Hair n Koiidel
SPORT EN WEDSTRIJDEN
Reshfeaken
In de vergadering van de Kamer van Koophandel
de vorige week te Alkmaar gehouden werd door
den voorzitter de volgende openingsrede uitgespro
ken:
(Mijne Hoeren,
Alvorens aan te vangen met de behandeling-
van de agenda, gevoel ik mij geroepen enkele
woorden te wijden aan den huidigen economisdnen
toestand. f
Uit mijn nieuwjaarsrede hebt gij reeds kunnen
vernemen hoe benard de tijdsomstandigheden wa
ren, doch met 'net voortschrijden van den tijd
kwam er geen licht in de duisternis, integendeel
de wereldconstellatie verergerde zich dermate,
dat het levende gesladnt de weerga er niet van
kent. m de vorige ledenvergadering heeft één
uwer reeds de aandacht gevestigd op de funeste
gevolgen op onze markten van de moratorium
maatregelen, waarmede de Diuitsche Rijksregee-
ring een aanvang maakte. Het moge waar zijn,
dat het D;uitsdne rijk hierdoor eenigszins gehol
pen is, hetgeen wij allen loopen, doch een feit
blijft het, dat deze daad onzen handel ernstig
ontwrichtte.
Nauwelijks is de handel tot bezinning gekomen
of een andere bevriende natie, waarheen ons land
in 1929 voor een waarde van ruim 400 millioen
exporteerde, neemt een besluit, dat naa(r het
schijnt, onzen export nog veel meer sdnade zal
berokkenen. Het was Groot-Btrittannië, dat door
den gouden standaard te verlaten een nog groo-
tere verwarring in het internationale betalings
verkeer 'teweeg bracht. Bij benadering is niet
te overzien welke gevolgen de fluctuaties en
dö val van het pd. sterling zullen hebben èn vele
exporteurs, ook in ons district, hebben lijdelijk
moeten aanzien, dat te hunnen koste den bui-
tenlaiidschen kooper, die een overeenkomst in
ponden sloot, een belangrijk koersverschil als
cadeau, in den schoot werd geworpen. Ik be
hoef u niet te zeggen, dat de zware offers, die
onze exporteurs opnieuw moete "Sprengen, hun
positie uitermate eritiek maakt.
Ik maak ,u hierbij tevens attent op een bericht
jn de dagbladen, dat een rijkscommissie is be
noemd voor export-credietgarantie.
Die vorige week dreigde de contigenteering van
den invoer van diverse vee'teeltproducten in
Frankrijk, waardoor de prijzen op de Alkmaar-
schc kaasmarkt sterk beïnvloed schenen te zijn.
Gelukkig vernam de Kamer, dat blijkens de laat
ste mededeeling van het Ministerie van H. en
Industrie van Frankrijk het decreet van Sept.
waarin de invoer van bepaalde goederen werd ge
regeld, tot nader advies opgeschort is, voor zoo
ver dit betreft de invoer van melkproducten en
kaas. Boter is hierbij niet genoemd-
De la'nden, die ons omringen, treffen het een
na het ander noodmaatregelen tot zelfbehoud
en ons landje wordt geleidelijk de bufferstaat,
die de steeds zwaarder wordende slagen te in-
casseeren heef. Geen wonder, dat ook hier de
werkloosheid van zorgwékkenden omvang is, de
nijverheid een donkeren tijd doorleeft en de han
del zich kenmerkt door een ongekende terug
houdendheid. Ook de slechte tijd voor de zee-
visscherij blijft aanhouden en een groot deel der
booten is opgelegd.
Het ergste is wel, dat er nergens feiten zijn
te constateeren die met eenige zekerheid de ver
wachting voor een opleving in de naaste toe
komst rechtvaardigen. Het vertrouwen blijft al
lerwegen geschokt, zoo zelfs, dat „de Zakenwe
reld" do. 3 Oct. schreef, ,,de paniek sluipt rond
als een onzichtbaar spooksel."
