Hair n Koiidel SPORT EN WEDSTRIJDEN Reshfeaken In de vergadering van de Kamer van Koophandel de vorige week te Alkmaar gehouden werd door den voorzitter de volgende openingsrede uitgespro ken: (Mijne Hoeren, Alvorens aan te vangen met de behandeling- van de agenda, gevoel ik mij geroepen enkele woorden te wijden aan den huidigen economisdnen toestand. f Uit mijn nieuwjaarsrede hebt gij reeds kunnen vernemen hoe benard de tijdsomstandigheden wa ren, doch met 'net voortschrijden van den tijd kwam er geen licht in de duisternis, integendeel de wereldconstellatie verergerde zich dermate, dat het levende gesladnt de weerga er niet van kent. m de vorige ledenvergadering heeft één uwer reeds de aandacht gevestigd op de funeste gevolgen op onze markten van de moratorium maatregelen, waarmede de Diuitsche Rijksregee- ring een aanvang maakte. Het moge waar zijn, dat het D;uitsdne rijk hierdoor eenigszins gehol pen is, hetgeen wij allen loopen, doch een feit blijft het, dat deze daad onzen handel ernstig ontwrichtte. Nauwelijks is de handel tot bezinning gekomen of een andere bevriende natie, waarheen ons land in 1929 voor een waarde van ruim 400 millioen exporteerde, neemt een besluit, dat naa(r het schijnt, onzen export nog veel meer sdnade zal berokkenen. Het was Groot-Btrittannië, dat door den gouden standaard te verlaten een nog groo- tere verwarring in het internationale betalings verkeer 'teweeg bracht. Bij benadering is niet te overzien welke gevolgen de fluctuaties en dö val van het pd. sterling zullen hebben èn vele exporteurs, ook in ons district, hebben lijdelijk moeten aanzien, dat te hunnen koste den bui- tenlaiidschen kooper, die een overeenkomst in ponden sloot, een belangrijk koersverschil als cadeau, in den schoot werd geworpen. Ik be hoef u niet te zeggen, dat de zware offers, die onze exporteurs opnieuw moete "Sprengen, hun positie uitermate eritiek maakt. Ik maak ,u hierbij tevens attent op een bericht jn de dagbladen, dat een rijkscommissie is be noemd voor export-credietgarantie. Die vorige week dreigde de contigenteering van den invoer van diverse vee'teeltproducten in Frankrijk, waardoor de prijzen op de Alkmaar- schc kaasmarkt sterk beïnvloed schenen te zijn. Gelukkig vernam de Kamer, dat blijkens de laat ste mededeeling van het Ministerie van H. en Industrie van Frankrijk het decreet van Sept. waarin de invoer van bepaalde goederen werd ge regeld, tot nader advies opgeschort is, voor zoo ver dit betreft de invoer van melkproducten en kaas. Boter is hierbij niet genoemd- De la'nden, die ons omringen, treffen het een na het ander noodmaatregelen tot zelfbehoud en ons landje wordt geleidelijk de bufferstaat, die de steeds zwaarder wordende slagen te in- casseeren heef. Geen wonder, dat ook hier de werkloosheid van zorgwékkenden omvang is, de nijverheid een donkeren tijd doorleeft en de han del zich kenmerkt door een ongekende terug houdendheid. Ook de slechte tijd voor de zee- visscherij blijft aanhouden en een groot deel der booten is opgelegd. Het ergste is wel, dat er nergens feiten zijn te constateeren die met eenige zekerheid de ver wachting voor een opleving in de naaste toe komst rechtvaardigen. Het vertrouwen blijft al lerwegen geschokt, zoo zelfs, dat „de Zakenwe reld" do. 3 Oct. schreef, ,,de paniek sluipt rond als een onzichtbaar spooksel." A'ls nuchtere zakenmenschen zult gij, noch ik, dat. spooksel zctader meer in uw huis of zaak toelaten, doch veeleer met vasten wil blijven doorzetten om gedachtig aan .onze schoone Ne- derlandsche wapenspreuk: „Ik zal handhaven" voorbij gaan, doch plotseling zag Sanders uit het voorschijn komen, die zich, zondere eeen oogenblik te bedenken, op zijn achtervolger wierpen en dezen vóórdat hij van den eersten schrik was bekomen de handboeien hadden