duitschland tot het
inzicht gekomen dat het voortdurend terugtrekken
van hem als crediet verschafte gelden op den duur
een onmogelijkheid is. Men heeft deze onmogelijke
ontwikkeling door een vastberaden schrede afge
sneden. Men heeft hierdoor te kennen gegeven, dat
de vervulling van te laag gespannen vorderingen
absoluut tot een catastrophe moet leiden. Duitsch
land heeft de fout gemaakt niet tot zulk een stap
te kunnen besluiten, maar steeds weer zijn goeden
wil tot betalen te toonen. Een gevolg van dezen
goeden wil is, dat zelfs het 6 maanden moratorium
er gebrekkig uitziet, zoodat Duitschland zelf na
het van kracht worden nog ongeveer een milliard
op korten termijn moet terugbetalen.
Het is vanzelsprekend dat men ook in Duitschland
steeds de gedachte heeft gehad de gouden munt
eenheid buiten werking te stellen en door een an
dere te vervangen omb op deze wijze naar het voor
beeld van de inflatie onzalige nagedachtenis
van alle schuldverplichtingen zoo snel en gemak
kelijk mogelijk los te komen. De stap, die de Engel
sche Bank gedaan heeft zal den lieden, die steeds
weer een „binnenlandsche munteenheid" propa-
geeren, veel wind uit de zeilen nemen; want deze
stap zal een grootsché hulpactie voor Engeland tot
gevolg moeten hebben, die vanzelfsprekend op de
tegenwoordige munteenheid is gebaseerd en dus het
principe van den gouden standaard slechts ver
sterkt.
Den grooten wereldbankiers van Frankrijk en
Engeland is thans het onmogelijke van hun finan
cieele politiek duidelijk geworden en het zal hen
ook op andere gebieden dwingen dit „onmogelijke"
uit te schakelen. In de eerste plaats in hun betrek
kingen tot Duitschland. Wanneer misschien ook de
beurzen onder den invloed van de Engelsche actie
flauw zullen zijn, geloof ik toch wel te kunnen zeg
gen, dat in de toekomst het buitenwerking stellen
van de bank-act in Engeland voor Duitschland
slechts een gunstige uitwerking kan hebben. Want
zij zal den credietgevers van Engeland en Duitsch
land toonen, dat onder zekere omstandigheden een
land een moratorium kan afdwingen. Om dit te ver
hinderen zullen zij vooraf goedwillig nieuwe cre-
dieten op langen termijn aan Duitschland geven en
daardoor behulpzaam zijn het Duitsche indus*rieele
leven weer op de been te helpen end aarbij de
Duitsche gouden standaard op steviger basis te
Voorloopig is er dus geen gevaar voor het hui
dige geld-systeem en ik kan er aan toevoegen dat
zoowel Bruning ials ook de president van de Rijks
bank Luther besloten zijn alle veranderingen in he*
geld-systeem als „binnenlandsche munteenheid" of
anderszins onder alle omstandigheden af te wijzen.
Wat er echter zou gebeuren als een van de extre
mistische partijen aan het roer zou komen, dat kan
natuurlijk niet met zekerheid gezegd worden.
De Gouden Standaard is niet de schuldige.
Door een hoofdambtenaar van den DUitschen
Het ontstaan van de Engelsche crisis is terug te
brengen op het verloop van de internationale cre-
diet-moeilijkheden, die de meest, oneconomische
crediet-opzeggingen met zich mee heeft gebracht.
Dergelijke opzeggingen zijn nog zelden in zulk een
nerveuze en oneconomischen vorm gevolgd en ook
de beste schuldenaar bleek daar niet tegen opge
wassen te zijn. De schuldenaar tracht zijn boniteit
te bewijzen door te betalen zoolang het hem maar
even mogelijk is. Tot hij plotseling het punt bereikt
heeft, waar elke goede wil faalt, omdat de middelen
ontbreken.
