NIEUWE
Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier
No 118 «^MSSSStfSZ^DINSDAG 6 OCTOBER 1931
40e Jaargang
- Uitlui: Fkm I. H. KEIZER.-iilitlm I. K fflfll. Irnil Hwlitliimtri».
De vierde man
90
DEZE COURANT VERSCHIJNT
DINSDAG DONDERDAG
en ZATERDAG. -
Abonnmentsprijs:
per 3 maanden 1.15,
ADVERTENTIEN
Van 1—5 rebels 75 cent;
elke regel meer 15 cent.
GROOTE LETTERS
NAAR PLAATSRUIMTE.
Uit de Pens
Uit de Tuinderij van 2 October knipten we een
zeer mooi en leerzaam artikel over „Onze afzet naar
Engeland".
Op zeer duidelijke wijze worden de niet zoo een
voudige zaken toch eenvoudig gezegd. We twijfelen
er niet aan, of onze lezers zullen het artikel met
belangstelling lezen.
ONZE AFZET NAAR ENGELAND.
In het vorig nummer schreven we een kort artikel
over de financieele crisis, die Engeland had over
vallen. Op Maandag 21 Sept. besloot de Engelsche
regeering de gouden standaard (d. i. de verplichting
van de Bank van Engeland om haar bankpapier in
te wisselen tegen goud) tijdelijk op te heffen. Ge
durende twee dagen werd de effectenbeurs gesloten.
Het disconto (de rente voor wissels) werd verhoogd
tot 6 pet. De laatste maatregel heeft ten doel cre-
dietnemers te pressen door hoogere rente hun cre-
dieten af te lossen, waardoor het bedrag van in
omloop zijnde bankbiljetten zal verminderen.
Op de diepere oorzaken van deze crisis zullen wij
niet gaan. De directe aanleiding was de steeds ver
minderde gouddekeking van de Bank van Engeland.
Het buitenland scheen alle vertrouwen te verliezen:
het vluchtte voor het pond. Steeds meer vorderin
gen werden opgevraagd en Engeland kon alleen
maar terugbetalen met goud. Al kleiner werd de
voorraad van het gele metaal en tenslotte ging
men tot de genoemde maatregelen over.
Wij leven snel tegenwoordig. Wij vroegeen in ons
vorig artikel: „Wat staat ons nu weer te gebeuren?"
Verschillende landen hebben Engeland's voorbeeld
moeten volgen: de 3 Scandinavische rijken, Italië
en Griekenland. Van Denemarken en Noorwegen
is het heel goed te begrijpen: Noorwegen's vracht
vaart en visscherij wordt geheeel gedreven in En
gelsche munt en Denemarken leeft voornamelijk
van den export op Engeland.
Door het ontbreken van de goudbasis van het
pond was er nauwelijks eenige handel in ponden.
De koers, die nog altijd bepaald was door de goud-
waarde van 't pond en omstreeks 12.04 was, schom
melde geweldig: het leek wel of de oorlogsdagen
waren teruggekeerd. Het was een zoeken naar een
nieuw evenwicht. Het pond daalde tot 8.75 en is op
het oogenblik, dat wij dit schrijven weer 9.50—9.70.
Het is duidelijk, dat dit een geweldigen invloed
op den handel moet hebben. In de eerste plaats
op den wereldhandel. Londen is nog altijd de we
reldmarkt voor stapelproducten als granen, erts,
rubber, koffie, enz. De prijzen dezer artikelen luiden
in en door de daling van het liepen ze sprongs
gewijze omhoog. Maar nog meer handelaren wilden
niet meer in ponden aanbieden en zoo stokte de
geheele handel.
Van nog meer invloed waren de koersschomme
lingen op de markt voor onze eigen producten. In
den wereldhandel is het mogelijk om de zaak voort
te zetten: is het niet in ponden, dan b.v. in dollars
of guldens.
De invloed op den groentenexport.
Maar de directe handel met Engeland loopt ge
heel in ponden en dat is zooals vanzelf spreekt niet
in een handomdraaien veranderd. Onze producten
worden vrijwel onmiddellijk van de hand gedaan; de
betaling geschiedt in ponden en de Engelsche han-
de laar stuurt zijn cheque voor de opbrengst. Zoo is
het altijd gegaan en zal het wel blijven gaan.