aangelegd. Sanders had den on verwachten overval zwijgend gadegeslagen. Toen alles achter den rug was en de gevangene, knarsetandend van woede en machte loosheid, onder veilige bewaking door een zijner aanvallers werd weggeleid, trad de andere op San ders toe, tikte even aan zijn slappe hoed en zei:: „Alles in orde, meneer. Het eerste bedrijf heeft, zooals u gezien hebt, een vlot verloop gehad. Het wachten is slechts op u". De inspecteur volgde nu den man, die niemand anders bleek te zijn dan een rechercheur van het hoofdbureau, wederom door eenige straatjes, tot deze plotseling zijn hand op Sanders' arm legde en hem fluisterend toevoegde: „Hier begint het tweede bedrijf. Onze mannen hebben zich in de onmiddel lijke omgeving van het huis opgesteld en zullen ons volgens, zoodra we naar binnen gaan. De hoofdin specteur, die er ook bij is, zal zich bij ons aansluiten Laat u alles maar aan hem over; 't is hem toever trouwd". Zwijgend liepen zij nu verder de straat in, die gunstig afstak bij de nauwe sloppen, die Sanders zooeven alleen had doorkruist. Er bevond zich hier tenminste een behoorlijk trottoir, terwijl de huizen een minder verwaarloosden indruk maakten dan de schier onbewoonbare krotten, welke hij alleen was gepasseerd. Men zag hier zelfs een enkele huur kazerne, welker bewoners zich ook minder door schelden en schreien kenbaar bleken te maken, doch ook deze gebouwen gingen zij voorbij tot zij aan een perceel kwamen, dat onmiddellijk opviel door de gunstige wijze, waarop het zich van de andere huizen in deze omgeving onderscheidde. De oud-Germaansche stijl, waarin het was opgetrok ken, bewees, dat het een der eerste eensgezins woningen was, welke hier voor jaren, toen dit stadsdeel nog niet tot de volkswijken van Düssel- dorf behoorde, waren gebouwd. Het had twee ramen aan de straat, welke niet verlicht waren en drie op elk der beide étager, waarvan evenmin eenig teeken van leven naar buiten doordrong. Op hetzelfde moment, dat Sanders en de recher cheur aanstalten maakten te onderzoeken of de deur gesloten was trad uit het duister van een aan grenzend poortje een gedaante te voorschijn, die zonder een woord te zeggen, een looper in het slot stak, waarna dit onmiddellijk met een zachte klik opensprong. te t rachten ook 'dezen ernstigen crisistijd moedig to het bittere einde uit te veda ten Eén voorbeeld voor de wereld werd in dit opzicht gegeven door onze Koninklijke Luchtvaar Maatschappij, die Inet aandurfde in deze benarde tijdsomstandigheden den vliegdienst op Indië met ingang van 29 Sept. 1-1. te verdubbelen. Moge dit voor velen een aansporing zijn om er vcoral het bijltje niet bij neer te leggen, dodn ook deze moeilijke periode berustend 'te aanvaar den in de overtuiging, idat, het zij na korteren of laingereu tijd, op deze herfst- en winterperiode van ons bedrijfsleven het voorjaar uiteindelijk zal moeten volgen. D. T. S. I—BEVERWIJK 0—2. Zondag speelde D. T. S. haar tweeden competitie wedstrijd tegen Beverwijk. Begunstigd door ideaal weer werd te 2.30 begonnen. Na elkaar een weinig te hebben verkend, neemt Beverwij k's voorhoede het spel in handen, prachtig gesteund door haar middenlinie, zoodat D's achterhoede het zwaar te verantwoorden krijgt. Voorloopig houdt zij echter flink stand en bezweren zij alle gevaar, totdat, wanneer een half uur gespeeld is, D's spil kort voor doel mist en de linksbinnen van Beverwijk hard inschiet 10. Langzamerhand komen de Deetjes wat meer los, doch tot scoren komt het voor de rust niet. Was voor de rust B. in de meerderheid, na de rust is dat anders en golft het spel snel op en neer en zijn beide doelen in gevaar, nochtans is de B. voorhoede het gevaarlijkst en komt dan ook spoe dig een doelpunt, als hun rechtsbuiten goed voor zet en de midvoor nog net rakelings de paal in schiet. Dit werd D. te machtig en geenszins ont moedigd vallen zij heftig aan en ontkomt het B.