A'ls nuchtere zakenmenschen zult gij, noch ik,
dat. spooksel zctader meer in uw huis of zaak
toelaten, doch veeleer met vasten wil blijven
doorzetten om gedachtig aan .onze schoone Ne-
derlandsche wapenspreuk: „Ik zal handhaven"
voorbij gaan, doch plotseling zag Sanders uit het
voorschijn komen, die zich, zondere eeen oogenblik
te bedenken, op zijn achtervolger wierpen en dezen
vóórdat hij van den eersten schrik was bekomen
de handboeien hadden aangelegd.
Sanders had den on verwachten overval zwijgend
gadegeslagen. Toen alles achter den rug was en de
gevangene, knarsetandend van woede en machte
loosheid, onder veilige bewaking door een zijner
aanvallers werd weggeleid, trad de andere op San
ders toe, tikte even aan zijn slappe hoed en zei::
„Alles in orde, meneer. Het eerste bedrijf heeft,
zooals u gezien hebt, een vlot verloop gehad. Het
wachten is slechts op u".
De inspecteur volgde nu den man, die niemand
anders bleek te zijn dan een rechercheur van het
hoofdbureau, wederom door eenige straatjes, tot
deze plotseling zijn hand op Sanders' arm legde en
hem fluisterend toevoegde: „Hier begint het tweede
bedrijf. Onze mannen hebben zich in de onmiddel
lijke omgeving van het huis opgesteld en zullen ons
volgens, zoodra we naar binnen gaan. De hoofdin
specteur, die er ook bij is, zal zich bij ons aansluiten
Laat u alles maar aan hem over; 't is hem toever
trouwd".
Zwijgend liepen zij nu verder de straat in, die
gunstig afstak bij de nauwe sloppen, die Sanders
zooeven alleen had doorkruist. Er bevond zich hier
tenminste een behoorlijk trottoir, terwijl de huizen
een minder verwaarloosden indruk maakten dan
de schier onbewoonbare krotten, welke hij alleen
was gepasseerd. Men zag hier zelfs een enkele huur
kazerne, welker bewoners zich ook minder door
schelden en schreien kenbaar bleken te maken,
doch ook deze gebouwen gingen zij voorbij tot zij
aan een perceel kwamen, dat onmiddellijk opviel
door de gunstige wijze, waarop het zich van de
andere huizen in deze omgeving onderscheidde. De
oud-Germaansche stijl, waarin het was opgetrok
ken, bewees, dat het een der eerste eensgezins
woningen was, welke hier voor jaren, toen dit
stadsdeel nog niet tot de volkswijken van Düssel-
dorf behoorde, waren gebouwd. Het had twee ramen
aan de straat, welke niet verlicht waren en drie
op elk der beide étager, waarvan evenmin eenig
teeken van leven naar buiten doordrong.
Op hetzelfde moment, dat Sanders en de recher
cheur aanstalten maakten te onderzoeken of de
deur gesloten was trad uit het duister van een aan
grenzend poortje een gedaante te voorschijn, die
zonder een woord te zeggen, een looper in het slot
stak, waarna dit onmiddellijk met een zachte klik
opensprong.
te t rachten ook 'dezen ernstigen crisistijd moedig
to het bittere einde uit te veda ten
Eén voorbeeld voor de wereld werd in dit
opzicht gegeven door onze Koninklijke Luchtvaar
Maatschappij, die Inet aandurfde in deze benarde
tijdsomstandigheden den vliegdienst op Indië met
ingang van 29 Sept. 1-1. te verdubbelen.
Moge dit voor velen een aansporing zijn om
er vcoral het bijltje niet bij neer te leggen, dodn
ook deze moeilijke periode berustend 'te aanvaar
den in de overtuiging, idat, het zij na korteren
of laingereu tijd, op deze herfst- en winterperiode
van ons bedrijfsleven het voorjaar uiteindelijk
zal moeten volgen.