De schuld van deze crisis is niet de gouden stan
daard, maar het politieke wantrouwen, dat voor
Engeland, evenals voor Duitschland op dezelfde
gronden tot een beproeving werd. Zeer waarschijn
lijk is ook, dat de .gebeurtenissen bij de Engelsche
marine tot opzegging van de credieten op korten
termijn geleid hebben.
Officieele kringen in Engeland schijnen als vroe
ger trouwe aanhangers van den gouden standaard
te zijn en zij zijn het er over eens, dat een ver
dwijnen of een vervanging van den gouden stan
daard door een ander stelsel de schulden niet uit
de wereld zou helpen, maar tot dezelfde compli
caties als thans aanleiding zullen blijven geven.
De internationale kapitalisten van onzen tijd zijn
buitengewoon nerveuze lieden en in hun onzeker
heid en angst laten zij zich tot onverstandige din
gen leiden. De internationale geldhandel echter is
een zaak, die niets zoo zeer noodig heeft als goede
zenuwen en rustig bloed.
Wat nu zal komen is met tamelijke nauwkeurig
heid vooruit te zeggen: Een „Stillhalte-cdnsortium"
en verder misschien een andere groepeering der
wereldschulden, die beter passen bij de volkomen
veranderde situatie van den huidigen financieelen
wereldtoestand.
„Zoo, ontving zuster Robert zooveel bezoek?" vroeg
Wils, plotseling geïnteresseerd, maar de hospita
haatte zich dezen bij allen gewekten indruk weg te
nemen.
„Nee", antwoordde ze een beetje snibbig door de
interruptie, „dat wou ik u noo juist vertellen, 't Is
me meegevallen met dat bezoek. Er is in al die drie
weken geen mensch geweest en ik begon me dan
ook al te verwonderen, waar het mensch van leefde,
toen er van morgen kort na elkaar twee heeren
kwamen, u en direct daarop nog een meneer. Ik wist
toen natuurlijk niet, dat u van de politie was",
liet ze er min of meer verwijtend op volgen.
En die andere meneer, zou u die herkenrien, als
u hem terug zag?" vroeg Sanders nu.
„Nee, want ik heb hem bijna niet gezein. Ik ben
de zuster gaan waarschuwen, dat er iemand was om
haar te spreken, dat weet meneer hier wel" met
een knik in de richting van Wils „en terwijl hij
naar boven kwam, ben ik weer naar m'n keuken
gegaan. Ik heb hem trouwens ook niet zien vertrek
ken", besloot ze, daarmee een reeds bij het drietal
opkomende vraag voorkomend.
Sanders wilde echter toch nog wel iets meer
weten.
„U kimt ons dus maar heel weinig over het par
ticuliere leven van uw huurster vertellen" zei hij.
Hebt u den indruk gekregen, dat ze werkelijk ver
pleegster was?"
„Waarom niet antwoordde de juffrouw, die
op dit punt nog al goedgeloovig bleek te zijn, ver-
haasd. „Ze droeg toch het costuum van een ver
pleegster en benden op de deur staat een bord, dat
ze gediplomeerd is".
„Allemaal tot uw dienst", maar hebt u haar wel
eens verpleegsterswerk zien verrichten?"
„Ja", antwoordde de hospita met overtuiging.
„Toen ze pas hier was, is de juffrouw hiernaast eens
bij haar geweest, omdat ze zich in haar vinger
gesneden had. Ik voor mij geloof, dat het meer uit
nieuwsgierigheid was, ziet u, maar die vinger heeft
ze toch wat handig verbonden".
„Maar daarvoor behoef je toch nog geen gedi
plomeerd verpleegster te zijn", liet Adams zich nu
hooren.
„Zoo, ik zou het u wel eens willen zien doen",
antwoordde de hospita beleedigd. „En ze had direct
echte zwachtels bij de hand ook," liet ze er op vol-
Wormerveer. Q. S. C. Ill—D. T. S. II. 6—0.