-doel een paar maal op fortuinlijke wijze aan door boring. Al met al was het een moeie wedstrijd, en indien D. T. S. zoo blijft spelyen, zullen zij zeker op een goede plaats van het ranglijstje belanden. Vooral haar achterhoede was in goede conditie en met haar keeper aan het hoofd verdedigen zij stug. Beverwijk is een sterke vierde klasser en vooral haar middenlinie werkte uitstekend. VRONE 2—D. T. S. 2. Onder ideale weersomstandigheden en een uit stekende leiding hebben de D-reserves hun eerste puntjes veroverd. Over het wedstrijdverloop het volgende: Precies op tijd laat scheidsrechter Hartogh begin nen. D. mag tegen zon en wind beginnen. Dit belet echter niet, dat zij reeds dadeijk in den aanval zijn. Voorloopig blijven echter doelpunten uit. Het blijkt dat Vrone 2 aanmerkelijk zwakker is dan vorig jaar. Hun spel is dan ook tamelijk primitief. Toch weten zij nog de leiding te nemen. De D. rechtshalf ziet n.l. kans zijn eigen doelman met een schitterend schot het nakijken te geven. Even later brengt de rechtsbinnen de partijen op gelijken voet Hierna rust met stand 11. Na de rust is D. sterker en maakt binnen korten tijd 3 doelpunten. Toen was het zeker welletjes, tenminste het spelpeil daalde tamelijk en de res- teerende tijd was de wedstrijd weinig interessant. Als bijzonderheid valt nog te vermelden, dat de scheidsrechter, die zonder jas leidde, nogal eens verwarring teweeg bracht, daar zijn kleeding hem als een D. speler kenmerkte. De wedstrijd werd zeer sportief en onder de pret tigste verstandhouding gespeeld. |DRAI5ltIAvAN\ftLKEtiBURG'S' Ie A ••iLÉVERTRAMI LEEUWARDEN VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. Strafzitting van Vrijdag 9 October. Niet anders dan een stok om den „ongt" te slaan! Deze zitting, zich kenmerkend door een verbluf fend gering aantal strafzaken, was aangewezen om voort te zetten het stroopers zaakje tegen den vis- scher, Jan Gr., uit Egmond aan Zee, die de vorige maal ten stelligste hand ontkend zich met wild strikken in de duinen te hebben bevinden, toen de jachtopzieners (de Egmonders qualificeeren een der- Nog steeds zwijgend trad het drietal in een don keren gang, waar de geheimzinnige gedaante, in wien Sanders de hoofdinspecteur vermoedde, even bleef staan. Een enkele blik overtuigde hen, dat zich in de op dezen gang uitkomende vertrekken geen enkel menschelijk wezen bevond. Geruischloos klommen zij daarom de donkere trap op, waarvan de uitgesleten treden bewezen, dat wellicht dui zenden voor hen reeds dezen tocht hadden onder nomen. Op het portaal hield de hoofdinspecteur opnieuw halt, Sanders en den rechercheur gelegenheid ge vend zich aan zijn zijde te scharen. Een flauw licht schijnsel, dat door een kier van de deur naar buiten viel, bewees, dat zich in de achterkamer menschen bevonden en toen Sanders een oogenblik scherp luisterde, drong ook het geroes van stemmen tot hem door. Hij stelde vast, dat deze stemmen onmo gelijk afkomstig konden zijn van lieden, die zich onmiddellijk achter de deur in het vertrek bevon den en ook de hoofdinspecteur scheen er zoo over te denken want na een korte aarzeling haalde deze een revolver te voorschijn welk voorbeeld oogen- blikkelijk door de beide anderen werd nagevolgd en draaide voorzichtig de knop van de deur om. Over den schouder van den hoofdinspecteur heen keek Sanders in een eenvoudig gemeubileerd ver trek, waarin het licht doordrong van een aangren zende kamer. Zochte voetstappen op de trap be wezen, dat de mannen, waarvan de rechercheur gesproken had, hen volgden en dit scheen voor den hoofdinspecteur het sein te zijn zich door de nauwe opening naar binnen te begeven. Sanders en de rechercheur volgden hem op den voet. Zorgvuldig