D. T. S. I—BEVERWIJK 0—2.
Zondag speelde D. T. S. haar tweeden competitie
wedstrijd tegen Beverwijk. Begunstigd door ideaal
weer werd te 2.30 begonnen. Na elkaar een weinig
te hebben verkend, neemt Beverwij k's voorhoede
het spel in handen, prachtig gesteund door haar
middenlinie, zoodat D's achterhoede het zwaar te
verantwoorden krijgt. Voorloopig houdt zij echter
flink stand en bezweren zij alle gevaar, totdat,
wanneer een half uur gespeeld is, D's spil kort
voor doel mist en de linksbinnen van Beverwijk
hard inschiet 10. Langzamerhand komen de
Deetjes wat meer los, doch tot scoren komt het
voor de rust niet.
Was voor de rust B. in de meerderheid, na de
rust is dat anders en golft het spel snel op en neer
en zijn beide doelen in gevaar, nochtans is de B.
voorhoede het gevaarlijkst en komt dan ook spoe
dig een doelpunt, als hun rechtsbuiten goed voor
zet en de midvoor nog net rakelings de paal in
schiet. Dit werd D. te machtig en geenszins ont
moedigd vallen zij heftig aan en ontkomt het
B.-doel een paar maal op fortuinlijke wijze aan door
boring. Al met al was het een moeie wedstrijd, en
indien D. T. S. zoo blijft spelyen, zullen zij zeker op
een goede plaats van het ranglijstje belanden.
Vooral haar achterhoede was in goede conditie en
met haar keeper aan het hoofd verdedigen zij stug.
Beverwijk is een sterke vierde klasser en vooral
haar middenlinie werkte uitstekend.
VRONE 2—D. T. S. 2.
Onder ideale weersomstandigheden en een uit
stekende leiding hebben de D-reserves hun eerste
puntjes veroverd.
Over het wedstrijdverloop het volgende:
Precies op tijd laat scheidsrechter Hartogh begin
nen. D. mag tegen zon en wind beginnen. Dit belet
echter niet, dat zij reeds dadeijk in den aanval
zijn. Voorloopig blijven echter doelpunten uit. Het
blijkt dat Vrone 2 aanmerkelijk zwakker is dan
vorig jaar. Hun spel is dan ook tamelijk primitief.
Toch weten zij nog de leiding te nemen. De D.
rechtshalf ziet n.l. kans zijn eigen doelman met een
schitterend schot het nakijken te geven. Even later
brengt de rechtsbinnen de partijen op gelijken voet
Hierna rust met stand 11.
Na de rust is D. sterker en maakt binnen korten
tijd 3 doelpunten. Toen was het zeker welletjes,
tenminste het spelpeil daalde tamelijk en de res-
teerende tijd was de wedstrijd weinig interessant.
Als bijzonderheid valt nog te vermelden, dat de
scheidsrechter, die zonder jas leidde, nogal eens
verwarring teweeg bracht, daar zijn kleeding hem
als een D. speler kenmerkte.
De wedstrijd werd zeer sportief en onder de pret
tigste verstandhouding gespeeld.
|DRAI5ltIAvAN\ftLKEtiBURG'S'
Ie A ••iLÉVERTRAMI
LEEUWARDEN
VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR.
Strafzitting van Vrijdag 9 October.
Niet anders dan een stok om den „ongt" te slaan!