Plotseling kwam dus onze handel voor het feit
te staan, dat in plaats van f 12 maar f 9.— voor
een pond te maken was. Het is duidelijk, dat bij
dergelijke koersen de handelaar een enorm verlies
lijdt. Hij loopt altijd risico: het normale risico van
den handelaar, „ik koop in tegen zooveel en hoeveel
kan ik voor het product op de buitenlandsche
markt maken?" Het tijdsverloop toch tusschen koop
en verkoop brengt een prijsrisico met zich.
Boven het normale risico kwam nu nog het ab
normaal risico van den pondenkoers. Het is dui
delijk, dat de handel dan begint te lijken op spe
culatie in het groot en dat onder zulke omstandig
heden de ondernemingslust bijna bevriest. Het di
recte gevolg was een prijsdaling der producten op
de veieling, die met recht catastrophaal genoemd
mag worden. Zoo hebben handel en tuinbouw weer
rijkelijk hun deel gekregen van de golf van ellende
die over de wereld slaat.
Termijnhandel.
Toch zoekt de handel weer naar wegen om aan
den druk te ontkomen, en het zal onzen handelaren
ook zeker gelukken. In zekeren zin is het een licht
punt, dat de groenten- en fruitexport op een con
tante basis gedreven wordt. Andere takken van pro
ductie worden nog zwaarder getroffen, de bloem-
bollenhandel b.v. geschiedt op contract. Hetzelfde
geldt gedeeltelijk voor de zuivelindustrie en voor
den handel in eieren.
Hier zijn de verkoopers gebonden te leveren tegen
een bepaalden prijs in ponden, waarvan men dacht:
„dat is dus zooveel guldens". Als straks de levereing
geschiedt en de betaling komt in ponden binnen,
hoeveel zal dan de opbrengst zijn? De onzekerheid
van wat straks zal worden ontvangen moet een
verlammenden invloed hebben op den handel. Is
bij den contanten handel een groot verlies gevallen
het duurde gelukkig niet lang, maar bij dezen
termijnhandel zullen de verliezen ongetwijfeld
groote afmetingen aannemen.
Gevolgen der inflatie.
Het is hier niet de plaats de gevolgen van de
opheffing van den gouden standaard in den breede
na te gaan.
We willen daarom met een enkele opmerking
daarover volstaan. In de eerste plaats beteekent
de koersdaling een geweldig verlies voor het land.
Men schat dat Engeland voor 50 milliard guldens in
het buitenland heeft belegd. Bij een koersdaling
van 15 pet (het is nu reeds meer) beteekent dit
een verlies van 71/2 milliard guldens. Verder moeten
de in Frankrijk en Amerika geleende bedragen met
opgeld worden terugbetaald.
Tegenover deze verliezen staat het voordeel, dat
de Engelsche in dustrie, die in het buitenland niet
tegen haar concurrenten op kon, een nieuwe kans
krijgt. De Engelsche industrieel toch betaalt aan
zijn arbeiders en employé's nog hetzelfde loon als
14 dagen geleden. Door de daling van het pond zijn
al die loonen automatisch verminderd. Een loon
van £Z was 14 dagen geleden nog f36.— en nu
maar f28.50. Zoo'n drastische loonsverlaging is in
geen ander land mogelijk! Wel zal de industrie haar
grondstoffen duurder moeten inkoopen, maar in
vergelijking met het buitenland wordt de kostprijs
zoodanig verlaagd, dat in de concurrentiestrijd op
de exportmarkt Engeland een belangrijke voor
sprong krijgt.
Een opleving van de industrie is dus zeer waar
schijnlijk, de werkloosheid zal afnemen en het
economische leven weer op gang komen.
De levensmiddelen-import.
Daartegenover staan ook schaduwzijden: Enge
land produceert aan directe levensbehoeften mis
schien om twee maanden in zijn onderhoud te voor
zien. Het ontbrekende moet dus ingevoerd worden.