langs den muur loopend, zóó, dat men hen vanuit het andere vertrek niet kon zien, vervolgden de drie mannen hun weg door de kamer. Het volgende oogenblik klonk een kort „Handen omhoog" en werden drie revolvers op een zestal mannen gericht, die, rond een mahoniehouten tafel gezeten, zoozeer in hun kaartspel verdiept waren, dat het eenigen tijd duurde alvorens aan dit bevel gevolg werd gegeven. Eerst na een tweede dreige ment gingen de armen automatisch omhoog, maar nauwelijks waren de overrompelden van de eerste schrik bekomen of een van hen draaide zich plot seling om en trachtte door een deur, welke zich onmiddellijk achter hem bevond, een goed heen komen te zoeken. Het bleef echter bij een poging, want nog had hij de deur niet geheel geopend, of er klonk een schot en met een vloek liet de man zich op den grond vallen. „Het schijnt, dat jullie me niet allemaal verstaan gelijke ambtenaar amicaal als „neêfie") Koelewijn en de Winter hem aanhielden. Bedoelde strikken 15 in getal, werden niet in zijn bezit gevonden, doch Koelijwijn zag dat Jan Gr. op zijn vlucht iets wegwierp en vond later op die plaats genoemde wildstrikken, wat hem verdacht toevallig toescheen. Ook thans bleef de visscher bij zijn ontkentenis. Hij had zich wel in de duinen opgehouden en verboden terrein betreden, doch hij was op weg naar zijn aardappelveld en wildstrikken had hij niet bij zich gehad. Het was niks anders dan een stok om den „ongt" Ije slaan, meende verdachte en mocht alstoen ontwaren, dat die stok tamelijk gevoelig neerkwam figuurlijk gesproken, door de 15 gulden boete of 15 dagen, waaartoe hij werd veroordeeld. Aan het verkeerde kantoor terecht gekomen! Een Amsterdamsch jurist als verdachte, principieele beslissing gewenscht. In den avond van Zondag 26 Juli omtrent kwart voor achten reed Mr. R. H. Dijkstra, 'n 29-jarig advocaat en procureur uit Amsterdam, die in zijn auto een kennis naar het Station te Alkmaar had gebracht terug in de richting Bergen en over den spoorbaan bij de beruchte overweg nabij de Wog- numsche Buurt en Fabrieksweg. De spoorboomen stonden nog onbeweeglijk in de hoogte, toen mr. Dijkstra, vlak achter een paar wielrijders doorreed, toen echter plots als een bliksemstraal uit helderen hemel de boom nederdaalde precies op het regen kapje dat zich boven de voorruit van zijn wagen bevond en daardoor werd beschadigd. De jurist, ten zeerste ontstemd over deze roekelooze wijze van handelen van den spoorbeambte, met de bediening van die boomen belast, noteerde de namen van een tweetal getuigen waaronder zekere Meer J. Metse laar te Alkmaar, maakte den seinhuiswachter deel genoot van zijn bezwaren, waarop deze gemoedelijk antwoordde: O, meneer, dat gebeurt zoo dikwijls! demaar de verbolgen advocaat nam daar geen ge noegen mede en drong er op aan, dat tegen hem procesverbaal zou worden opgemaakt, ten einde een principieele beslissing uit te lokken, wat dan ook na veel gehaspel, want het opmaken van een be hoorlijk procesverbaal is ieders werk nog niet, dan ook geschiedde. Mr. Dijkstra stond heden terecht, doch het bleek noodig deze zaak beter voor te be reiden en uit te stellen tot nader te bepalen datum. Ongenoode en ongewenschte gasten in het kropsla veld. De tuinder van Petten te Schermerhorn moest op Vrijdag 14 Augustus, juist niet bepaald tot zijn on verdeelde vreugde, ontwaren, dat ongenoode en ver van bescheiden liefhebbers van versche kropsla 'n visite op zijn akker hadden gebracht en wel 'n paar honderd planten opgefuifd hadden. Eenige van deze booswichten werden echter nog ontdekt en het bleken te zijn een drietal dikgeschranste eenden, volgens de merken het eigendom van den arbeider Freek O., aldaa^ Deze heer was echter zoo vrij alle intieme relaties met deze snateraars te verlooche nen. Slechts van één eend