De tweede competitie wedstrijd van D T. S. II
bracht hun niet het zoo vurig gewenschte resultaat.
Met een nederlaag van niet minder dan zes nul
moesten ze huiswaarts keeren. De goeie geest bleef
echter bewaard en dat is ook heel belangrijk. Een
volgend keer beter jongens, de tanden vast op elkaar
geklemd en dan zal het niet lang duren of de over-
j winning behoort jullie.
De wedstrijd van Zondag kunnen we eigenlijk
I slitsen in een goede eerste helft met een slechte
I tweede. Het zoo uiterst noodzakelijke uithoudings-
i vermogen ontbrak nog wel een beetje, en daarom
I trainen, trainen en nog eens trainen. Niet alleen
I voetballen, maar ook gymnastiek. Jullie voorzitter
j is weer bereid om jullie te oefenen en als belooning
vraagt hij slechts trouwe opkomst. Laten we echter
tot den wedstrijd teruggaan.
Even over half drie fluit de scheidsrechter de elf
tallen bij elkaar. Q. S. C. trapt af en onderneemt
de eerste aanvallen.
De D.T.S.-backs doen wat onzeker en missen
een paar keer leelijk. Keeper Plakman geeft meer
dere malen blijk van zijn kunnen en stopt eenige
schoten verdienstelijk.
De D.T.S.-voorhoede begint zich ook te roeren
doch brengt het niet verder, dan tot een paar cor
ners. De Q. S. C.-middenvoor knalt eens hard tegen
de lat, buiten des keepers bereik. Over 't geheel
genomen zijn de Zaankanters sterker en vooral hun
middenlinie is beter dan die van hun tegenstanders.
Hierbij komt oo knog dat ze feller op de bal zitten
en meermalen laten ze zich verleiden tot ongeoor
loofde dingen. Bij D.T.S. valt Borst op door zijn
tactisch spel en hij onderbreekt keurig verschillen
de aanvallen. Plakman krijgt eehige harde schoten
te verwerken en met sommige ballen heeft hij
groote moeite. De Langedijkers raken meer en meer
ingespeeld, doch van de geboden kansen weten ze
niet te profiteeren, terwijl de Q. S. C. keeper met
de schoten op hem gelost wel raad weet. Eens red
hij door moedig uitlopen als Jo Bakhuis voor het
't open doel komt,
Wanneer er een paar schutters bij D.T.S. ge
weest waren, hadden ze zich zeker een voorsprong
kunnen verschaffen. Rust 00.
Na de thee begon D.T.S. uitstekend en als Jonker
een hoog schot inzendt, heeft de keeper der thuis
club er goote moeite mee.
Q. S. C. gooit er nog een schepje op en na een
kwartier heeft de linkbuiten succes als hij voor
open doel staande een hard schot lost 10. D. T. S.
verslapt nu danig en al spoedig ligt no. 2 in de
touwen.
Bovendien begaan ze de fout, om 't elftal te
wijzigen. Een middenlinie is nergens te vinden, de
backs raken de kluts kwijt en de voorhoede hangt
als los zand in elkaar. Alleen de keeper deelt niet in
de malaise. Successievelijk voert Q. S. C. de score
op en een minuut voor 't einde deponeert de mid
denvoor tot besluit nummer zes in 't net. Spoedig
hierop fluit de scheidsrechter voor de laatste keer.
D. T. S. IIIBergen 2.
Om twaalf uur stellen zich beide elftallen op,
D. T. S. met een invaller. Direct zit de Berger
voorhoede flink op den bal en moet D. T. S.-achter-
hoede alle zeilen bijzetten om doelpunten te voor
komen. D. T. S. breekt soms gevaarlijk door, maar
door het buitenspel loopen van haar midvoor wor
den deze kansen verknoeid, totdat de midvoor uit
een voorzet schuin inschiet 10.