Door de waardedaling van het pnd zullen die im
portgoederen in prijs stijgen. Bij een plotselinge
waardedaling van het geld stijgen de prijzen niet
zoo snel; zij blijven achter. Bij den val van de
Mark, die soms met een duizelingwekkende vaart
naar beneden schoot, wisselden de prijzen per uur
en toch bleven ze in onze oogen goedkoop. Het is
heel goed te begrijpen, dat men in Engeland op het
oogenblik nog niet meer betaalt dan veertien dagen
terug maar de aanpassing der prijzen volgt on
herroepelijk. «ierbij moeten we echter een voorbe
houd maken: door prijsstijging vermindert het ver-
bruik de prijs zal dus vermoedelijk niet evenveel
stijgen als het pond gedaald is. Dan zal het risico
van het pond afgewenteld worden op het product
eveneens een nadeelige factor voor den prijs te
lande der artikelen) die voor export in aanmerking
komen. Aanpassing vindt plaats, het niveau voor
Engeland zal hooger liggen dan thans, voor ons
lager dan voor eenigen tijd.
De les der geschiedenis, die we allen leeren moe
ten, luidt dat alle inflatie op den duur leidt tot
verarming. De kanselier van de Engelsche schatkist
Snowden, heeft dze les ter harte genomen en in het
Parlement gezegd, dat iedere maatregel die tot in
flatie zou leiden zou worden geweerd. De groote
vraag is of de omstandigheden hem niet zullen
dwingen op den ingeslagen weg voort te gaan. Hij
kon geen verklaring afleggen omtrent de stabili
satie van het pond en alleen door het pond te
stabiliseeren kan verdere inflatie worden tegen
gegaan. We hebben na den oorlog in alle ons om
ringende landen gezien, dat inflatie als een lawine
is naar beneden stortend wordt ze hoe langer
hoe grpoter. Eerst aan het einde blijkt, welke ellende
de lawine heeft veroorzaakt.
Hoe langer Europa wacht met samenwerking, hoe
moeilijker het wordt haar te vinden en hoe sneller
de ineenstorting staat te vreezen. En daarbij wint
misschien een enkeling maar de massa verliest.
Het wachtwoord is geworden: wachten. Maar
nooit: bij de pakken neerzitten. Doorgaan, doorwer
ken, op hoop van zegen.
Piaatsel ijk Hieuws
FEUILLETON
„In een zaak als deze, Miel, kan de kleinste ver
gissing, van wien dan ook, de boel in 't honderd
sturen. Afgezien van de soesah, die ik over haar
uitlevering zou krijgen, zou het een heel klein
kunstje zijn, deze juffrouw, die zich nu eens ver
pleegster dan weer boekhoudster noemt, als ver
dacht van medeplichtigheid in de moordzaak Leu-
vensteyn aan de justitie ovèr te leveren. Maar wat
heb ik dan nog bereikt? Instinctief voel ik. dat er
veel meer achter deze zaak zit, zóó veel, dat het
ongetwijfeld de moeite zal loonen haar tot de wor
tels te onderzoeken. En hoever zijn we nu? Hoog
boven op een tak zitten we, gedwongen tot een werk
loosheid, die me m'n rust ontneemt en met het
voortdurende gevaar voor oogen door een onhan
dige streek van een ander naar beneden te zullen
tuimelen."
Wils schoot onwillekeurig in de lach.
„Je beeldspraak dunkt me nogal gevaarlijk. Wil.
Misschien, dat die fraaie boomen langs de Königs-
allee je daartoe hebben geïnspireerd. Maar overi
gens ik kan me jouw positie indenken en ten
slotte weet ik daarop maar één advies: Zie, dat je
zoo spoedig mogelijk weer een werkzaam aandeel
in de onderneming krijgt. Je zult zelf wel zoo ver
standig zijn daarbij niet overijld te werk te gaan."
„Ik zou b.v. kunnen beginnen met de Dussel-
dorfsche bladen der laatste dagen eens door te lezen
om te zien of het bericht van den moord ook tot
hier is doorgedrongen. Bijzonder productief lijkt me
dat werk wel niet, maar het geeft tenminste eenige
afleiding."
Hij stond op en begaf zich naar de leestafel, van
waar hij spoedig met een aantal nieuwsbladen te
rugkeerde. Ook Wils verdiepte zich thans weer in
zijn ochtendblad en eenigen tijd hoorde men nu
niets dan het ritselen der couranten, welke de
inspecteur haastig doorbladerde, zich schijnbaar
slechts nu en dan tijd gunnend een bericht in zijn
„de Onbekende Soldaat", wat een diepe aanklacht
was tegen den oorlog.
Door den heer G. Hop werd zeer verdienstelijk
voor piano begeleiding gezorgd.