gaf hij de mogelijkheid toe dat dit gedierte hem in eigendom toebehoorde, om echter later ook die toeschietelijkheid terug te trekken, toen de heer van Petten f30 schadever goeding verlangde. De eendenhouder, tegen wien procesverbaal werd opgemaakt stond dan heden terecht en week geen duimbreed af van de door hem aangenomen af wijzende houding. Hij verloochende hardnekkig elk eigenaarschap en gaf geheel consequent, toen hij tot f 10 boete of 10 dagen en f 10 schadevergoeding was veroordeeld, te kennen, van dit vonnis in hooger beroep (c. q. in cassatie) te zullen gaan. Nu de grieffie zal hem afwachten en zorgen dat de koffie klaar staat. Sansationeel avond avontuur van twee Rinne- gommer dames. Met zusterlijke aanhankelijkheid arm in arm ge haakt tippelden in den avond van Maandag 27 Juli de gezusters Ory, beiden wegens schaarschte van de namen in den almanak Catharine geheeten, langs den Heerenweg onder Rinnegom, ten einde zien naar Egmond Binnen te begeven, toen eensklaps de gezellige wandeling zeer onaangenaam werd on derbroken en Catharina de meerdere 'n onzachte duw kreeg van het spatbord van een vrachtauto, waarmede de bestuurder blijkbaar onvoldoende uit week. Het meisje smakte tegen te vlakte, terwijl ook haar zuster een schok ontving, die haar in de weg sloot deed belanden. De verwekker van dit onheil, de chauffeur Christiaan C., te Haarlem getooid met een populaire naam, die menig minnaar van een straffe maagbitter het water in den mond zou bren gen, stond heden naar aanleiding van die aan rijding terecht en gaf de schuld aan zijn vierjarigen- Ford, die shimmy neigingen had vertoond, toen hij met een der wielen in een karrespoor wes geraakt. Maar een ford, hoe schandelijk verdorven ook, is strafrechterlijk niet verantwoordelijk. Dit is de bestuurder en hij betaalde dan ook den tol der ge rechtigheid in den vorm van f 12 boete of 12 dagen. Bovendien werd hem de verplichting opgelegd aan mej. Catharina II f8 schade te vergoeden wegens beschadigde zomermantel en bruinzijde sjanskousen. hebben", zei de hoofdinspecteur, die het schot ge lost had, laconiek. „Als ik bevel geef de handen omhoog te steken, beteekent dat niet dat je een poging moet doen om te ontvluchten. Dat onvoor zichtige heerschap is zeker nog een nieuweling". „Wat mer nit kann andere mot mer lote schlendere", antwoordde een der mannen in plat Düsseldorfsch dialect, met een grijns. „Zoo mag ik 't liever hooren", meende de hoofd inspecteur, die zich, terwijl de inmiddels binnenge komen rechercheurs te gevangenen de handboeien aanlegden, van den toestand van den gewonde op de hoogte stelde. De man bleek een schot door het dijbeen te hebben gekregen en kreunde van pijn. Geen zijner kameraden scheen zich echter om hem te bekommeren; allen hadden genoeg met zichzelf te doen, al trachtten zij dan ook door een onver schillige houding den indruk te wekken, dat hun deze overval volkomen koud liet. „En waaraan hebben we de eer van dit bezoek te danken?", informeerde de man, die zooeven van zijn berusting blijk had gegeven, maar nu toch wel iets meer scheen te willen weten. „Ik neem het jullie niet kwalijk, dat je zoo met de deur in huis komt vallen", liet hij er, niet zonder galgenhumor, op volgen", maar 't was me wel zoo lief geweest, als je nog een paar minuten gewacht had. Ik heb name lijk, voor het eerst sinds weken, vier azen in m'n handen. Kijk maar!" De man hief z'n geboeide armen omhoog en in derdaad bleek hij de kaarten, waarbij vier azen, nog steeds in zijn handen te houden. 