Na de rust zijn de bordjes verhangen, en blijkt
dat de D.-achterhoede niet opgewasschen is tegen
de Bergen-voorhoede, die dan ook den stand suc
cessievelijk opvoert tot 13, waarmede het einde
komt. Uit dezen wedstrijd is gebleken dat de fout
bij D. T. S. is haar zwakke achterhoede, behalve de
keeper, welke heel aardige dingen deed. De scheids
rechter was goed.
Vrone aD. T. S. a 02.
De eerste uitwedstrijd van de D. T. S.-adspiranten
tegen Vrone, gaf een bevredigende uitslag. Vrone
werd n.l. met 20 geslagen.
Het D. T. S.-bestuur is er in geslaagd een aardige
ploeg samen te stellen en met vertrouwen kan ze
de toekomst tegemoet gaan. Wel zal het niet steeds
maar overwinnen zijn, doch er zitten veel belovende
krachten in. Tegen Vrone hadden de adspiranten
al een heel gemakkelijke taak, en Vrone had dan
ook weinig in te brengen.
Over 't geheel genomen hebben de D. T. S. ad-
spiranten niet slecht gespeeld en allen werkten met
een heerlijk enthousiasme. Zoo door gaan jongelui,
-ook al is de tegenpartij sterker dan jullie. Het
eerste doelpunt werd gescoord met een onhoudbaar
schot.
Rust 10. Na de rust werd er nog een tweede
goal aan toegevoegd met welke stand het einde
kwam.
„Naar verbandmiddelen heb ik hier anders tever
geefs gezocht", zei Sanders. „Er is niets, wat er op
wijst, dat in dit vertrek een verpleegster huist.
Tusschen haakjes, juffrouw Martens, weet u ook
hoe laat uw huurster Maandagavond is thuis ge
komen?"
Hij stelde deze vraag meer om het vruchtelooze
gesprek over de kwaliteit van de verpleegster af te
leiden dan dat hij er eenig resultaat van ver
wachtte, maar dat bleek mee te vallen.
„Maandagavond?Juffrouw Marens dacht in
gespannen na. „Ja zeker weet ik dat", zei ze toen
plotseling, ,'t Was precies 9 uur. Ik hoorde iemand
thuis komen en omdat ik 's avonds altijd wil weten,
wie er wel en wie er niet binnen is, ging k even
kijken. De koekoekklok op den overloop sloeg toen
net 9 uur.
Sanders wisselde een veelbeteekenenden blik met
den reporter.
„U weet dus zeker, dat het niet later dan 9 uur
was, juffrouw Martens?" vroeg hij nog eens, op elk
woord den nadruk leggend als om het gewicht van
deze vraag nog eens duidelijk te doen uitkomen.
„Positief!" klonk het gedecideerd en „Dank u",
antwoordde Sanders.
„Ik geloof, dat we onze taak hier als geëindigd
kunnen beschouwen" vervolgde hij na een korte
pauze. „Zooals ik al vermoed had, visschen we vol
komen achter het net. Ze is natuurlijk wel zoo ver
standig geweest niets achter te laten, wat ons op
haar spoor zou kunnen brengen
„Maar ze schrijft toch, dat ze over een paar
dagen weer terug komt", merkte de hospita met
een naleven blik op, dat de drie mannen gelijktij
dig in den lach schoten.
„Ja, dat is tenminste één troost", antwoordde
de inspecteur, die het verkieselijker vond haar voor
loopig over de juiste toedracht der zaak nog wat in
het in zekere te laten. „We zullen daarom maar
rustig afwachten tot ze weer komt opdagen", liet
hij er mét een dood ernstig gezicht op volgen.
„Misschien wilt u wel zoo goed zijn, juffrouw Mar
tens, ons even te berichten als de zuster weer thuis
is. Maar zóó, dat ze er niets van bemerkt, alstu
blieft. We zouden niet sjraag een tweede keer
voor niets komen, begrijpt u!"
Wils en Adams, die moeite hadden hun lachen te
bedwingen, namen haastig afscheid en inspecteur
Sanders volgde hen op den voet.