Het Instituut kan met deze eerste avond in dit
Seizoen ongetwijfeld op een goed geslaagden avond
terugzien.
Uit den Omtrek
W ARMENHUIZEN.
Aan onze veiling werden verhandeld in de maand
Aardappelen
Slaboonen
Snijboonen
Roode Kool
Gele kool
Gewone witte kool
Gele nep
Uien
Bieten
Peen
Tuinboonen
Grauwe erwten
Vale erwten
Groene erwten
Bloemkool
Sept. 1931.
Sept. 1930.
217.391 Kg
530.500 Kg.
13.078
14.783
347
577
167.125
251.025
35.425
46.100
602.700
502.000
32.620
98.725
73.550
133.975
7.025
4.925
1.250
8.525
3.257
6.195
880
264 stuks
blad op den stoel naast zich en stond dan plotseling
op. De reporter wierp hem over zijn krant een half
verbaasden, half spottenden blik toe.
„Als ik overal zóóveel waardeering vond onder
m'n lezers, zou ik geen letter meer schrijven," zei
I hij.
I Sanders negeerde deze opmerking.
„Ik heb geen rust meer, Miel; ik ga naar de po
litie. Vandaag of morgen zou ik toch tot dien stap
moeten besluiten en dan dunkt het me beter zoo
spoedig mogelijk door den zuren appel heen te
bijten. Blijf hier en wacht op me. Ik kan je natuur
lijk niet vooruit zeggen, hoe lang of het duurt,
maar ik beloof je zoo gauw mogelijk terug te zullen
^Een hulpvaardige kelner, die ijlings toeschoot
om den inspecteur in zijn jas te helpen, belette
zoowel een nadere toelichting van Sanders-' zijde
op hetgeen hij van plan was, als de vraag die Wils
in verband hiermede, op de lippen zweefde. Met
een kort „tot straks" verliet de eerste het café, ter
wijl de reporter opnieuw troost trachtte te vinden
in den stapel nieuwsbladen.
Ongeveer een half uur lang scheen de lectuur
inderdaad al zijn aandacht in beslag te nemen,
doch langzamerhand verflauwde zijn belangstel
ling en al spoedig dwaalden zijn gedachten af naa.r
de gebeurtenissen, die oorzaak waren dat hij op dit
uur in een café te Dusseldorf een buitenlandsche
krant zat te lezen, terwijl bij zijn blad in Amster
dam z'n aanwezigheid wellicht dringend noodzake
lijk was. Hij begon zich af te vragen, of het niet
wat onverantwoordelijk geweest was zich op deze
reis bij Sanders aan te sluiten. Hoe lang kon deze
geschiedenis nog duren? Het eind was er immers
niet van te zien en bovendien was het nog zeer
problematisch, of de affaire zooveel belangwekkende
copie zou opleveren, dat de verloren tijd daardoor
werd goedgemaakt. Stel, dat de zaak eens scheef
ging en ze beiden op hangende pootjes naar Am
sterdam moesten terugkeeren. Zeker, hij wist op het
oogenblik al heel wat meer dan z'n collega's, maar
per saldo was het toch zeer de vraag, of hij daar
van voor z'n blad gebruik zou mogen maken. Zoo
lang het onderzoek niet geëindigd was en dat
kon tenslotte nog maanden duren zou de politie
NOORDSCHARWOUDE.
Openingsavond Instituut voor Arbeiders
Ontwikkeling.
Zaterdagavond vond in „Concordia" alhier de
openingsavond plaats van de afdeeling Langendijk
van het Instituut voor Arbeiders Ontwikkeling
plaats.
De opkomst was uitstekend, daar de groote zaal
nagenoeg bezet was. De aankondiging, dat de be
kende humorist Daan Pool van Oudesluis o.m. zijn
medewerking zou verleenen zal hier wel niet vreemd
aan geweest zijn.
De bijeenkomst werd geopend door den voorzitter
de heer Frielir.k, die mededeeling deed van de ver
schalende cursusavonden welke het Instituut dezen
winter hoopt te houden en opwekte deze te bezoe
ken.
Hierna werd het woord gegeven aan den spreker
de heer P. K. Polderman, algemeen secretaris van
het Instituut.
Spreker wees op d etaak van het Instituut om in
dezen tijd van werkeloosheid het geestelijk peil der
arbeidersklasse hoog te houden nu velen door pau
perisme bedreigd worden. De ontwikkeling door or
ganisatie van het onderwijs laat veel te wenschen
over, waarom voor het Instituut een belangrijke
taak is weggelegd.