Deze zitting, zich kenmerkend door een verbluf
fend gering aantal strafzaken, was aangewezen om
voort te zetten het stroopers zaakje tegen den vis-
scher, Jan Gr., uit Egmond aan Zee, die de vorige
maal ten stelligste hand ontkend zich met wild
strikken in de duinen te hebben bevinden, toen de
jachtopzieners (de Egmonders qualificeeren een der-
Nog steeds zwijgend trad het drietal in een don
keren gang, waar de geheimzinnige gedaante, in
wien Sanders de hoofdinspecteur vermoedde, even
bleef staan. Een enkele blik overtuigde hen, dat
zich in de op dezen gang uitkomende vertrekken
geen enkel menschelijk wezen bevond. Geruischloos
klommen zij daarom de donkere trap op, waarvan
de uitgesleten treden bewezen, dat wellicht dui
zenden voor hen reeds dezen tocht hadden onder
nomen.
Op het portaal hield de hoofdinspecteur opnieuw
halt, Sanders en den rechercheur gelegenheid ge
vend zich aan zijn zijde te scharen. Een flauw licht
schijnsel, dat door een kier van de deur naar buiten
viel, bewees, dat zich in de achterkamer menschen
bevonden en toen Sanders een oogenblik scherp
luisterde, drong ook het geroes van stemmen tot
hem door. Hij stelde vast, dat deze stemmen onmo
gelijk afkomstig konden zijn van lieden, die zich
onmiddellijk achter de deur in het vertrek bevon
den en ook de hoofdinspecteur scheen er zoo over
te denken want na een korte aarzeling haalde deze
een revolver te voorschijn welk voorbeeld oogen-
blikkelijk door de beide anderen werd nagevolgd
en draaide voorzichtig de knop van de deur om.
Over den schouder van den hoofdinspecteur heen
keek Sanders in een eenvoudig gemeubileerd ver
trek, waarin het licht doordrong van een aangren
zende kamer. Zochte voetstappen op de trap be
wezen, dat de mannen, waarvan de rechercheur
gesproken had, hen volgden en dit scheen voor den
hoofdinspecteur het sein te zijn zich door de nauwe
opening naar binnen te begeven. Sanders en de
rechercheur volgden hem op den voet. Zorgvuldig
langs den muur loopend, zóó, dat men hen vanuit
het andere vertrek niet kon zien, vervolgden de drie
mannen hun weg door de kamer.
Het volgende oogenblik klonk een kort „Handen
omhoog" en werden drie revolvers op een zestal
mannen gericht, die, rond een mahoniehouten tafel
gezeten, zoozeer in hun kaartspel verdiept waren,
dat het eenigen tijd duurde alvorens aan dit bevel
gevolg werd gegeven. Eerst na een tweede dreige
ment gingen de armen automatisch omhoog, maar
nauwelijks waren de overrompelden van de eerste
schrik bekomen of een van hen draaide zich plot
seling om en trachtte door een deur, welke zich
onmiddellijk achter hem bevond, een goed heen
komen te zoeken. Het bleef echter bij een poging,
want nog had hij de deur niet geheel geopend, of
er klonk een schot en met een vloek liet de man
zich op den grond vallen.
„Het schijnt, dat jullie me niet allemaal verstaan
gelijke ambtenaar amicaal als „neêfie") Koelewijn
en de Winter hem aanhielden. Bedoelde strikken
15 in getal, werden niet in zijn bezit gevonden,
doch Koelijwijn zag dat Jan Gr. op zijn vlucht iets
wegwierp en vond later op die plaats genoemde
wildstrikken, wat hem verdacht toevallig toescheen.
Ook thans bleef de visscher bij zijn ontkentenis. Hij
had zich wel in de duinen opgehouden en verboden
terrein betreden, doch hij was op weg naar zijn
aardappelveld en wildstrikken had hij niet bij zich
gehad. Het was niks anders dan een stok om den
„ongt" Ije slaan, meende verdachte en mocht alstoen
ontwaren, dat die stok tamelijk gevoelig neerkwam
figuurlijk gesproken, door de 15 gulden boete of 15
dagen, waaartoe hij werd veroordeeld.
Aan het verkeerde kantoor terecht gekomen!
Een Amsterdamsch jurist als verdachte,
principieele beslissing gewenscht.