't Is eigenlijk niet meer dan billijk, dat we dit spelletje nog even uitspelen", liet hij er op volgen, toen van de zijde der aanwezige politiemacht slechts een glimlach als antwoord kwam. „Het spijt me, dat we zoo'n ongelegen moment hebben uitgekozen", zei de hoofdinspecteur ein delijk, zich uitsluitend tot den woordvoerder van het zestal wendend". En wat je eerste vraag betreft, ik zou daarop kunnen antwoorden d&t we twee Hollanders zoeken, die in dit huis gevangen wor den gehouden, maar ik ben bang, dat je ons daar over toch niet zult kunnen inlichten". De man haalde de schouders op. „Hollanders? Hier in onze villa Mij niets van bekend!" „Ja, dat vreesde ik al", bekende de politieman op denzelfden effen toon als de ander. Maaar deze gaf zich nog niet gewonnen. „Introducties zijn in onze sociëteit niet toege staan, weet u. We hebben al genoeg met ons zelf te doen. En dan nog wel Hollanders.Nee, zoo- Droevige gevolgen van een particulieren wegwed strijd tusschen de Kampioenen Castricum en Paramarobo. In geweldige vaart reed te Castricum op 16 Augustus Sinor René S., 'n rasechte inboorling van Paramaribo en stoomcaroussel bediende van Janvier op zijn rijwiel door de Burgemeester Mooystrata! Een athleet van Castricum, eveneens op het stalen ros gezeten, werd door die snelheid onverstaanbaar aangetrokken en voelde een brandenden lust op- bruischen om zijn krachten eens met dien sausjes neger te meten. De kampioen van Paramaribo ont ging dit voornemen niet en ook hij spande zijn beste krachten in om zijn concurrent voor te blij ven, doch verloor daardoor zoodanig de regels van het verkeer uit het oog, dat hij links van den weg kwam te rijden en alstoen een juffrouw uit Wor- merveer, op wier rijwiel haar telg ook had plaats genomen aanreed met het gevolg dat zoowel de kampioen van Paramaribo, als de dame uit Wor- merveer, kind en een nevens haar rijdende schoon zuster op de klinkers van de Burgemeester Mooy- straat tamelijk onzacht terecht kwamen. De don kere lijftrawant van Janvier was in een minimum van tijd weer op de been om 't onverwijld te smee- ren, voordat hij in verdrukking mocht komen, doch de bejaarde, maar nog krachtige landbouwer Jan Res pakte hem in zijn kraag en hield hem stevig vast, tot de man van de gevallen dame was gear riveerd om de zaak over te nemen. De kermis reiziger stond heden terucht, doch verzuimde de zitting met zijn interessante persoonlijkheid op te luisteren. Dit gemis was echter geen bezwaar tegen de behandeling der zaak en werd de onbehouwen wielrenner bedacht niet met een lauwerkrans, doch met f 10 boete of 10 dagen en betaling der door de juffrouw P. geleden schade tot een bedrag van f 17.25. Opgedrongen water dat zij niet believen, tegen betaling in geld, dat ze niet hebben. Een drietal achtergebleven waterleidinglijders uit Castricum maakten hun opwachting achtereenvol gens voor den kantonrechter als de nummers A 16, 22 en 23 van de strafrol, niet zichtbaar op de hoofd deksels van de verdachten, zooals vroeger in den goeden ouden lotingstij d, doch alleen bekend aan ingewijden in de geheimen der justitie. In de eerste plaats was het de heer Franciscus Sch., 'n 64-jarig veehouder, die geen genoegen had genomen met de plaats waarop het provinciaal be drijf hem had willen aansluiten, aangezien hij dit water, als hij 't toch met alle geweld moest accep teeren, noodig had aan den Noordkant en niet aan den Zuid van zijn boerenwoning. Hem werd thans geadviseerd dat er niets tegen was indien hij die aansluiting voor eigen rekening liet verleggen, ter wijl hij tevens in de gelegenheid werd gesteld f3 boete af te dokken of naar genoegen zich aan te melden voor drie dagen rijkspensioen, teneinde de kwaliteit der bruine boonen, oogst 1931, eens te probeeren. De twee overige comparanten, de H. H. Joh. O., 'n 61-jarig tuinder en J. v. d. E. z'n 54-jarige col lega in de narigheid, verklaarden niet vijandig te staan tegenover de hen opgedrongen gunsten, maar door den droevigen toestand van hun bedrijf, finan cieel onmachtig te zijn, de onkosten te dragen. Het was dan ook wel heel treurig en de kantonrechter weende smartvol mee, maar kon al niet veel meer doen dan het vonnis zooveel mogelijk te verzachten en ieder slechts f 1.50 boete of 1 dag op te leggen. 