Ook het bioscoop gevaar, waaraan zich in de ste
den vele arbeiders vergapen noemt spr. een euvel
van dezen tijd.
In de arbeidersbeweging zijn het de V.A.R.A. en
het Instituut welke de ontwikkeling ter hand heb
ben genomen. Spr. noemt de eigen filmdienst van
het Instituut welke vele goede films vertoond, de
voorstellingen van het Groot Volkstooneel, de reis
organisatie en verder de vele ontwikkelingscursus
sen, welke allen de cultureele opvoeding der arbei
dersklasse beoogen. Het is onze roeping zegt spr.
om het licht te laten schijnen overal waar het duis
ter is in het belang van een betere menschheid.
(Applaus.) i
Hierna was het (je in deze omgeving zoo bekende
Daan Pool, welke de aanwezigen aangenaam bezig
hield met voordrachten, zoowel komische als meer
ernstige. Zijn succesnummer van deze avond was
zeker niet willen, dat er ook maar een letter over
in de krant verscheen en zoolang dat het geval was,
beteekende het verzamelen van gegevens practisch
niet veel meer dan het bevredigen van een per- j
soonlijke nieuwsgierigheid.
En toch kon hij op het oogenblik bezwaarlijk te- I
rug. Als hij zich vanavond of morgenochtend weer
op de redactie liet zien zonder iets te hebben be- j
reikt, zou de nutteloosheid van zijn reis eerst recht j
aan het licht treden. Nee, dan maar liever een paar
dagen er aan wagen. Gelukkig was het vandaag al
Vrijdag, zoodat hij tot Maandagmorgen waarschijn
lijk niet langer dan anderhalve dag gemist zou
worden. Er zat niets anders op dan in zijn lot te
berusten. Overigens was dat lot nog wel te dragen.
Zoolang je beroep slechts van je eischte, dat je
met een kop koffie en een goeie sigaar in een niet
ongezellig café met desgewenscht uitzicht op een
levendige promenade een krant ging zitten lezen,
was de wereld eigenlijk nog zoo slecht niet.
Zijn stemming, die na het overhaastte vertrek
van Sanders eenigszins gedaald was, kwam langza
merhand weer op het peil, dat bij een man van zijn
karakter normaal genoemd kon worden.
Reeds had hij zich verzoend met het vooruitzicht
misschien nog wel eenige uren op den inspecteur te
moeten wachten, toen een heer de zaal binnentrad,
die, na een onderzoekenden blik op de weinige gas
ten te hebben geworpen, regelrecht op zijn tafeltje
afstevende.
De reporter, die zich, meer om den tijd te ver
drijven dan uit oprechte belangstelling, weer ver
diept had in een artikel, die onder normale omstan
digheden zijn aandacht zeker niet zou hebben ver
mogen te trekken, bemerkte den man eerst, toen
deze hem genaderd was en nmiddellijk in het
Duitsch het woord tot hem richtte.
„Pardon, is u misschien meneer Wils uit Holland?
De journalist wierp den man een zoo verbaasden
blik toe, dat deze blijkbaar een oogenblik twijfelde
den gezochte voor zich te hebben. Wils bemerkte
dit en haastte zich daarom den vreemdeling te ver
zekeren, dat hij inderdaad de man was, voor wien
deze hem hield.
Het gelaat van den ander verhelderde.
„Aha," zei hij. „Dan heb ik toch goed gezien. Mijn
naam is Degenhardt, rechercheur bij de crimineele
politie. Ik mag me misschien ten overvloede wei
De omzet bedroeg in September 1931 f24.170.78
tegen f 42.718.44 in September 1930.
SINT MAARTEN.
Gevonden voorwerp: Een rijwielplaatje. Inlich
tingen bij den Gemeente Veldwachter.
EENIGENBURG.
Uitgaande van de Tuinbouwvereeniging „De
Noordwet" alhier was een vergadering uitgeschre
ven en wel op Zaterdag 3 October j.l. ten huize
van den heer K. Visser, ter bespreking „de nood der
tuinders". 35 Leden waren ter vergadering aan
wezig.