In den avond van Zondag 26 Juli omtrent kwart
voor achten reed Mr. R. H. Dijkstra, 'n 29-jarig
advocaat en procureur uit Amsterdam, die in zijn
auto een kennis naar het Station te Alkmaar had
gebracht terug in de richting Bergen en over den
spoorbaan bij de beruchte overweg nabij de Wog-
numsche Buurt en Fabrieksweg. De spoorboomen
stonden nog onbeweeglijk in de hoogte, toen mr.
Dijkstra, vlak achter een paar wielrijders doorreed,
toen echter plots als een bliksemstraal uit helderen
hemel de boom nederdaalde precies op het regen
kapje dat zich boven de voorruit van zijn wagen
bevond en daardoor werd beschadigd. De jurist,
ten zeerste ontstemd over deze roekelooze wijze van
handelen van den spoorbeambte, met de bediening
van die boomen belast, noteerde de namen van een
tweetal getuigen waaronder zekere Meer J. Metse
laar te Alkmaar, maakte den seinhuiswachter deel
genoot van zijn bezwaren, waarop deze gemoedelijk
antwoordde: O, meneer, dat gebeurt zoo dikwijls!
demaar de verbolgen advocaat nam daar geen ge
noegen mede en drong er op aan, dat tegen hem
procesverbaal zou worden opgemaakt, ten einde een
principieele beslissing uit te lokken, wat dan ook
na veel gehaspel, want het opmaken van een be
hoorlijk procesverbaal is ieders werk nog niet, dan
ook geschiedde. Mr. Dijkstra stond heden terecht,
doch het bleek noodig deze zaak beter voor te be
reiden en uit te stellen tot nader te bepalen datum.
Ongenoode en ongewenschte gasten in het
kropsla veld.
De tuinder van Petten te Schermerhorn moest op
Vrijdag 14 Augustus, juist niet bepaald tot zijn on
verdeelde vreugde, ontwaren, dat ongenoode en ver
van bescheiden liefhebbers van versche kropsla 'n
visite op zijn akker hadden gebracht en wel 'n
paar honderd planten opgefuifd hadden. Eenige van
deze booswichten werden echter nog ontdekt en het
bleken te zijn een drietal dikgeschranste eenden,
volgens de merken het eigendom van den arbeider
Freek O., aldaa^ Deze heer was echter zoo vrij alle
intieme relaties met deze snateraars te verlooche
nen. Slechts van één eend gaf hij de mogelijkheid
toe dat dit gedierte hem in eigendom toebehoorde,
om echter later ook die toeschietelijkheid terug te
trekken, toen de heer van Petten f30 schadever
goeding verlangde.
De eendenhouder, tegen wien procesverbaal werd
opgemaakt stond dan heden terecht en week geen
duimbreed af van de door hem aangenomen af
wijzende houding.
Hij verloochende hardnekkig elk eigenaarschap
en gaf geheel consequent, toen hij tot f 10 boete of
10 dagen en f 10 schadevergoeding was veroordeeld,
te kennen, van dit vonnis in hooger beroep (c. q. in
cassatie) te zullen gaan. Nu de grieffie zal hem
afwachten en zorgen dat de koffie klaar staat.
Sansationeel avond avontuur van twee Rinne-
gommer dames.
Met zusterlijke aanhankelijkheid arm in arm ge
haakt tippelden in den avond van Maandag 27 Juli
de gezusters Ory, beiden wegens schaarschte van de
namen in den almanak Catharine geheeten, langs
den Heerenweg onder Rinnegom, ten einde zien
naar Egmond Binnen te begeven, toen eensklaps
de gezellige wandeling zeer onaangenaam werd on
derbroken en Catharina de meerdere 'n onzachte
duw kreeg van het spatbord van een vrachtauto,
waarmede de bestuurder blijkbaar onvoldoende uit
week. Het meisje smakte tegen te vlakte, terwijl ook
haar zuster een schok ontving, die haar in de weg
sloot deed belanden. De verwekker van dit onheil,
de chauffeur Christiaan C., te Haarlem getooid met
een populaire naam, die menig minnaar van een
straffe maagbitter het water in den mond zou bren
gen, stond heden naar aanleiding van die aan
rijding terecht en gaf de schuld aan zijn vierjarigen-
Ford, die shimmy neigingen had vertoond, toen hij
met een der wielen in een karrespoor wes geraakt.