'n Afgesloten weg bereden, den burgervader getrot seerd en brutaal geweest op het gemeentehuis! Het was waarlijk niet wenig wat den 24 jarigen heer A. v. L., melkrijder te Graft alzoo in de schoe nen werd geschoven toen hij Vrijdag terecht stond, feitelijk alléén ter zake het berijden van een afge sloten rijweg met zijn vrachtauto, zonder zich aan het daartoe kenbaargemaakte verbod te storen, doch zijn geheele houding vóór en na de overtreding tegen het openbaar gezag maakte zijn zaak niet beter. Wel deed echter de verdachte zijn best, een gaat te zoeken voor de spijker die de Kantonrech ter gereed hield en beweerde hij, aangezien zijn woning zich aan den afgesloten rijweg bevond er geen andere kans bestond om thuis te komen, dan het verbod te negeeren en door te racen. Eenige afsluiting was daardoor niiet verbroken, want hij kon gemakkelijk langs het geplaatste hek rijden. De ambtenaar voelde neiging den ongezeggelijken Graftenaar te veroordeelen tot f8.00 boete of 8 da gen, doch de heer Kantonrechter, die weet dat in den tegenwoordigen schralen tijd zelfs de melkrijders in Graft het geld niet op den rug groeit stelde zich te vreden met te straffen met f 6 boete of 6 dagen. ver reiken onze relaties niet De hoofdinspecteur vond, dat het onderhoud nu lang genoeg geduurd had. „Breng de heeren maag weg", beval hij de aan wezige rechercheurs, die glimlachend hadden toe gehoord. „Meneer Sanders en ik zullen intusschen eens zien, of we zijn landgenooten kunnen ontdek ken." Het gezelschap vertrok naar de in een zijstraat gereedstaande politieauto's, terwijl de beide inspec teurs hun onderzoek op dezelfde étage begonnen. Hier bleken zich nog een drietal komers te bevin den, welke echter alle gesloten waren, zoodat de looper van den hoofdinspecteur er weer bij te pas moest komen. Een der vertrekken bleek ingericht als slaapkamer voor vier personen. Langs de muren stonden althans vier ouderwetsche ledikanten met groote dekbedden, doch nergens was een levend wezen te vinden. Op het portaal van de tweede étage bevonden zich eveneens vier deuren. Er heerschte hier een Egyptische duisternis, daar het raam, dat op de straat uitzag, met een luik was geblindeerd. Een electrische zaklantaarn wierp echter al spoedig een sterke lichtbundel op het slot van de eerste der vier deuren en juist wilde de hoofdinspecteur zijn looper hierin steken, toen van uit de tegenover liggende kamer een licht gerucht tot hem doordrong. „Ik geloof, dat we daar moeten zijn", zei Sanders, die zich bij het vernemen van het geluid onmid dellijk had omgedraaid. De hoofdinspecteur scheen er ook zoo over te denken en een minuut later speelde het licht van de zaklantaarn langs de mu ren van een ongemeubileerd vertrek tot het bleef rusten op den verst verwijderden hoek, waarin twee gedaantes op een matras lagen uitgestrekt. Twee paar oogen, die niets vermochten te onderscheiden, knipperden in het felle licht van de laantaarn. „Hallo Miel", zei Sanders, die in een der beide mannen onmiddellijk den reporter herkende en nu snel op dezen toetrad. „Goeden avond, meneer Evertsen; 't was me een lief ding waard geweest, onder gunstiger omstandigheden met u kennis te kunnen maken. Hoe is 't? Allebei nog gezond?" „Als je me hier die touwtjes nu eens los maakt, zal ik me zeker heele wat behaaglijker voelen", ant woordde Wils met een pijnlijk verwrongen gezicht. De hoofdinspecteur was nu ook naderbij gekomen en een oogenblik later waren beiden van de touwen, die hen om beenen en armen waren gebonden, bevrijd. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1931 | | pagina 6