De voorzitter, de heer W. Meijles, opende met een
gepast woord deze vergadering er op wijzende dat
slechts 1 punt op het program prijkte en wel „De
Nood der Tuinders". Deze vergadering zegt voor
zitter is een uitvloeisel der te Warmenhuizen ge
houden vergadering der Centrale Veilingsvereeni-
ging, waar ook een bespreking der noodtoestand
heeft plaats gehad en alwaar door de aanwezigen
een program van actie is opgemaakt, vastgelegd in
8 punten dewelke heden alhier nader zullen worden
besproken. Ik stel dan ook voor, zegt voorzitter om
deze 8 punten aan de vergadering voor te lezen en
daarna in bespreking te brengen. Hierna leest de
secretaris de keurig gestelde notulen voor welke in
dank worden goedgekeurd en geteekend. Voorzitter
deelt mede dat Dinsdag de 3-jarige cursus aan
vangt en het aantal deelnemers voldoende bleek.
Hierna leezing der punten: Punt 1 luidt: „dat de
actie de meeste waarde zal hebben als zij van een
organisatie uitgaat.
2. Verzoek om rentelooze voorschotten voor hen
die dit noodig heeft.
3. Een kooluitvoerpremie.
4. Een toeslag, groot naar evenredigheid van het
tuinbouwbedrijf.
5 en 6. Afschaffing grondbelasting en die op de
ongebouwde eigendommen en meer gelijkheid in de
te betalen Hoogheemraadslasten.
7. Verlichting der sociale verzekeringen en ten
8. Actieve handelspolitiek.
De punten thans in bespreking gebracht werden
op enkele op- en aanmerkingen na, heel zakelijk en
kalm besproken.
Punt 2. Rentelooze voorschotten, bleek velen te
bezwaarlijk daar deze hulp hen niet uit de put zal
helpen en weer anderen meenden dat dit wel een
goed reddend middel zal zijn als de regeering maar
een ruim en royaal tijdperk voor terugbetaling stelt
b.v. 29 jaren.
revers van zijn colbert op, waardoor een metalen
plaatje zichtbaar werd, van een soorte zooals Wils
die vroege reeds van meer nabij bewonderd had.
„Ik heb opdracht van den commissaris in de derde
sectie u uit te noodigen mij naar het bureau te
volgen," vervolgde de drager van dit insigne, zonder
eenig antwoord af te wachten. „De zaak, waarover
uw collega ons heeft ingelicht, eischt namelijk, dat
onmiddellijk maatregelen worden getroffen. Uw
collega was van meening, dat u het op prijs zou
stellen bij een en ander tegenwoordig te zijn en
verzocht daarom den commissaris iemand naar u
toe te zenden."
Wils was opgestaan.
„Ik ben u zeer erkentelijk voor de moeite, dien u
zich getroost hebt om mij te waarschuwen," zei
hij, „temeer, omdat ik niet, zooals u blijkbaar ver
onderstelt, een collega van den heer Sanders ben,
maar hoogstens een medewerker, die louter uit
eigen belang politiediensten verricht. Ik ben n.l.
verbonden aan de redactie van het in Amsterdam
verschijnende dagblad „De Mercuur" en volg de
zaak, waarom het hier gaat, dus uitsluitend uit een
oogpunt van belangwekkende reportage."
De beminnelijke glimlach op het gelaat van den
rechercheur scheen plotseling te verstijven.
Aha, is u van de pers?" antwoordde hij en zijn
toon klonk aanmerkelijk koeler toen hij vervolgde:
Tja, dat is een kwestie, die de commissaris zal
moeten beoordeelen. Mijn opdracht luidt slechts
u te verzoeken mij naar het bureau te volgen. Ik
vermoed echter, dat uw vriend den commissaris
inmiddels reeds van uw antecedenten op de hoogte
zal hebben gesteld, al kan ik u dan wel in vertrou
wen meedeelen, dat het hier bij de politie niet
usance is bij het onderzoek van een zaak de hulp
in te roepen van verslaggevers."
De hautaine toon, waarop deze laatste woorden
gesproken waren, prikkelde Wils.
„Van hulp inroepen door de politie is geen
sprake", antwoordde hij, nu eveneens met de noo-
dige reserve. „Het spijt me, dat ik zoo openhartig
was u in te lichten over m'n verhouding tot in
specteur Sanders. Ik had daarmee kunnen wachten
tot ik tegenover den commissaris sta."
(Zie vervolg vierde pagina).