Maar een ford, hoe schandelijk verdorven ook,
is strafrechterlijk niet verantwoordelijk. Dit is de
bestuurder en hij betaalde dan ook den tol der ge
rechtigheid in den vorm van f 12 boete of 12 dagen.
Bovendien werd hem de verplichting opgelegd aan
mej. Catharina II f8 schade te vergoeden wegens
beschadigde zomermantel en bruinzijde sjanskousen.
hebben", zei de hoofdinspecteur, die het schot ge
lost had, laconiek. „Als ik bevel geef de handen
omhoog te steken, beteekent dat niet dat je een
poging moet doen om te ontvluchten. Dat onvoor
zichtige heerschap is zeker nog een nieuweling".
„Wat mer nit kann andere mot mer lote
schlendere", antwoordde een der mannen in plat
Düsseldorfsch dialect, met een grijns.
„Zoo mag ik 't liever hooren", meende de hoofd
inspecteur, die zich, terwijl de inmiddels binnenge
komen rechercheurs te gevangenen de handboeien
aanlegden, van den toestand van den gewonde op
de hoogte stelde. De man bleek een schot door het
dijbeen te hebben gekregen en kreunde van pijn.
Geen zijner kameraden scheen zich echter om hem
te bekommeren; allen hadden genoeg met zichzelf
te doen, al trachtten zij dan ook door een onver
schillige houding den indruk te wekken, dat hun
deze overval volkomen koud liet.
„En waaraan hebben we de eer van dit bezoek te
danken?", informeerde de man, die zooeven van zijn
berusting blijk had gegeven, maar nu toch wel iets
meer scheen te willen weten. „Ik neem het jullie
niet kwalijk, dat je zoo met de deur in huis komt
vallen", liet hij er, niet zonder galgenhumor, op
volgen", maar 't was me wel zoo lief geweest, als je
nog een paar minuten gewacht had. Ik heb name
lijk, voor het eerst sinds weken, vier azen in m'n
handen. Kijk maar!"
De man hief z'n geboeide armen omhoog en in
derdaad bleek hij de kaarten, waarbij vier azen, nog
steeds in zijn handen te houden.
't Is eigenlijk niet meer dan billijk, dat we dit
spelletje nog even uitspelen", liet hij er op volgen,
toen van de zijde der aanwezige politiemacht slechts
een glimlach als antwoord kwam.
„Het spijt me, dat we zoo'n ongelegen moment
hebben uitgekozen", zei de hoofdinspecteur ein
delijk, zich uitsluitend tot den woordvoerder van
het zestal wendend". En wat je eerste vraag betreft,
ik zou daarop kunnen antwoorden d&t we twee
Hollanders zoeken, die in dit huis gevangen wor
den gehouden, maar ik ben bang, dat je ons daar
over toch niet zult kunnen inlichten".
De man haalde de schouders op.
„Hollanders? Hier in onze villa
Mij niets van bekend!"
„Ja, dat vreesde ik al", bekende de politieman op
denzelfden effen toon als de ander.
Maaar deze gaf zich nog niet gewonnen.
„Introducties zijn in onze sociëteit niet toege
staan, weet u. We hebben al genoeg met ons zelf
te doen. En dan nog wel Hollanders.Nee, zoo-
Droevige gevolgen van een particulieren wegwed
strijd tusschen de Kampioenen Castricum en
Paramarobo.
In geweldige vaart reed te Castricum op 16
Augustus Sinor René S., 'n rasechte inboorling van
Paramaribo en stoomcaroussel bediende van Janvier
op zijn rijwiel door de Burgemeester Mooystrata!
Een athleet van Castricum, eveneens op het stalen
ros gezeten, werd door die snelheid onverstaanbaar
aangetrokken en voelde een brandenden lust op-
bruischen om zijn krachten eens met dien sausjes
neger te meten. De kampioen van Paramaribo ont
ging dit voornemen niet en ook hij spande zijn
beste krachten in om zijn concurrent voor te blij
ven, doch verloor daardoor zoodanig de regels van
het verkeer uit het oog, dat hij links van den weg
kwam te rijden en alstoen een juffrouw uit Wor-
merveer, op wier rijwiel haar telg ook had plaats
genomen aanreed met het gevolg dat zoowel de
kampioen van Paramaribo, als de dame uit Wor-
merveer, kind en een nevens haar rijdende schoon
zuster op de klinkers van de Burgemeester Mooy-
straat tamelijk onzacht terecht kwamen. De don
kere lijftrawant van Janvier was in een minimum
van tijd weer op de been om 't onverwijld te smee-
ren, voordat hij in verdrukking mocht komen, doch
de bejaarde, maar nog krachtige landbouwer Jan
Res pakte hem in zijn kraag en hield hem stevig
vast, tot de man van de gevallen dame was gear
riveerd om de zaak over te nemen. De kermis
reiziger stond heden terucht, doch verzuimde de
zitting met zijn interessante persoonlijkheid op te
luisteren. Dit gemis was echter geen bezwaar tegen
de behandeling der zaak en werd de onbehouwen
wielrenner bedacht niet met een lauwerkrans, doch
met f 10 boete of 10 dagen en betaling der door de
juffrouw P. geleden schade tot een bedrag van
f 17.25.
Opgedrongen water dat zij niet believen, tegen
betaling in geld, dat ze niet hebben.
Een drietal achtergebleven waterleidinglijders uit
Castricum maakten hun opwachting achtereenvol
gens voor den kantonrechter als de nummers A 16,
22 en 23 van de strafrol, niet zichtbaar op de hoofd
deksels van de verdachten, zooals vroeger in den
goeden ouden lotingstij d, doch alleen bekend aan
ingewijden in de geheimen der justitie.
In de eerste plaats was het de heer Franciscus
Sch., 'n 64-jarig veehouder, die geen genoegen had
genomen met de plaats waarop het provinciaal be
drijf hem had willen aansluiten, aangezien hij dit
water, als hij 't toch met alle geweld moest accep
teeren, noodig had aan den Noordkant en niet aan
den Zuid van zijn boerenwoning. Hem werd thans
geadviseerd dat er niets tegen was indien hij die
aansluiting voor eigen rekening liet verleggen, ter
wijl hij tevens in de gelegenheid werd gesteld f3
boete af te dokken of naar genoegen zich aan te
melden voor drie dagen rijkspensioen, teneinde de
kwaliteit der bruine boonen, oogst 1931, eens te
probeeren.
De twee overige comparanten, de H. H. Joh. O.,
'n 61-jarig tuinder en J. v. d. E. z'n 54-jarige col
lega in de narigheid, verklaarden niet vijandig te
staan tegenover de hen opgedrongen gunsten, maar
door den droevigen toestand van hun bedrijf, finan
cieel onmachtig te zijn, de onkosten te dragen. Het
was dan ook wel heel treurig en de kantonrechter
weende smartvol mee, maar kon al niet veel meer
doen dan het vonnis zooveel mogelijk te verzachten
en ieder slechts f 1.50 boete of 1 dag op te leggen.
'n Afgesloten weg bereden, den burgervader getrot
seerd en brutaal geweest op het gemeentehuis!
Het was waarlijk niet wenig wat den 24 jarigen
heer A. v. L., melkrijder te Graft alzoo in de schoe
nen werd geschoven toen hij Vrijdag terecht stond,
feitelijk alléén ter zake het berijden van een afge
sloten rijweg met zijn vrachtauto, zonder zich aan
het daartoe kenbaargemaakte verbod te storen, doch
zijn geheele houding vóór en na de overtreding
tegen het openbaar gezag maakte zijn zaak niet
beter. Wel deed echter de verdachte zijn best, een
gaat te zoeken voor de spijker die de Kantonrech
ter gereed hield en beweerde hij, aangezien zijn
woning zich aan den afgesloten rijweg bevond er
geen andere kans bestond om thuis te komen, dan
het verbod te negeeren en door te racen. Eenige
afsluiting was daardoor niiet verbroken, want hij
kon gemakkelijk langs het geplaatste hek rijden.
De ambtenaar voelde neiging den ongezeggelijken
Graftenaar te veroordeelen tot f8.00 boete of 8 da
gen, doch de heer Kantonrechter, die weet dat in
den tegenwoordigen schralen tijd zelfs de melkrijders
in Graft het geld niet op den rug groeit stelde zich
te vreden met te straffen met f 6 boete of 6 dagen.
ver reiken onze relaties niet
De hoofdinspecteur vond, dat het onderhoud nu
lang genoeg geduurd had.
„Breng de heeren maag weg", beval hij de aan
wezige rechercheurs, die glimlachend hadden toe
gehoord. „Meneer Sanders en ik zullen intusschen
eens zien, of we zijn landgenooten kunnen ontdek
ken."
Het gezelschap vertrok naar de in een zijstraat
gereedstaande politieauto's, terwijl de beide inspec
teurs hun onderzoek op dezelfde étage begonnen.
Hier bleken zich nog een drietal komers te bevin
den, welke echter alle gesloten waren, zoodat de
looper van den hoofdinspecteur er weer bij te pas
moest komen. Een der vertrekken bleek ingericht als
slaapkamer voor vier personen. Langs de muren
stonden althans vier ouderwetsche ledikanten met
groote dekbedden, doch nergens was een levend
wezen te vinden. Op het portaal van de tweede
étage bevonden zich eveneens vier deuren. Er
heerschte hier een Egyptische duisternis, daar het
raam, dat op de straat uitzag, met een luik was
geblindeerd. Een electrische zaklantaarn wierp
echter al spoedig een sterke lichtbundel op het slot
van de eerste der vier deuren en juist wilde de
hoofdinspecteur zijn looper hierin steken, toen van
uit de tegenover liggende kamer een licht gerucht
tot hem doordrong.
„Ik geloof, dat we daar moeten zijn", zei Sanders,
die zich bij het vernemen van het geluid onmid
dellijk had omgedraaid. De hoofdinspecteur scheen
er ook zoo over te denken en een minuut later
speelde het licht van de zaklantaarn langs de mu
ren van een ongemeubileerd vertrek tot het bleef
rusten op den verst verwijderden hoek, waarin twee
gedaantes op een matras lagen uitgestrekt. Twee
paar oogen, die niets vermochten te onderscheiden,
knipperden in het felle licht van de laantaarn.
„Hallo Miel", zei Sanders, die in een der beide
mannen onmiddellijk den reporter herkende en nu
snel op dezen toetrad. „Goeden avond, meneer
Evertsen; 't was me een lief ding waard geweest,
onder gunstiger omstandigheden met u kennis te
kunnen maken. Hoe is 't? Allebei nog gezond?"
„Als je me hier die touwtjes nu eens los maakt,
zal ik me zeker heele wat behaaglijker voelen", ant
woordde Wils met een pijnlijk verwrongen gezicht.
De hoofdinspecteur was nu ook naderbij gekomen
en een oogenblik later waren beiden van de touwen,
die hen om beenen en armen waren gebonden,
bevrijd.
(Wordt vervolgd).